De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 23 oktober pagina 2

23 oktober 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Oct. '20. No. 2261 AANSLUITING BIJ MOSKOU Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jordaan nniiiMiïiiMiïiïik DE ONAI -HANKELIJKE: ,.Allez?? nou ga ik 't creis met de afhankelijkheid probeeren!' Miimrimirrmimiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiifiiiiiiiitini immuun mum 5o. Deutsche Liga fiir Völkerbund, (opge richt 1918).' <3o. Bund fiir radikale Kthik, (opge richt 1918). 7o. Bund der Kriegsdienstgegner, (opge richt 1919). 80. Weltjugendliga, Verband fieiitscliland, (opgericht 1919). 9o. Friedensbund der Kriegsteilnehmer, «opgericht 1919). l (Jo. Friedesbund deutscher Katlmliken (opgericht 1919). llo. Bund religiöser Sozialisten, (opge richt 1919). 12o. Detitscher pacifistische!' Studentenbund, (opgericht 1920). Behalve de beide eerstgenoemde organi saties zijn zij alle oorlogs- en revolutieprodukten, zonder bepaald programma; slechts de Liga für Völkerbund verklaart uit drukkelijk, dat zij, in tegenstelling met de andere organisaties, die slechts een band vormen voor gelijkgezinde personen, be schouwd wenscht te worden als een vereeniging met een bepaald doel. Het spreekt vanzelf dat er een groot, psycho logisch volkomen te begrijpen verschil be staat tusschen een deel der leden der Deutsche Friedensgesellschaft eenerzijds en de meer radicale helft daarvan en de meerderheid der andere organisaties, die tijdens en door den oorlog in 't leven geroepen zijn, anderzijds. Slechts een deel der socialistische partij, de latere Onafhankelijken, bleef ook tijdens den oorlog het anti-oorlogs-principe hand haven, terwijl bijna alle leidende democraten, met een enkele uitzondering, en eveneens de meerderheidssocialisten hun persoonlijke overtuiging prijs gaven voor de z.g. ver dediging van het vaderland. Wie, zonder tot een bepaalde partij te behooren, toch evenals die radicale socialisten overtuigd was, dat hij het heil der menschheid hooger moest stellen dan dat van een bepaalden staat (die bovendien nog ze!f medeplichtig was aan het uitbreken van den oorlog) voelde ge durende den geheelen oorlog een band met die dappere socialistische voorvechters. Juist door dat samengaan met het radicale deel der socialisten vergde het gedurende den oorlog een grootere mate van moed om voor stander van de vredesbeweging te blijven. Maar nu bracht de revolutie weer een groote verandering en maakte van een deel deiradicale anti-oorlogsmannen vurige verde digers van den burgeroorlog. Het was slechts een klein aantal radicalen, die ook nu nog, boven de partijen uit, hun pacifistisch ideaal hoog hielden en niet voor de verleiding be zweken om het bloedige geweld van een bur geroorlog te rechtvaardigen, waar zij den volkerenstrijd verwierpen. Op den voorgrond traden nu weer de oudere georganiseerde pacifisten", die een poging waagden om een betere organisatie der staten" in het leven te roepen, zonder zich daarbij te laten af leiden door den heerschenden binnenlandschen oorlog. Dat het voornamelijk juristen en democraten waren, behoeft ons niet te ver wonderen ; maar hoe noodig ook de juri dische zijde van het Volkenbondvraagstuk onder de oogen gezien dient te worden, men moet niet vergeten, dat om het pacifistische ideaal te bereiken, de menschen ook ethisch moeten bewerkt worden, en daarom moet in laatste instantie het woord niet alleen aan den Jurist zijn, maar ook aan den Ethicus, den Socioloog, den Psycholoog en den Philosoof. Uit het gesprokene op het Pacifistencongres blijkt, dat men dit begrepen heeft. En juist voor hen, die sedert het uitbreken van den iiiiiiiiiiiimiHliiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiii Terwijl heel de wereld in de rustige over tuiging leefde, dat Lloyd eorge's beleid de crisis in de Britsche mijnindustrie bezworen had, hebben de mijnwerkers zelf een streep door de rekening gehaald en met overgroote meerderheid tot staking besloten. Dus ligt sinds Zondag j.l. het gansche mijnbedrijf in 't Vereenigd Koninkrijk stil en de werkeloos heid in andere industrieën breidt zich met schrikbarende snelheid uit. Dat kan een onge hoorde economische crisis geven en omdat economische crises in deze tijden de strekking hebben schielijk een politiek karakter aan te nemen, is men beducht voor schokken ook in het staatkundig leven van Groot Brittanje. De regeering waarschuwt daarvoor met haar kernachtig parool: keep calm and safe coal", en dat haar waarschuwing niet overbodig is, blijkt daaruit dat er reeds bloed vloeide bij een werkeloozenbetooging in Londen, die onge twijfeld een politieke kleur had : er werden roode vlaggen in den stoet gedragen. Dit alles klinkt nogal ernstig en schijnt de sombere voorspellingen diergenen te bevesti gen, die ons reeds sinds een jaar verzekeren, dat het in Engeland broeit en gist, maar toch zullen we ook in dit geval voorzichtig moeten zijn en pogen de dingen niet grooter te zien dan ze werkelijk zijn. De mijnwerkersstaking is op stuk van zaken een zuiver loon-conflict. ' Zij beloofde meer dan dit te zijn toen de cri sis opkwam, maar in den loop der onderhande lingen met de regeering wist de eerste minister het punt van geschil terug te brengen tot een zuivere loon-quaestie en daarmee heeft hij bereikt, dat nu de staking desondanks uitgebroken is, het niet gaat om soci alisatie of om prijsverlaging van steenkool en verbetering van den economischen toe stand, maar om de vraag of de mijnwerkers twee shilling per schacht meer zullen krijgen dan tot dusver o,ok zonder dat de productie verhoogd wordt, ja zelfs al wordt deze ver minderd. Want dit is de tweede winst die Lloyd George met de onderhandelingen behaald heef t: krachtens zijn voorstel zouden de arbeiders hun verhooging wel degelijk verkregen hebben, en ?zelfs meer dan de gevraagde, mits de productie verhoogd werd of gelijk bleef, zoodat nu de mijnwerkers hiervan niet weten willen, zij te kennen geven, dat zij wel meer geld willen hebben, maar niet meer steenkolen voor den dag halen. Wie moet dat geld betalen'? Na tuurlijk moeten de andere Engelschen dit doen en aldus weet het publiek nu met onmis kenbare zekerheid, dat indien de arbeiders winnen, de winst uit zijn zak betaald zal worden zonder dat de toestand van liet Britsche economische leven door een verhoo ging der kolenproductie verbeterd zal worden. Dit maakt begrijpelijkerwijze de staking zeer weinig populair en zoo is tot dusver de kans dat zij om zich heen zal grijpen en b.v. ook de spoorwegen aansteken, zeer gering. Integen deel, de leiders der andere vakbonden doen pogingen tot bemiddeling en al mocht het optimisme betreffende de kans van slagen dier pogingen dat in deze dagen in de Britsche pers blijkt, misschien ongegrond zijn, 't is toch al een groot ding dat er zulke pogingen aange wend worden inplaats van dat de medestrij ders in den klassestrijd roepen om uitbreiding tot de andere bedrijven. Indien de regeering er niet in geslaagd was zoo duidelijk te doen blijken dat het om loonsverhooging gaat en anders niet, dan zou de toestand zeker veel ernstiger zijn. Intusschen, als de staking langer dan deze week voortduurt, is de toestand toch al ernstig genoeg. De wereld heeft in dezen tijd nu een maal kolen meer noodig dan iets anders en de stilstand der Britsche kolendelving, ook al mocht ze van korten duur zijn, moet zich op pijnlijke wijze doen gevoelen. Bovendien is de stemming in de Britsche arbeiderswereld nu eenmaal onrustig en onzeker, doordat zij de ontwrichting, te weeg gebracht door mobi lisatie en demobilisatie nog niet is te boven ge komen, en niemand kan zeggen tot welke nieuwe schokken de mijnstaking aanleiding geven kan. Gelukkig komt voor het vasteland van Europa de staking op een betrekkelijk gunstig oogenblik, want Frankrijk, dat voor een groot deel aangewezen was op Britsche kolen, heeft dank z.ij de strikte naleving der overeenkomst van Spa door Duitschland een ni'Kiie reserve gemaakt, terwijl andere landen, zooals b.v. het onze, toch reeds be trekkelijk weinig gebruik maakten van Brit sche kolen, 't Geen niet wegneemt, dat als de staking lang m >cht durven, Frankrijk haar invloed imet gaan voelen, en daardoor nog onverbiddelijker dan tot dusver jegens Duitsch land worden m.'iet, juist nu Dutschland zoo groote behoefte heeft aan eeuige clementie in zake de nakoming zijner verplichtingen. De zaak is namelijk, dat terwijl Frankrijk op 't oogenblik uit den nood gered wordt dank zij die conferentie in Spa waarheen zijn staats lieden zoo schoorvoetend zijn opgegaan, DuitsehlaaJ op.iieuw in crisis-gevaar verkeert, een gevaar dat natuurlijk sterk vergroot wordt als zijn industrieën bedreigd worden met een VRAAGT: SI-FA-KO S l G ARE. M Hot voornaamste Soplomork Minimum i iiililiiiiiiiiiiimiiliiiiiiiitiimiiin oorlog bijna alle nationale en internationale vredescongressen bijwoonden, beteekent dit congres, hoe hartstochtelijk de verschillende wereldbeschouwingen er ook verdedigd wer den, een vooruitgang. Het eigenlijke pacifistencongres werd geopend met een rede van den vertegenwoor diger van het ministerie van buitenlandsche zaken, die namens den minister van buiten landsche zaken, Simons, welke tot zijn leed wezen verhinderd was het congres bij te wonen, de hoop uitsprak, dat ook de Volkenbond langzamerhand op rechtvaardiger wijze internationale vraagstukken zou leeren te behandelen. Een der eerste plichten van den Volkenbond moet zijn het bevorderen van de arbitrage-idee ten bate der nieuwe volkerengemeenschap. Ook op het congres kwam het onderscheid der twee stroomingen even duidelijk naar voren als op de voorafgaande vergadering der Hriedensgesellschaft. Dr. Wehberg en prof. dr. Krauss verwekten levendige tegenspraak en beroering in de vergadering; de eerste, daar hij een internationalen dienstplicht nood zakelijk bleek te vinden, de tweede wegens zijn nationalistische gevoelens. Maar in ieder geval gelukte liet toch nog de resoluties der beide heeren zóó om te werken, dat in die van .Prof. Krauss de nationale idee geheel uitge schakeld werd, dat ook de internationale politiemacht geschrapt werd en verder niet alleen een verbod van algemeenen dienst plicht, maar ook van het vervaardigen van dorlogswerktuigen geeischt werd ; tevens werd nog besloten dat de Volkenbond in geen enkel opzicht zou mogen medewerken tot een georganiseerde slachting" ; hierdoor werd dus eenigszins tegemoet gekomen aan de eischen van een consequent pacifisme. Het referaat van Graf Harry Kessler, Der Viilkerbuuil uls \Virtscliuiis- nnil Arbeitergpint'insï/uift werd met geweldigen geestdrift begroet. Zijn beteekenis ligt hierin, dat het tracht tot een Organisatie der Wereldluiis/imiding te komen. Terwijl de juristen voor de heiligheid van het recht, de ethischen voor de heiligheid en onaantastbaarheid van het menschelijke leven opkomen, wil Kessler als sociaal-economist de heiligheid van den arbeid op den voorgrond brengen. Het eerste doel van den volkenbond moet volgens hem zijn de verdere ontwikkeling van de econo mische en sociale organen van dien Bond. Om dit doel voor te bereiden moeten de Paci fistische vereenigingen zich overal in verbin ding stellen met de organisaties van arbei ders en intellectueelen en gezamenlijk in dien geest, nationaal en internationaal, op de regeering invloed uitoefenen. Inderdaad zal de Volkenbond slechts dan den wereldvrede verzekeren en heilzaam werken voor den we deropbouw der wereld, zoo wel materieel als geestelijk, wanneer hij in de behoeften der breede volkslagen van alle landen voorziet, het vrije economisch verkeer en de econo mische gelijkheid van alle volken verzekert en den grondslag legt tot een redelijke organi satie der wereldhuishouding. Een streng Marxist zal deze poging mis schien als een ,,burgerlijke ideologie" ver werpen ; maar hoe een pacifist ook tegenover de economische vraagstukken staat, hij moet in deze poging een schrede zien tot verzoening niet alleen van de volken onderling', maar ook van de verschillende klassen der maatschappij ; en des te beter zal men dat inzien, naarmate het besef algemeener wordt, dat de eigenlijke vredesverstoorder zooals Graf Kessler reeds zei het militarisme is, en dat dit steeds gevoed wordt, zoolang de natuurlijke be geerte der volkeren naar economische wel vaart niet gestild is. Maar een algemeene economische welvaart kan niet komen, zoolang er in eiken staat groepen van belanghebbenden zijn, die van de machtmiddelen van dien staat gebruik kunnen rnaken voor hun eigen voordeel en ten koste ook van de burgers van andere staten, b. v. door de willekeurige toedeeling van grondstof fen of de afsluiting van afzetmarkten. In de toekomst moet de volkshuishouding opgaan in de wereldhuishouding. Een commissie uit het pacifistische Kartel moet trachten deze idee te verwezenlijken. In een stampvolle avondvergadering sprak Dr. A. H. Fried over de Internationale or ganisatie en overste Meyer over de afschaffing van de Reichswehr, en haar omzetting in politietroepen. Dr. Helene Stöcker behandelde het vraagstuk van de plaats, zoowel van de Vakvereeniging als van het Marxisme tegen over het Antimilitarisme en Pastor Bleyer wees er nog eens terecht op, dat de oorlog de grootste ramp, de grootste Terreur" was, die over de menschheid kon komen. Op den laatsten dag spraken Prof. F. W. Förster en Dr. G. Rotten en belichtten het vraagstuk van den ethisch-philosofischen kant. Prof. Förster had tot onderwerp : ,,Dcr Völkerbund als Kulturgemeinschaft". Hij meende dat de Volkenbond, ondanks alles, op Duitschland aangewezen was, daar de West-Europeanen het probleem te juridisch opvatten. Zonder den universeelen geest van den Duitscher, zooals die belichaamd is in onze klassieke dichters en philosophen, hangt het pacifisme in de lucht. Evenals vroeger moest Uuitschland weer de bemiddelaar tusschen de staten worden. Daardoor zou zoowel de Franschc als de Duitsche kuituur gebaat zijn en eveneens zou het contact met Engeland en Amerika den Duitschen geest ten goede komen. Het woord van Ernest Renan moet waarheid worden : ,,de verzoe ning van den Duitschen en den Franschen geest zal de vereeniging brengen van de beide 'helften der menschelijke ziel." Een waarachtig pacifist bleek ook Dr. Elisabeth Rotten in haar verhandeling over .,Völkerbund und Erziehungsfragen". . Van hooger waarde dan alle gemeenschappelijke practisclie belangen is het zedelijk ideaal, dat aan alle volken en godsdiensten gemeen is. de drang naar vrijheid. De pacifistische levens beschouwing gelooft aan de vruchtbaarheid van den geest en de allesverwinnende kracht. die er van uitgaat, wanneer hij gericht is op wederzijdse!) hulpbetoon in plaats van op voordeel voor den enkeling ten koste van an deren. Dit geloof moeten we erkennen als een gemeenschappelijke!! factor van alle be schaving. Wij moeten voortaan beginnen de geestelijke elementen op te sporen, waarop wij het vre deswerk kunnen grondvesten. En haar con clusie kwam hierop neer, dat het zwaarte punt in een conflict tusschen wet en geweten, b.v. bij dienstweigering, nooit alleen in het negatieve middel liggen mag. Haar slotbe schouwing was, dat de menschheid voor en door den Volkenbond moet worden opgevoed. Niet dat de leer van het pacifisme tot een vak van onderwijs moet worden gemaakt ; maar in alle landen moet de opvoeding bezield zijn door den geest van vrijheid en rechtvaardig heid, van toewijding aan de gemeenschap, van broederschap, die van geen grenzen weet. Een volk, dat zich vastbesloten tot deze nieuwe menschengemeenschap laat opvoeden wordt niet zwakker, maar sterker, want hem is de toekomst. Eenige leden van de Weltjugendliga vertel den ons daarna nog, hoeveel zij tegenwoordig dikwijls te verduren hadden van hun leera ren en kameraden wegens hun vredesgezindheid en vroegen om hulp en steun van het congres. stilstand van nog grooter omvang dan waar onder zij thans reeds gebukt gaan. Vandaar dat de befaamde Stinnes reeds een noodkreet geslaakt en gesmeekt heeft om uitstel van de verplichtingen in zake de kolenleveranties. We kunnen ons voorstellen dat Frankrijk desnoods daartoe te krijgen zou zijn, omdat het voor 't oogenblik inderdaad genoeg kolen heeft, maar deze neiging moet wel sterk verminderen wanneer de leverantie van Engelsche steen kolen voor langen tijd belooft stil te staan of onzeker wordt. Zoo werkt de Britsche staking onvermijdelijk indirect terug op den toestand in Duitschland. Of het crisis-gevaar in Duitschland in waar heid groot is, kunnen wij natuurlijk moeilijk beoordeelen, maar in elk geval het dreigt nog altijd en nu de mark weer aan het dalen is op de internationale beurzen en de regeering voor den dag komt met'budgetten prijkend met een te kort van vele milliarden, ongedekt, voelt men opnieuw hoe onzeker de toestand bij onze oostelijke buren nog immer is. Daar komt nu bij de beslissing der meerderheid in de Onaf hankelijke socialistische partij om zich aan te sluiten bij de derde internationale in Moskou m.a.w. de openlijke overgang van deze groep naar het communisme. Deze Russische over winning is te danken -- of te wijten - aan den invloed en de propaganda der Sovjetafgevaardigden Sinofjef en Lokofsky die op het congres der onafhankelijken de schrik voor de gevolgen van 't Bolsjewisme, die hun leider, Dittmann, onder de gelederen zijner partijleden had verspreid, wisten te bezweren en de meerderheid mee te krijgen. Een scheuring in de partij was het hoofd zakelijk gevolg en aldus zijn er op 't oogen blik twee groepen die zich Onafhankelijken noemen, waarvan de eene communistisch is, de andere niet. Wellicht zal die eene zich spoedig met Spartacus-Bond of Communis tische partij vereenigen, misschien de andere met de meerderheids-socialisten, maar toch voor het oogenblik is het Duitsche socialisme versnipperd als nergens elders. Zijn kracht wordt door die versnippering natuurlijk ver minderd, maar toch hebben de burgerlijke partijen geen reden om. zich daarover te verheugen, want het niet-communistische socialisme is in dit tijdsgewricht een steun voor de gevestigde orde in Duitschland en de aansluiting van een zoo groote groep Onaf hankelijken bij de partij der proletarische revolutie is ongetwijfeld een nieuw gevaar. Reden te meer voor de Duitsche diplomaten om te verlangen naar een zuivere verhouding jegens het buitenland, dat is dus allereerst naar een beslissing in de quaestie der schade loosstelling. Men kan zeggen, dat Frankrijk, 't welk thans zoo mooi profiteert van de resultaten der bespreking in Spa, zijn verzet HAAGSCHE ZEDEN Hoe zorgwekkend wordt het leven In het zedeloos den Haag; Voor de welgezinde burgers Wordt die ontucht er een plaag Raad, regeering en politie Breken zich het arme hoofd En de kranten blijven melden: Afgezonderd en beroofd Oorzaak van die zedeloosheid En dat schandelijk bestaan Zijn de rijke vreemdelingen Die er aan den boemel gaan, Mee lij hoeft men niet te hebben Ze verdienen deze straf, Laat ze maar gerust berooven, Zet ze maar eens stevig af. Als belabberde kwajongens Niet tot zelfbedwang in staat Gaan ze met hun po'tefeuiles Toch naar de van Riemsdijkstraat Nergens zijn ze te vertrouwen, Na een lunch of een diner Om dus goed op ze te passen Gaan hun vrouwen voortaan mee. J. H. SPE EN HO FF iMiiiiiMMiiiiiiHiiimiiiininitiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiitiiitiitnifiiiiiiiiiiiiii G&urigo Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'a HolL SlgarenfabrUk UTRECHT minimin minimi HIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII i HiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiti MI Bij een terugblik op de debatten mag de uiterste linkerzijde tevreden zijn. Bijna overal is het gelukt om formules,die maar eenig zins nationalistisch of militaristisch klonken, te vervangen door andere, die ook de meest overtuigde pacifist kan onderschrijven. De door de gebeurtenissen van den oorlog en de revolutie diep geschokte, maar tot nieuwe ervaring gekomen pacifisten zullen in de naaste toekomst zich tot taak moeten stellen, systematisch verder te werken op elk gebied der pacifitische wereldbeschouwing, om zóó langzamerhand uit de gezamenlijke leden van de pacifistische organisaties een soort van geestelijke kern te vormen, die voor de overige volkslagen een leider naar een betere toekomst kan worden : een toekomst van een in vrede, vrijheid en vreugde vereenigde menschheid ; een leider, wiens leven en leer n zijn, voor zoover dat ooit menschelijkerwijs mogelijk is. Deze Congresdagen hebben honderden nieu wen moed en frissche kracht gegeven en wij mogen gelooven, dat zij ons een schrede dichter tot de verwezenlijking van het pacifistisch ideaal gebracht hebben. 1 HE L. STÖC K K R iiiiiimiMmimmimiiimllliuillimiliiiii tegen de voortzetting van het daar begonnen overleg, dat in GJnève zou plaats hebben, wel moet opgeven. Toch is dit niet het geval en als het nu aan Loyd George of Lord Curzon gelukt is een schikking tusschen de bondgenooten tot stand te brengen, daarin bestaande, dat er eerst een vóór-conferentie met de commissie van herstel en dan eerst de beraamde bespreking in Génève gehouden zal worden, dan beteekent dit zeker niet dat Frankrijk er geen bezwaar meer tegen heeft, den omvang der Duitsche schadeloosstelling in overleg met Duitschland zelf te bepalen. Laat ons hopen, dat het daar niettemin van komt en dat juist zooals van het businesslike agreement" in Spa, Frankrijk zelf er van zal profiteeren en dat het op de situatie in Duitschland gunstig zal werken, als men daar weet hoeveel er te betalen zal zijn. De overwinning op het congres der uitsche Onafhankelijken moet de regeering in Moskou troosten voor velerlei tegenslag in eigen huis. De wapenstilstand met Polen kwam nu inderdaad tot stand op de voor Kusland zoo nadeelige voorwaarden, en al beteekent het voor de Russen gelijk wij de vorige week uiteenzetten niet zoo veel om een flink stuk land aan de vijanden over te laten, de reden waarom zij daartoe is ge noopt, is wel van groot belang. Want het wordt nu steeds waarschijnlijker, dat 't niet zoozeer om Wrangel's oprukken noodig was, troepen van het Poolsche front vrij te krijgen, als wel voor het bezweren van de antiBols;ewistische beweging in Rusland zelf. De berichten over opstanden in verschil lende deelen van het rijk blijven aanhouden en wekken den indruk van niet heelemaal ongegrond te zijn. Natuurlijk kan men daaruit aller.ninst de conclusie trekken, dat het spoedig gedaan zal zijn met Lenin's enTrotsky's bewind, want daarvoor zijn de bedoelde be richten veel te vaag en bovendien wordt er steeds bij gemeld, dat de regeering er tot dusver in geslaafd is elke opstandige bewe ging in bloed te smoren.... juist zooals de Tsaar placht te doen. Maar wel mag men aannemen, dat het Sovjet-bewind wankeler staat dan ooit te voren. Ook de van het front terugkeerende troepen schijnen niet onverdeeld betrouwbaar te zijn: er wordt verteld van een generaal Balahowitsj, die zich tegen de regeering in Moskou richt, terwijl de befaamde Boedjeny hetzelfde ge daan zou hebben. Dus: vijandige legers aan de randen van het rijk en opstanden in 't binnenland, terwijl de barre winter dreigt en de oogst in de verste verte niet voldoende is voor de voeding der bevolking.... het is een precaire toestand en men begrijpt dat onder zulke omstandigheden een regeering niet sterk kan staan, welke krasse middelen zij ook gebruikt. Maar is er in Rusland eenige andere macht in staat de bestaande omver te werpen? De Polen hebben nog een tijd lang, nadat de wapenstilstand reeds een voldongen feit was, overwinningen gemeld, plaatsen bezet en buit gemaakt en zij kunnen dus te vreden zijn over den afloop van dien oorlog, dien zij in 't voorjaar zoo onvoorzichtig begonnen en die in Juli bijna tot een vol slagen ondergang leidde. Ook tegenover Lithauen blijven de zaken zooals ze ge worden zijn na Zeligofsky's d'Annunziade: de vermetele generaal heeft een staat Centraal-Lithauen gesticht en er een regeering ingesteld, terwijl de Lithausche regeering in Kofno blijkbaar machteloos daartegenover staat, terwijl de Poolsche in Warschau zich bepaalt tot een zeer Platonisch wenkbrottwfronzen. Ja, Pilsoedsky, de volksheld die de Russen van Warschau verjoeg, is afgetreden omdat hij, die zelf uit Wilna komt, heel aan de zijde van Zeligofsky staat en niets van afkeuring van diens gedrag weten wil. Vermoedelijk heeft zijn aftreden evenveel te beduiden als de afkeuring van Zeligofsky's daad door de regeering in Warschau. Trou wens, waar is de macht die dezen Poolschen generaal uit Wilna verdrijven zal ? Poolsche troepen zou men er niet toe kunnen krijgen en de Entente zal er waarlijk geen leger heenzenden al maant zij de Polen nog zoo vurig aan om de beslissing van den Volken' bondsraad ten aanzien van Wilna af te wachten. D'Annunzio's en Zeligofsky's voorbeeld heeft intusschen weer navolging gevonden, terwijl de bevolking van Karinthiëmet aanzienlijke meerderheid haar stem heeft uitgebracht voor aansluiting bij Oostenrijk en niet bij Zuid-Slavie, hebben Servische troepen het land bezet. Maar in dit geval zullen naar het schijnt de Entente-mogendheden zoo noodig hun sterken arm doen voelen, d.w.z. Italiaansche troepen zouden die Serviërs verdrijven indien zij niet vrij willig heengaan. Waarom kan de Entente hier haar wil wel doordrijven, en niet in Fiume en Wilna ? Natuurlijk om geen an dere reden dan omdat ook de Italianen deze Serviërs liever niet in Karinthiëzien en be reid zijn hen eruit te werpen, niet in 't be lang van het recht of van Oostenrijk, maar in dat van Italiëzelf. J. C. VAN OVEN Levensverzekering Maatschappij H A A R L E M" Wilsonsplein 11 OF VOOROEELIOSTE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl