Historisch Archief 1877-1940
23 Oct. '20. No. 2261
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Vrouwen ia Noord-Amerika
Waar ter wereld zou men een grooter ver
scheidenheid van typen vermoeden dan
te New-York, waar zooveel verschil
lende elementen uit diverse streken van Europa
samenkomen? En toch ik laat het zwarte
element buiten beschouwing hcett zich
in deze mengkroes van volkeren een vrouwen
type ontwikkeld, zoodanig gelijk en
gelijkvormigalsnergenseldersgevonden wordt.
Ikbedoel hier de jonge vrouwen, zooals men die
voornamelijk in West New-York, op Broadway
of in tram- en subway ontmoet : Klein, maar
slank van bouw, veerkrachtig van gang en
houding, van het vroege morgenuur af ge
kleed in zijden robe of onberispelijke
tailormade, zijden kousen, fijn bruinleeren
puntschoenen (wat wij Amerikaansche schoenen
noemen, wordt in Amerika niet meer ge
dragen), de ontbloote armen tot over den
elleboog met zijden handschoenen bedekt.
Niet alleen de kleeding maar wonderlijk
genoeg ook de gelaatsuitdrukking heeft
zich aan de wereldstads-omgeving aan
gepast. Hoe anders deze gelijkvormigheid te
verklaren dan door een gemeenzamen invloed,
die de weeke was gekneed heeft volgens een
bepaald model? Die met zorg gekapte hoofd
jes zouden allerliefst kunnen zijn, wanneer
niet een laag poeder de natuurlijke
frischheid maskeerde, de ooren niet door een
cotelette van haar waren bedekt en de uitdruk
king der oogen niet zoo hopeloos onbedui
dend en oppervlakkig was. Eigenlijk veel meer
oppervlakkig dan onbeduidend; want, wan
neer men zoo'n gezichtje wat nader bekijkt,
ontdekt men onder den laag van opsmuk,
dat het er toch verre van dom uitziet. De
eerste dagen in New-York heb ik versteld
gestaan over het groote aantal
demimondaines, totdat ik bemerkte dat al die luchtig
opgesmukte wezentjes tot de eerbare
bedrijfsklasse behoorden. Toen kwam er een tijd,
dat ik onder het mom van de nauwsluitende
tailor-made van elegante snit de vrouw van
de wereld en het kantoormeisje niet van el
kaar kon onderscheiden, totdat evenals
een herder zijn schapen leert kennen kleine
onderscheidingsteekenen de diagnose moge
lijk maakten. Dat de laatste gom kauwen
en de eerste niet een
onderscheidingsteeken mij door een Amerikaan aan de hand
gedaan kan inderdaad somtijds als zoo'n
diagnosticum dienstbaar wezen.
Gelukkig heb ik New-York niet verlaten
zonder te hebben ingezien, dat naast het be
schreven uniforme vrouwentype,, dat door
zijn massa imponeert, een geheel andere Ame
rikaansche vrouw bestaat, ook uiterlijk
dank zij de algemeene welvaart vaak meer
verzorgd dan de middenstand bij ons ; maar
vrouwen, wier gelaat een eigen persoonlijk
heid- verraadt. In de Aula van de Columbia
University, waar ik een dag met een menigte
vrouwen uit de intellectueele wereld samen
was, ben ik voor het eerst in de toekomst van
Amerika gaan gelooven, voor zoover het heil
van een staat van de toekomstige moeders
afhankelijk is.
Want is er een ongeschikter opvoeding voor
het moederschap denkbaar dan het
enerveerende, geestelijk en lichamelijk ongezonde
bestaan van de honderdduizenden jonge meis
jes, die alle den stempel van het groote
stadsleven dragen? De roezige drukte van
kantoor of warenhuis afgewisseld door
flirtation, de avonden in cabaret of bioscoop ;
het grootste deel van het ruime salaris om
gezet in toiletten, een minimaal deel in goede
voeding ; inplaats van het noenmaal haastig
een icecream met gebak verorberd en de vrije
Zondag of ,,week-end" als gast van een jongen
vriend op een uitstapje en lekkernijen ont
haald. Als Zaterdags en Zondags de
Hudsonboot met vier- a vijfduizend jonge menschen
naar Bearmountain vaart, is het be
trekkelijk leeg op het hooge dek waar men
op de wijde rivier de longen van de
met benzinedamp bezwangerde stadslucht
bevrijdt , terwijl beneden bij een strijkje
in stof en warmte de op elkaar gedrongen
paren ten dans gaan. Dat is het jeugdleven
van een groot deel der vrouwen, die de toe
komstige moeders van New-York moeten
worden !
