De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 23 oktober pagina 11

23 oktober 1920 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

2J Oct. '20. - No. 2261 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 DE NIEUWE AMSTERDAMSCHE LEENING Teekening voor De Amsterdammer" van Joh, Braakensitk :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWAREN E. J. VflN SCHAICK De Geldschieter: Ben je er alweer juffrouw, maar wie zijn eigenlijk je borgen?" De Juffrouw: Wat zou U zeggen van Wijnkoop en Lisser?" llllinillMMIIHItllllllllllllllltM KLEINE MISÈRES i Met teekeningen van Is. van Mensj Vergiftigde taart. Baise moi" dit Coquelicotin. Le lendemain Coquelicotine fit manger de ! arsenic a son mari dans une meringue a :a confiture ae groseilles...." Een bescheiden tik tegen de half-open communicatie-deur tusschen lief eetkamertje on snoezig salonnetje, een genoegelijk kuchje van welwillende waarschuwing, dan de ge moedelijke stem, vol zachte onderdanigheid van de oude keukenmeid-huishoudster, die 't jonggehuwde paar in 't schemerige mini atuur-salonnetje het: Meneer en Mevrouw het eten is op tafel" aankondigde. O! die goede oude Geertrui : 't was het beste, mooiste huwelijkscadeau dat de jonge vrouw, van haar moeder, uit 't ouderlijk huis had kunnen meebrengen! De jonge huis houding liep als op gesmeerde- wieltjes, en dank zij 't totaal en meest absolute gemis aan vervelende huishoudelijke beslommeringen rekten voor 't jonge paar de wittebroodsweken -cich als tot 't oneindige. Nog even uitlezen?" vroeg hij, 't kleine cse'le Catulle Mendés-deeltje nog open in .ï'n hand. Arm in arm waren zij van 't schemerige salonnetje naar 't lieve eetkamertje gegaan : als je pas enkele maanden getrouwd bent dan denk je er eenvoudig niet over om welke afstand, hoe gering ook. anders dan zon afte leggen ! De tafel zag er als altijd, fleurig uit : een paar vazen met bloemen uit den tuin.. .. een schotel met vruchten op bruine beukenblaren ....een schaaltje amandelen en rozijnen. Voor jou alleen schat !" lachte zij ,,ik weet dat jij er zoo gek op bent.''. .. . Jij zeker niet" zei hij plagend, knapte een rozijn van de groote tros en trachtte die tus schen haar lippen te schuiven, maar stijf hield zij de tanden op elkaar en bewoog snel 't hoofd heen en weer. De rozijn wreef langs haar gaaf gebit. Toe nou" zei de jonge man lachend. Nee. ... nee.. . . voor jou alleen.. .. een verrassinkje" probeerde ze met dichten mond te brabbelen, maar 't ging niet, want ze lachte nu ook. en de rozijn schoof naar binnen. Studenten-haver! dat is alleen een her innering voor jou !" plaagde ze. kraakte een amandel en schoof die tusschen zijn lippen. Zóó !'.... en welke herinnering moet ik nou bij jou, met een verrassing oproepen?" Hij hield haar bij de polsen, lachend plagerig. Zijn forsch gebit vermaalde \vat bruut, de amandel, z'n oogen glansden van overmoedig geluk. Daar moet ik eerst nog eens over denken !" zei zij met evenveel overmoedig geluk in haar stem, terwijl haar uitdagende geluksoogen door 't vertrek dwaalden. Toen zei ze opgetogen : ',,Oooo !" En zijn blik die na haar uitroep de hare ge volgd was, zag op het buffet een taart staan. Een taart van bescheiden afmeting, fijn rose geglaceerd en wat naif versierd met geconfijte vruchten-bonbons en zachtkleurige fondant. t?O wat dol !" zei ze, wat schattig van je.. " En toen liepen ze samen naar 't buffet, om 't ding van dichtbij te bewonderen. Hij is prachtig". ... zei hij, toen, haast wat verlegen : Maar hij is heusch niet van mij".. Gunst nee?.... heusch niet?.... wat 'n ....wat 'n pracht-taart hè?" Mama zweert letterlijk bij van Walsumj en die maakt nooit zulke taarten! Zoo'n Haagsche high-fashion confiseur !" Toen wat verlegen om 't beetje minachting, dat zij zelf in haar stem hoorde, schoof zij aanhalig haar mooie slanke arm naar hem toe, spreidde grappig kinderachtig haar vingers tastend uit, om zijn hand te bemachtigen die naast zijn bord lag : ik. ... ik meende daar niets mee, hoor schat.... ik vind hem heusch.... cht prachtig !... . toe.... hij is wel van jou hè?" en schichtig zocht zij in haar geheugen naar een herinnering van 't een of andere gedenk waardige feit in hun beider leven, waar 't feestding op doelen kon. O, er waren zoo heel veel mijlpalen in hun leven, zooveel gewichtige oogenblikken te herdenken vanaf 't moment dat zij elkander voor 't eerst ontmoet hadden tot nu toe, nu.... vijf maanden getrouwd !.. O. als 't nu toch vandaag eens heusch zoo'n ....zoo'n gedenkdag.... Neen maar 't kon niet.... 't Kón niet.... had zij ze niet allemaal, heusch.... Allemaal als teere heiligenbeeldjes op 't altaar van haar liefde staan?.... kon zij er dan een van vergeten?.. Neen lieveling hij is waarachtig niet van mij. ... ik weet niets van 't ding af." zei hij eveneens wat verlegen omdat bij hem dezelfde twijfel omtrent een vergeten herinnerings datum verrees. En een beetje geprikkeld schoof hij haar uitgestrekt handje terug, want de geheimzinnigheid van 't ding, en 't telkens veronderstellen dat 't van hém kwam irriteerde hem. Even slikte ze, keek hem met verschrikte oogen aan, niet gewend nog, aan een stugheid van zijn kant.... toen deed ze vroolijk: Nu enfin ! dan eten wij hem straks maar op de gezondheid van den onbekenden gever !" En ze schelde Geertrui voor 't verdere van den maaltijd. En terwijl de oude meid om hen heen bezig was, zwegen ze allebei, of zeiden onnoozele dingen waarnaar ze zelf amper luisterden, en allebei voelden ze een lamme, doffe gêne terwijl al maar hun gedachten draaiden om 't rose geglaceerde feestding op "t buffet.En plotseling zei hij botweg : Hoe komt die taart hier Geertrui?" innig om haar schouder tP,,Wat wil jij, lievert?" vroeg zij en streek liefkoozend langs zijn gladde, gemillimeterde kop alsof zij de glanzendste pagelokken streelde. ,,Watjij wil, lieveling !" antwoordde hij met empnase" en legde zijn hand die van Catulle Mendès vrij was, innig om haar schouder. Zij liet zich zacht tegen hem aantrekken en kussen. Toen fluisterden ze nog een poos over 't al of niet uit lezen, lachten, kusten nog eens. In dien tijd hadden zij 't aardige verhaaltje zeker kunnen uitlezen. Baise-moi" herhaalde hij overmoedig Coquelicotin's woorden. Ze lachte zacht, deed 't, herhaalde toen eveneens de woorden van Coquelicotine, coquet. uitdagend, dringend : Baise-moi !"... De soep, opgediend in 't honneponnige eetkamertje stond koud te worden. Geertrui, wachtend in de keuken op 't electrisch belletje, vond dat de jongelui dien middag alevel heel wat tijd noodig hadden voor zoo'n flutje soep Maar ze wachtte gemoedelijk, en glim lachte Ze waren ook immers nog geen half jaar . . wat 'n pracht-taart Toen, dralend : Gek. . .. van wie zou die zijn?" Natuurlijk van Mama" zei hij vlug, ging aan tafel zitten en begon z'n soep te lepelen. Ook zij was aarzelend, haar gedachten nog bij 't feestachtige rose ding, gaan zitten, IpnpMp pvpnpptic . Hoe komt die taart hier? .... T Het'oude mensch schrok. Wat.... hoe bedoelt u,'Meneer?" zei ze hakkelig. Wel God-bewaar-me" viel hij nu ineens driftig uit, ik spreek toch geen Sanskriet? ik vraag je hoe komt die taart daar?" Geertrui's lippen bewogen zenuwachtig; Nee-maar, de jonge meneer moest niet gaan bekken !. ... dat had ze in haar gansche lange leven bij de oude mevrouw en den ouden me neer nooit. . . . nee nooit hoeven te verduren, daar kwam zoo iets gewoon niet vóór.... en stug verkroppend haar leed, zei ze waardig : Die taart, meneer, heb ik-zelf daar op 't buffet gezet."Nou ja.... ik begrijp best dat de hond of de kat 't ding daar niet neer gezet heeft.... in cphiint vmHq'Kr rrmpitül' \ran hprrrin tp -yfin 1 BOOTHSTRflflT UTRECHT De Rijksdaalders van Onteer" en Levenslang" (Ingezonden) De heer Speenhoff insinueert, dat ik het gegeven voor mijn schetsje De rijksdaalders van Omeer" ontleende aan een zijner rijmpjes, voorkomende in zijn derden bundel. Ik stel er prijs op te verklaren, dat dit onmogelijk is, om de zeer afdoende reden, dat ik nog nooit hoe ongeloofelijk dit den Heer Speenhoff ook moge toeschijnen een Speenhoff-bundel in handen heb gehad. Behalve sommige ,,Krekelzangen", las ik wel eens enkele versjes van hem, w.o. het gevoelige: Opoe had haar heele leven..'' maar van het bestaan van dat Standje", wist ik niet af. |RHet gevalletje in mijn schets is historisch en vond kort geleden plaats in een dorp nabij M l iiiiimiliiiiiiliiiilimiiiiimiiiiiiiiiiiiiaiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiitiiiii ....ik bedoel van welke banketbakker komt 't?" - Hij rekte zijn woorden en z'n stem klonk smalend. f^Stil bleef Geertrui met de tafeldingen bezig ; zegwas overstuur,trachtte zich te beheerschen. ... .Wat beverig bewogen de lippen, mummelig.toonloos.... Toen met een langzamen blik over de tafel waar alles nu aanwezig was, zei ze kort : ,,Ik weet van geen banketbakker af, meneer." En ze verliet ;t vertrek. De jonge vrouw speelde nerveus met haar couvert, zweeg. DL' jonge man keek wrokkig naar de gerecnten, toen er overheen naar haar.... zweeg.Na een poos schonk hij zich nog een glas wijn in, bleet' zwijgen. -«Er was geen ander geluid dan :t trillend getikkel van zilveren lepei en vork die de jonge vrouw al maar spelend heen en weer bewoog... Toen viel zijn stem in de stilte. Eet je niet?" Nee...." Toen met wat kinderlijk be droefd verwijt : jij eet immers ook niet?" Weer viel zwijgen. Ze bleven wrokken : hij om de onverklaar baarheid van de fecsttaart, zij omdat ze hém nu opeens zoo heel anders zag.... zoo heel anders leerde kennen.... 't Slaan van de pendule herinnerde haar aan den tijd; zwijgend belde zij Geertrui; die zette zwijgend 't dessert op : .... be schuit, kaas en, na wat aarzeling voor 't buffet.... in 't midden de taart. En zwijgend ging ze weer.Nu keek hij over de rose suikerdingen heen .... beschouwde wat aarzelend z'n jonge vrouw; die zat met neergeslagen oogen en verdrietig genepen mond.... 't Maakte hem week. en nu reikte hij zijn arm ver uit naar haar toe, trachtte 't handje dat doelloos nog, met vork en lepel speelde, te vangen.... 't zou toch al te stom zijn als zoo'n oude, bru tale meid zich stelde tusschen hun eigen mooi geluk ! Ze hadden immers nog nooit iets samen gehad!.... Nooit nog, was er een speld te krijgen tusschen hém en haar ! zulke lamme dingen moesten altijd van buiten-at komen ! Natuurlijk ! Poes. . . . lieveling. . . . toe nou" smeekte hij zacht en bereikte drie toppen van haar vingers die fluks een centimeter achteruitschoven. Toe.... waarom blijf je nu zoo boos?" zijn onderzoekend gelaat boog opzij om de feesttaart; haar oogleden knipperden en haar mond beefde.... O, ze was allang niet boos meer, maar ze wou niet dadelijk toe geven.... hij was al te hard en.... en te bruut geweest.... ze voelde zich diep. diep gekrenkt.... en die arme oude goeie Geertrui moest zich ook wel heel erg, verongelijkt voelen.... Nee.... ze kon, ze kón niet maar zoo dadelijk weer gewoon worden.... Misschien zou ze 't nooit meer kunnen.... haar mooi gaaf geluk was opeens gebroken.... dat voelde ze best. ... Lieveling Vrouwtje" fleemde z'n stem opzij, langs de rose taart. Ze voelde zich verteederen . . . rekte toch haar koppige wrok .... Dédaigneus bewoog ze haar lippen om 't zenuwachtig trillen te be heerschen, ging heel vormelijk rechtop zitten : Wil je een stuk . . . feesttaart?" vroeg ze koel en sneed meteen, met forsche, haastige druk, 't baksel open. Zwijgend staarde haar man haar aan; er verstrakte, verkilde iets in hem . . Was dat z'n zachte, lieve vrouwtje . . . kende hij de kern niet? . . . alleen de vreemd-mooie bolster? Met een hooghartige beweging reikte ze hem een stuk taart. Nee . .. dank je" ... zei hij afwerend. Waarom niet?" vroeg ze koel. Omdat. . . omdat ik de herkomst van die taart niet ken" . . . Even schrijnde bij haar de herinnering van nog geen uur geleden ... de gedachte dat die taart een verrassing van hém had kunnen zijn ... En hem vol in de oogen kijkend zei ze uitdagend : Waarom wind je je toch eigenlijk zoo op over dat ding . . . ben je soms bang dat ie ... vergiftigd is?" En terwijl hij haar eveneens koel in de oogen keek, zei hij schamper: Waarom niét." . . . Waarom niét?" herhaalde ze. niet be grijpend. Ja . . . natuurlijk ! waarom zou dat ding . . . niét vergiftigd zijn?" O.o.o. . . nu begrijp ik je" prevelde ze heesch ,,je durft aan een . . Coquelicotin te denken . . . maar met zulke gedachten .... moet je wel een vreemd verleden achter je hebben .... ze wierp nerveus haar hoofdje in de nek . . 't zou dan ook net zoo goed een Coquelicotine kunner zijn, nietwaar ?" Met zulke gedachten . . ." begon hij haar eigen woorden, tartend te herhalen. Haar oogen schitterden overspannen ; met aandacht rustten zij op de naieve vruchtenbonbons versiering. Wie heeft ooit zoo'n taart gezien" lachte ze schel, die dingen beteekenen natuurlijk wat ! . . . Misschien gaf je die vroeger cadeau aan een amie de coeur van je .... en moeten ze nu je douce souvenance wat opfrisschen !" En die fondants dan" zei hij kalm, met snerpend treiterende afgemetenheid, jij .... ji; was altijd dol op fondants . .. alleen wou je ze nooit van mij hebben, toen we nog ge ngageerd waren ... O Ja hè? je kreeg er kiespijn van ... of was er ... te veel herin nering aan verbonden? Hahaha! Woman, thy name is frailty . . . Hahaha ! wie laat mi noit ?/nnHni' hprlapltnnr ppn +'i-jr+ noon mijn woonplaats, iets, wat ik, als de Redactie dat wenschelijk zou vinden, gemakkelijk zou kunnen bewijzn. Afgescheiden daarvan, is dat nu toch heusch geen vondst" om er ruzie over te maken en nu ik het rijmpje van den Heer Sp. gelezen heb, betwist ik hem geenszins de lauweren, die tengevolge dezer trouvaille" om zijn dichterhoofd zijn gelegd. Waaraan ik de confidenties te danken heb van den heer Speenhoff, dat hij geen zelf moord plannen heeft, noch zichzelf wil op sluiten, begrijp ik niet recht, maar ik heb de mededeeling ^natuurlijk met genoegen ge lezen. Trouwens, wat ter wereld zou den Heer Speenhoff tot het plegen van zulke wanhoops daden nopen? Hij rijmt er elke week nog zoo lustig op los ! Ik krijg eigenlijk den indruk, dat de Heer Speenhoff erg kwaad is over dat contra-rijmpje van me en nu niet goed heeft geweten op welke wijze hij me dat eens zou inpeperen. Kom, geachte confrère, weest niet zoo zwaar op de hand. Ik stak u, beleefdheidshalve, in mijn versje nog al zoo'n mooi pluimpje op den hoed ! En dan zoo kefferig uitschieten ! Beterschap, hoor! F. DE SINCI.AIK maar. . een taart met fondants versieren !" . . Seek in your memory Ophelia . . . daar zul je de herkomst van je taart wel terug vinden!" Als een gekwetste koningin rees 't jonge vrouwtje van tafel op. Je gedraagt je schan delijk" zei ze fier, en ik blijf geen dag, geen uur langer bij je" . . . ,,lk herhaal alleen maar dezelfde veronder stellingen die jij van mij hebt !" . . zei hij woest. Juist" . . . zei ze hoog leer om leer . . . dus dan hebben wij elkaar niets te ver wijten !' Neen" zei hij met ijskoude onbewogenheid, verwijt je zelf vooral niets ! we zijn quitte !" Ze stonden allebei hoog opgericht. )e begrijpt, dat' ik van avond nog naar Mama terug ga" . . . zei ze zakelijk, en ging naar de deur van 't lieve eetkamertje die naar de gang leidde. ,,'t Is goed" .'.. zei hij, en liep door de uisschendeur naar 't snoezig salonnetje waar hij een cigaret opstak. .... pakte enkele dingen te samen .... hi haar slaapkamer pakte zij enkele dingen te samen, riep toen Geertrui, de lieve oude getrouwe voor wie zij iets van al haar pas ge slagen levensleed uitstortte ... Toen heel be duusd over zooveel averechtsch succes, biechtte Geertrui, . . biechtte haar stille bescheiden verrassing van eigen gebakken taart, uit eigen gekochte eiertjes . . eigen gekochte boter eigen bedachte versiering . . . Maar heusch juffrouw ... ik bedoel mevrouw... ik ga maar weer naar de oude mevrouw terug ! . . . 't is geen doen . . . zoo boos als meneer zoo maar in eens kan zijn . . dat ben ik niet ge woon . . nooit gewoon geweest . . van uw va der zaliger ook nooit niet" . . . Maar 't jonge vrouwtje schreide, schreide, schreide en Geertrui die vol van eigen leed! ook niet te troosten wist, trok schuddebollend naar 't snoezige salonnetje, waar meneer in 't pikdonker zat, met een uitgegane cigaret en een in een hoek gesmeten, in flarden hangende Catulle Mendès .... Een uur later zaten zij weer in 't honneponnige eetkamertje . . . Er stond nu thee op tafel. En de rose geglaceerde taart. 't Jonge vrouwtje stak haar hand uit ... de jonge man greep die . . kuste . . . kuste heel innig de warme zachte handholte . . Toen stond hij op, greep 't vrouwtje harts tochtelijk in z'n armen kan je me vergeven?" vroeg hij berouwvol .. ik'. . .ik werd zoo woest jaloersch om die geheimzinnige taart. En ik dan .. nét zoo jaloersch als jij. . schat." prevelde ze. Ze bleven nu maar naast elkaar zitten . . . aten hompen taart van n bordje. Ze be merkten dat ze uitgerammeld van honger waren. Zou er niets meer aan te doen zijn" . . . vroeg hij opeens schuchter. Waaraan?" vroeg zij verbaasd. We! . . . dat Geertrui weer naar Mama teruggaat" . . . 't Vrouwtje lachte, leunde liefkoozend tegen zijn schouder. Ik was . . . óók van plan om naar Mama terug te gaan .. en ... ik doe 't nu toch óók maar niet!".... Goddank" zei hij verlicht. Toen lichtte hij een zacht paarse fondant uit 't rose glazuur en stak die tusschen haar lippen . . . 't Was tóch een vergiftigde taart" zei hij zacht, haar naar zich toetrekkend, want de allereerste narigheid in ons mooi huwelijks leven kwam door hém !" Met gesloten oogen lag ze tegen hem aan ... alles was nu weer zoo goed . .. zoo heerlijk als ooit te voren . . nee ... 't was geen vergif tigde taart... 't gift waardoor ze dien avond zoo geleden hadden, kwam uit hen zelf dat voelde ze best. Maar ze zweeg ... 't zijn niet altijd de vrouwen die gelijk willen hebben ! is M_i N c A VERSTE R?B OSCH REITZ

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl