Historisch Archief 1877-1940
2J Oct. '20. - No. 2261
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
DE NIEUWE AMSTERDAMSCHE LEENING
Teekening voor De Amsterdammer" van Joh, Braakensitk
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VflN SCHAICK
De Geldschieter: Ben je er alweer juffrouw, maar wie zijn eigenlijk je borgen?"
De Juffrouw: Wat zou U zeggen van Wijnkoop en Lisser?"
llllinillMMIIHItllllllllllllllltM
KLEINE MISÈRES
i Met teekeningen van Is. van Mensj
Vergiftigde taart.
Baise moi" dit Coquelicotin.
Le lendemain Coquelicotine fit manger de
! arsenic a son mari dans une meringue a
:a confiture ae groseilles...."
Een bescheiden tik tegen de half-open
communicatie-deur tusschen lief eetkamertje
on snoezig salonnetje, een genoegelijk kuchje
van welwillende waarschuwing, dan de ge
moedelijke stem, vol zachte onderdanigheid
van de oude keukenmeid-huishoudster, die
't jonggehuwde paar in 't schemerige mini
atuur-salonnetje het: Meneer en Mevrouw
het eten is op tafel" aankondigde.
O! die goede oude Geertrui : 't was het
beste, mooiste huwelijkscadeau dat de jonge
vrouw, van haar moeder, uit 't ouderlijk huis
had kunnen meebrengen! De jonge huis
houding liep als op gesmeerde- wieltjes, en
dank zij 't totaal en meest absolute gemis aan
vervelende huishoudelijke beslommeringen
rekten voor 't jonge paar de wittebroodsweken
-cich als tot 't oneindige.
Nog even uitlezen?" vroeg hij, 't kleine
cse'le Catulle Mendés-deeltje nog open in
.ï'n hand.
Arm in arm waren zij van 't schemerige
salonnetje naar 't lieve eetkamertje gegaan :
als je pas enkele maanden getrouwd bent dan
denk je er eenvoudig niet over om welke
afstand, hoe gering ook. anders dan zon
afte leggen !
De tafel zag er als altijd, fleurig uit : een
paar vazen met bloemen uit den tuin.. .. een
schotel met vruchten op bruine beukenblaren
....een schaaltje amandelen en rozijnen.
Voor jou alleen schat !" lachte zij ,,ik weet
dat jij er zoo gek op bent.''. .. .
Jij zeker niet" zei hij plagend, knapte een
rozijn van de groote tros en trachtte die tus
schen haar lippen te schuiven, maar stijf
hield zij de tanden op elkaar en bewoog snel
't hoofd heen en weer. De rozijn wreef langs
haar gaaf gebit.
Toe nou" zei de jonge man lachend.
Nee. ... nee.. . . voor jou alleen.. .. een
verrassinkje" probeerde ze met dichten mond
te brabbelen, maar 't ging niet, want ze lachte
nu ook. en de rozijn schoof naar binnen.
Studenten-haver! dat is alleen een her
innering voor jou !" plaagde ze. kraakte een
amandel en schoof die tusschen zijn lippen.
Zóó !'.... en welke herinnering moet ik
nou bij jou, met een verrassing oproepen?"
Hij hield haar bij de polsen, lachend plagerig.
Zijn forsch gebit vermaalde \vat bruut, de
amandel, z'n oogen glansden van overmoedig
geluk.
Daar moet ik eerst nog eens over denken !"
zei zij met evenveel overmoedig geluk in
haar stem, terwijl haar uitdagende
geluksoogen door 't vertrek dwaalden.
Toen zei ze opgetogen : ',,Oooo !"
En zijn blik die na haar uitroep de hare ge
volgd was, zag op het buffet een taart staan.
Een taart van bescheiden afmeting, fijn rose
geglaceerd en wat naif versierd met geconfijte
vruchten-bonbons en zachtkleurige fondant.
t?O wat dol !" zei ze, wat schattig van je.. "
En toen liepen ze samen naar 't buffet, om
't ding van dichtbij te bewonderen.
Hij is prachtig". ... zei hij, toen, haast wat
verlegen : Maar hij is heusch niet van mij"..
Gunst nee?.... heusch niet?.... wat 'n
....wat 'n pracht-taart hè?"
Mama zweert letterlijk bij van Walsumj
en die maakt nooit zulke taarten! Zoo'n
Haagsche high-fashion confiseur !" Toen wat
verlegen om 't beetje minachting, dat zij zelf
in haar stem hoorde, schoof zij aanhalig haar
mooie slanke arm naar hem toe, spreidde
grappig kinderachtig haar vingers tastend uit,
om zijn hand te bemachtigen die naast zijn
bord lag : ik. ... ik meende daar niets mee,
hoor schat.... ik vind hem heusch.... cht
prachtig !... . toe.... hij is wel van jou hè?"
en schichtig zocht zij in haar geheugen naar
een herinnering van 't een of andere gedenk
waardige feit in hun beider leven, waar 't
feestding op doelen kon. O, er waren zoo heel
veel mijlpalen in hun leven, zooveel gewichtige
oogenblikken te herdenken vanaf 't moment
dat zij elkander voor 't eerst ontmoet hadden
tot nu toe, nu.... vijf maanden getrouwd !..
O. als 't nu toch vandaag eens heusch zoo'n
....zoo'n gedenkdag.... Neen maar 't
kon niet.... 't Kón niet.... had zij ze niet
allemaal, heusch.... Allemaal als teere
heiligenbeeldjes op 't altaar van haar liefde
staan?.... kon zij er dan een van vergeten?..
Neen lieveling hij is waarachtig niet van
mij. ... ik weet niets van 't ding af." zei hij
eveneens wat verlegen omdat bij hem dezelfde
twijfel omtrent een vergeten herinnerings
datum verrees. En een beetje geprikkeld
schoof hij haar uitgestrekt handje terug,
want de geheimzinnigheid van 't ding, en 't
telkens veronderstellen dat 't van hém kwam
irriteerde hem.
Even slikte ze, keek hem met verschrikte
oogen aan, niet gewend nog, aan een stugheid
van zijn kant.... toen deed ze vroolijk:
Nu enfin ! dan eten wij hem straks maar op
de gezondheid van den onbekenden gever !"
En ze schelde Geertrui voor 't verdere van
den maaltijd. En terwijl de oude meid om hen
heen bezig was, zwegen ze allebei, of zeiden
onnoozele dingen waarnaar ze zelf amper
luisterden, en allebei voelden ze een lamme,
doffe gêne terwijl al maar hun gedachten
draaiden om 't rose geglaceerde feestding op
"t
buffet.En plotseling zei hij botweg : Hoe komt
die taart hier Geertrui?"
innig om haar schouder
tP,,Wat wil jij, lievert?" vroeg zij en streek
liefkoozend langs zijn gladde, gemillimeterde
kop alsof zij de glanzendste pagelokken
streelde.
,,Watjij wil, lieveling !" antwoordde hij met
empnase" en legde zijn hand die van Catulle
Mendès vrij was, innig om haar schouder. Zij
liet zich zacht tegen hem aantrekken en
kussen. Toen fluisterden ze nog een poos over
't al of niet uit lezen, lachten, kusten nog eens.
In dien tijd hadden zij 't aardige verhaaltje
zeker kunnen uitlezen.
Baise-moi" herhaalde hij overmoedig
Coquelicotin's woorden.
Ze lachte zacht, deed 't, herhaalde toen
eveneens de woorden van Coquelicotine,
coquet. uitdagend, dringend : Baise-moi !"...
De soep, opgediend in 't honneponnige
eetkamertje stond koud te worden.
Geertrui, wachtend in de keuken op 't
electrisch belletje, vond dat de jongelui dien
middag alevel heel wat tijd noodig hadden voor
zoo'n flutje soep
Maar ze wachtte gemoedelijk, en glim
lachte
Ze waren ook immers nog geen half jaar
. . wat 'n pracht-taart
Toen, dralend : Gek. . .. van wie zou die
zijn?"
Natuurlijk van Mama" zei hij vlug,
ging aan tafel zitten en begon z'n soep te
lepelen. Ook zij was aarzelend, haar gedachten
nog bij 't feestachtige rose ding, gaan zitten,
IpnpMp pvpnpptic
. Hoe komt die taart hier? ....
T Het'oude mensch schrok. Wat.... hoe
bedoelt u,'Meneer?" zei ze hakkelig.
Wel God-bewaar-me" viel hij nu ineens
driftig uit, ik spreek toch geen Sanskriet? ik
vraag je hoe komt die taart daar?"
Geertrui's lippen bewogen zenuwachtig;
Nee-maar, de jonge meneer moest niet gaan
bekken !. ... dat had ze in haar gansche lange
leven bij de oude mevrouw en den ouden me
neer nooit. . . . nee nooit hoeven te verduren,
daar kwam zoo iets gewoon niet vóór.... en
stug verkroppend haar leed, zei ze waardig :
Die taart, meneer, heb ik-zelf daar op 't
buffet
gezet."Nou ja.... ik begrijp best dat de hond of
de kat 't ding daar niet neer gezet heeft....
in cphiint vmHq'Kr rrmpitül' \ran hprrrin tp -yfin 1
BOOTHSTRflflT
UTRECHT
De Rijksdaalders van Onteer" en
Levenslang"
(Ingezonden)
De heer Speenhoff insinueert, dat ik het
gegeven voor mijn schetsje De rijksdaalders
van Omeer" ontleende aan een zijner rijmpjes,
voorkomende in zijn derden bundel.
Ik stel er prijs op te verklaren, dat dit
onmogelijk is, om de zeer afdoende reden, dat
ik nog nooit hoe ongeloofelijk dit den Heer
Speenhoff ook moge toeschijnen een
Speenhoff-bundel in handen heb gehad.
Behalve sommige ,,Krekelzangen", las ik
wel eens enkele versjes van hem, w.o. het
gevoelige: Opoe had haar heele leven..''
maar van het bestaan van dat Standje",
wist ik niet af.
|RHet gevalletje in mijn schets is historisch
en vond kort geleden plaats in een dorp nabij
M l iiiiimiliiiiiiliiiilimiiiiimiiiiiiiiiiiiiaiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiitiiiii
....ik bedoel van welke banketbakker
komt 't?" - Hij rekte zijn woorden en z'n
stem klonk smalend.
f^Stil bleef Geertrui met de tafeldingen bezig ;
zegwas overstuur,trachtte zich te beheerschen.
... .Wat beverig bewogen de lippen,
mummelig.toonloos.... Toen met een langzamen blik
over de tafel waar alles nu aanwezig was, zei
ze kort : ,,Ik weet van geen banketbakker af,
meneer." En ze verliet ;t vertrek.
De jonge vrouw speelde nerveus met haar
couvert, zweeg.
DL' jonge man keek wrokkig naar de
gerecnten, toen er overheen naar haar....
zweeg.Na een poos schonk hij zich nog een glas
wijn in, bleet' zwijgen.
-«Er was geen ander geluid dan :t trillend
getikkel van zilveren lepei en vork die de jonge
vrouw al maar spelend heen en weer bewoog...
Toen viel zijn stem in de stilte.
Eet je niet?"
Nee...." Toen met wat kinderlijk be
droefd verwijt : jij eet immers ook niet?"
Weer viel zwijgen.
Ze bleven wrokken : hij om de onverklaar
baarheid van de fecsttaart, zij omdat ze hém
nu opeens zoo heel anders zag.... zoo heel
anders leerde kennen....
't Slaan van de pendule herinnerde haar
aan den tijd; zwijgend belde zij Geertrui;
die zette zwijgend 't dessert op : .... be
schuit, kaas en, na wat aarzeling voor 't
buffet.... in 't midden de taart. En zwijgend
ging ze
weer.Nu keek hij over de rose suikerdingen heen
.... beschouwde wat aarzelend z'n jonge
vrouw; die zat met neergeslagen oogen en
verdrietig genepen mond.... 't Maakte hem
week. en nu reikte hij zijn arm ver uit naar
haar toe, trachtte 't handje dat doelloos nog,
met vork en lepel speelde, te vangen.... 't
zou toch al te stom zijn als zoo'n oude, bru
tale meid zich stelde tusschen hun eigen mooi
geluk ! Ze hadden immers nog nooit iets samen
gehad!.... Nooit nog, was er een speld te
krijgen tusschen hém en haar ! zulke lamme
dingen moesten altijd van buiten-at komen !
Natuurlijk !
Poes. . . . lieveling. . . . toe nou" smeekte
hij zacht en bereikte drie toppen van haar
vingers die fluks een centimeter
achteruitschoven.
Toe.... waarom blijf je nu zoo boos?"
zijn onderzoekend gelaat boog opzij om de
feesttaart; haar oogleden knipperden en
haar mond beefde.... O, ze was allang niet
boos meer, maar ze wou niet dadelijk toe
geven.... hij was al te hard en.... en te
bruut geweest.... ze voelde zich diep. diep
gekrenkt.... en die arme oude goeie Geertrui
moest zich ook wel heel erg, verongelijkt
voelen.... Nee.... ze kon, ze kón niet maar
zoo dadelijk weer gewoon worden.... Misschien
zou ze 't nooit meer kunnen.... haar mooi
gaaf geluk was opeens gebroken.... dat
voelde ze best. ...
Lieveling Vrouwtje" fleemde z'n
stem opzij, langs de rose taart.
Ze voelde zich verteederen . . . rekte toch
haar koppige wrok .... Dédaigneus bewoog
ze haar lippen om 't zenuwachtig trillen te be
heerschen, ging heel vormelijk rechtop zitten :
Wil je een stuk . . . feesttaart?" vroeg ze
koel en sneed meteen, met forsche, haastige
druk, 't baksel open.
Zwijgend staarde haar man haar aan;
er verstrakte, verkilde iets in hem . . Was dat
z'n zachte, lieve vrouwtje . . . kende hij de
kern niet? . . . alleen de vreemd-mooie bolster?
Met een hooghartige beweging reikte ze
hem een stuk taart.
Nee . .. dank je" ... zei hij afwerend.
Waarom niet?" vroeg ze koel.
Omdat. . . omdat ik de herkomst van die
taart niet ken" . . .
Even schrijnde bij haar de herinnering van
nog geen uur geleden ... de gedachte dat die
taart een verrassing van hém had kunnen
zijn ... En hem vol in de oogen kijkend zei
ze uitdagend : Waarom wind je je toch
eigenlijk zoo op over dat ding . . . ben je
soms bang dat ie ... vergiftigd is?"
En terwijl hij haar eveneens koel in de
oogen keek, zei hij schamper: Waarom
niét." . . .
Waarom niét?" herhaalde ze. niet be
grijpend.
Ja . . . natuurlijk ! waarom zou dat ding
. . . niét vergiftigd zijn?"
O.o.o. . . nu begrijp ik je" prevelde ze
heesch ,,je durft aan een . . Coquelicotin te
denken . . . maar met zulke gedachten ....
moet je wel een vreemd verleden achter je
hebben .... ze wierp nerveus haar hoofdje
in de nek . . 't zou dan ook net zoo goed een
Coquelicotine kunner zijn, nietwaar ?"
Met zulke gedachten . . ." begon hij haar
eigen woorden, tartend te herhalen.
Haar oogen schitterden overspannen ; met
aandacht rustten zij op de naieve
vruchtenbonbons versiering. Wie heeft ooit zoo'n
taart gezien" lachte ze schel, die dingen
beteekenen natuurlijk wat ! . . . Misschien gaf
je die vroeger cadeau aan een amie de coeur
van je .... en moeten ze nu je douce
souvenance wat opfrisschen !"
En die fondants dan" zei hij kalm, met
snerpend treiterende afgemetenheid, jij ....
ji; was altijd dol op fondants . .. alleen wou
je ze nooit van mij hebben, toen we nog ge
ngageerd waren ... O Ja hè? je kreeg er
kiespijn van ... of was er ... te veel herin
nering aan verbonden? Hahaha! Woman,
thy name is frailty . . . Hahaha ! wie laat
mi noit ?/nnHni' hprlapltnnr ppn +'i-jr+ noon
mijn woonplaats, iets, wat ik, als de Redactie
dat wenschelijk zou vinden, gemakkelijk zou
kunnen bewijzn.
Afgescheiden daarvan, is dat nu toch heusch
geen vondst" om er ruzie over te maken en
nu ik het rijmpje van den Heer Sp. gelezen
heb, betwist ik hem geenszins de lauweren,
die tengevolge dezer trouvaille" om zijn
dichterhoofd zijn gelegd.
Waaraan ik de confidenties te danken heb
van den heer Speenhoff, dat hij geen zelf
moord plannen heeft, noch zichzelf wil op
sluiten, begrijp ik niet recht, maar ik heb de
mededeeling ^natuurlijk met genoegen ge
lezen.
Trouwens, wat ter wereld zou den Heer
Speenhoff tot het plegen van zulke wanhoops
daden nopen? Hij rijmt er elke week nog zoo
lustig op los ! Ik krijg eigenlijk den indruk,
dat de Heer Speenhoff erg kwaad is over dat
contra-rijmpje van me en nu niet goed heeft
geweten op welke wijze hij me dat eens zou
inpeperen.
Kom, geachte confrère, weest niet zoo zwaar
op de hand.
Ik stak u, beleefdheidshalve, in mijn versje
nog al zoo'n mooi pluimpje op den hoed !
En dan zoo kefferig uitschieten !
Beterschap, hoor! F. DE SINCI.AIK
maar. . een taart met fondants versieren !" . .
Seek in your memory Ophelia . . . daar zul
je de herkomst van je taart wel terug vinden!"
Als een gekwetste koningin rees 't jonge
vrouwtje van tafel op. Je gedraagt je schan
delijk" zei ze fier, en ik blijf geen dag, geen
uur langer bij je" . . .
,,lk herhaal alleen maar dezelfde veronder
stellingen die jij van mij hebt !" . . zei hij
woest.
Juist" . . . zei ze hoog leer om leer . . .
dus dan hebben wij elkaar niets te ver
wijten !'
Neen" zei hij met ijskoude onbewogenheid,
verwijt je zelf vooral niets ! we zijn quitte !"
Ze stonden allebei hoog opgericht.
)e begrijpt, dat' ik van avond nog naar
Mama terug ga" . . . zei ze zakelijk, en ging
naar de deur van 't lieve eetkamertje die
naar de gang leidde.
,,'t Is goed" .'.. zei hij, en liep door de
uisschendeur naar 't snoezig salonnetje waar
hij een cigaret opstak.
.... pakte enkele dingen te samen ....
hi haar slaapkamer pakte zij enkele dingen
te samen, riep toen Geertrui, de lieve oude
getrouwe voor wie zij iets van al haar pas ge
slagen levensleed uitstortte ... Toen heel be
duusd over zooveel averechtsch succes, biechtte
Geertrui, . . biechtte haar stille bescheiden
verrassing van eigen gebakken taart, uit eigen
gekochte eiertjes . . eigen gekochte boter
eigen bedachte versiering . . . Maar heusch
juffrouw ... ik bedoel mevrouw... ik ga
maar weer naar de oude mevrouw terug ! . . .
't is geen doen . . . zoo boos als meneer zoo
maar in eens kan zijn . . dat ben ik niet ge
woon . . nooit gewoon geweest . . van uw va
der zaliger ook nooit niet" . . .
Maar 't jonge vrouwtje schreide, schreide,
schreide en Geertrui die vol van eigen leed!
ook niet te troosten wist, trok schuddebollend
naar 't snoezige salonnetje, waar meneer in 't
pikdonker zat, met een uitgegane cigaret en
een in een hoek gesmeten, in flarden hangende
Catulle Mendès ....
Een uur later zaten zij weer in 't
honneponnige eetkamertje . . .
Er stond nu thee op tafel.
En de rose geglaceerde taart.
't Jonge vrouwtje stak haar hand uit ...
de jonge man greep die . . kuste . . . kuste
heel innig de warme zachte handholte . .
Toen stond hij op, greep 't vrouwtje harts
tochtelijk in z'n armen kan je me vergeven?"
vroeg hij berouwvol .. ik'. . .ik werd zoo
woest jaloersch om die geheimzinnige taart.
En ik dan .. nét zoo jaloersch als jij. . schat."
prevelde ze.
Ze bleven nu maar naast elkaar zitten . . .
aten hompen taart van n bordje. Ze be
merkten dat ze uitgerammeld van honger
waren.
Zou er niets meer aan te doen zijn" . . .
vroeg hij opeens schuchter.
Waaraan?" vroeg zij verbaasd.
We! . . . dat Geertrui weer naar Mama
teruggaat" . . .
't Vrouwtje lachte, leunde liefkoozend tegen
zijn schouder.
Ik was . . . óók van plan om naar Mama
terug te gaan .. en ... ik doe 't nu toch óók
maar niet!"....
Goddank" zei hij verlicht. Toen lichtte
hij een zacht paarse fondant uit 't rose
glazuur en stak die tusschen haar lippen . . .
't Was tóch een vergiftigde taart" zei hij
zacht, haar naar zich toetrekkend, want de
allereerste narigheid in ons mooi huwelijks
leven kwam door hém !"
Met gesloten oogen lag ze tegen hem aan ...
alles was nu weer zoo goed . .. zoo heerlijk als
ooit te voren . . nee ... 't was geen vergif
tigde taart... 't gift waardoor ze dien avond
zoo geleden hadden, kwam uit hen zelf
dat voelde ze best. Maar ze zweeg ... 't zijn niet
altijd de vrouwen die gelijk willen hebben !
is M_i N c A VERSTE R?B OSCH REITZ