Historisch Archief 1877-1940
ct. '20. No. 2259
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
Mr. FOCK GOUVERNEUR-GENERAAL
Teekening voor De Amsterdammer" van Joh. Braakensleh
De Nederl. Maagd (tot Indië): Ik geef u n van mijn beste zonen als landvoogd."
Indië: Hij zal mij welkom zij a en willen bedenken, dat er bij mij veel is veranderd,
sinds hij mij verliet."
«iiuiiiiiimi
DINGEN, DIS GEBEUREN
Gouden praktijken
Lijn 3. Bijwagen. Ik zit tegenover een aller
aardigst jong vrouwtje. Dat komt meer voor.
Ik heb namelijk de gewoonte om vóór het
binnengaan in een tramwagen mij fluks te
orienteeren en de leege plaats aan de overzij
van een lief gezichtje niet onbezet te laten.
Ik tref het. 't Is een hoekplaatsje en die aan
de overzij, óók in den hoek, is buitengewoon
knap : blond, blank, elegant, snpeperige
kuiltjes in de wangen, rond kinnetje. Een
schattig bekje.
Zij leest. Ik kan niet zien, wat ze haar aan
dacht schenkt, maar ik zie fraai verzorgde
handjes, glimmende nagels, een gouden pols
band met briljanten, een ring met een bloe
denden robijn, die ovaalvormig op haar pink
ligt.
Ze kijkt op. Ze ziet mij in de oogen met een
jolige kwinkeling in de hare en ais mijn blik
een oogenblik oplicht, slaat zij, als
werktuigelijk, het boek dicht. Dan bekijkt ze mij aan
dachtig met haar groote, blauwe oogen, klaar
van kleur als de najaarslucht. Ik doe alle
moeite, haar blik op te vangen ; het lukt niet.
Haar oogen blijven op mijn mond gevestigd.
Wat heeft ze?" denk ik, onrustig. Zou ze
gezoend willen worden? Wat een voortvarend
vrouwtje ! Maar lieve hemel, in déze omgeving,
dat kan toch niet...."
Ik kijk om mij heen. Links van mij zit een
gymmasiast Latijnsche spraakkunst in te
pomperr. Het leerboek op de knieën, met af
wezigen blik en onophoudelijk bewegende
lippen staart hij door de brilleglazen naar een
reclameplaat op een der tramruiten. Aan
haar rechterzijde zit een bedaagd moedertje
den inhoud van haar kralen beursje uit te
tellen. De vochtig gemaakte vingertoppen
schuiven groezelige zilverbons van en op
elkaar.
De saffieren oogen aan den overkant nemen
geen notitie van den blokkenden school
knaap ; schenken even zoo weinig aandacht
aan de tellende vingers van de kapitaliste".
De oogen blijven maar op mijn mond gevestigd
en ineens kom ik tot de conclusie, dat ik
glimlach. Heb ik zóó al lang zitten grijnzen?
Hoe lang?
Lacht ze mij uit? Ik bloos. Neen, ze glim
lacht terug. Wat een schat is ze. Och, wat een
schat ! Als ik deze ontmoeting had kunnen
voorzien.... Ja, wat dan nog? Dan had ik
zeker m'n snor wat laten bijpunten. Of.... was
dat eigenlijk wel noodig geweest? Ik strijk
eens langs mijn trotteur. Nee, ik ben blij, dat
ik niet naar den kapper ben gegaan, dan
zou ik immers deze tram niet gepakt hebben en
een ander zat nu in het hoekje en kreeg de
lonkjes uit die lieve kijkers.
Hoever zal zij meegaan?
Wij naderen het Concertgebouw.... Mijn
halte is Willemsparkweg. Ik Iaat kalm die
halte voorbijgaan ; zie er het bedaagde moe
dertje uitstappen en de Rijkspostspaarbank
binnenstappen ; zie ook, dat de schooljongen
bij het Leidsche boschje den wagen verlaat..
Ik zit nog altijd in mijn hoekje, zij tegenover
mij, als de tram langs den Overtoom snort. In
den anderen hoek leest een grijs heertje zijn
Ochtendblad ; ik ben dus feitelijk met haar
alleen.... Waarop wacht ik nog?.... Als
zij er al eens uitgaat bij de volgende halte?
Ik hoest zenuwachtig. Mijn hart bonst..
In haar wangen worden de kuiltjes dieper.
Dan begint het gesprek.
Zij opent het.
Meneer," vleit ze en ze buigt zich naar mij
over. Is 't erg onbescheiden en zult u 't niet
verkeerd opnemen, als ik iets vraag?"
Drommels, dat vrouwtje durft.
Volstrekt niet. Ik was juist van plan.... "
O, ziet u, ik ga naar mijn atelier, aan de
Keizersgracht."
Zóóó ! Ze wil mijn portret dus schilderen?
Nu ja, zoo'n gelegenheidskunstenarcs, die
iedereen aanklampt en haar banale artisti
citeit aan je opdringt.... Enfin, 't is weer eens
iets anders dan anders.
Hél interessant. En.... ?"
Die gouden kap op uw hoektand" gaat ze
door, schielijk, zit te los. Wilt u hem kwijt?
In mijn atelier kan een stifttand worden aan
gebracht. U krijgt dan...."
Ik ben zoowaar vergeten, hoeveel zij zeide,
dat voor den kap van mijn hoektand betaald
zou worden. Bij de halte Keizersgracht ben
ik blijven zitten, toen ;ij uitstapte en toeven
bleef op het trottoir, wachtend, of ik haar zou
volgen. De tram gonsde de brug af. Toen het
vrouwtje met de gouden praktijken met be
vallige stapjes de rails overstak, trok zij de
aandacht van een gezell'g. oud heerje, dat
bleef staan en haar nakeek. En zij, na drie,
vier huizen te zijn voortgetrippeld, bleef
óók staan.
AORTA
OPLOSSING VAN DE PUZZLE MET
DE VIJF CENTEN.
Leg n cent op tafel. Daar boven op,
naast elkander, twee andere.
Nu neemt men de beide andere centen, en
zet deze rechtop, zoodanig, dat ze elkander
steunen en rusten op de nog zichtbare deelen
van de onderliggende cent. Zij schuren dan
met de randen tegen de randen van de beide
centen, die de eerste gedeeltelijk bedekken.
Dit is een zeer moeilijke puzzle.
Goede oplossingen van de 5-centen-puzzle
zonden-. Mej. H. J. E. te Amsterdam, A. D.
te Vlaardingen, J. H. E. te Hilversum, M. W.
v. 't H. te Amsterdam, Mevr: C.
FrancoisK- te den Haag (prijsw.), G. v. d. K- te
Alblasserdam, G. J. K- te Laag-Keppel, Mr.
J. K. te Arnhem, W. A. N. te Amsterdam,
A. S. v. O. te den Haag, T. P. te Amsterdam,
L. S. te Leiden, O. V. te Zierikzee, Mevr:
J. A. B.-W. te Laag-Keppel.
Concertgebouw
u we Mengelberg toch al gedurende een
belangrijk deel van het seizoen zullen moeten
missen, treft het wel hél ongelukkig, dat
eene ongesteldheid, waar koorts en veel pijn
aan verbonden is, hem is komen overvallen,
juist toen hij gereed stond, naar zijn post
terug te keeren. Hopen we, dat het lichamelijk
lijden spoedig voorbij zal zijn, en dat de
meester binnenkort de frischheid van geest
en de opgewektheid zal hebben hervonden, die
hij bij zijn mooi werk zoo dringend noodig
heeft. Wij wenschen het hém toe, en onszelf.
Met eene periode van remplac.anten gaat het
begin van dit seizoen wel zeer ongunstig af
steken tegen liet feestelijk besluit van het
vorige.
Over den rsten remplacant lijkt overigens
reeds nu, na zijn eerste optreden, een woord
van warme waardeering niet gewaagd.
Hermann Abendroth, dien men tijdens het
Mahlerfeest eene onverdachte belangstelling heeft
zien toonen in den arbeid van het Concert
gebouw-orkest en zijn leider, is gebleken een
uitmuntend dirigent te zijn. Een man van
routine en weldadig-frissche opvattingen,
bezield met een prettig enthousiasme en vrij
van alle aanstellerij. In zijne interpretatie
der Ouverture Egmont" viel iets geforceerds
niet te miskennen ; daartegenover mag de
manier, waarop hij in Brahms' Tweede piano
concert de solopartij in het ensemble opnam
en het geheel tot een kleurrijke, levende mu
ziek maakte, zeker worden geprezen. En zijn
reproductie van Bruckner's Achtste
Symphonie werd een groot succes.
Het was een uitvoering absoluut op Con
certgebouw-peil. Met veel waarlijk-boeiends,
dat over de lengten in het werk heenhielp. Of
juister : al deed in 't algemeen de indruk van
lang, zér lang deze eerste auditie afbreuk,
bepaalde lengten," de belangstelling
doodende plaatsen, vertoonde de symphonie
niet. Er kwamen steeds nieuwe oplevingen, en
ze kwamen op tijd. Het bijzondere van vele
harmonieën, het karakteristieke van velerlei
rhythmiek, het rnelodieus-stroomende in tal
van thema's, het knappe en
overtuigend-muzikale in hunne verwerking en hun vaak im
poneerend samenklinken, het kwam alles wel
zeer mooi tot zijn recht. Ik moet zeggen : er is
maar weinig werk van Bruckner, dat mij bij
het allereerste aanhooren zóó heeft voldaan,
m.ij naast vrij wat niet-direct-bevredigüiids
zooveel bekorends en pakkends heeft gebracht,
me zóó rijkelijk heeft beloond voor de inspan
ning, die ik mij getroostte, om naar den eisch
te volgen. Het is waar : deze Achtste staat
bekend als meetellende ouder Bruckner's
sterkste werken, maar liet succes van deze
eerste uitvoering in het Gebouw moet toch
ook voor een belangrijk deel worden toege
schreven aan de ongewone verdiensten van
Abendroth, den bekwamen en begaafden or
kestleider, den toegewijden en vaardigen gids.
De weinig solistische solo-partij in Brahms'
concert, product meer van een principe dan
van natuurlijken uitingsdrang, gaf Olga
Samaroff nog juist gelegenheid, zich te doen
kennen als eene pianiste van beteekenis, wie
men alleen nog wat meer breedheid van toon
zou willen toewenschen.
Vermelding verdient ten slofte, dat
Loevensohn een prachtige vertolking gaf van den
zeker niet ten onrechte veelbewonderden
cello-solo in den vredeszang, dien Brahms als
3en satz in zijn concert heeft geplaatst.
Nationale Opera
Gounod's Faust" houdt répertoire als
geen enkele andere opera, waarmee uitge
maakt is, dat het groote publiek allerlei na
veteiten in een gebrekkig libretto, alle moge
lijke volslagen onbeteekenende overgangen in
de muziek en de grofste smakeloosheden in de
instrumentatie (o, dat trombone-gezaag !)
gaarne op den koop toeneemt, wanneer men
'het maar weet te onthalen op eenige
guslaagdnielodieiise aria's, een cyclus van fleurige,
nieesleepende danswijzen en een stuk of wat
brülante ensembles.
Over de opvoering van ditmaal, niet
noemenswaard interessanter gemaakt door de
invoeging \an een gewoonlijk gecoupeerde
scène, valt niet veel gncds te melden.
Helene van Raalte?Horneman heelt geen
De voorsprong, die OttZE
rijwielen door hun bouw,
constructie, kwaliteit en
eigenschappen hebben ver
kregen, is thans grooter
dan ooit te voren
De motieven, die tot de
keuze van een
FONGERS
leiden, zijn derhalve thans
nog sterker dan voorheen.
DeGroningerRijvielenfabriBklFONGEIS
Van de Bierdrinkerspuzzle kwamen nog
oplossingen in van de Heeren P. T. v. d. B.
te Ooedereede, G. S. te St. Jac. -Parochie en
A. T. te Amsterdam.
Over de touwtrekkerspuzzle is ook het
laatste woord nog niet gesproken. Goede
oplossingen dezer puzzle zonden nog Mr. J.
K. te Arnhem en L. S. te Leiden. A. B.
ontving uit Delft een verzegeld schrijven,
onderteekend door een aantal studenten,
waarin niets minder werd beweerd, dan dat
de geheele wiskundige waereld te Delft in
beroering was gebracht door dit vraagstuk
en dat de Delftsche toren van schrik was
scheef gezakt!
De heeren studerrten-Technici vragen o.m.
of het koord was gespannen volgens den
evenaar, volgens een meridiaan of volgens
een willekeurig grooten cirkel. In 't eerste
geval zou slechts een persoon kunnen trekken,
omdat het in verband met de aswenteling
der aarde nergens tegelijk 8 uur is. In 't
tweede geval zou de helft der aardbewoners
om 8 uur trekken, de andere helft echter
12 uren later.
Zeker, de Delftsche heeren hebben gelijk.
't Betreft hier echter een puzzle en bij de
oplossing van een puzzle moet men z'n ver
beeldingskracht te hulp roepen evenals
A. B. een Japaneesje te hulp riep om zijn
snood plan te volvoeren. A. B. had wel
degelijk bij den opzet dezer puzzle aan het
tijdsverschil gedacht en er daarom bijge
schreven : als nu den volgenden morgen
om 8 uur al deze menschen weer gaan trekken."
hetgeen toch inhoudt, dat niet een enkeling,
ook niet de helft der touwtrekkers trok,
doch allen te zamen.
Intusschen zij den Delftschen heeren dank
gebracht voor hunne vriendelijke attentie
aan de puzzle-rubriek geschonken. A. B.
houdt zich aanbevolen.
CORRESPONDENTIE
C. J. J. E. te R. Neen, U was niet de
prijswinnaar van de lampion-ophangpuzzle.
P. T. v. d. B. te Goedcreede. Voor Uwe
opvatting is veel te zeggen, doch A. B. be
twijfelt het zeer, of men hem bij inwisseling
van een goeden dollar een minderwaardigen
dollar zoude geven benevens 10 centen.
D. A. van A. te Haarlem. Met een halven
stuiver, twee centen en een halfje gaat
het inderdaad prachtig. Een origineel idee,
maar niet goed. Er was duidelijk ge
vraagd met 5 centen.
Mevr. C. Francois?Kloos te den Haag
won den puzzleprijs.
VRAOENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
J. F. O. te A. In 't artikel van pater
Albers over Tfiijm komt het volgende voor:
(Thijm) die over inquisitie en brandstapel
in zijn eeuw ongehoorde woorden dorst spreken".
Kunt U misschien aangeven op welke uitla
tingen deze opmerking betrekking heeft ?
De door U aangehaalde zinsnede is, zooals
ook is aangegeven, door pater Albers over
genomen uit het eerste deeltje van
Schaepman, Menschen en boeken", waar ze voor
komt op bladz. 56. Het komt ons voor dat
deze waarschijnlijk meer het spreken, minder
het schrijven van Th ij m op het oog heeft
gehad.
P. L. S. te G. Kunt u ook opaeven welke
actes men door zelfstudie kan verkrijgen voor
handteekenen; de examen-eischen benoodigde
studieboeken en duur der studie?
In het Staatsblad No. 239?240 van 13
October 1908 vindt u alle examen-eischen
vermeld. Het is ons niet mogelijk de benoo
digde studieboeken aan te geven, vooral voor
zelfstudie; dit hangt geheel af van de vaar
digheid en bekwaamheid van de candidaat.
In de scholen tot oprichting van teeken
onderwijzers staat een geheele bibliotheek ten
dienste voor de studie in anatomie, kunst
geschiedenis enz. en kan men uit verschillende
werken een geheel samenstellen. Het beste
lijkt ons dat u in uwe omgeving iemand
tracht te vinden die de akte Ma. bezit en u
bij uw studiën, ook in het practisch teekenen
leiding geeft.
miiiriimiiiiiiiiiii
Inhoud van de October-Tijdschrlften
Groot-Nederland : Brandt van Doorne,
Angst. Cyriel Buysse, Zooals het was.
Carry van Bruggen, Hoe mijnheer Snoek
Exa-nen deed. Naar Amerika. L. v. d.
Waals, Gedichten. J. J. van Geuns,
Sonnet. Frans Coenen, Studiën van de
Tachtiger Beweging. Dr. L. J. Walch en
F. C., Literatuur.
De Gids: Arthur v. Schendel, der Liefde
Bloesems. Marie Cremers, Verzen.
Jan Veth, De Balling. Carel Scharten,
De bloedkoralen dasspeld. Dr. Huizinga,
Renaissancestudien. Dr. H. M. C. Ghijssen,
Aagje Deken in haar Amsterd. tijd. Dr.
r', eijl, Disraeli. Mr. dr. K. H. Corporaal,
Venezuela en wij. Buitenl. Overzicht.
Bibliographie.
Vragen van den Dag: C. v. d. F-ol, Onbe
grepen Conflicten. E. M. ten Cate, Religie
in Verzonken Grenzen. Mr. D. J. van
Doorninck, Eenige opmerkingen over
doelmat gheid. joannes Reddingius, Jacob
Winklcr Prins' Jeugdjaren. Dr. Georg
Brandes, Arthur Fitger. E. Meijer Drees,
Herinneringen uit nr'jn schooljaren.
IMIff IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIllAmillllllllillllllflIimillHIIIIII ItMIIIIIIIHIMIi
SCHAAKRUBRIEK
Tengevolge van de onregelmatigheid bij
de postadrninistratie moest de schaakrubriek
achterwege blijven.
De staking in de kolenmijnen telkens uitgesteld
Bob S m i l l i e en Bob H o r n e :
Laten wij er nog een week op broeien!" (Reynolds')
iiumiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiii
Gretchen-figuur meer, en de tijd van trippe
len en huppelen is voor haar voorbij.
Over haar zingen zou men waardeerend
kunnen blijven spreken, ware het niet, dat
een partij als die in den Faust" een stem
vraagt, die zich in de hoogte gemakkelijker
beweegt, clan de hare waarschijnlijk ooit ver
gund is geweest. Rudolf van Schaik is, ge
loof ik wel, de houterigste van alle Fausten,
die ik ooit gezien heb.
Zeer bedenkelijk is ook, dat hij in de la
gere tonen te eenenmale tekortschiet, terwijl
zijn hooge tonen alleen dan willen glanzen,
als hij ze uitstoot. Leonard van Rhenouwen
als Valentin ? Ach, een mooie metaal-kernige
stem, maar hoe log is zijn dictie en hoe slap
zijn articuleeren ! En hoe raar staat hem
zijn pak, en welk een droevig acteur is hij!
Van Bijlevelt mist zelfs voor een bescheiden
rolletje als dat van Wagncr de noodige
zangerskwaliteiten. Daarentegen heeft Maart je
van der Meer-Offers (?Martha") een
allercharmantst-getimbreerd geluid, en Lea
Fuldauer (?Siebel") moet ik weer eens hulde
brengen voor het prettig-ongedwongene in
haar spel en in haar zang.
Onder de hoofdfiguren was vrijwel alleen
de Mephisto van Anton Dirks aannemelijk.
Imponeerend is de kracht zijner stem, en,
werkt hij enkele vokalen wat bij, dan kan
men hem rekenen tot de beste opera-zan
gers. Maar als acteur is hij nog lang niet
voldoende veelzijdig, en speciaal zijn Mephisto
mist zwier en sarcastische finesse.
In het ballet viel heel wat te prijzen, maar
het knor was bijna dmirloopcnd gruwelijk
slecht. De stemmen op zichzelf, [vooral de
tenoren en de bassen, zijn nog zoo kwaad
niet, maar in den samenzang zijn
deze^menschen absoluut onvoldoende geoefend, en er
werd bij herhaling allerergerlijkst gedetoneerd.
Voor wat den koorzang achter de schermen
betreft, moet ik evenwel hiervan hoofdzake
lijk de schuld geven aan de leiding. Het kan
toch bekend zijn, dat in dergelijke gevallen
een behoorlijk samenklinken met het orkest
eerst dan mogelijk wordt, wanneer men
achter op het tooneel de stemming brutaal
te hoog neemt. En dat men dat consequent
verzuimde, wordt bewezen, doordat bij het
zingen achter de schermen telkens reeds het
eerste accoord aanmerkelijk te laag klonk.
Met deze dingen behoort toch zeker Van
Raalte als muzikaal hoofd-leider zich ter dege
te bemoeien. Ik had overigens bij deze
Faustopvoering met hem te doen. Hij deed wat
hij kon, maar het moest alles
voorzichtigjesaan geschieden, want de overkapping der
orkestruimte ontnam hem de gelegenheid,
het noodige contact te onderhouden met in
strumentalisten en zangers tegelijk.
De decors van Willem Deering beteekenen
een vooruitgang, vergeleken bij het rommeltje
van vroeger, maar er is toch, dunkt me, nog
van alles in, dat misstaat.
Régie, althans régie in modern-artistieken
zin, w.is er niet.
Ik ben uiterst benieuwd, of de Revolutie
bruiloft" zoo iets als eene rehabilitatie zal
brengen. Het is waarlijk niet overbodig!
H. ]. DEN HERTOG