Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
30 Oct. '20. No. 2262
kolenprijs hier te lande thans circa vijfmaal
zoo hoog is als in 1914, terwijl b.v. minder
waardige kolen, als magere e.d., thans ca.
tienmaal zoo duur verkocht worden als voor
heen. En de vaststelling van deze prijzen
vindt plaats door het Centraal
Verrekenkantoor voor brandstoffen, een door de regee
ring ingesteld officieel lichaam.
Wil men voor een deugdelijke
duurtebestrijding een stap in de goede richting doen,
dan worde hieraan paal en perk gesteld, of
door te trachten onze binnenlandsche
kolenproductie veel sneller dan thans omhoog te
voeren, of door het verbruik der brandstoffen
zoo economisch te doen plaats vinden, dat
import overbodig is.
De eerste oplossing is het gemakkelijkst
uitvoerbaar, hoewel zij groote onkosten uit
's lands kas zal vergen. Maar dit zij geen be
zwaar, want tegenover deze onkosten staat
het groote voordeel, dat de honderden
millioenen, welke thans voor de geïmporteerde
kolen betaald worden, in het land blijven.
Een vermindering van ons jaarverbruik
aan kolen zal eveneens tot een aanzienlijke
prijsvermindering der fabricagekosten leiden.
In de praktijk zal deze weg echter moeilijker
uitvoerbaar zijn, omdat een dergelijke maat
regel individueel ten uitvoer gebracht rnoet
worden. Immers om hiertoe te komen, zal men
alle stookinrichtingen stuk voor stuk op hunne
economie moeten onderzoeken en daarna
aan de hand van de verkregen cijfers de
fabrikanten of moeten dwingen om zuiniger
te stoken óf hen van verdere kolenlevering
uitsluiten. Zoolang de verdeeling der kolen
nog in handen is van de Rijks-kolendistributie
zal dit laatste middel goed uitvoerbaar zijn.
En deze weg tot een deugdelijke
duurtebestrijding past in zooverre goed aan het
reeds bestaande, dat de uitvoering van
deze controle in handen gelegd kan worden
van het kort geleden opgerichte Instituut
voor brandstoffeneconomie, dat met zijn
uitgëbreiden staf van technici en adviseurs onge
twijfeld in hooge mate objectief zal kunnen
ingrijpen.
Schiedam. G. DECi. ERCQ
u uu uu u niiiini minimum umi
DE GEMEENTE-BEGROOTING
VAN AMSTEKDAM.
Straks zullen de dames en heeren, die
door de Amsterdammers naar het Prinsenhof
zijn gezonden, weer slag leveren naar aan
leiding van de begrooting.
Het zal alles zijn zooals verleden jaar.
Veel klejn gepeuter en politiek gewurm, nog
meer gekijf een enkele vergeefsche waar
schuwing van een raadslid van den ouden
stempel, en een knappe mjllioenen-speech
van den heer Wibaut. En aan het einde
zullen wij evenveel weten ais bij het begin :
dat het met onze financiën meer dan treurig
er voor staat.
Een gevolg van de ontzettende stijging van
de gemeentelijke uitgaven. Deze laatste be
grooting is ongeveer 20 millioen hooger dan
de vorige (82 tegen 62 millioen, een on
gekend accres) tegen een vermeerdering van
11 millioen verleden jaar en een van 12 daar
vóór.
Ondanks alle goede voornemens en plech
tige verzekeringen van verleden jaar zijn dus
de uitgaven toch weer geweldig opgedreven.
Heel wat millioenen zijn in den loop van
1920 gevoteerd zonder dat iemand wist,
waar ze vandaan moesten komen.
En omdat toch niemand het weet, wordt
er maar wat op de begrooting gezet.
Eenerzijds een veel te laag geraamd totaal van
de uitgaven; dat gebeurt ieder jaar, omdat
men telkens voorgeeft niet te begrijpen, dat
het in een volgend jaar weer hetzelfde" spel
letje van nieuwe kostbare maatregelen zal
zijn; en aan den anderen kant zijn de ra
mingen voor de inkomsten niet alleen op
timistisch, maar worden er zelfs posten op
de begrooting gebracht, waarvan niemand
eenige zekerheid heeft. Zoo lezen we nu:
nooduitkeering over 1921 van het Rijk als
voorschot op de te herziene financieele ver
houding met de gemeenten" a 5 millioen;
,,baten" uit het nog aan te nemen wetsont
werp op de verruiming van het gemeentelijk
m»GT
'HUIS TOfZEIDIK
UI
VAN DER HOOP's
MEUB
LBEWARiNGEN TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
. .AN HAAR LAATST ,x
Oitiluitend \ VERSCHENEM X HMSTEIDIIK
levestijd: V PROSPECTUS / h inmtti,it\
TELEFOON \ / 21 «S ZUID
belastinggebied" a 1,5 millioen. En omdat
er nog gapende tekorten op vorige diensten
zijn, neemt men tevens maar uit de zelfde
nooduitkeering over 1920 ook 5 millioen, en
voor het deficit van 1919: 11,35 millioen uit
de derde uitkeering uit de O. W. belasting (!)
Zoo wordt het begrooten hoe langer hoe
makkelijker, maar de begrooting tevens steeds
minder waard. Deze begrooting sluit in de
verste verte niet, en wordt alleen maar ge
maakt omdat de wet het nu eenmaal eischt.
Nu kan men zeggen: ja, maar dan moest
het Rijk ook maar anders doen. Het moest
ons niet laten zitten met allerlei uitgaven,
die ook aldoor stijgen, en waarvoor het geen
hoogere vergoeding geeft, dan vóór den
oorlog.... En denk nu ook eens aan de
reusacht'ge sommen voor woningbouw en dergelijke
die eigenlijk geheel door het Rijk moesten
worden betaald. Zeker, de financieele ver
houding met het Rijk moet dringend worden
herzien maar als dat gebeurt, wie zal er
dan het grootste plezier van hebben: de
wethouder van Financiën of de belastingbe
talende burger? Vermoedelijk de eerste, want
de sommen, die dan voortaan uit,Den Haag
zullen komen, haalt Den Haag voor het
grootste deel weer.... van ons. De moeilijk
heid-wordt meer verplaatst dan opgeheven.
Ook in het beperkte belastinggebied van
de gemeenten zit het toch eigenlijk ook niet.
Het ontwerp-de Vries, dat op het
oogenblik in de Tweede Kamer wordt behan
deld, brengt eenige verbetering.... uit een
belasting-fecftn/sc/z oogpunt. Het boort een
paar nieuwe belastingbronnetjes aan, die
waarschijnlijk niet zoo heel veel zullen op
leveren, en geeft overigens een ruimere
progressie-mogelijkheid voor de gemeentelijke
inkomstenbelasting, wanneer we die willen
behouden in plaats van haar te verruilen
voor opcenten op rijksbelastingen (en of"
we dat willen, dolgraag zelfs). Maar iedereen
weet, dat onze tegenwoordige progressieregeling
juist voor de hoogere percentages lasten op
legt, die haast niet meer dragelijk zijn.
B. en W. erkennen dit implicite zelf, door in
hun toelichting, te schrijven, dat het be
staande tarief dat tot 18 gaaf' onmogelijk
meer kan worden verhoogd.
Neen, ook dit ontwerp zal niet veel
uitredding brengen.
B. en W. denken er dan ook maar 1.5
millioen uit te halen; een geringe som, ook
at neemt men in aanmerking, dat dit bedrag
niet over een vol jaar is geschat. Het maakt
wel den indruk, alsof men het bestaande
tarief voorloopig maar wil behouden, om
daarnaast alleen wat uit de nieuwe bronnen
te putten. Maar dan moet dat tarief totaal
3(3 millioen opbrengen, een duizelingwekkende
som, als men weet dat voor 1920 oorspron
kelijk 25 millioen was geraamd (later 28) en
dat 1919 25 millioen opgebracht heeft.
Neen, in de wet zit de oorzaak van de
misère maar gedeeltelijk. Laten we ons toch
geen illusies maken: met of zonder wets
wijziging zullen we in de financieele misère
blijven zitten, zoolang sommige partijen
meer in het opdrijven van de uitgaven
dan in het bezuinigen hun belang zoeken.
Beloften en goede voornemens zijn ijdel.
Verleden jaar Januari heette het plechtig:
als de loonsverhooging voor de werklieden
aangenomen wordt volgens de voordracht
van B. en W., zijn wij zoover gegaan als
maar eenigszins kan; in September werken
Burgemeester en Wethouders niet alleen mee
om een nieuwe loonsverhooging van over de
drie millioen jaarlijks tot stand te brengen,
maar tevens om de loonsbepaling slechts
voor n jaar te doen gelden en uit handen
van den Raad te halen hetgeen zeggen
wil, dat we er zeker van kunnen zijn, ieder
jaar opnieuw over de brug te moeten komen!
Dit krasse staaltje was enkel en alleen een
gevolg van partij-politiek, van poütieken
naijver. Roomsche- en sociaal-democraten
hadden net zoo lang tegen elkaar en vooral
tegen Wijnkoop opgeboden, tot het duidelijk
werd, dat het zoo niet langer ging. Toen
heeft men de reorganisatie van het Geor
ganiseerd overleg" uitgevonden, ,,omdat de
Raad geen geschikt college voor de loons
bepaling was," d. w. z. omdat men moest
zorgen, dat de communisten niet met hun
altijd hooger bod de zaak voor de andere
partijen bleven bederven. Geestdrift voor deze
hervorming bestond er dan ook alleen bij de
twee genoemde partijen, terwijl alle overige,
ook de communistische, er weinig of niets voor
voelden. De geestdrift van twee fracties heeft
ons intusschen geld gekost!
Zoo is het met zoovele dingen. Ons stads
bestuur is door en door verpolitiekt, en
daarin zit de bron van veel ellende. Ik weet
wel, dat onder dit alles diepere oorzaken
liggen; dat het in vele opzichten toe te juichen
sociale opdringen van de arbeidersklasse nu
eenmaal gepaard moet gaan met economische,
dus financieele moeilijkheden; dat dezelfde
verschijnselen zich in meerdere of mindere
mate overal voordoen. Maar dat neemt niet
weg, dat we hier toch wel heel diep in het
moeras zijn komen te zitten, dieper dan be
paald noodzakelijk is. Het is niet noodig,
dat Burgemeester en Wethouders tegelijkertijd
bij hun begrooting schrijven, dat de sociale
bemoeiing nu toch beperkt moet worden, en
op hetzelfde oogenblik voorstellen doen om
trent aankoop van een tweede drijvende
zweminrichting, die geheel gratis ter beschik
king moet worden gesteld; reusachtige plannen
voor melk- en groentebedrijven behoeven nitt
te worden ingediend, wanneer er voor de
gemeente zelfs tegen hooge rente ^een
crediet is te krijgen. *) Allemaal dingen ik
noem maar een paar voorbeelden, die mij het
eerst invallen die misschien hun goeden
kant hebben, maar zeker het nadeel, dat zij
de ernstige kwaal van de niet-sluitende be
grootingen helpen voortzetten. En die, eerlijk
gezegd, toch voor een deel worden ingegeven
door de politieke struggle tor life.... het is
zoo heerlijk, tegen concurrenten te kunnen
zeggen: dat is ons werk geweest.
Speciaal de S. D. A. P. heeft van dit soort
van concurrentie heel wal op haar geweten.
Hoe meer zij tusschen vuurrooden en burger
lijken bekneld raakt, des te hartstochtelijker
spant zij zicli in, om het zoete leven te
rekken. . . .
Het zal haar weinig baten. Ook het ver
schijnsel van krachts-verlies van het ge
matigde socialisme is algemeen, maar hier
komen nog eenige factoren in het nadeel der
sociaal-democraten er bij. In de eerste plaats
OELOF ftlTROEN
KALVERSTRAAT 1
Amsterdam
OPGERICHT 185O
TELEFOON 658 N.
EN HAAG - PLAATS 23
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BRILLANTEN
Goud. Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
't Heeft er in het eind der voriga wiek
naar uitgezien alsof de kolendelversstaking
in Engeland inderdaad de aanleiding zou
worden tot de geweldige
economische-politieke crisis welke sommigen onafwendbaar
achten, en 't zal wel onder den indruk van
deze mogelijkheid geweest zijn, dat de heer
Wijnkoop op het communistisch congres in
Rotterdam te kennen gaf, van Engeland het
meest te verwachten voor de spoedige komst
der wereld-revolutie. Trouwens het gevaar
is nog niet van de lucht, en als regeering,
patroons en stakers niet heel spoedig tot een
vergelijk komen, dan is een staking van
spoorweg- en transport-arbeiders niet onwaar
schijnlijk. De zaak is, dat blijkbaar een
groote groep onder dezen 't een wijze poli
tiek acht om door middel van een staking
op zeer groote schaal den strijd spoedig uit
te vechten, omdat als de mijnwerkersstaking
lang duurt, spoorwegen en andere industrieën
toch voor een groot deel tot stilstand zullen
komen. Langdurige werkloosheid zou dan
de macht van het leger van den arbeid ver
zwakken en dus schijnt het beter nu maar
in eens van leer te trekken en den strijd
met het staatsgezag aan te binden. Ziehier
dus de stemming als er op politiek terrein
vóór het uitbreken van den grooten oorlog
heerschte, vooral in Duitschland: de oorlog
moest toch eenmaal komen, dan was het maar
beter dat hij gauw kwam en kort duurde.
Het gevolg was, dat de oorlog inderdaad
kwam en zoo kan ook van de thans in de
Britsche arbeiderswereld heerschende stem
ming het gevolg wezen, dat de worsteling
uitbreekt, ofschoon ze heel goed af te wenden
ware geweest.
De leiders willen daarom ook van deze
taktiek niet weten, en toen Vrijdag voor 'n
week de spoorwegarbeiders te kennen gaven
dat als regeering en arbeiders het niet eens
waren vóór Zondag, de treinen Zondagnacht
zouden ophouden te rijden, hebben de leiders
hunner vakvereeniging, in 't bijzonder Thomas,
in verzoenende richting gewerkt, en 't is gelukt
de calamiteit af te wenden en de onderhan
delingen tusschen regeering en mijnwerkers
weer aan den gang te krijgen. Zoo werd tegen
Maandag het bestuur van den
mijnwerkersbond naar Londen geroepen en werden
de onderhandelingen tusschen hun vertegen
woordigers, Lloyd George en de patroons
heropend. Op 't oogenblik van ons schrij
ven duren zij nog voort en de berichten
die. van regeeringskant over den loop van
zaken verspreid worden, luiden optimistisch.
Toch, het duurt langen gaat moeilijk; de
staking is reeds in haar tweede week en aK
beide, of eigenlijk de drie partijen niet
schielijk tot overeenstemming komen, zuilen
de bezadigden wellicht niet in staat zijn de
stakingsgragen in de hand te houden. Intus
schen bereidt de regeering zich op den strijd
voor, heeft zelfs een wet tot beveiliging
der gemeenschap" in het parlement gebracht
ten einde tot zeer krasse maatregelen
gerechtip.d te zijn als de arbeiders heel het
verkeer stil leggen.
Wij weten niet goed, over welk punt
regeering, patroons en mijnwerkers niet kun
nen heenkomen, want omtrent de onder
handelingen wordt slechts weinig gepubliceerd.
Natuurlijk ga^it het over de i|uaestie der
verhouding van loon en productie. Over het
beginsel dat de gevraagde loonsverhooging
gegeven kan worden mits de productie her
steld wordt op 't peil dat ze eenige maanden
bereikte, schijnt men het eens, maar de
arbeiders' eisenen waarborgen dat de patroons
de produetievermeerdering niet zullen tegen
werken. Dit althans wordt van arbeiderszijde
kenbaar gemaakt. In elk geval staan partijen
niet ver van elkander af en mocht het des
ondanks tot de groote worsteling tusschen
kapitaal of staatsgezag en arbeid komen,
dan is het thans bestaande mecningsverschil
slechts aanleiding en de diepere oorzaak is
en blijft de desorganisatie van het econo
mische leven in Engeland door de mobilisatie
en demobilisatie van de enorme
arbeidersmassa's in en na den oorlog.
*
Mac Swiney, burgemeester van Cork, is
na een hongerkuur van 74 dagen gestorven.
Ierland rouwt en de Engelsche pers zegt
deels dat men geen medelijden hoeft te
hebben met een zoo vruchteloos eu geheel
zelfgekozen martelaarschap, deels dat het een
domheid van de regeering is geweest om dtn
man niet vrij te laten eu aldus de stemming
in Ierland en ook in Amerika nog meer te
de wassende ontevredenheid tegen het
gemeentebeheer der laatste jaren, dat (gedeel
telijk terecht) met het hunne vereenzelvigd
wordt. En daarbij komen nog het vrouwen
kiesrecht, dat eenige opschuiving naar rechts
geeft, en toevalligerwijze ook de stadsuit
breiding, die vermoedelijk eenigszins dezelfde
tendenz zal hebben. Het is misschien niet
te veel verwacht, als wij aannemen, dat zij
van dertien zetels er vijf of zes zullen ver
liezen.
Wat dan voor hen in de plaats komt,
zullen wij moeten afwachten. Laat ons hopen,
dat het geheel wat meer bezonnenheid krijgt.
Het is meer dan noodig. Men maakt de
gemeente zoo graag tot een vooruitstrevend
orgaan, juist omdat zij een zooveel minder
log organisme is dan het Rijk; maar wanneer
nu eenmaal vast staat, dat voor een ge
zonden economischen toestand de eerste eisch
is: zuinig beheer en sluitende begrootingen!
en dat weten wij toch allen - moet de
gemeente dan ook niet op dezen weg naar
vooruitgang de eerste zijn ?
Dr. J. A. Sc n RÖED ER
*) Het mislukken van de l pCt. leenin
gen van Amsterdam en Rotterdam toont
duidelijk, dat het publiek geen vertrouwen
meer heeft in het beheer van de roode"
gemeenten. Het is wel merkwaardig, dat de
7 pCt. leeningen van Haarlem en Arnhem
2 a 3 maal zijn overteekend.
TWEE MAATSCHAPPIJ HERVOR
MERS OVER STRAFRECHT EN
STRAFSTELSEL
De invloed van aanleg en milieu op het
tot stand komen van misdaad en mis
dadigers. Een biologische beschouwing,
door DAN. DE LANGE Jr.
Misdaad, Straf en Maatschappij, door
Mr. CLARA WICIIMANN.
Beide uitgaven van de Uitgeversmaat
schappij De Waelburgh te Blaricum.
Het zou onbillijk zijn de/.en revolutionairen
schrijvers over misdaad en straf het verwijt
van vaagheid te doen. Dat verwijt zou op zijn
plaats kunnen geweest zijn toen de beide
bovengenoemde brochures elk als een rede
voering op een vergadering van het,.Comit
van Actie" werden uitgesproken (actie eiseht
preciesheid) maar aan een gedrukte bespie
geling over misdaad en straf in een veronder
stelde toekomstmaatschappij mag vaagheid
niet billijkerwijze als tekortkoming worden
aangerekend. Er is echter wat anders : ik
meen dat beide schrijvers fundamenteel
niets brengen dat niet reeds in den kern ook
door burgerlijke schrijvers is gezegd en dat zij,
juist waar zij niet evolutionair maar revolu
tionair kijken, herhaaldelijk blijk geven niet
volkomen op de hoogte te zijn noch van de
misdadigheid noch van het meest eigenlijke in
de jongste evolutie op het gebied van be
strijding van misdaad. Ik wil dat oordeel niet
toelichten aan de brochure van Dr. Dan. de
Lange, die criminologisch weinig deskundig
is, maar aan de over het algemeen uitstekende
beschouwing van Mr. Wichmann. Kort
heidshalve zal ik meer moeten aangeven dan
uiteenzetten, meer beweren dan bewijzen.
Ik neeni twee belangrijke punten : wat de
misdadigheid betreft, haar beschouwing van
de beroepscriminaliteit, wat de straf betreft,
haar voorbij zien van de nieuwste ontwikkeling.
Mr. Wichmann beschouwt de
beroepsmisdadigheid revolutionair, blijkbaar uit het oog
punt der Verelendung. Ik erken den zeer
belangrijken invloed van maatschappelijke
omstandigheden ook op de
beruepsmisdad'igheid. Maar eenvoudig absoluut onjuist is
Mr.^Wichmann's bewering dat
beroepsmisverbitteren. Welk standpunt juist is? Misschien
zijn beide juist. Zeker is er tegen het betoog
waarmee de regeering zich rechtvaardigt.
niet veel in te brengen: Mac Swiney was
een opstandeling en ongetwijfeld medeplichtig
aan den moord op menig onschuldigen
politie-man die niets dan zijn plicht deed.
Tegenover zijn zelfgekozen dood staat dus
het gewelddadig ombrengen van velen die
zich niets te verwijten hadden en ons recht
vaardigheidsgevoel wordt allerminst gekwetst
door de behandeling die hij ondergaan heeft.
Die behandeling was bovendien buitengewoon
menschelijk, want Mac Swiney was niet
zooals 'n eeuw of twee eeuwen geleden onge
twijfeld het geval geweest zou zijn met een
man die gedaan had wat hij deed aan
den muur geketend in een vunzigen kerker,
maar hij werd in een behoorlijke gevangenis
in zijn eigen kleeren vastgehouden en zoodra
zijn gezondheid begon te lijden door zijn
hongerstaking heeft men het bijna
bovenmenschelijke gedaan om hem te verzorgen.
Nog eens: als Mac Swiney twee eeuwen ge
leden geleefd had zou men hem misschien
hebben laten doodhongeren met de geur van
fijn gebraad opstijgend tot zijn gevangenis,
nii stond het hem vrij de smakelijkste spijzen
te nemen, maar verkoos hij vrijwillig den
hongerdood. De verzachting der zeden wordt
door dit geval duidelijk gedemonstreerd en
in deze richting is er zeker aan de regeering
niets te verwijten. Trouwens, hoe zou zij de
orde kunnen bewaren, als iedereen die ze
gevangen nam vrij kon komen door 'n dag of
tien te hongeren? Dit alles neemt niet weg, dat
het een fout geweest kan zijn, een martelaar
te maken, of beter gezegd, den burgemeester
niet te beletten zichzelf tot martelaar te maken.
Dit is een quaestie van opportuniteit en
niet van rechtvaardigheid. In elk geval past
deze houding geheel in de lersche politiek
van Lloyd George : hij wil niet wijken voor
't geweid van Sinn Fein, maar denkt met
krachtige maatregelen de orde te kunnen
herstellen en zal voortgaan met de invoering
van zijn Home-Rule-wet, waarvan helaas
bijna geen der belanghebbenden in Ierland
gediend is. Naar de meening der regeering
gaat het inderdaad reeds gelijk zij wil: Sir
H. Greenwood heeft verzekerd dat het
moorden in Ierland spoedig tot het verleden
zal behooren. Ook liet moorden door de
politk-inannen? 't Is niet te ontkennen
dat deze van regeeringszijde worden ver
goelijkt.
KERK-BIOSKOOP
Als 't waar is wat we lezen
(Men gelooft pas wat men ziet),
Zijn die Chritfelijke Russen
Toch de ware broeders niet.
Als ze [bioskoop gaan geven
In hun hoog-geprezen Kerk,
Zou toch Trotzky zich verzetten
Tegen zulk een heiden-werk.
Als zoo iets er voor mocht komen
Greep de machtige Lenin.
Toch als zeer menschkundig denker,
Met zijn macht als leider in.
Van den groeten volksbevrijder.
Die de volksziel kennen moet,
Is toch nimmer aan te nemen
Dat hij zoo onpraktisch doet.
Nimmer kunnen we gelooven
Dat waar nu een Altaar staat,
Een gordijn is opgehangen
Waar een zedefilm langs gaat.
Dat de Kansel wordt betreden
Door een soort eksplikateur,
Dat de koster wordt gedwongen
Dienst te doen als kontroleur;
Dat waar eens de Kussen knielden
Voor hun Kruis en Christusbeeld
Nu de badplaats/Urnen draaien
Of een Billie Ritchie speelt.
Dat het orgel wordt ontheiligd
Met wat bioskoop-muziek;
Dat de torenklok moet luiden
Voor het cinema-publiek.
Dat liet doopvont wordt ontreinigd
En als aschbak wordt gebruikt,
Dat de Kerk niet meer naar wierook
Maar naar sigaretten ruikt.
Nimmer kunnen we gelooven
Dat daar zóó iets wordt vertoond;
Dat het hoogste volksgevoelen
Wordt geminacht en gehoond.
Dit zou voor een David Wijnkoop
En een dokter Ravesteijn,
Voor Lenin en voor een Trotzky
Onafwendbaar:
zelfmoord zijn.
J. H. SPEE\HOFF
iHiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiti
DEVO
Gourfgo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH'a
HolL Sigarenfabrlak UTRECHT
De tweede doode van deze week : de jonge
Koning Alexander van Griekenland. Ziehier
een onderwerp voor een tragische historische
roman in later jaren. Deze tweede zoon van
Koning Konstantijn komt op den troon in
liini 1917 omdat zijn vader, die niet gelooft
aan de mogelijkheid van een Duitsche neder
laag en diensvolgens zijn regeering belet
partij voor de Entente te kiezen, verjaagd
wordt door haar macht, uitgeoefend door Ve
nizelos. Dan regeert Koning Alexander eenige
jaren in naam, doorleeft een liefdes-tragedie,
daar zijn jonge vrouw, die ,,slechts" de dochter
van den koninklijken opperstalmeester is,
van het Hof wordt weggeïntrigeerd, en sterft
na langdurig lijden aan bloedvergiftiging,
naar men zegt, ten gevolge van een beet van
een dier. Er zijn geruchten geweest, dat zijn
heengaan tot politieke verwikkelingen aan
leiding zou geven : zijn vader Konstantijn zou
willen terugkeeren op den troon waarvan hij
en zijn oudste zoon, George, afstand deden,
maar 't is bijna ondenkbaar dat hij in ernst
daaraan gedacht zal hebben. Noch de
Entente-diplomaten, noch Venizelos zullen immers
zijn terugkeer dulden, en Venizelos, steunend
op de Entente, is oppermachtig in Grieken
land. De Entente heeft Griekenland noodig
omdat zijn leger in Klein-Aziëtegen de
Turksche Nationalisten vecht, en Griekenland
gedijt voorspoedig in de vriendschap der En
tente. Het is dus ondenkbaar dat deze macht
hebbers een Koning zouden laten terugkeeren
die een zwager is van Keizer Wilhelm en
door hen allen gewantrouwd wordt. Misschien
zal de troonsbestijging van den
negentienjarigen Prins Paul,tierde zoon van Kunstantijn,
nog eenige verwikkelingen geven, een protest
wellicht van vaders zijde, maar men zal ook
deze moeilijkheden te boven weten te komen,
en de Grieksche politiek zal onder de regeering
van Koning Paul wel niet anders zijn dan ze
was onder die van Koning Alexander. Trou
wens, welke Griek zou die politiek anders
willen, nu Venizelos erin geslaagd is het groot
ste stuk van Eurupeesch Turkije, de meerder
heid der Kgeische eilanden en een groot gebied
in Klein Aziëbij het koninkrijk der Hellenen
te voegen? Alleen Konstantinopel ontbreekt
nog aan de Gricksche heerlijkheid, maar de
stad ligt nu reeds als een eiland te midden
van een Grieksche zee en wie weet of het ideaal
van eiken Griek : zijn koning in Byzantium te
zien tronen, niet nog eens werkelijkheid wordt.
Ondanks alle alarmeerende of hoopvolle
berichten staat het Soviet-bewind in Moskou
nog immer overeind. Dagblad-correspondenten
blijven melden, dat het de winter zeker niet
zal overleven en misschien hebben zij gelijk,
maar voor 't oogenblik voert het nog immer
een uiterst doelbewuste buitenlandsche poli
tiek : door den vrede met Polen zijn genoeg
troepen vrijgekomen om Wrangel in bedwang
te houden en agressief op te treden in zuide
lijke en oostelijke richting. Zoo werd thans
een ultimatum gesteld aan Armeniëom Sov
jet- en Turksche nationalistische troepen door
te laten. Het ultimatum werd afgeslagen en
nu schijnt het veel geplaagde Armenië' de
eerstkomende prooi te moeten worden van
het bolsjewistisch-Turksche bondgenoot
schap. Wanneer althans de Entente de
Armeensche beschermelinge niet helpt en wij
zien niet goed in, hoe zij haar helpen kan.
Dreigt er voor Sovjet-Rusland nieuw ge
vaar door de oprichting van een
anti-bolsjewislisch verbond? Volgens een bericht hebben
Polen, Finland, Hongarije en Roemeniëzich
tot zulk een verbond aaneengesloten en het
belangrijkste hiervan schijnt ons wel, dat
Hongarije en Roemenië, de doodsvijanden,
aldus de handen ineenslaan. Overigens, welke
ook hun verschillen mogen zijn, het bolsje
wisme is zeker beider vijand en een sterke
vijand is het voor 't oogenblik vooral voor
Roemenië, want de algemeene staking die
daar uitgebroken is, schijnt niet vrij van com
munistische bedoelingen.
Communistisch gevaar ook voor Italië?'
Of juist gevaar van een anderen kant, gevaar
voor een soldateska? Er gaan geruchten in
beide richtingen. In elk geval heeft Giolitti
zijn zachthandige taktiek vaarwel gezegd en
een gevaarlijk propagandist met den
omineuzen naam Malatesta laten arresteeren. Er
is ook een gerucht, dat d'Annunzio met de
beweging tegen de regeering in verband zou
staan en misschien is het daaraan toe te
schrijven dat de garnizoenen juist in Triest
en Venetiëversterkt heeten te zijn. Intusschen
is de oud-premier Nitti een compagne tegen
Giolitti begonnen, zeer tot verontwaardiging
van de Fransche pers, want Nitti heeft de
onrechtvaardigheid van het verdrag van Ver-'
sailles tot leuze gekozen. Het evenwicht
tusschen de menigvuldige en in zeer verschil
lende richting in Italiëwerkende krachten is
uiterst labiel.
J. C. VAN O v r-N