Zal ik u in een paar woorden de
New-Yorksche getrouwde vrouw uit den lagercn midden
stand schetsen?" vroeg een Hollander, die
mijn indruk volkomen deelde. ,,üa een tweede
rangs restaurant binnen. Zij en Hij (echt
genoot of vriend) zitten bij gezelligen kout
een icecream te nuttigen. Buiten op de stoep
tusschcn het drukke straatverkeer staat de
iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiini
IN BORDERLAND
Het is haast afgeloopen met de bloemen van
dit jaar. 't Is ook een lang jaar geweest,
vooral nu de zonnige October er weer een
verlengstuk aan maakt. Geen wonder, dat
sommige planten de kluts kwijt raken en er
nog maar eens lustig op los bloeien, evengoed
als in Mei of Juni. De meeste vaste planten
besteden den nazomer, den tijd na het rijpen
der vruchten, vooral aan het aanleggen van
nieuwe spruiten voor het volgend jaar en
het opeenhoopen van reserve-voedsel. Som
mige maken zoo vele en zulke groote blad
rozetten, dat ze te veel plaats gaan innemen
en nu al nopen tot dunnen en uitplanten.
Ik heb een mooie zalmkleurige variëteit van
knikkend nagelkruid Geuni rivale. Die was in
September gaan groeien en groeien, rozet bij
rozet en bladeren van meer dan een voet lang,
tot grooten last van de naburige planten.
Daar bleef het echter niet bij en toen in Oc
tober geen vorst en nevel den groei kwam
stuiten, is die plant ook maar weer gaan
bloeien, rijker en mooier zelfs dan in het voor
jaar en in heel ander gezelschap. Hetzelfde
doet de Omphalodes, het ouderwetsche
vergeet-mij-niet-achtige plantje, met de
donkerblauwe bloempjes, eerst een ont
zettend sterke vegetatieve vermeerdering en
nu nog bloei op den koop toe. 't Is eigenlijk
een lastig plantje in een border, waar je
niet te veel aan te doen wilt hebben en eigen
lijk meer geschikt, om te laten verwilderen in
kinderwagen. De verlaten baby huilt. Een
heer komt voorbij met een of ander geïllus
treerd tijdschrift in de hand. Hij (?natuurlijk
een Hij", zegt ironisch mijn reisgenoot, ,,want
een vrouw in New-York zou voorbijgaan en
het kind laten huilen") gaat naar den wagen,
tracht met zoete woordjes het kind te be
daren en als dat niet gelukt, duwt hij hem de
politieke spotprentjes onder de neus. En na
tuurlijk is het succes de baby wordt im
mers een Amerikaansch burger?boven ver
wachting."
Ik durf dit authentieke verhaal niet te
veralgemeenen, maar ter typeering is het
goed gekozen. Onvermijdelijk ontstaan er
wanverhoudingen. Zooals men algemeen hier
toegeeft, laat de New-Yorksche vrouw, niet
opgewassen tegen den plotselingen eisch van
altruïsme, dien het huwelijk aan elke vrouw
stelt, zich door haar man voortaan bedienen.
Welk een sociale hervormingen zijn er i^oodig
in het bedrijfsleven der jonge vrouwen voor
het aankweeken van een gezonder geest.
In tal van fabrieken, ook in enkele waren
huizen, heeft men reeds dezen eisch begrepen.
Ook de Y. W. C. A. 1) schept ontspanningen en
ontwikkelingsmogelijkheden voor de wer
kende vrouw, die tot verheffing van het
peil moeten leiden. Maar als gevaarlijk
mededingster staat de prikkelende atmosfeer
der wereldstad.
In de hoogere kringen der Amerikaansche
maatschappij is de opvoeding der jonge vrouw
ernstig ter hand genomen. Reeds in een tijd
perk, toen bij ons de vrouw slechts bij uitzon
dering de universiteit bezocht, gaf in Amerika
de,,college"-opleiding een kans tot algemeene
ontwikkeling, die men op onze meisjesburger
scholen destijds niet in die mate kreeg. Ook
gaf de stichting van enkele vrouwen-univer
siteiten gelegenheid voor geneesheer te worden
opgeleid, toen nog geen medische faculteit de
vrouw in Amerika toeliet. Eerst langzamer
hand beginnen de universiteiten voor beide
seksen open te staan. Het eerst is dat met de
staatsuniversiteiten geschied ; slechts schoor
voetend volgen de uit particuliere fondsen
gestichte groote universiteiten. De bekende
John Hopkins-University te Baltimore, laat
in enkele faculteiten nog geen vrouwen toe.
De faculteit der John Hopkins Medical School
heeft echter reeds bij haar oprichting de
verplichting daartoe aanvaard, omdat de
fondsen tot deze stichting grootendeels door
vrouwen op deze voorwaarde zijn bijeenge
bracht. Een zeer eigenaardige conservatieve
toestand heerscht in dit opzicht aan de oude
beroemde Harvard University te Boston,
waar vrouwen wel als toehoorders worden
geduld, doch in Radcliffe-college, viak bij de
universiteit gelegen, moeten worden geëxa
mineerd ; en wel door hoogleeraren van die
universiteit. Haar geheele college-opleiding
krijgen ze in Radcliffe, ook hier door dezelfde
docenten, die aan Harvard-college onderwijzen.
een enkele vrouw kan dus den titel van
Harvardgraduate" (waarop de Amerikaan
zoo trotsch is) krijgen, ofschoon haar oplei
ding volkomen overeenkomstig met die harer
mannelijke collega's is geweest. Hieruit ziet
men, dat ook in de vooruitstrevende Veree
nigde Staten vastgeroeste tradities kunnen
blijven voortbestaan.
Het ,,college"-stelsel, indertijd op
Engelsche leest geschoeid, is in Amerika in vollen
bloei. De twee eerste college-jaren zijn ver
gelijkbaar met onze hoogste klassen gymna
sium, de twee laatste met de propaedeusis
aan onze universiteit; met dit verschil, dat
het onderwijs in die jaren minder gespecia
liseerd is en men een algemeener ontwikkeling
beoogt. De vier jaren college" nemen ge
durende dien tijd het geheele leven van den
student in beslag, vooral, wanneer zooals
in de meeste particuliere colleges", de stu
dent tevens inwonend is. Slechts enkele
staatsen stadscolleges zijn extern gebleven. In die
laatste is de studie kosteloos, terwijl de par
ticuliere colleges over het algemeen naar onze
begrippen alleen voor ruimere beurzen open
staan; tenzij de student door hulp in het groote
huishouden der universiteit zijn internaat
zelf verdient. Het pleit voor de democra
tische opvatting in deze vaak zeer aristo
cratisch uitziende colleges", dat wie kelner
plichten aan tafel vervult of type-werk in de
bureaux, daarvoor geen graad lager in de ach
ting der medestudenten staat aangeschreven.
Ik heb persoonlijk deze verhouding aan het
zoölogisch station te Woods Hole in
Massachusetts bijgewoond. Aan de gemeenschap
pelijke maaltijden, waar zoowel leerlingen
als leermeesters en gasten deelnemen, is
de bediening grootendeels in handen van
studenten, die daarvoor hun kost gratis heb
ben, een wonder dat ik er den eersten dag,
zonder dit te weten, getroffen werd door de
combinatie van intelligentie en onhandigheid
van den kelner, die mij bediende.
De staatsuniversiteiten met kostelooze stu
die gaan in den huldigen tijd vaak onder
zoo
1) Young women christian association.
Louise van Oranje, Erfprinses van Brunswijk
(Illustratie uit: ,,Prinsessen van Oranje in Duitschland"
danige finantiëele zorgen gebukt, dat men
b.v. in Californiëzich reeds heeft afgevraagd,
of hel geen onnatuurlijke verhoudingen schept,
de docenten door onvoldoende salaris aan
verarming bloot te stellen, terwijl de vrouwe
lijke studenten evenveel of meer honderden
dollars aan hun toilet besteden dan het salaris
van menig docent bedraagt.
Hoe hooger een college" in de algemeene
opinie staat aangeschreven, hoe moeilijker
men is bij het opnemen van leerlingen. Men
moet aan zeer bepaalde eischen voldoen,
waarvoor het gewenscht is, dat reeds eenige
jaren te voren de ouders mondeling of schrif
telijk in contact met het college" treden.
Den geheelen gang van zaken in zulk een groot
bedrijf heb ik in het meisjes-college te Balti
more gezien, Goucher-coilege genaamd, een
groot complex van goed ingerichte gebouwen
doch zonder het heerlijke buitenterrein, dat
b.v. de Colleges Bryn Mawr bij Philadelphia,
Vassar-College te Poughkeepsieen anderen tot
zulke verrukkelijke verblijven maakt. In
Goucher-College werd ik rondgeleid door de
vrouwelijke arts van het college Miss Liiian
Wclsh, een in Baltimore zeer bekende per
soonlijkheid, die naast haar onderricht in de
Hygiëne toezicht houdt op den physieken toe
stand van alle leerlingen ; ook de gymnastiek
en sport, die tot de verplichte vakken
behooren (waaronder ook het zwemonderricht) staan
onder haar beheer. In de gymnastiekschool
werd ik door Miss Welsh naar een fraai
zwembassin geleid, waar een electrisch droogtoestel
voor de haren der meisjes zelfs niet ontbrak.
In de practisch en gezellig ingerichte biblio
theekzalen en in de smaakvolle leeskamers,
heb ik dikwijls verlangd mij rustig neer te
zetten. Zelfs een kunstleeszaal werd mij te
Radcliffe-college bij de Harvard-University
getoond, waar een kunsthistorische verzame
ling voor de meisjes beschikbaar is. In de
logeerhuizen, de z.g. dormitories, waar ieder
meisje haar eigen kamer heeft, bevinden zich
gemeenschappelijke halls, eetzaal en ontvang
kamers, waar volkomen vrijheid heerscht bij
de ontvangst van gasten. Er is een streven in
de colleges" het leven zoo vrij mogelijk te
houden. De wetten die er bestaan, zijn ten
bate van de meisjes zelf gemaakt; dat voelen
ze en ze houden zich eraan," hoorde ik de vrou
welijke physioloog van Smith-Collegein
NewHampshire, (waar 2400 meisjes studeeren)
zeggen. Bovendien is in de meeste colleges"
een Selfgovernment", waarmede liet
hoofdEISCHT STEEDS
SIPKES'JAMS
een boschpartijtje. Dan kan dat nagelkruid
er bij en dan moeten ze het samen maar uit
vechten.
De kerstrozen hebben al witte
bloemknoppcn boven den grond en ook de mooie
Erica van de bergen, de Erica Carnca, die
we in den zomer bloeiend vonden, dicht hij
de eeuwige sneeuw, staat hier gereed, om in
Februari in bloei te komen, de knoppen al
duidelijk gesteeld. Zoo komt liet volgend
voorjaar al weer om den hoek kijken, naast
de onverwachte herhaling van het voorjaar
van 1920, dat is dan dat nagelkruid.
Overigens is het glad herfst met dahlia's
en chrysanten, heleniums en guldenroede.
Met elkaar vertegenwoordigen /.ij de halve
wereld en in hoofdzaak Japan en
NoordAmerika. Wij hebben zelf ook een
guldenroede en wel de echte Solidngu rirguurea,
een sieraad van ons boschlandschap, maar
niet hoog genoeg, niet talrijk genoeg, niet
duidelijk genoeg, om opgenomen te worden in
de literattuur en in het dagelijksch leven.
Dat is in Amerika anders, maar die Ameri
kaansche ,,goldenrods" zien er ook heel
anders uit. Ze zijn al gauw anderhalve tot
twee en een halve meter hoog en groeien in
den regel troepsgewijs, zoodat ze in nazomer
en herfst op de plaatsen, waar ze voorkomen,
het landschap geheel beheerschen, te meer
doordat hun sterk gele bloemen aan de einden
der twijgen in dichte pluimen en tuilen zijn
opgehoopt, een wonder dus dat Emerson,
Thoreau, Burroughs en al de schrijvers die
met hen in aanraking zijn geweest of hun in
vloed ondervonden geen herfst kennen zonder
goldenrod" en een van de dichters of filo
sofen uit Concord zong reeds :
I see the golden-rod shine bright,
As sun-showers at the birth of day,
A golden plume of yellow light
That robs the Day-god's splendid ruv.
Vv'ij kennen die «ouden pluim heel goed.
Al heel lang geleden is de Canadeesehe
guldenroede, Stiliildgo Cdiniilciisis, als sierplant inge
voerd en er is zelfs een tijd geweest, dat hij
een beetje uit de mode raakte en alleen, maar
dan ook zeer veel werd aangetroffen in
boerentuintjes. Tegenwoordig ontbreekt hij ge
lukkig in geen enkele border en men vindt in
<iUi,Di:NRoi-:m:
iSn/iilajfn cainnlensisi a. een
afzonderlijk bloemhoofd:c;
b. een bekerbloenipie uit het
midden: c. een lintbloempje
uit den rand.
bestuur voeling houdt. De leidende hand,
die ter nauwernood wordt gevoeld, zorgt
voor een meer evenwichtige ontwikkeling
dan onze jonge meisjes vaak in het
eerste univcrsiteitsjaar doormaken.
Het zijn deze colleges", die het groote con
tingent van intellectueele hulpkrachten leve
ren, die men in laboratoria en andere bedrijven
zoozeer op prijs weet te stellen. Met haar col
legediploma A B (Bachelor of arts) of B S
(Bachelor of Science) kan de Amerikaansche
jonge vrouw op een goed gesalarieerde, aan
gename betrekking staat maken. Voegt ze nog
een 5e studiejaar aan haar college-opleiding
toe, dan staat ook het leeraarschap aan een
Highschool" voor haar open. Om een denk
beeld te geven van dergelijke werkkringen
zou ik den lezer rond willen leiden in een der
groote medische instellingen te New-York,
het Rockefeller Institute for medical Res
earch, waar men college-graduates in zeer ver
schillende functie vindt. Daar is b.v. de
bibliothecaresse, Miss Trask, op wier schouders,
bijgestaan door een eveneens vrouwelijke assis
tent, de gehecle zorg v;:n het ingewikkelde
bibliotheekwezen rust. Een meer practisch
ingerichte, aan de eisenen van zulk een hete
rogeen instituut aangepaste bibliotheek, is
mij elders onbekend. Verder de chef van het
Publication-departmcnt, Miss Campbell,
een jonge vrouw, die de uitgave van drie over
de geheele wereld verspreide medische tijd
schriften in handen heeft en over een staf van
jonge meisjes'regeert. Voorts de voortreffe
lijke vrouwelijke hulpkrachten in bacterio
logische, operatieve en chemische afdeeling
van het instituut en de talrijke secretaressen
die zoo niet allen toch voor een groot
deel ,,college-graduates" zijn ; van wier tact
en intelligentie, ook dikwijls van wier kennis,
het afhangt, in hoever ze den
natuuronderzoeker, bij wien ze werkzaam zijn, van admi
nistratieve beslommeringen kunnen ont
lasten. Allen beschaafde, met zorg gekleede
jonge meisjes, die hier een aangenamen nut
tigen werkkring vinden en op voet van gelijk
heid met hun meerderen omgaan. Want in het
in menig opzicht weinig democratische
Airerika, is de joviale, natuurlijke omgang van
meerderen en minderen - zonder dat het
werk er onder lijdt werkelijk
navolgingswaardig.
Dank zij de praetische biologische oplei
ding, kan een college-leerling, ook zonder dat
ze daarna aan een universiteit studeert, dik
wijls in samenwerking met haar leermeester,
voortreffelijk werk verrichten. Aan een
hoogleeraar der" Harvard University vroeg ik eens
zijn medewerker te leeren kennen, die naar ik
wist, gezamenlijk met hem, een buitengewoon
belangrijk onderzoek had gedaan, en hij ver
wees mij naar een college-graduate, de dochter
van een millionair te Boston. Ook heb ik
college-graduates ontmoet, die met hun echt
genoot samenwerken en publiceeren. Nu de
dienstbodennood meer dan vroeger beslag
op de huisvrouw legt, heeft dit dikwijls
aan de samenwerking een eind ge
maakt. Maar ook in den hoogeren midden
stand bemoeit de man zich meer met huiselijke
zaken dan bij ons. Ik herinner mij een in de
biologische literatuur bekend echtpaar, die
afwisselend 's morgens en 's middags de
kinderzorg voor de verzorging van
embryologische praeparaten ruilden, terwijl de nurse
vacantie had.
Zoo staan er voor de college-graduates
al naar de richting, waarin ze zich gespe
cialiseerd hebben tal van goede betrek
kingen open. In banken, advocaten-kantoren,
in de regeeringsdepartementcn vinden ze
haar plaats. Ik ken zelfs een directrice van
een der beste New-Yorksche theaters, die
haar opleiding in Bryn Mawr-college ontving.
Omgerekend in onze geldwaarden is het
salaris, dat deze vaak nog zeer jonge vrouwen
verdienen, aanmerkelijk hooger dan in Europa.
Maar men moet niet vergeten, dat de alge
meene levensstandaard in Amerika anders is
dan bij ons. Dat b.v. dergelijke meisjes ge
regeld paardrijden waartoe afgezien van
de rijkosten, toch ook een amazone-costume
noodig is wordt volstrekt niet als iets
ongewoons beschouwd.
Evenals ik bij mijn komst in de Vereenigde
Staten verbaasd stond over de conservatieve
houding veler universiteiten tegenover de
vrouwenstudie was ik zeer verwonderd
over de onbeteekenende plaats, die de vrouw
bij het universiteits-onderwijs inneemt.
(Slot volgt) Dr. M. A. VAN HERWERDEN
Prinsessen van Oranje in Dultschland
Prinsessen van Oranje in Duitschland" is
de titel van een reeks vrouwenlevens,
geschetst door Joh. W. A. Naber (uitgave
H. D. Tjeenk Willink, Haarlem). Geheel
nieuw is de serie niet, de monografieën van
Caroline van Oranje en Wilhelmina van
Pruisen door de schrijfster vroeger in boek
vorm vastgelegd geven reeds veel wat men
in deze schetsen terugvindt. Hoe zou ook
het leven van prinses Willemijntje besproken
kunnen worden zonder daarin een plaats
toe te kennen aan haar dochter Louise van
Oranje de crfprinses van Brunswijk, wier
levensbceld na verschenen te zijn in ,,je
Maintiendrai" thans in dezen bundel
voorkomt?
Johanna Naber heeft in dit boek geteekend
het beeld dier vorstinnen van Oranje uit het
stadhouderlijke tijdperk, die, door haar huwe
lijk in Duitschland gevestigd, daar den naam
van haar geslacht met eere hoog hielden.
Het zijn : Louise Juliana van Nassau, Keur
vorstin van de Palts 157(5?1044. Louise
Henriette van Oranje (Mad»e d'Orange, zooals
men haar placht te noemen), Keurvorstin
van Brandenburg 1(528 1067. Carolina van
Oranje, Vorstin van Nassau?Weilburg
1743 -1787. Louise van Oranje, Erfprinses
van Brunswijk 1770?1819.
De schetsen staan op zich zelf. ledere
vrouwenfiguur is een karakterbeeld, gegeven
in 't verband van den tijd waarin zij leefde.
Altemaal vrouwen, die als dochters trouw
zijn geweest aan de traditie van haar Huis;
als zusters de kracht van het huis van
Oranje Nassau als het ware hebben
verdubdeld door het inijige familieverband dat zij
wisten te onderhouden ; als gehuwde vrouwen
haren echtgenooten tot trouwe liefdevolle
hulpen waren; als moeders en opvoedsters een
machtigen invloed hebben gehad op de vorming
van altijd weder nieuwe strijdkrachten voor
den eeuwenouden, hier op aarde wel nimmer
eindigenden strijd van waarheid en recht
tegen de geestelijke boosheden in de lucht".
Door tal van citaten uit de uitgebreide
particuliere correspondentie die als schat van
het Koninklijk Huisarchief de schrijfster ten
dienste stond, hebben de personen in haar
vorstelijke omgeving iets levends voor ons.
Wij voelen de gezinsverhoudingen, de moe
derlijke zorg, van zoo grooten invloed bij de
opvoeding der jonge kinderen de verwikke
lingen ontstaan door het huwelijk in den
vreemde, de moeilijke tijden van oorlog en
omwenteling die werden meegemaakt.
Evenals bij de andere studies van Johanna
Naber, komt men ook in deze serie vrouwen
levens onder de bekoring van de welverzorgde
stijl, de distinctie in woordkeuze en de fijne
trekken waarmede de schrijfster haar figuren
weet te teekenen. De oorspronkelijke bronnen
weet zij aaneen te schakelen, eenvoudig,
zonder verdichting of romantisch waas. zonder
geschicdvervalsching dus, doch met fijn gevoel
en een warm hart voor alles wat edel is en
waar.
,,Prinsessen van Oranje in Duitschland"
maakt een deel uit van onze vrouwenbiblio
theek dat zijn waarde zal blijven behouden.
E i. i s. M. R o c G K
de prijscouranten zelfs af en toe nieuwe vari
teiten aangeprezen. Echter verwondert het
mij, dat er nog niet meer soorten worden gepro
pageerd, want behalve de S. Canadensis
komen in Amerika nog dozijnen gulden
roeden voor, die zeer zeker ook een goed figuur
in onze tuinen zouden maken en die nog meer
dan die oude plant van beteekenis kunnen
zijn voor de bijenteelt. Het is zoo goed als de
bijen met het inwinteren op de mooie dagen
nog voldoende voedsel kunnen halen in de
vrije natuur en dan komt het zeer te pas,
wanneer ze naast de vaderlandsche klimop
nog wat Heleniums en Solidago's tot hun be
schikking vinden.
Ik houd er van om dezer dagen tusschen
die gele bloemen te staan en haal er ook nog
wel het vergrootglas bij, hetzij om de velerlei
insecten te bekijken, of om te zien hoe in den
morgen de afzonderlijke bloempjes zich
openen. Elke pluim bestaat uit duizenden
blocmhoofdjes en elk hoofdje heeft een aantal
randbloemp'jes, die alleen maar een stamper
bezitten, terwijl de bekervormige bloempjes
uit het midden ook meeldraden hebben,
vereenigd tot een kokertje. Zoolang die beker
bloempjes nog dicht zijn, lijken het kleine bol
letjes en heel aardig is het, om te zien, hoe
zoo'n bolletje opensplijt, hoe de vijf tandjes
naar buiten omkrullen en hoe in korten tijd
de stempel, van buiten met stuifmeel
bepoeierd uit de helmknopkoker omhoog komt.
En al dien tijd gonst en glinstert het van
insecten, die op den honing afkomen. Dat zijn
in de eerste pjaats de honigbijen en in de
tweede plaats de groote zweefvliegen, die zoo
veel op bijen lijken, dat ze den naam van blinde
bij hebben gekregen. Dat zijn nog al geharde
klanten, want ze komen ook op dagen, dat
de honigbijen thuis blijven. Ook kwam er
vandaag nog een akkerhommel, dat is die
met den bruinen rug, vermoedelijk wel de mees
! Bestelt ROZEU, PLANTEN,
\ HEESTERS, ZADEN,
rechtstreeks bij de |
voorheen B. RUYS
DEDEMSVAART
geharde en laatst vliegende van al onze
hommelsoorten. Verder zag ik ook mannetjes
van gruafbijcn. Van de meeste hommels,
wespen en bijen zijn de mannetjes nu al lang
dood, maar sommigen slagen er in, om te
overwinteren. Een spin, geel als de bloemen
zelve, zat tusschen de twijgen verscholen en
had zeker pas een goed maal gedaan, want ze
liet thans de insecten ongemoeid. Waar
schijnlijk zit ze daar 's nachts ook, want in
de dichte bloemenmassa blijft het altijd een
beetje warmer dan in de omgeving.
De solidago bloeit soms nog in December.
Nu nog heeft hij zijtakken, waaraan de bloe
men zich pas ontwikkelen en als het nu maar
zacht weer blijft, dan komen die nog wel tot
bloei, tot groote vreugde voor de
wintervliegen. Helenium doet dat niet zoo grif,
maar die geeft gedurende den bloei nog
meer honig dan Solidago.
J \
P. T n 11 s s i-: