De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 2 oktober pagina 10

2 oktober 1920 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND' 2 Oct. '20. Na. 2258 VERS Een rijke oom, nog wars van 't sterven, IN Een oud en zieklijk man, Bezat een schaar begeerige erven, (Toekomstige erven, dan). Hij had geen vrouw en ook geen kindren, En, onder ons gezegd, Opdat zijn geld niet zou vermindren, ^ Had hij 't secuur belegd. Zijn neven, nichten, achterneven, En -nichten, enz. Behandelden hem allen even Eerbiedig. Zooals 't hoort. Zij waren soms haast al te vrindlijk, Ze liepe' 'm achterna, Zelfs d'allerkleinsten, nauwlijks zindlijk, Die lachte' 'm toe: Da-da!" Wanneer ze hem ten eten vroegen, Of op een theepartij, ; 't of z' 'm op de handen droegen, 7f\f\ ha rt~a1iïlr timt-nn rrli TJIT EïET "V-A-IST JANTJE Was ? ? u» u m \j^j iji\, iiaiiu Zoo hartelijk waren zij. Hij kreeg de heerlijkste gerechten, En koffie toe, met room; En allen schenen ze te vechten Om d' eereplaats: naast oom. Wanneer hij iets stond te betoogen, Zeer met zichzelf voldaan, Dan hoorden ze 'm met stralende oogen En vol bewondring aan. En als hij aardigheden tapte, Gewoonlijk lang bekend, Geen, die niet lachte, gierde en klapte, Al dikwijls vóór het end. Hun angst was, dat hij nog zou trouwen, Zooiets gebeurt wel meer; Enfin, hij heeft zich goed gehouwen, Hij bleef een eenig heer. Ten sjotte, is hij dan bezweken, Zijn erven weenden luid, Maar troostten zich met zijn kopeken. Nu is 't verhaaltje uit. Dit vers bevat geen nieuwe dingen, Maar daarom niet f eklaagd; Wat dichters van de Liefde zingen, Is net zoo afgezaagd. C H A R I V A R I U S ?tiiiiiiiiimmiiiiimmiiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii CHARIVARIA Het Adres van Wederantwoord Het ADRES VAN ANTWOORD op de Troonrede van de Eerste Kamer heeft ons altijd een onmisbaar Staatsstuk toegeschenen. Daarin toch kan H. M. paragraaf na paragraaf lezen, dat de Heeren, niettegenstaande hun hoogen leeftijd en het weinig boeiende van de Troon rede, niet ingedut zijn, maar terdege opgelet hebben.*?Met belangstelling hebben wij ken nis genomen" van een en ander. Dat is de inhoud van het Adres. Met ingenomenheid vermelden wij nu de instelling van een niet minder onmisbaar Staatsstuk, het WEDER ANTWOORD, waarin H. M. om zoo te zeggen op Haar woord van eer verklaart, dat Zij het Adres niet, zooals te verwachten was, ongelezen in Haar prullemand heeft doen deponeeren, maar werkelijk gelezen heeft. De Eerste Kamer kan het hier niet bij laten. Het Vaderland bouwt op haar, en juist in zulke Staatsstukken schuilt haar grootste kracht en beteekenis. En zoo voorzien wij, dat binnen eenige jaren deze voor de Natie zoo heilzame correspondentie zal uitdijen tot iets als wij doen maar .een greep ergens middenin, b.v. het ADRES VANTERUG-WEDERTEGEN-RE - DUPLIEK - ANTWOORD - BESCHEID : Wij hebben met belangstelling vernomen, dat Uwe Majesteit met belangstelling heeft vernomen, dat wij met belangstelling hebben vernomen, dat Uwe Majesteit met belang stelling heeft vernomen, dat wij met belang stelling hebben vernomen, dat Uwe Majesteit met belangstelling heeft vernomen, dat wij met belangstelling hebben vernomen, dat mm u Muil iiiiiiiu Navigatie en Mooi-Nederland DE ELITE-SIGARENMERKEN Verkrijgbaar bij de voornaamste winkeliers Fabr.: Firma UFPIID I POTT ? Tiel III1II1IIIIIHIIIIIIIII Uwe Majesteit met belangstelling heeft ver nomen, dat wij met belang (Nou ver draai ik het verder. Zetter). Ome Teekenaars Zwitserland staat in het teekcn van den Hollandschen gulden." (Tel.) De wereld staat in het d1 van de duurte." (Circ. Tooneelverb.) Alle feesten stonden in het d" der sport." (Onafh. Wbl.) Deze feesten zullen niet alleen staan in het c? van de nationale herinnering, maar vooral niet minder in het d van internationale samenbinding." (N.R.C.) DE RIJKSDAALDERS VAN OMEER door F. DE SINCLAIR Teekeningen vuur /;<.- Amsterdammer'' van /s. van Mens 't Volk op de stee van Deelman was danig content. Deelman z'n oudste zeimegong trouwen mee de dochter van Lewie Vergui/.e, ook 'n man van cente, jong, agge da maar weet ! En nou, as 't volk kwam venr ulder week geld te beuren, daar sting Sjef Deelman d'r zelf bij in de keuken en ielk gaf 't em vijf gulden beuven z'n verdiende cente en twee beste segoare en 'n pint en 'n borrelke toe. Da was 'n ding! Omeer verschoot er van. Vijf gulden ! Sjef Deelman was toch 'n broave mense.. Hij voelde ze zwaar in zijn broekzak liggen, de twee harde zilveren stukken ; binst den oorlog, was 't al pampierkes geweest, wat ze Zaterdags kregen. As 't em liep, rinkelden ze lijk bellekes, Tienke, tienke ! Maar in 't dorp gekomen, hield hij z'n hand toch tegen z'n zak. 't Gong geen mensch aan. Fliesta zou d'r van staan te kijken. Oeje, oeje, da wijfke van um ! Hij zuchtte en schudde 't hoofd. Alles afgeve wagge verdient, Omcerke en gien kwartje gien twee klnite achterhouwe veur ow pré. Wat zou 't! Ge het gij gien pre van neude. Da wordt muar pinte drinken, en kroezen en da past nie veur 'n getrouwde veint. Agge dan malgree 'n pint wilt, ge kunt er een krijge, moar ik zal ik d'r bij zijn, jong. Ik lust ik ze euk, zulle. !" Omeer zuchtte nogeens. Ja, jong, da was azeu.... da zee ze moar da ben dinge veur 'n werksman, jong!" In 't dorp iiep al veul volk. Veur de karremistente te zien, die ze bezig waste in mekaar te zetten. De knrresel sting d'r al, 'n slip van 't zeil was oniheugc De Gretigaards Een schrijven van Lenin en Trotzky, waarin de onafhankelijkheid der Ara bieren wordt erkend, wordt overal gretig gelezen." (Tel.) Dit hoofdstuk zal met gretige belang stelling worden opgeslagen." (N.C.) Wat hebben wij genoten en gretig de wonderen geplukt." (Hbl.) De Watters Het gebed, wat een spreken is met God, is een geneesmiddel bij uitstek in onze dagen." (Msb.) Neem bijvoorbeeld Ierland, wat al een heel sprekend voorbeeld is." (N.R.C.) Gij kunt wel even een stukje afmaken, wat gij den vorigen avond hebt over gelaten." (Prof. Hartman in de N.R.C.) De Sennerinnen houden den Hollandschen edelman haar melk voor met vriendelijk, men zou geneigd zijn te zeggen met sjoviaal, gansch niet schuchter gebaar", schrijft het Leven, bij een plaatje. Het plaatje gelijkt gelukkig in geen enkel opzicht op Rubens' bekende schilderij in het Rijksmuseum, Cimon en Per a (Romeinsclic kinderliefde). l J. H. DE BOIS, Kruisweg 68, HAARLEM (Schilderijen - Prentkunst- Boeken over Kunst CATALOBI OP AANVRAAG DE/=IMSTERD^MSCHE HEEREHGR/qCHT ^11 lllllllllllllllllllllllllllllllllllMlttlllllllllltl 1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIII Antw. Uw opmerkingen zijn zeer scherp zinnig. U ziet de oorzaak van de fout in de analogie met zich voorstellen", waar zich" correct is. Misschien hebt u gelijk, maar ik begrijp me" zal er toch wel nooit uitgaan, omdat het niet geheel door ik begrijp" vervangen kan worden. Dit laatste is meer objectief : gij wenscht me iets te doen be grijpen, welnu, de zaak is me duidelijk ge worden: ik dank u." Ik begrijp me" is meer subjectief. De spreker wil eenige toe gevende instemming betuigen, en plakt die instemming in me". Ten onrechte, dat erken ik; maar eenigszins kan ik 't me wel be grijpen. U u ook? ZIEKTE VERZEKERINGEN ,uiui iiiiiiiiiiuiiiuiiiimuiiuii i HUI u iiiiiiiii uuiiiiii u iiiiiimiiiiiuii UJIHIIIIIIIIIIIIIH imimmiim schuilt, dat warm klopt voor Neerlands jeugd. J- S. MEUWSEM, Hofleverancier, A'DAM?R'OAH Het heet TOE JONGENS....!" Bestelt uw DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND exemplaren tijdig. Wie zich thans abonneert, ontvangt, enz. Char. "" iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii I II l l l" Illllllllllllll IIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIII HUI HU OVERDRIJVING Overal hetzelfde verschijnsel, dat men zoekt zonder het te vinden, de netten uitwerpt, maar zonder vangst." (Twenthe). Als wij onze netten uitwerpen is 't ook altijd zonder vangst. De oorsprong van het woord sport" is niet algemeen bekend. Hier is hij verklaard: De voetbalsport moet een der sporten zijn van de ladder van Jacob, die van de groene velden waarop wij spelen, ons zal voeren naar de hemelsche velden van de eeuwig heid." (Mr. Bomans). ,,The Baliad of Reading ;Gaol.' '(N. R.C. ) Neen. Zoo spreek je Reading niet uit. Ook gaol niet. Zoek maar eens op. Ome adverteerende humurisien Positie gewenscht als bestuurder eener conservenfabriek door ondervindingrijk man (10 jaar)." (Tel.) Te koop een dravend paard en dito lichtloopende wagen." ( VI. Ct.) Kanaries aangeboden. 2 Zeer fijne Kloekvogels, mannen, zonder fout, mooie afgezette kloek, per stuk f 20. ; 2 mannen Seifert, ook zonder fout, met pracht. holrol, zware knor, schokkel en mooie kloektoeren, prijs f 20. en f 17.50, de vogels zingen per stuk 75 a 80 punten wordt voor ingestaan." (H. D.) Aan Cliarivarius Weled'le Heer, ik wou een enkel woordje zeggen, ifn hoop ik, dat gij mij dit niet ten kwade duidt. Weet, dat ik gretig luister naar elk nieuw geluid, En wilde ik daarop beslist den nadruk leggen. Uw rijmen las ik steeds met reuzc-groot genoegen,' En ook uw Charivaria" vind ik reuze-fijn. Als al uw wijze wenken rijpe vruchten droegen, Zou heel'wat schrijverij beduidend beter zijn. Ook mij zal tante Betje" steeds een gruwel blijven, Ook ik veracht de Lijs" en and're ouwe wijven, En evenzeer betreur 'k d'ontaarding van de sport. Maar zoek uw kracht toch nooit in gruw'lijk overdrijven, Ai! watvoor stemming deed u Voetbaltiymne" schrijven.... ? 'k Zou haast gaan vreezen, dat ge 'n ouwe brompot wordt! A N T. B. Ik beloof beterschap. Volgende week komt er een Rijm, waaruit moge blij ken, dat achter die booze regels een hart immiiiiimuiumiimuumiimiumtimmmiiimii VRAOENRUBRIEK voor Algemeene Wetenswaardigheden E. v. d. W. te L, Kunt u mij ook medededen waar of hel werkje van De Meyere en Bakelrnans, Het boek der Rabamven en Naaktridders verkrijgbaar is ? Ik heb er reeds naar gevraagd bij eenige boekhandelaren, doch deze kunnen mij niet helpen. De oplaag van dit werkje is overgenomen door het Internationaal Antiquariaat Menno Hertzberger, Singel 155 te Amsterdam, die de exemplaren in den handel heeft gebracht voor f 5. L. v. L. te 's H, Kunt U mij mededeelen : ie. Waar te vinden is een artikel van l-'ouillée over 't gewicht der klassieke studie (geciteerd by Payot, Opvoeding van den wil", blz. 725). se. Wie de schrijver is van Ecce Homo" (geciteerd bij Warden Fowlcr The religious experience of the Ruman people", p. 469 ?) Het artikel van Fouilléc vindt U waar schijnlijk in zijn werk: ,,L'Enseignement au point de vue naliona!". Paris 1891. Het werk van Fowler is niet te onzer beschikking, zoodat wij niet kunnen nagaan welk boek met het aangehaalde Ecce Homo" wordt bedoeld. Er zijn verscheiden werken onder dien titel verschenen. Geachte Redactie, Uw medewerker, de heer Joh. Tielrooy schreef in het nummer van 18 Sept. j.l. een recensie over het boek: L'ombre de la Croix van Jéröme et Jean Tharaud. Hoezeer ik ook van deze recensie genoot, voel ik mij toch als geloovig Jood verplicht een woord van protest te uiten tegen de door de schrijvers en ook door uwen reeencent als waarheid aangenomen opvatting, dat wij Joden door Voorschriften van Thora of Talmoed verplicht zouden zijn Christelijke beelden te bedreigen(?!) De eenige ons in Palestina opgedragen plicht bestond in het er niet op na houden van afgodsbeelden als van Baal, Moloch, Astaroth, enz. Er bestaat voor ons echter geen enkel voorschrift om de beelden der Christenheid te bedreigen", al spreekt het vanzelf, dat wij ze niet aanbidden kunnen en er niet dezelfde heilige beteekenis aan geven als andersdenkenden. Met dank voor de plaatsing, hoogachtend Uw bestendige lezer t I. J. KETS DE VRIES 3 CORRESPONDENTIE B. te A. Toe, richt uw revolver eens op wie aan onze taal zich vergrijpen met hun zich begrijpen, enz." SS QLRNC HE ClCRRETTES Electrische Lampvoeten in Potterie LANOOY" Papestraat 24 - 's-Gravenhage EISCHT STEEDS SIPKES'JAMS iiiiiimitiiiMiiimminiiiiiiiMii iiiitiiiiimiii J. A. HOETING Hofjuvrelier - Koningsplein 11.13 Juweelen - Paarlen - Zilverwerk. iMiimiiiitimiimirmii . .. .Omeer ging voorbij.... gcsleege en 'n gele leeuw keek d'r vanonder. Da most toch wa weze jong, in de werreme lande, agge zen 'n biest tegen kwam en ge kost nie uit te voete ! Ah.... Sarrelewie mee Mnnse stinge d'r euk al. Ze wazze doende an ulder koektente Ie prutsen. Sarrelewie zag 'm. Ah Omeerke, hegge veul cente veur de karremisse, jong?" Manse begost te lachen. De goeiendag samen,'' zee Omeer en hij ging d'r van tusschen of 't em niks verstaan had. Ah zekers had 'm eend.'. Ceiile geiiugl. Maar hij kost: er nie an geroakc. Da was toch 'n verdriet, man. Kijk, in de stammenee van Pierke Potleiid brachten ze net 'l orgel in veur den dans. Goeic meziek. Bij Pierke, da was altijd de lentigste stammenee binst de karremisse. As 't em nog jonk was en veur dat 'm vree achter Fliesta.... ah man, da was 'n tijd. Omeer zuchtte alweer. l lij dee niks als /lichten vandoage. Da was pertan toch 'n oardig ding: twee riksdoalders extra in uuw zak en dan leupe zuchten ! Hij liep door, zag nog een orgel binnen brengen en uit de stammenee van Sjefke I'latkoek neurde de muziek al naar buiten. Da mocht nog nie van de politie ; awel 't was moar veur 'n lolletje. 't Plezier veur de leute, die komen ging, zat er al in. De bollebaan van Belze Marie wierd ook al gekuist, Marie sting d'r zelf bij te kijken, Ah Omcerke, ge komt toch euk prijsbollcn, jong. . . . vijf gulden vooruit !" Wat zon 't, hij mag nie van ze wijf!" riep Teefiel, d'r zeunc, mee z'n valsche gezicht. Ah loeder ! Omeer ging venrbij en groette geeneens, En Teefiel had pertan gelijk. Da was 't ergste. Ah, as 't em moar 'n keer dierf! De goaipers hadden ze enk al omleege ge trokken, 't Was schieting morgend en den Moandag ! Ballen en gaai-schieten : Ah. veur dat 'm achter F'liesta vree, d'r was 't er gien in 't dorp. die zeu kost ballen lijk hij. 't Was bekend. En gaaischieten ! De hoogvogel had 'm al drij keer gehad en bij ielke schieting toch min(ens een kal! Ja, ja.... venr dat 'm achter Fliesta vree. Hij zuchtte 'n keer lenig.... hij dee verdikke nie anders. . . . en nou was 't em ge trouwd mee F'liesta. Ja, man, getrouwd.... Da ben dinge veur 'n werksman, jong ! De rijksdoalders rinkelden in zijn zak. Stille ! Omeer hield er zijn hand tegen. Mij was nu omtrent zijn huizeke geraakt ; 'n schoon huizeke mee 'n hofke mee blomme d'r veur. Zelf had-ie't moeten opschikleren van Fliesta om proper te zijn mee de karremisse. Ja, proper was ze, maar hij kost in z'n vrij en tijd werken veur die properheid, zulle. Da was toch nie recht! l lij zuchtte alweer.... Ah da gezucht toch ! Maar plotseling bleef hij staan, slikte zijn zucht half in. Fliesta wist niet, dat 'm twee riksdoalders beuven z'n gewone cente had, natnrelik, da kost ze nie weten. As 't cm die nou 'n keer achter hieuw, niks zee. . . . dan kost 'm da geld veur z'n eige houwe. Twee riksdoalders, da warre vijf gulden. Morgend, da was Zondag, dan kost 'm vanFliestanien loskomme.... moar den Moandag, dan gong 't weer werken en dan.... F'liesta kwam 't huizeke nie uit veur achter den middag.... Moar dan ging 't em sjuust nie werken jong! Dan gong 't em lekker 'n keer allecnig de karremisse op en bollen en goaischieten en achterdien net zeuvee pinten drinken as 't em geviel. En as 't em kans zag, dan dierf 't em nog 'n keer te dansen euk bij Pierke Potleud. Bé. .. .nondeju toch! Da komt 'n werks man toch toe. Doar stak, zeu gezeed toch gien kwoad in. Ah, jong, da was nou 'n keer 'n goed ge dacht. Moandag de karremisse op. Ze zonen 'dr van stoan te kijken, man ! Die snotneuze van Belze Marie, die riep, dat 'm nie mocht van ze wijf. Ah, die zou 'n keer bcschoamd zijn as Omeerke toch meedee an de prijsbolling. As 't em dan nou moar kans zag die twee riksdoalders weg te houwe. Allee, niks zegge en z'n onnnuzelste ge zicht zette. Wel verdikke, hij was toch de veint en Fliesta 't wijf en nie omgekeerd ! Toe dan.... waveur zou 't em bange weze? Verdikke nog an toe.... Ineens, kordaat, liep hij den dijk af naar 't huizeke. 't Was meegevallen. Fliesta had niks gevroge en hij had niks ge zeed. Van eiges ! Maar ze wist pertan van Deelman z'n zeune dat die op trouwen sting. Of 't 'n greut fiest zou wezen?" Ali.... da denk ik toch," zee Omeer. Da ben goeie petatten, zulle," had 't m toen ineens d'r achter gezeed, veur op wat anders te koinme, want-ie wierd reud in z'n gezicht. Ben-de zeu werm?" vroeg Fliesta. Die zag alles, jong ! Van 't eten," zee Omeer. 'n Stnitje nadien begost ze wat te klesse enver de karremisse. Ze wou euk 'n keer goan kijken naar de knrassel en ieveranst 'n pint drinken of 'n borrelke. Den Moandag, da was 'n goeien dag. Neeë.... neeë.... !" had Omeer rap ge roepen. Den Moandag dan mot ik terug op de stee zijn jong. Andere doage al wagge wilt, moar den Moandag, neeë...." Allee, was 't nou? Den Moandag, dan werkt er gieneen in 't dorp," zee ze. Toet, toet," zee Omeer den Moandag, ,,'k mot ik op de stee zijn." _Awel, da leugenen viel mee. In 't eerst wierd, 't m reud, moar nou gong 't van eiges. As 't 'm nou moar zorgde, dat ze 't geld niet en zag ! Als 't eetgerei was afgekuist en alles weer proper sting in 't keukentje, gingen ze nog 'n uurke in de lochtinge en ze keken noar 't volk, dat langes kwam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl