Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2 Oct. '20. - No. 2258
ding des Kinderrechters t.o.v. den eersten een
principieel andere zou moeten zijn dan t.o.v.
de tweede. Ds overzichtelijkheid der nieuwe
bepalingen zou heel wat grooter worden in
dien men den moed had met de ondoelmatige,
dogmatische scheiding te breken !
Bij het treffen van maatregelen in het belang
van de misdadige- en verwaarloosde jeugd
heeft de Belgische Kinderrechter meer macht
dan voor zijn Hollandschen ambtgenoot is weg
gelegd.
De Belgische maatregel van terbeschikking
stelling van het Gouvernement loopt parallel
met onze terbeschikkingstelling van de Re
geering, met dat verschil dat de Belgische
Kinderrechter bij het treffen van dien maat
regel mag aangeven waar de Regeering het
kind moet plaatsen. Bovendien kan de
Belgische Kinderrechter rechtstreeks het kind
in gestichts- of gezinsverpleging geven. Zoowel
in het eene als in het andere geval blijft een
band bestaan tusschen Rechter en kind. Hij
beslist over het tijdstip van ontslag en de
voorwaarden waaronder. Om de drie jaren is hij
verplicht na te gaan of er aanleiding bestaat
de genomen beschikking te herzien en hij
mag dit op ieder moment. Om deze taak naar
behooren te kunnen vervullen, zoo deelde Mr.
Wets mij mee, bezoekt hij regelmatig de ge
stichten en zoo mogelijk ook de gezinnen, waar
de kinderen geplaatst zijn. Hij stelt zich daar
op de hoogte van de klachten over- en van de
kinderen, dient hier een berisping toe, geeft
daar een aanmoediging. Geleidelijk krijgt de
Kinderrechter inzicht in het verschil in regime
dat in de onderscheidene gestichten gevolgd
wordt, van welke ervaring hij profiteert bij
latere beschikkingen. Zoo wordt zijn geschikt
heid als Kinderrechter in en door de praktijk
grooter.
De Nederlandsche Kinderrechter echter, die
een kind ter beschikking van de Regeering
stelt, geeft alle zeggingschap over het kind
daarmee aan de Regeering, zoowel over de
wijze van opvoeding als over de beëindiging
van de terbeschikkingstelling. Hij zal zijn als
een medicus die een diagnose stelt, maar de
juistheid daarvan niet aan het verdere ver
loop der ziekte kan toetsen.
Al is aan het Belgische stelsel verre de voor
keur te geven boven het onze, toch lijkt het me
niet gewenscht om het geheel ongewijzigd over
te nemen. Ons stelsel waarbij een kind alleen
in gezinsverpleging kan gegeven worden door
bemiddeling van een Vereeniging heeft in de
praktijk voldaan ; de taak des Kinderrechters
zou dus noodeloos verzwaard worden, wanneer
hiervoor de Vereenigingen werden uitgescha
keld. Maar wel zou ik hem de bevoegdheid
willen zien toegekend om te beslissen of het
kind in een Rijksgesticht geplaatst, of toever
trouwd zal worden aan een Vereeniging, terwijl
voor het geval hij de laatste beschikking treft
hem moet worden overgelaten om aan te wij
zen of het kind in gestichts- dan wel gezins
verpleging moet worden gegeven. In alle ge
vallen zal de Kinderrechter het kind moeten
blijven volgen, omdat, zooals Mr. Wets het in
een lezing uitdrukte ,,ce principe est d'une
importance capitale et est indispensable, Ie
régime nouveau ayant un véritabie caractère
de traitement moral; il convient que Ie
magistrat puisse suivant les ventualités modifier,
attenuer ou aggraver la mesure inspirée par
l'espèce."
Vermelden we ten aanzien van dit punt
alleen nog dat in Belgiëde terbeschikkingstel
ling van het Gouvernement voorwaardelijk
kan geschieden, terwijl dat bij den hieraan bij
ons correspondeerenden maatregel niet het ge
val is. Men zegge niet dat de Kinderrechter
door het geding sleepende te houden, practisch
hetzelfde kan bereiken. Wie zooals ik gelegen
heid had het gezicht van het kind te beschouwen
gedurende den tijd dat het de beschikking des
Kinderrechters verneemt, weet dat 't hier meer
is dan een verschil in vorm.Het gezicht teekent
wanhoop, wanneer het kind hoort dat het tot
aan zijn meerderjarigheid ter beschikking van
het Gouvernement wordt gesteld en dat het in
een Ecole de Bienfaisance zal worden ge
plaatst ; de trekken ontspannen zich wanneer
de Rechter zegt dat het kind echter thuis mag
blijven zoolang het zich goed gedraagt; ernstig
kijkt het kind wanneer de Kinderrechter er
dan met klem op wijst dat een ter terechtzit
ting aanwezig persoon het geregeld zal komen
bezoeken en verslag zal uitbrengen aan den
Kinderrechter en dat het onverbiddelijk naar
een gesticht gaat wanneer er klachten binnen
komen. De belofte die van de ouders gevraagd
wordt, dat zij de(n) déléguéa la protection de
l'enfance (gezinsvoogd) iedere misdraging van
het kind zullen mededeelen, maakt het kind
duidelijk dat het voortaan op laakbare toe
gevendheid van deze zijde niet meer te hopen
heeft.
Nog een enkel woord over de terechtzittingen.
Ze worden in het Palais de Justice gehouden
in een kamer die, wat meubileering betreft,
achterstaat bij een gemiddeld kantoor. De
Heer Wets drukte er zijn spijt over uit dat
het groote Palais de Justice, met zijn impo
neerend ruime gangen, geen behoorlijker ver
trek beschikbaar had voor zijn kinderbe
rechting. Mijn eerste indruk was dat men ver
zuimd had door harmonische, zij het eenvoudi
ge, meubileering een atmospheer van harte
lijkheid, intimiteit te scheppen. Maar die in
druk vervaagde zich toen de zitting begonnen
was en de stem van Mr. Wets het vertrek vulde,
nu eens vriendelijk en aanmoedigend, dan weer
streng en berispend, soms boos en vlijmend
scherp. Hoe versterkte zich toen mijn meening
dat het laten wegvallen van het begrip straf
fen" t.o.v. kinderen geenszins tot weekheid
behoeft te voeren. En heel dikwijls waren de
woorden zoo gekozen, dat wanneer ouder en
kind het vertrek verlieten, het de eerste was
aan wien schuldbesef was bijgebracht. In en
kele gevallen waarin hetjniet mogelijk was den
ouder in bedekte termen op zijn tekortko
mingen te wijzen, deed de Kinderrechter het
kind voor eenige oogenblikken de kamer ver
laten en diende den ouder dan een
schrobbeering toe, die lang niet malsch was.
Evenals bij ons wordt voorgesteld, zijn bij de
terechtzittingen een ambtenaar van het
Openbaar Ministerie en een griffier tegen
woordig. In Belgiëwordt wettelijk een spe
ciale ambtenaar van het O. M. voor de Kin
derterechtzittingen aangewezen ; ons Ontwerp
zwijgt er over. Ongetwijfeld zal de praktijk hier
wel in dezelfde richting gaan. Men heeft bij
ons te lande wel betwijfeld of het gewenscht
was het instituut van het O.M. in kinderzaken
te handhaven. Ds argumenten pro en contra
moeten in dit korte bestek achterwege gelaten
worden. Hier wil ik alleen constateeren dat
de wijze waarop het O.M. zijn taak vervult er
in sterke mate toe kan bijdragen de nadeden
tot een minimum te reduceeren. Wanneer in
Brussel het O.M. zijn requisitoir nam, dan
deed hij dit kort en eenvoudig, wekte den schijn
eenige opmerkingen tegenover den Rechter te
maken, zoodat voor kind en ouders de Kinder
rechter het centrum bleef waarop hun aan
dacht gericht was. In de gevallen dat de on
middellijk op het requisitoir volgende uit
spraak des Kinderrechters van dit requisitoir
afweek, kon dit, geloof ik dank zij de sym
pathieke houding van het O.M. niet tot de
justiciabelen doordringen. Voor een dergelijke
bescheiden uitoefening der functie heeft men
hoogstaande personen noodig.
Zoowel in de Belgische wet als in ons Ont
werp staat appèl open van de beslissingen des
Kinderrechters, in Belgiëbij een speciaal
daarvoor aangewezen Raadsheer uit het Hof
van Appèl, bij ons bij de gewone Kamer van
het Hof. Van het appèlrecht wordt zeer weinig
gebruik gemaakt. Mr. Wets sprak van ongeveer
20 gevallen per jaar, waarvan de meeste door
den hoogeren rechter worden bevestigd.
Waar we dit in Belgiëwaarnemen, lijkt er
me weinig bezwaar te bestaan tegen ons stel
sel : geen specialisatie voor Hooger Beroep.
De speciale deskundigheid trouwens zou bij
gebrek aan praktische oefening vaak toch al
leen in naam bestaan.
Een onmisbare hulp vindt de Belgische
Kinderrechter bij zijn délégués a la protec
tion de l'enfance." Hij werkt met enkele be
taalde en een groot aantal onbezoldigde krach
ten. Ik vroeg Mr. Wets of hij aan een van
beide groepen de voorkeur gaf. Hij antwoordde
dat hij de bezoldigde gedelegeerden prefereert,
omdat hij die beter in de hand heeft, maar dat
er onder de andere groep eenige uitstekende zijn,
die hij niet zou willen missen. Het doel dat
THAABT
'GRATIS TOEZEIDIIG
AAK
VAN DER HOOP's
WIEUBELBEWAR.NGEN 'RENSPORT MIJ.
BiWïitnd
imstijd:
TELEFOON
AMSTERDAM
VAN HAAR LAATST
VERSCHENEN
PROSPECTUS
h. Trompstnit
21H ZUID
ik met deze opmerkingen nastreef, brengt mee
dat ik vooral die punten naar voren bracht,
waarin ik de Belgische wet beter vind dan
ons Qntwerp, of waarin de praktijk de on
juistheid van de wet reeds heeft aangetoond.
Maar tot slot wil ik toch mededeelen dat
ons gestichtensysteem een zoo goeden naam
in Belgiëheeft, dat Mr. Wets zich voorstelt
er een studiereis aan te wijden en dat Belgi
ons onze observatieinrichtingen benijdt. (Henri
Velge; la Protection de l'enfance en
Belgique III p. 68)
A'dam, l-9-'20. HANS HILLESUM
1) Onze Kinderrechter zal geen overtre
dingen berechten behalve landlooperij, bede
larij en souteneurschap, de Belgische wel.
GENÈVE EN MOSKOU
De jongste bijeenkomst van de socialisti
sche partijen die trouw waren gebleven aan
de tweede socialistische Internationale, be
hoort thans reeds tot het verleden, zooals ook
de bijeenkomst van de zoogenaamde derde
Internationale te Moskou tot de geschiedenis
behoort.
Da eerste heeft getrouw aan de traditiën
van de socialistische congressen van de laatste
dertig jaren, in alle openbaarheid plaats ge
had ; de laatste heeft omtrent hare beraad
slagingen de wereld vrijwel in het duister
gelaten.
Dit is niet de eenige belangrijke tegen
stelling welke die bijeenkomsten kenschetst.
Te Genève heeft men getracht de
tegenstellingen, ontstaan tengevolge van den
geweldigen wereldoorlog, te overbruggen; in
Moskou heeft men in plaats van naar
vereenigingspunten te zoeken, de verschillen
integendeel zoo scherp mogelijk toegespitst.
Van Genève ging de oproep uit om, met een
zoo groot mogelijke vrijheid voor de socialis
tische partij van ieder land om de taktiek
te volgen die zij in haar land noodig acht,
alle partijen op een gemeenschappelijk
strijdplan te vereenigen. In Moskou werden aan de
partijen de strengst mogelijke en bindende
voorwaarden gesteld, waaraan hun taktiek
en politiek stipteiijk en onvoorwaardelijk had
te voldoen, wilden zij zich opgenomen zien.
Genève wil iedere partij vrijlaten om hare
marschroute zelf te bepalen, de traditie van
de socialistische Internationale sedert Marx'
tijd getrouw. Moskou schrijft de partijen
hunne marschroute en hun bewegingsvrijheid,
hun taktiek en hun werkwijze zoo absolutis
tisch mogelijk voor.
Het is waar, in Moskou heeft men, wat de
strijdwijze van de partijen aangaat, wie men
het toetreden tot den communistischen tempel
veroorlooft, scherp-omlijnde voorstellingen.
Zonder de minste bekommernis omtrent de
reëele verschillen van cultureelen, politieken
en socialen aard, geschiedenis en ont
wikkeling, ziet men daar de socialis
tische ontwikkeling voltrekken volgens het
beeld van de Russische, dat men onderwijl
zelf zoodanig heeft moeten retouchee
ren, dat het 'oorspronkelijke haast onher
kenbaar werd.
Een zoodanige,onhistorischeen onzinnige
simpliciteit in voorstelling en uitwerking kon
Genève niet geven en hierin culmineert wel
de tegenstelling tusschen die beiden.
Immers, zoowel de voorstelling als de uit
werking van het Moskousche procédé, zijn
eigenlijk van een verbluffenden eenvoud.
Maak revolutie en tracht aan de macht te
blijven door uw tegenstanders politiek te
ontrechten, te muilkorven, psychisch murw
temaken en ze desnoods physisch uit te roeien,
zoo u dit alles niet gelukt.
In dien gedachtengang past
volkokomen de ijzeren diktatuur van een zoo
klein mogelijke groep, zooals die tegenwoordig
ook het Russische volk van uitgemergelde
arbeiders en met hun klein grondbezit
tevreden boeren regeert en terroriseert.
Dit alles is, zooals gezegd, van een bijna
gruwelijkén eenvoud en zoo ongeveer denkt
Moskou zich ook de ontwikkeling van
WestEuropa naar wat men daar onder het com
munisme verstaat.
Maar in West-Europa is zulk eene ontwik
keling nu eenmaal niet denkbaar, tenzij men
daaraan ook de onmiddellijke ineenstorting
van de gansche West-Europeesche wereld ver
bindt. Vandaar dan ook, dat een bijeen
komst van West-Europcesch denkende socia
listen, de simplistische leuzen van een zoo
gigantischen waanzin kortweg had te verwerpen.
Het doet er in den grond van de zaak niet
toe, dat in Genève eenige van de socialistische
partijen uit West-Europeesche landen ont
braken, wier meerderheid op het oogenblik
den blik nog naar Moskou gericht
beeft. Men kan er van overtuigd zijn,
dat het parool van Moskou in die partijen ook
tegelijk het schisma zal blijken te wezen, dat
hun eensgezindheid zal vernietigen. Van
daar o ik de aarzeling en de besluiteloosheid,
die bijv. de Fransche en Zwitsersche socialis
tische partij ten dien opzichte nog kenmerkt.
Men gevoelt daar heel wel, dat Moskou het
sein is tot een splitsing, die misschien nimmer
zal zijn te herstellen.
Drijft men daar Moskou als een wig in de
socialistische beweging, dan zijn de gevolgen
te voorzien. Een tijdperk van de meest jam
merlijke verdeeldheid, van anarchie en ver
lamming van alle opbouwende krachten zal
aanbreken, vél erger in zijn uitingen en zijn
werkingen, dan dat hetwelk de socialistische
beweging na 1870, in welk land ook, ooit
gekend heeft.
Het verschil tusschen Genève en Moskou
ligt dieper dan enkel in een onderscheid van
methode. Of anders : in die verschillende
methode ligt het diepe, onoverbrugbare
verschil, dat ten slotte niets minder dan een
verschil van wereldbeschouwing zal blijken
te wezen.
Hier ligt de klove die de oostersche, speci
fiek Russische opvatting omtrent ethische
waarden en morcele krachten van de
westersche scheidt, die ook het bepalende element
is bij de voorstellingen omtrent den ontwik
kelingsgang naar een socialistische inrichting
van de samenleving.
Het verschil in de waardeering van
de demokratie bijv. is in den grond een verschil
van ethisch-politieke schatting van den
mensen, ten opzichte van zijn beteekenis en
zijn doel voor de samenleving, zijn eigen
wilsbeschikking, de vrije uiting van zijne
persoonlijkheid en zijn gaven.
Ook hier geeft Moskou een oplossing, die
schijnbaar eenvoudig en betrekkelijk gemak
kelijk, inderdaad echter op niets anders neer
komt dan op de vernietiging van al datgene,
wat de West-Europeesche samenleving tot
dusver van waarde heeft doen zijn, en
wat het socialisme in den westerschen zin
verder en hooger wil doen ontwikkelen, wijl
het onder het kapitalisme niet tot zijn recht
komt.
In West-Europa is het socialisme een ele
ment geworden, dat uit zijn structuur onmo
gelijk meer is te verwijderen en in zijne
evolutie een onontbeerlijke rol vervult. Men
bedenke dit wel en houde rekening met deze
realiteit, dat de keuze tusschen Genève en
Moskou de keuzeis tusschen organische sociale
ontwikkeling en den alles verslindenden
afgfond.
J o s. LOOPUIT
OELOF AflITROEN
KALVERSTRAAT 1
Amsterdam
OPGERICHT 185O
TELEFOON 658 N.
C
DEN HAAG - PLAATS 23
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BRILLANTEN
Goud, Ziivsr en Horloges
Uits'uitend eerste kwaliteit
AUTEURSRECHTEN
Ziet die Shakespeare toch eens lachen.
Ziet Molière even aan.
Let daarna ook eens op Vondel.
Speurt hoe ze zijn aangedaan.
Voor de. schouwburg-aanplakborden
Loopcn ze manhaftig rond
Met ve'heugde armgebaren
En een glimlach om den mond.
,. Hamlet", Adam" en ,,l'Avare"
Worden 'overdruk vertoond.
Dikwijls uitverkochte zalen.
Immer met succes bekroond.
Pracht-kritieken in de kranten
Zelfs de Veenpost" vindt 't goed:
Shakespeare, Vondel en Molière"
Gaan een toekomst te gemoet."
Onderaan op de biljetten
Staat de plaatsen-prijs vermeld
Inbegrepen stadsbelasting
En aulcurs-recht bijgeteld.
Shakespeare, Vondel en Molière
Zien eikair beteuterd aan
En ze vragen zee' bescheiden:
Waar hun duiten henen gaan?
J» H. S P E E N H O F F
DEVO
Geurige Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH'a
HolL Slgaranfabriak UTRECHT
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIINII
iiiiiiiiiiimmmiiiiiiiiii mini iiiiiiiiiiiiiiiiiniiiitiiiiiiiiiiii
Juist toen er een weinig schot kwam in de
vredesonderhandelingen te Riga zijn de vij
andelijkheden tusschen Polen en Russen weer
opgeleefd, en tegelijkertijd zijn Foolsche en
Lithausche troepen opnieuw slaags geraakt,
ofschoon juist de Volkenbondsraad in Parijs
de taak op zich genomen had om beide par
tijen tot elkander te brengen. De Polen kunnen
bij deze hervatting van den Oost-Kuropeeschen
oorlog op aanzienlijke successen bogen : zoowel
ten noorden van de Pripet, d.i. in 't centrum
van hun front, als op hun linkervleugel waar
Grodno bezet werd, dringen zij vooruit, en
daar zij de vorige week op den rechtervleugel
verder kwamen en Doebno in be/it namen,
valt het niet te ontkennen, dat hun krijgs
bedrijf voorspoedig blijft. Voeg daarbij, dat
Wrangel in Z,uid-Rusland eveneens voorwaarts
rukt, Alexandrofsk aan de Dnjepr bezet
heeft en misschien weldra in Jekatcrinoslof
zal zijn, en dat de Oekrajincrs weer opstandig
worden, dus gevaar opleveren in den n\g der
Roode troepen,.... en men hoeft niet meer
naar een verklaring te zoeken van de uitlating
der Sovjet-Grooten, dat de Russische revo
lutie voorhands haar pogingen oostwaarts
zal richten inplaats van westwaarts.
Niettemin kunnen zij, die hopen, dat ten
gevolge van deze klappen het Sovjet-regitne
spoedig za! ineenstorten, zich moeilijk veel
illusies maken. Men neme maar eens een kaart
van het oude Rusland, schrappe van het ko
lossale gebied de landen af, die definitief afge
vallen zijn (Finland, Estlami,Letland,Lithauen
en Polen) teekene dan de vorderingen aan die
de Polen en Wrangels scharen maken en men
zal zien, dat dit alles, van hoeveel gewicht ook,
toch het lichaam van den kolos vrijwel onaan
getast laat. Dit is en blijft bij de beschouwing
van het Russische probleem de belangrijkste
factor : de kans om door een aanval van buiten
af de machthebbers daarginds ten val te
brengen' is uiterst gering en wie, gelijk de
Fransche diplomaten, hun politiek baseeren
op de nederlaag van Lenin en Trotsky, moet
speculeeren op de gevolgen die de verliezen aan
het front in verband met den deplorabelen
economischen toestand, in het binnenland
kunnen hebben. Niemand kan zeggen of zij
juist dan wel mis rekenen.
Hoe dit zij, op den gans; der vredesonderhan
delingen moet de tegenslag aan het front wel
een gunstigen invloed hebben en inderdaad
klinken de voorwaarden waarmee de Russen
in Riga voor den dag gekomen zijn, heel anders
dan die welke indertijd in Minsk den Polen
opgelegd zouden worden. Van een ontwapening
der Polen en een verkapte annexatie bij het
Sovjet-Rijk is nu geen sprake meer en duidelijk
blijkt, dat Trotsky vrede wil, een vrede door
vergelijk waarvan hij anderhalve maand ge
leden niet wilde liooren. Intusschen is het
'/.eer twijfelachtig of deze vrede tot stand zal
komen, want de Polen hopen natuurlijk op
uitbreiding van hun successen en al kan het
wel niet anders of ook het Poolsche volk moet
naar vrede smachten, toch staat het zeer te
bezien of de Poolsche diplomaten eu
militiairen nu een vrede door vergelijk weiisehen.
Alleen het toch wel ook voor hen vaststaan
de feit, dat zij nimmer in staat zullen zijn Rus
land te verslaan, moet hen daartoe zeer ge
neigd maken, waartegenover evenwel weer
de overweging staat, dat als zij nu ecu
vergelijksvrede met Rusland sluiten, de Rooden al
hun troepen vrij krijgen tegenover Wrangel,
die clan wel liet IOMUje zal leggen, waarop
deSovjet-lcgers weer in liet westen kunnen ver
schijnen. He vrees hiervoor beheerscht, als
we het wel zien, ook de raadgevers der Polen
in het westen, in 't bijzonder de Franschen,
die dns de Poolsche onderhandelaars zeker
niet tot vredesgezindheid /uilen aanmoedigen.
Het is immers duidelijk, dat liet in de rich
ting der Fransche politiek ligt, die den val
der Sovjets tot doel heeft, om zoowel de Polen
als Wrangel en wie er nog meer toe bereid
mocht zijn, in oorlog tegen Moskou te honden
of te brengen en hen in dien oorlog te steunen.
Daarom blijft het succes der vredesonder
handelingen in Riga twijfelachtig, ofschoon
beide partijen in waarheid verlangend zijn
naar vrede.
Anders is het gesteld met de
PoolschLithauschc quaestie. Dat hier ele zich goed op
weg bevindende onderhandelingen in
Kalwarja afgebroken werden, vindt vermoedelijk
zijn grond in het verlangen der Polen om over
Lithausch gebied Rusland te lijf te gaan
de Russen hadden immers hetzelfde gedaan
ten aanzien van Polen -- en in den wensch om
de stad Wilna bij Polen in te lijven. Maar hier
werken de westersche raadgevers in de andere
richting, want zij willen Lithaueii als
onafhankelijken staat laten bestaan, in vrede le
vend met Polen, als schakel in de keten die
den gevaarlijken Russischen beer den toegang
naar het westen moet beletten. Vandaar
dat de Volkenbondsraad zich de/e aangelegen
heid aangetrokken heeft en een gemengde
commissie van Entente-menschen, een Span
jaard, een Pool en een Lithauer in het leven
wil roepen tot beslechting van het geschil.
Zooals niet anders te verwachten was, heeft
het Nationale Congres in Versaiiles Millerand
tot president gekozen, bijna bij acclamatie,
en in zijn aanvaardingsboodschap heeft de
nieuwe president, hoewel in verzachten vorm,
opnieuw de nieuwe richting in 't l-'ransehe
staatsrecht aanbevolen die hij vóór zijn ver
kiezing had aangeduid : de president der repu
bliek moet vastheid geven aan de politiek.
In overeenstemming met deze nieuwe richting
heeft hij zijn eigen kabinet in functie gelaten
en in zijn plaats tot premier benoemd een
man van wien hij zeker is, dat hij niet van de
door hem zcif getrokken lijn zal afwijken, den
heei' (ieorges Lcygnes. Blijkbaar zou Poincare
of zou Briand een te sterke persoonlijkheid
geweest zijn voor den nieuwen koers. De radi
cale pers is natuurlijk heel hoos en laat
niet na het schandaal! je in herinnering te
brengen, waarbij Leygnes indertijd betrokken
was : de bezorging van een mooi lintje aan den
ijdelen en schatrijken heer Chanchard, di
recteur van de Loiivre-magazijncn, die den
minister beloonde met een legaat van twaalf
en een halt milliocn francs. De nationalistische
pers daarentegen prijst Leygnes als een goed
parlementariër en man van groote verdknsten
in al zijn vroegere ministerschappen en vele
andere ambten, waar durft toch niet volhou
den dat hij een staatsman van beteekenis is,
die bijvoorbeeld in conferenties met l.loyd
George een goed figuur zou maken. Bewaarheid
is dus dat Millerand inderdaad de leiding houdt
van de l:ransche staatkunde.... totdat het
parlement van deze politiek niet meer ge
diend /.al zijn, want elan zal de president na
tuurlijk niet" bij machte zijn om zijn wil op
te dringen, Een zoo hecht gevestigd staats
rechtelijk beginsel werpt men niet omver met
een handomdraaien. Poincare, die misschien
wel boos is, omdat hij niet aan het hoofd van
den ministerraad is geroepen, wijst daarop
in een Temps-artikel, heel duidelijk, ofschoon
in voor Millerand hoogst vleiende bewoor
dingen.
Voor het oogenblik echter zijn Millerand en
de parlementaire meerderheid in volslagen
overeenstemming, en de heer Leygnes ont
ving een votum van vertrouwen met groote
meerderheid. De Kransche staatkunde blijft
dns wat zij was en de Duitschers /uilen dit
ondervinden als zij mochten pogen, op de
financiecle conferentie in Brussel een feitelijke
wijziging van het verdrag van Versailles
tebewerken. De Fransche pers waarschuwt hun
nu al, dat daar niets van inkomt. Vermoedelijk
zuilen de Duitschers het wel degelijk pogen
en volgens de berichten die tot dusver over
de conferentie inkwamen, doen zij het door
den financieelen toestand van hun land in de
zwartste kleuren af te schilderen. Vermoedelijk
ook vinden zij aan sommige kanten steun,
bepaaldelijk bij Amerika, althans berichten in
die richting werden gepubliceerd en de
mededeeling van den Amerikaanseheii afge
vaardigde Boyden, door l lavas geseind, dat
Amerika wel bereid zon zijn om crediet te
geven aan Knrnpa, als daar maar minder
rivaliteit heerschte, schijnt een tamelijk dui
delijke wenk aan 't adres der Entcnie. Wij
hebben ook nog immer hoop, dat ia Brussel
langs indireeten weg een resultaat bereikt
zal worden als dat van de uit --wellicht afge
stelde bespreking in Genève verwacht mocht
worden en als daarbij dan tevens hulp van
den overkant van den Oceaan toegezegd mocht
worden, dan zon er eenig licht gaan gloren
aan den somberen hemel der Europecsche
t'inancieele en economische verhoudingen.
Amerika zelf heeft er waarlijk belang genoeg
bij : de geweldig hooge dollarkoers maakt
leveringen aan Europa steeds moeilijker.
Intusschen, ook hier spannen wij onze ver
wachtingen niet al te hoog : de neiging tot
isolement is nog niet voorbij in Amerika, al
begint zij te tanen, en de Franschen zullen
zich met hand en tand verzetten tegen maat
regelen die Dnitschland's positie verbeteren,
zoodra zij maar eenigs/ins de mogelijkheid
zien, dat de/e ten nadeele van de Fransche
belangen y.tmden kunnen strekken.
IX' schokken die het economische leven in
Engeland en Italiëdreigden omver te werpen,
nemen in hevigheid af en het schijnt niet over
dreven optimistisch, de verwachting uit te
spreken, dat het spoedig rustig zal zijn in beide
landen. In het einde van de vorige week
draaide plots de Britsche mijnwerkers-leider
Smillie om gelijk een blad aan een boom en
pleitte bij zijn kameraden voor uitstel der
staking en ernstige overweging der
regeeringsvoorstellen, terwijl hij tot dusver niets had
gedaan dan roepen dat Zaterdag 25 de staking
zon uitbreken. Dus werd de staking een week
uitgesteld en wordt nu onderhandeld tusschen
arbeiders .en patroons over het
regeeringsdenkbeeld van loonsverhooging bij productie
vermeerdering met dien verstande, dat bij
behoud van de bestaande productie het loon al
verhoogd zal worden. Ieder verwacht dat er
voor Zaterdag overeenstemming bereikt zal
zijn. Hulde aan Lloyd George, die ook nu weer
de stakingsramp voor zijn land en voor de
lieele wereld wist te bezweren !
Gelijk Lloyd George deed Giolitti : hij be
middelde en wist daarmee de rust te herstellen.
Maar hij moest daartoe wel zeer sterk de par
tij der arbeiders kiezen, ondanks hun onwettig
gedrag, en de patroons werden nog dezer dagen
door den leidenden staatsman tamelijk drei
gend toegesproken omdat zij de
revolutionnaire houding hunner arbeiders wilden be
antwoorden met een uitsluiting. Het motief
dat bij dit alles wordt aangehaald is dit :
wij leven nu eenmaal in een wereld, waarin
de arbeidsverhoudingen zich wijzigen en een
verstandig staatsman vwit vuet tegen en
stroom op. Niet uitgesproken wordt daarbij
de gedachte : als hij het wel doet, dan zon de
beweging bolsjewistisch worden, hetgeen ze
nu in geen enkel opzicht is, en wij weten niet
of we sterk genoeg zonden zijn, haar te be
zweren. Het gevolg van dit alles is, dat nu
gaandeweg de fabrieken door de werklui
worden ontruimd en dat hij het nieuw geslo
ten vergelijk aan hen medezeggenschap over
het bedrijf wordt toegekend.
Voor de Engelsclie regeering blijft Ierland
het schrikbeeld. Fr heerscht daar oorlogs
toestand. De wraakneming der politiemannen
die in het stadje Balbriggan vele huizen in
den asch legden en tal van \veerloozen dood
schoten omdat er politiemannen door sluip
moord omgebracht waren, moge menschelijk
verklaarbaar zijn, ze is natuurlijk volkomen
onverdedigbaar van het F.ngelschc stand
punt, dat de Engelschen in Ierland de orde
bewaren en zich slechts verdedigen tegen een
opstand die met zeer ongeoorloofde middelen
wordt gevoerd. DJ VV'estminster azette"
vergelijkt het gebeurde zeer terecht met het
optreden van de Duitschers in België. Toch
kan ook de liberale pers in Engeland het
middel tot oplossing van het lersche pro
bleem niet aan de hand doen, want ook zij
wil Ierland geen onafhankelijke republiek
zien worden en zonder dit wil Sinn Fein
geen afstand doen van de terroristische
strijdvoering. J. C. VAN OVEN