Historisch Archief 1877-1940
16 Oct. '20. No. 2260
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
?niiniBM
Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel
achtige BOSCHTERREINEN te koop in het OOSTERPARK te
Lage prijzen, mooie wegen, gas,
electr. licht, water.
l.ï. Maatschappij tot Eiploit. van Het Oosttrpark
Dir. i. l. STOIMANS & OIIO SCHULZ
Tel. Int. 38 & 48
J
m EENIGE SPECIALITEIT
m
t *?*
g| KRIMPVRIJE
Ei
GEZONDHEIDSIS
ONDERGOEDEREN {g
BH Nederlandsch Fabrikaat
S^TRICOTHUIS
AMSTERDAM HAARLEM vj
Reg. Breestraat 35 Gr. Houtstraat 143
TEW NOORD SOGO. TELEFOON I46& ._
Dames- en
Heerenkleeding
l,v,Iei]
14,'s-Gravenliage
FLICK's
BOOMSCHORS
CHOCOUDtrsr')
Is Chocolade in een
vormenvan een samen
stelling als In geen
ander Fabrikaat wordt
teruggevonden.
OVERHEERLIJK VAN SMAAK!
EIVEI UINI FUPK ? Opurltht 1745
HoflivitiDolari taiterdin
GRAND HOTEL
BOSCHHEK"
's-C R A V E N H A C E
DEN 8EHEEIEN DAB RESTAURANT
DINER-CONCERT
De Grüijter & Co's Meubeltransport Mij.
Gevestigd sedert 1881
AMSTERDAM
Fr. v. Mierisstraat 90
Tel. Z. 822
DEN HAAG
Westeinde 48
Tel. H. 2924
ARNHEM
Parkstraat 52
Tel. 61
Verhuizingen enVerpakkingen
Bergplaatsen voor Inboedels
; i!lllllllllllllllllll!llliI!llllll«IUIIIIII!lllllll!lllllll!l!IIIIW
|£ ='limimilllllMllMHIimilllimiUIUIIIHII IIIIIHIIIH 11111 UU MI II 1IIIII l IIIIIIII llllll UU IIU1111111 _ p'
|I STARK'S OXYDOL" II
= 1 (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) si
|Naaml. Venn. STARK & Co.?Chemische Fabriek ,,'s-HAGE", 's-Qravenhage l f
Vraagt prijsopgave van
C06NAC :
HENNESSY
***
aan
Wijnhandelaren
ZWOLLE
- ?f« Rookt-...'??,
'fJAARBEURS
UTRECHT
fabrikant
Ia J.J.van der Pas. ?$? Bosch
HET CDBSEI DER TOEKOMST
P. D.
Zonder P. D. corset
geen schoone vormen,
geen elegante lijnen.
Bekroond met
5 Gouden medailles
4 Eerediploma's
1O Grands Prix
Gent 1913 Grand Prix
met felicitatie der Jury.
Verkrijgbaar In alle eerste klas
corsetzaken in Nederland
Waar niet vertegenwoordigd wende men zich tot de Directie voor Nederland en Koloniën
Oe Ni Handelsvereeniging v/h Martin Kaufmann Irjeerengr. 554a, Amsterdam
Ft.
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON N. 5812
HEMDEN
MAAR MAAT
Naaml, Venn. Amsterdamsche
Bad- en Zweminrichtinj Over 't Y.
Geopend het nienw gerestanreerde Gafé-Bestanrant
W. F. H. MOOIJEN,
Telefoon C. 1158 EXPLOITANT
Lunch Diner Souper la carte DINER- en AVOND-CONCERT
Spoor s
Mosterd
WA spoorjr: cuiemborg
Hllllltllllllllllllll
IIIIIIMIIIIIIIIIIlllllllIIlllllllIlllIIlIIIMIIIimillllllll
IIJWIE [M M
van 1 Octoher af
OH VER WOCSTBA RE
- - KWALITEIT -
12 MAANDEN GARANTIE
Verkrijgbaar bij den
RIJWIELHANDEL
HET ROODE LAMPJE
Signifische Gepeinzen
(109) Wat?? zouden wij Homeros niet
meer kunnen verstaan?" roept mijn geleerde
vriend in vroolijke ergernis, hij staat ons
nader dan meenig tijdgenoot!" Gelukkig
mensch, die nog zoo heerlijk zwelgen kan in
de taal-muziek van voor drie duizend jaar.
Als een weet-niet sta ik daarbij. Maar ik heb
toch geen woord gezegd, dat ik niet verant
woorden kan. Ik heb mij zoo uitgedrukt, dat
ik verre bleef buiten schot der knapste
taaigeleerden. Als ik vraag : Heeft Homerus
onbetwistbaar zuivere equivalenten voor
woorden en begrippen als : God", Geloof",
Liefde", en Eer"?Is in elk dier woorden niet
'en geweldige verandering gekoomen, in hun
ziel, hun begrip, hun waarheid, hun
weezenheid?"
Geen geleerde kan dan het eerste volhouden
het tweede loochenen. Het Homerische
Grieksch is nieuw-Grieksch geworden, het
Latijn werd Italiaansch, het Sanskrit werd
Hindoe of Bengali, en wat bleef er van de
rijke en vermoedelijk wel schoone taal der
oude Egyptenaren, die zij vier of vijfduizend
jaren spraken? De volkstaal werd Heilige
Taal, alleen door de Priesters volgehouden,
en een nieuwe volkstaal ontstond, door de
macht van het volk, en vooral van de dichters,
die het volk hun expressie gaven, zooais
Dante het deed voor het Italiaansche volk.
Ook Atigustinus preekte in volkstaal".
Ik maak ruim baan voor de geleerden. Ik ben
maar een stoffel, maar ik weet nog wel enkele
dingen, o.a. dat Homerus waarschijnlijk drie
duizend jaar geleeden leefde. Maar mijn lieve
geleerde vriend, wat zijn nu drie duizendjaar?
Als ge morgen de hardsteenen trappen van de
Universiteit opgaat, zie dan eens even naar het
witte, fijne kalkskelet van de trilobiet of de
cephalopode in den blauw-grijzen steen. Dat
beestje zwom misschien honderd millioen
jaren geleeden in de oer-zee. Wat zijn daarbij
de drie duizend jaren, dat de Grieksche taal
van Homerus heeft bestaan? Hen oogwenk !
Moet ik nu nogmaals herinneren aan de ver
houdingen ? Het komt er niet op aan ze
te weeten, maar ze te voelen. De oudste,
plechtigste, heiligste taal heeft niet langer
werkelijk geleefd dan een seconde, een oog
wenk in de ontwikkeling van ons ras. Talen
koomen en gaan met verwonderlijke snelheid,
als men denkt aan de uiteist langsame rithmen
der kosmische en biologische processen. Wie,
die de verhoudingen voelt, zal de illuzie voe
den van een heilige taal, die blijvend en on
veranderlijk is? En toch is stellig het Credo"
op zulk een onveranderlijkheid der
menschelijke taal gebaseerd. En hoe kan het ook an
ders,waar geduurende de gansche ontwikkeling
van het Christendom op aarde nog nagenoeg
niets bekend was van de werkelijke verhou
dingen van de afstanden der heemellichamen,
den duur van zon en sterren, de enorme peri
oden van groei van dieren en planten, ??waar
men den ouderdom der aarde vaststelde, af
gaande op den Bijbel, op den waarlijk
belachelijken leeftijd van zesduizend jaren.
Zes duizend jaren! een vluchtig oogenblikje,
terwijl de mensch al stellig honderdduizend
jaren op aarde leefde ! Zou zulk een beperkt
begrip van geen beteekenis zijn voor onze
wijsheid en onze zaligheid? Daarom sprak ik
van het opzettelijk verbergen" van 't bedrog
der woorden, door de wijssten en vroomsten.
Want wie in het bijgeloof van de onverander
lijkheid der taal gevangen zit, sterkt haar
bedriegelijke macht. De woorden misleiden en
bedriegen ons door hunnen schijn van stel
ligheid en volstrektheid. De toeleg van God
geleerden is het versterken van dien schijn.
Daarvoor geeven ze hun vaste zangen en
gebeeden. Zoo deeden de priesters en godge
leerden altijd. Streng waakten de Egyptische
priesters teegen het afwijken van de traditie.
En eeven streng handhaafden de Boedhistische
priesters in Tihet eiken klank der gewijde
woorden. Maar de woorden zijn al lang dood,
de ziel is er uit, hun zin zelf wordt niet meer
verstaan.
Hawthorne, de Amerikaansche dichter,
spreekt van The burden of mortal language,
that crushes all the fincr intelligences of
the soul" En hij vraagt: who has not been
conscious of mysteries of truth and reality
which will not bear the chain of language"?
Mortal Language". Maar er is ook
immortal language". Dat is het Woord, waarvan
Jezus en Johannes spraken en waaraan het
roode Lampje herinnert.
(110) In 't hartje van Amerika voer ik in
een kleine kano op de Cawrivier. Ik voel een
zeekere kindelijke trots en voldoening, als ik
dit neerschrijf. Het klinkt nogal wijdsch.
Maar toch, er was weinig kunst aan. Men
liet zich maar meeslcepen door den stroom,
zorgdragend in het diepe te blijven, stuurend
en peddelend met n lichte riem. Men moest
wel mee, van teegen den stroom opgaan was
geen sprake. En nu voel ik de conditie der
menschen, het leeven, de toestand waarin zij
zich bevinden van vrijwel gelijken aard. Een
oovermachtige strooming sleept ons mee. Er
teegen op gaan, is gekkenwerk, het kan niet.
Toch zijn wij niet geheel en al machteloos,
want wij kunnen met onzen peddel een weinig
stuuren en zorgen, dat wij in diep water
blijven. Doet men dat niet, dan slaat de
wankele kano dadelijk om. Hoe meer we nu
meegaan met den stroom, hoe meer wij de
groote macht die ons sleept volgen, des te
veiliger voelen wij ons. Maar wij hooren in
de verte een dof gedreun en weeten: daar
zijn de versnellingen, daar is de waterval.
Niemand kan terug, wij allen moeten omlaag
in den kolk, van klip tot klip geworpen.
Heer, wees ons genadig!
(111) Met deeze gelijkenis wil ik uitdruk
ken, dat wij maar zoo bitter weinig te zeggen
hebben in den gang van ons leeven. Wat
zijn wij op den breeden sterken stroom?
Een dor blad, een drijvend houtje. Wie kan
ons dan aansprakelijk stellen voor hetgeen
wij doen, hulpelooze schepsels als wij zijn?
Maar toch kunnen we richting geeven! En
een ligte beweeging met onzen peddel kan
ons op de klip of in veilige wateren stuuren.
En onze taal, dat is de stuurriem. En het
roode Lampje is de vuurbaak, de licht-tooren.
(112) Et in nnam sanctam catholicam et
apostolicam ecclesiam".
Credo !
Ik geloof daaraan stellig, ik kan het met
vastheid en goed geweeten uitspreeken. Ik
geloof in een heilige, katholische er. aposto
lische kerk. Is hier geen misverstand moege
lijk? Natuurlijk wel, zooals ooveral en altijd,
waar taal te pas komt. Ik heb een vrij stellig
en duidelijk denkbeeld van hetgeen ik bedoel.
Maar niet zoo zeeker weet ik, wat de men
schen bedoelen, die met mij spreeken oover
de Heilige Moederkerk. Als we het woord
kerk" signifisch beschouwen dan vinden we
allereerst de kerk als het gebouw. Dat is het
duidelijkst voor alle menschen, daaroover is
misverstand het minst moogelijk. Maar het
gebouw is maar symboolisch. Ieder die zijn
gedachten onderzoekt, zal vinden, dat kerk"
als gebouw, voortduurend verward wordt
door een veel hooger, maar ook veel vager
begrip, n.l. kerk als menschengroepeering, als
vereeniging_van een aantal leeden. Maar dan
zijn wij er" nog niet. Want als ik het wel
heb, is volgens de katholieke leer de kerk
nog heel iets anders en iets meer, dan het
geheel harer leeden. Het is, als ik een pooging
tot expressie mag wagen het ontoereikende
van alle expressie bedenkend liet is de
zinnelijk onwaarneembare eenheid waarvan
de geloovige menschen de zinnelijke zichtbare
deelen zijn.
Als dit goed is uitgedrukt, dan kom1 dit
geheel oovereen met mijn eigen denkbeeld
omtrent de kerk, waaroover ik mijn Credo"
uitsprak. Ik geloof in den geloovigen mensch,
in den samenhang van alle geloovigen tot
een nheid, en een onzinnelijk weezen, dat
alle geloovigen omvat. Dat is dus, in de
signifische ontwarring van het woord kerk"
de derde hoofdbeteekenis. Men heeft :
Ie. Het gebouw.
2e. Het geheel harer leeden.
3e. De mystieke, direct niet waarneembare
eenheid, Ecclesia.
De kerk, waaraan ik geloof, wordt aan
geduid door de derde beteekenis. Maar daarbij
is volstrekt niet alle misverstand uitgeslooten.
De woorden apostolisch" en katholiek"
maken de moeyelijkheid niet. Ik versta het
woord apostolisch" als oovereenkoomend
met de leer van Jezus' apostelen en voort
zettend hun arbeid". Katholiek" begrijp ik
als voor lederen mensch geldig". Dit alles
komt oovereen niet de beleekenis, die het
woord kerk" voor mij heeft.
Maar een grooter bezwaar is dit, dat ik
niet zeeker ben, of de thans bestaande zinne
lijk kenbare, hiërarchische organisatie, die
zich de Roomsen Katholieke Kerk noemt,
identisch is met de heilige kei k, de Sancta
Ecclesia, die uitmaakt de niet zinnelijk be
speurbare eenheid van alle waarlijk geloo
vigen in Jezus Leer. Met andere woorden :
ik kan niet toe geeven, dat alle leeden van
de Roomsen Katholieke kerk behooren tot
die Heilige Ecclesia, noch da! alle menschen,
die de Ecclesia omvat, behooren tot de
Roomsen katholieke organisatie. Er zijn,
naar mijn weeten en waarneemen, zeer veel
katholieken, die niet tot de Heilige Kerk
behooren, en veel leeden der Heilige Kerk,
die niet Roornsch Katholiek zijn.
(113) Dat de zinnelijk zichtbare menschen
groep, die de Roomsen Katholieke kerk heet,
zoo uitgebreid, zoo prachtig en zoo sterk is,
met haar eeuwen-oude organisatie, haar ritueel
en lithurgie, haar schoone gebeeden en ge
zangen, haar kunstwerken, haar heerlijke
gebouwen, haar muziek - en haar zaligen
en heiligen.... dat alles is indrukwekkend
en grootsch. Ja, men kan zeggen, dat geen
SPAANSCH, EHQEL9CH,
F R A H» O H, DUITS OH oio.
Berlite-School
4-B1 - H. 328B
Pract. Onderwijs door buiten). Leeraren
menschengroepeering haar in macht en schoon
heid nabij komt. Maar die grootte en pracht
bewijst niet, dat zij de waarheid omsluit
en bevat, de geheele waarheid en niets dan
de waarheid. Dit moeten zij bedenken,
die de Rooinsche Moederkerk verheerlijken
en haar pracht en grootte prijzen. Was niet
het Romeinsche Imperium prachtig en
grootsch, met zijn /uilenrijke steeden, met
de heerlijke wonderstad Rome als midden,
met zijn bouwkunst en beeldhouwkunst, zijn
waereld-omspannend net van recht en wet
en wat was daarin het groepje ongeschoolde
visschers? Maar die hadden de waarheid.
Het reusachtige Romeinsche Rijk ging te
gronde, maar het groepje apostelen verooverde
de waereld.
Dus moet de pracht der Roomsche Kerk
ons niet verblinden, en haar grootte en macht
zijn geen bewijzen voor haar bezit der volle
waarheid. Ook de schoonheid van haar ge
wijde muziek en kerkelijke kunst bewijst dat
niet. Niet-kerkelijke muziek is ook schoon,
en iuist de scheiding van kerkelijke en
nietkerkelijke kunst is voor mij bevreemdend en
niet in oovereenstemmiiig met mijn denkbeeld
van De Kerk.
De Kerk, waaraan ik geloof, kent die
scheiding niet. Die omvat alle menschelijk
schoon. Ze kent ook niet de scheiding
tusschen geestelijk en waereldlijk gezag. Haar
hoofd is tegelijk Paus en Keizer. Ze heft het
staatsbegrip en en vervangt het. Zij is de
rechte gemeenschap aan wier beheer alle
waereldsche goederen door God worden toe
vertrouwd en in leen gegeeven. Zij is de
moeder-hen en beschouwt alle menschelijke
individuen als haar kiekens, waarvoor ze zorg
en bescherming heeft. Zij past toe het zuivere
socialisme, door het ordenen van alle sociale
werkzaamheid. Zij verwerkelijkt het zuivere
communisme door het gestreng beheer van
alle stoffelijke goederen, zoi dat geen mensch
kan hongeren, noch kan zwelgen.
Zij vervult de idealen van wie zich anar
chist noemen, en vervangt geleidelijk alle
gewelddadig gezag en al wat als dwang wordt
gevoeld, door liefderijke opvoeding.
FREUER I K VAN EEDEN