De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 30 oktober pagina 2

30 oktober 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 30 Oct. '20. No. 2262 kolenprijs hier te lande thans circa vijfmaal zoo hoog is als in 1914, terwijl b.v. minder waardige kolen, als magere e.d., thans ca. tienmaal zoo duur verkocht worden als voor heen. En de vaststelling van deze prijzen vindt plaats door het Centraal Verrekenkantoor voor brandstoffen, een door de regee ring ingesteld officieel lichaam. Wil men voor een deugdelijke duurtebestrijding een stap in de goede richting doen, dan worde hieraan paal en perk gesteld, of door te trachten onze binnenlandsche kolenproductie veel sneller dan thans omhoog te voeren, of door het verbruik der brandstoffen zoo economisch te doen plaats vinden, dat import overbodig is. De eerste oplossing is het gemakkelijkst uitvoerbaar, hoewel zij groote onkosten uit 's lands kas zal vergen. Maar dit zij geen be zwaar, want tegenover deze onkosten staat het groote voordeel, dat de honderden millioenen, welke thans voor de geïmporteerde kolen betaald worden, in het land blijven. Een vermindering van ons jaarverbruik aan kolen zal eveneens tot een aanzienlijke prijsvermindering der fabricagekosten leiden. In de praktijk zal deze weg echter moeilijker uitvoerbaar zijn, omdat een dergelijke maat regel individueel ten uitvoer gebracht rnoet worden. Immers om hiertoe te komen, zal men alle stookinrichtingen stuk voor stuk op hunne economie moeten onderzoeken en daarna aan de hand van de verkregen cijfers de fabrikanten of moeten dwingen om zuiniger te stoken óf hen van verdere kolenlevering uitsluiten. Zoolang de verdeeling der kolen nog in handen is van de Rijks-kolendistributie zal dit laatste middel goed uitvoerbaar zijn. En deze weg tot een deugdelijke duurtebestrijding past in zooverre goed aan het reeds bestaande, dat de uitvoering van deze controle in handen gelegd kan worden van het kort geleden opgerichte Instituut voor brandstoffeneconomie, dat met zijn uitgëbreiden staf van technici en adviseurs onge twijfeld in hooge mate objectief zal kunnen ingrijpen. Schiedam. G. DECi. ERCQ u uu uu u niiiini minimum umi DE GEMEENTE-BEGROOTING VAN AMSTEKDAM. Straks zullen de dames en heeren, die door de Amsterdammers naar het Prinsenhof zijn gezonden, weer slag leveren naar aan leiding van de begrooting. Het zal alles zijn zooals verleden jaar. Veel klejn gepeuter en politiek gewurm, nog meer gekijf een enkele vergeefsche waar schuwing van een raadslid van den ouden stempel, en een knappe mjllioenen-speech van den heer Wibaut. En aan het einde zullen wij evenveel weten ais bij het begin : dat het met onze financiën meer dan treurig er voor staat. Een gevolg van de ontzettende stijging van de gemeentelijke uitgaven. Deze laatste be grooting is ongeveer 20 millioen hooger dan de vorige (82 tegen 62 millioen, een on gekend accres) tegen een vermeerdering van 11 millioen verleden jaar en een van 12 daar vóór. Ondanks alle goede voornemens en plech tige verzekeringen van verleden jaar zijn dus de uitgaven toch weer geweldig opgedreven. Heel wat millioenen zijn in den loop van 1920 gevoteerd zonder dat iemand wist, waar ze vandaan moesten komen. En omdat toch niemand het weet, wordt er maar wat op de begrooting gezet. Eenerzijds een veel te laag geraamd totaal van de uitgaven; dat gebeurt ieder jaar, omdat men telkens voorgeeft niet te begrijpen, dat het in een volgend jaar weer hetzelfde" spel letje van nieuwe kostbare maatregelen zal zijn; en aan den anderen kant zijn de ra mingen voor de inkomsten niet alleen op timistisch, maar worden er zelfs posten op de begrooting gebracht, waarvan niemand eenige zekerheid heeft. Zoo lezen we nu: nooduitkeering over 1921 van het Rijk als voorschot op de te herziene financieele ver houding met de gemeenten" a 5 millioen; ,,baten" uit het nog aan te nemen wetsont werp op de verruiming van het gemeentelijk m»GT 'HUIS TOfZEIDIK UI VAN DER HOOP's MEUB LBEWARiNGEN TRANSPORT MIJ. AMSTERDAM . .AN HAAR LAATST ,x Oitiluitend \ VERSCHENEM X HMSTEIDIIK levestijd: V PROSPECTUS / h inmtti,it\ TELEFOON \ / 21 «S ZUID belastinggebied" a 1,5 millioen. En omdat er nog gapende tekorten op vorige diensten zijn, neemt men tevens maar uit de zelfde nooduitkeering over 1920 ook 5 millioen, en voor het deficit van 1919: 11,35 millioen uit de derde uitkeering uit de O. W. belasting (!) Zoo wordt het begrooten hoe langer hoe makkelijker, maar de begrooting tevens steeds minder waard. Deze begrooting sluit in de verste verte niet, en wordt alleen maar ge maakt omdat de wet het nu eenmaal eischt. Nu kan men zeggen: ja, maar dan moest het Rijk ook maar anders doen. Het moest ons niet laten zitten met allerlei uitgaven, die ook aldoor stijgen, en waarvoor het geen hoogere vergoeding geeft, dan vóór den oorlog.... En denk nu ook eens aan de reusacht'ge sommen voor woningbouw en dergelijke die eigenlijk geheel door het Rijk moesten worden betaald. Zeker, de financieele ver houding met het Rijk moet dringend worden herzien maar als dat gebeurt, wie zal er dan het grootste plezier van hebben: de wethouder van Financiën of de belastingbe talende burger? Vermoedelijk de eerste, want de sommen, die dan voortaan uit,Den Haag zullen komen, haalt Den Haag voor het grootste deel weer.... van ons. De moeilijk heid-wordt meer verplaatst dan opgeheven. Ook in het beperkte belastinggebied van de gemeenten zit het toch eigenlijk ook niet. Het ontwerp-de Vries, dat op het oogenblik in de Tweede Kamer wordt behan deld, brengt eenige verbetering.... uit een belasting-fecftn/sc/z oogpunt. Het boort een paar nieuwe belastingbronnetjes aan, die waarschijnlijk niet zoo heel veel zullen op leveren, en geeft overigens een ruimere progressie-mogelijkheid voor de gemeentelijke inkomstenbelasting, wanneer we die willen behouden in plaats van haar te verruilen voor opcenten op rijksbelastingen (en of" we dat willen, dolgraag zelfs). Maar iedereen weet, dat onze tegenwoordige progressieregeling juist voor de hoogere percentages lasten op legt, die haast niet meer dragelijk zijn. B. en W. erkennen dit implicite zelf, door in hun toelichting, te schrijven, dat het be staande tarief dat tot 18 gaaf' onmogelijk meer kan worden verhoogd. Neen, ook dit ontwerp zal niet veel uitredding brengen. B. en W. denken er dan ook maar 1.5 millioen uit te halen; een geringe som, ook at neemt men in aanmerking, dat dit bedrag niet over een vol jaar is geschat. Het maakt wel den indruk, alsof men het bestaande tarief voorloopig maar wil behouden, om daarnaast alleen wat uit de nieuwe bronnen te putten. Maar dan moet dat tarief totaal 3(3 millioen opbrengen, een duizelingwekkende som, als men weet dat voor 1920 oorspron kelijk 25 millioen was geraamd (later 28) en dat 1919 25 millioen opgebracht heeft. Neen, in de wet zit de oorzaak van de misère maar gedeeltelijk. Laten we ons toch geen illusies maken: met of zonder wets wijziging zullen we in de financieele misère blijven zitten, zoolang sommige partijen meer in het opdrijven van de uitgaven dan in het bezuinigen hun belang zoeken. Beloften en goede voornemens zijn ijdel. Verleden jaar Januari heette het plechtig: als de loonsverhooging voor de werklieden aangenomen wordt volgens de voordracht van B. en W., zijn wij zoover gegaan als maar eenigszins kan; in September werken Burgemeester en Wethouders niet alleen mee om een nieuwe loonsverhooging van over de drie millioen jaarlijks tot stand te brengen, maar tevens om de loonsbepaling slechts voor n jaar te doen gelden en uit handen van den Raad te halen hetgeen zeggen wil, dat we er zeker van kunnen zijn, ieder jaar opnieuw over de brug te moeten komen! Dit krasse staaltje was enkel en alleen een gevolg van partij-politiek, van poütieken naijver. Roomsche- en sociaal-democraten hadden net zoo lang tegen elkaar en vooral tegen Wijnkoop opgeboden, tot het duidelijk werd, dat het zoo niet langer ging. Toen heeft men de reorganisatie van het Geor ganiseerd overleg" uitgevonden, ,,omdat de Raad geen geschikt college voor de loons bepaling was," d. w. z. omdat men moest zorgen, dat de communisten niet met hun altijd hooger bod de zaak voor de andere partijen bleven bederven. Geestdrift voor deze hervorming bestond er dan ook alleen bij de twee genoemde partijen, terwijl alle overige, ook de communistische, er weinig of niets voor voelden. De geestdrift van twee fracties heeft ons intusschen geld gekost! Zoo is het met zoovele dingen. Ons stads bestuur is door en door verpolitiekt, en daarin zit de bron van veel ellende. Ik weet wel, dat onder dit alles diepere oorzaken liggen; dat het in vele opzichten toe te juichen sociale opdringen van de arbeidersklasse nu eenmaal gepaard moet gaan met economische, dus financieele moeilijkheden; dat dezelfde verschijnselen zich in meerdere of mindere mate overal voordoen. Maar dat neemt niet weg, dat we hier toch wel heel diep in het moeras zijn komen te zitten, dieper dan be paald noodzakelijk is. Het is niet noodig, dat Burgemeester en Wethouders tegelijkertijd bij hun begrooting schrijven, dat de sociale bemoeiing nu toch beperkt moet worden, en op hetzelfde oogenblik voorstellen doen om trent aankoop van een tweede drijvende zweminrichting, die geheel gratis ter beschik king moet worden gesteld; reusachtige plannen voor melk- en groentebedrijven behoeven nitt te worden ingediend, wanneer er voor de gemeente zelfs tegen hooge rente ^een crediet is te krijgen. *) Allemaal dingen ik noem maar een paar voorbeelden, die mij het eerst invallen die misschien hun goeden kant hebben, maar zeker het nadeel, dat zij de ernstige kwaal van de niet-sluitende be grootingen helpen voortzetten. En die, eerlijk gezegd, toch voor een deel worden ingegeven door de politieke struggle tor life.... het is zoo heerlijk, tegen concurrenten te kunnen zeggen: dat is ons werk geweest. Speciaal de S. D. A. P. heeft van dit soort van concurrentie heel wal op haar geweten. Hoe meer zij tusschen vuurrooden en burger lijken bekneld raakt, des te hartstochtelijker spant zij zicli in, om het zoete leven te rekken. . . . Het zal haar weinig baten. Ook het ver schijnsel van krachts-verlies van het ge matigde socialisme is algemeen, maar hier komen nog eenige factoren in het nadeel der sociaal-democraten er bij. In de eerste plaats OELOF ftlTROEN KALVERSTRAAT 1 Amsterdam OPGERICHT 185O TELEFOON 658 N. EN HAAG - PLAATS 23 firma M. J. GOUDSMIT PAARLEN, BRILLANTEN Goud. Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit 't Heeft er in het eind der voriga wiek naar uitgezien alsof de kolendelversstaking in Engeland inderdaad de aanleiding zou worden tot de geweldige economische-politieke crisis welke sommigen onafwendbaar achten, en 't zal wel onder den indruk van deze mogelijkheid geweest zijn, dat de heer Wijnkoop op het communistisch congres in Rotterdam te kennen gaf, van Engeland het meest te verwachten voor de spoedige komst der wereld-revolutie. Trouwens het gevaar is nog niet van de lucht, en als regeering, patroons en stakers niet heel spoedig tot een vergelijk komen, dan is een staking van spoorweg- en transport-arbeiders niet onwaar schijnlijk. De zaak is, dat blijkbaar een groote groep onder dezen 't een wijze poli tiek acht om door middel van een staking op zeer groote schaal den strijd spoedig uit te vechten, omdat als de mijnwerkersstaking lang duurt, spoorwegen en andere industrieën toch voor een groot deel tot stilstand zullen komen. Langdurige werkloosheid zou dan de macht van het leger van den arbeid ver zwakken en dus schijnt het beter nu maar in eens van leer te trekken en den strijd met het staatsgezag aan te binden. Ziehier dus de stemming als er op politiek terrein vóór het uitbreken van den grooten oorlog heerschte, vooral in Duitschland: de oorlog moest toch eenmaal komen, dan was het maar beter dat hij gauw kwam en kort duurde. Het gevolg was, dat de oorlog inderdaad kwam en zoo kan ook van de thans in de Britsche arbeiderswereld heerschende stem ming het gevolg wezen, dat de worsteling uitbreekt, ofschoon ze heel goed af te wenden ware geweest. De leiders willen daarom ook van deze taktiek niet weten, en toen Vrijdag voor 'n week de spoorwegarbeiders te kennen gaven dat als regeering en arbeiders het niet eens waren vóór Zondag, de treinen Zondagnacht zouden ophouden te rijden, hebben de leiders hunner vakvereeniging, in 't bijzonder Thomas, in verzoenende richting gewerkt, en 't is gelukt de calamiteit af te wenden en de onderhan delingen tusschen regeering en mijnwerkers weer aan den gang te krijgen. Zoo werd tegen Maandag het bestuur van den mijnwerkersbond naar Londen geroepen en werden de onderhandelingen tusschen hun vertegen woordigers, Lloyd George en de patroons heropend. Op 't oogenblik van ons schrij ven duren zij nog voort en de berichten die. van regeeringskant over den loop van zaken verspreid worden, luiden optimistisch. Toch, het duurt langen gaat moeilijk; de staking is reeds in haar tweede week en aK beide, of eigenlijk de drie partijen niet schielijk tot overeenstemming komen, zuilen de bezadigden wellicht niet in staat zijn de stakingsgragen in de hand te houden. Intus schen bereidt de regeering zich op den strijd voor, heeft zelfs een wet tot beveiliging der gemeenschap" in het parlement gebracht ten einde tot zeer krasse maatregelen gerechtip.d te zijn als de arbeiders heel het verkeer stil leggen. Wij weten niet goed, over welk punt regeering, patroons en mijnwerkers niet kun nen heenkomen, want omtrent de onder handelingen wordt slechts weinig gepubliceerd. Natuurlijk ga^it het over de i|uaestie der verhouding van loon en productie. Over het beginsel dat de gevraagde loonsverhooging gegeven kan worden mits de productie her steld wordt op 't peil dat ze eenige maanden bereikte, schijnt men het eens, maar de arbeiders' eisenen waarborgen dat de patroons de produetievermeerdering niet zullen tegen werken. Dit althans wordt van arbeiderszijde kenbaar gemaakt. In elk geval staan partijen niet ver van elkander af en mocht het des ondanks tot de groote worsteling tusschen kapitaal of staatsgezag en arbeid komen, dan is het thans bestaande mecningsverschil slechts aanleiding en de diepere oorzaak is en blijft de desorganisatie van het econo mische leven in Engeland door de mobilisatie en demobilisatie van de enorme arbeidersmassa's in en na den oorlog. * Mac Swiney, burgemeester van Cork, is na een hongerkuur van 74 dagen gestorven. Ierland rouwt en de Engelsche pers zegt deels dat men geen medelijden hoeft te hebben met een zoo vruchteloos eu geheel zelfgekozen martelaarschap, deels dat het een domheid van de regeering is geweest om dtn man niet vrij te laten eu aldus de stemming in Ierland en ook in Amerika nog meer te de wassende ontevredenheid tegen het gemeentebeheer der laatste jaren, dat (gedeel telijk terecht) met het hunne vereenzelvigd wordt. En daarbij komen nog het vrouwen kiesrecht, dat eenige opschuiving naar rechts geeft, en toevalligerwijze ook de stadsuit breiding, die vermoedelijk eenigszins dezelfde tendenz zal hebben. Het is misschien niet te veel verwacht, als wij aannemen, dat zij van dertien zetels er vijf of zes zullen ver liezen. Wat dan voor hen in de plaats komt, zullen wij moeten afwachten. Laat ons hopen, dat het geheel wat meer bezonnenheid krijgt. Het is meer dan noodig. Men maakt de gemeente zoo graag tot een vooruitstrevend orgaan, juist omdat zij een zooveel minder log organisme is dan het Rijk; maar wanneer nu eenmaal vast staat, dat voor een ge zonden economischen toestand de eerste eisch is: zuinig beheer en sluitende begrootingen! en dat weten wij toch allen - moet de gemeente dan ook niet op dezen weg naar vooruitgang de eerste zijn ? Dr. J. A. Sc n RÖED ER *) Het mislukken van de l pCt. leenin gen van Amsterdam en Rotterdam toont duidelijk, dat het publiek geen vertrouwen meer heeft in het beheer van de roode" gemeenten. Het is wel merkwaardig, dat de 7 pCt. leeningen van Haarlem en Arnhem 2 a 3 maal zijn overteekend. TWEE MAATSCHAPPIJ HERVOR MERS OVER STRAFRECHT EN STRAFSTELSEL De invloed van aanleg en milieu op het tot stand komen van misdaad en mis dadigers. Een biologische beschouwing, door DAN. DE LANGE Jr. Misdaad, Straf en Maatschappij, door Mr. CLARA WICIIMANN. Beide uitgaven van de Uitgeversmaat schappij De Waelburgh te Blaricum. Het zou onbillijk zijn de/.en revolutionairen schrijvers over misdaad en straf het verwijt van vaagheid te doen. Dat verwijt zou op zijn plaats kunnen geweest zijn toen de beide bovengenoemde brochures elk als een rede voering op een vergadering van het,.Comit van Actie" werden uitgesproken (actie eiseht preciesheid) maar aan een gedrukte bespie geling over misdaad en straf in een veronder stelde toekomstmaatschappij mag vaagheid niet billijkerwijze als tekortkoming worden aangerekend. Er is echter wat anders : ik meen dat beide schrijvers fundamenteel niets brengen dat niet reeds in den kern ook door burgerlijke schrijvers is gezegd en dat zij, juist waar zij niet evolutionair maar revolu tionair kijken, herhaaldelijk blijk geven niet volkomen op de hoogte te zijn noch van de misdadigheid noch van het meest eigenlijke in de jongste evolutie op het gebied van be strijding van misdaad. Ik wil dat oordeel niet toelichten aan de brochure van Dr. Dan. de Lange, die criminologisch weinig deskundig is, maar aan de over het algemeen uitstekende beschouwing van Mr. Wichmann. Kort heidshalve zal ik meer moeten aangeven dan uiteenzetten, meer beweren dan bewijzen. Ik neeni twee belangrijke punten : wat de misdadigheid betreft, haar beschouwing van de beroepscriminaliteit, wat de straf betreft, haar voorbij zien van de nieuwste ontwikkeling. Mr. Wichmann beschouwt de beroepsmisdadigheid revolutionair, blijkbaar uit het oog punt der Verelendung. Ik erken den zeer belangrijken invloed van maatschappelijke omstandigheden ook op de beruepsmisdad'igheid. Maar eenvoudig absoluut onjuist is Mr.^Wichmann's bewering dat beroepsmisverbitteren. Welk standpunt juist is? Misschien zijn beide juist. Zeker is er tegen het betoog waarmee de regeering zich rechtvaardigt. niet veel in te brengen: Mac Swiney was een opstandeling en ongetwijfeld medeplichtig aan den moord op menig onschuldigen politie-man die niets dan zijn plicht deed. Tegenover zijn zelfgekozen dood staat dus het gewelddadig ombrengen van velen die zich niets te verwijten hadden en ons recht vaardigheidsgevoel wordt allerminst gekwetst door de behandeling die hij ondergaan heeft. Die behandeling was bovendien buitengewoon menschelijk, want Mac Swiney was niet zooals 'n eeuw of twee eeuwen geleden onge twijfeld het geval geweest zou zijn met een man die gedaan had wat hij deed aan den muur geketend in een vunzigen kerker, maar hij werd in een behoorlijke gevangenis in zijn eigen kleeren vastgehouden en zoodra zijn gezondheid begon te lijden door zijn hongerstaking heeft men het bijna bovenmenschelijke gedaan om hem te verzorgen. Nog eens: als Mac Swiney twee eeuwen ge leden geleefd had zou men hem misschien hebben laten doodhongeren met de geur van fijn gebraad opstijgend tot zijn gevangenis, nii stond het hem vrij de smakelijkste spijzen te nemen, maar verkoos hij vrijwillig den hongerdood. De verzachting der zeden wordt door dit geval duidelijk gedemonstreerd en in deze richting is er zeker aan de regeering niets te verwijten. Trouwens, hoe zou zij de orde kunnen bewaren, als iedereen die ze gevangen nam vrij kon komen door 'n dag of tien te hongeren? Dit alles neemt niet weg, dat het een fout geweest kan zijn, een martelaar te maken, of beter gezegd, den burgemeester niet te beletten zichzelf tot martelaar te maken. Dit is een quaestie van opportuniteit en niet van rechtvaardigheid. In elk geval past deze houding geheel in de lersche politiek van Lloyd George : hij wil niet wijken voor 't geweid van Sinn Fein, maar denkt met krachtige maatregelen de orde te kunnen herstellen en zal voortgaan met de invoering van zijn Home-Rule-wet, waarvan helaas bijna geen der belanghebbenden in Ierland gediend is. Naar de meening der regeering gaat het inderdaad reeds gelijk zij wil: Sir H. Greenwood heeft verzekerd dat het moorden in Ierland spoedig tot het verleden zal behooren. Ook liet moorden door de politk-inannen? 't Is niet te ontkennen dat deze van regeeringszijde worden ver goelijkt. KERK-BIOSKOOP Als 't waar is wat we lezen (Men gelooft pas wat men ziet), Zijn die Chritfelijke Russen Toch de ware broeders niet. Als ze [bioskoop gaan geven In hun hoog-geprezen Kerk, Zou toch Trotzky zich verzetten Tegen zulk een heiden-werk. Als zoo iets er voor mocht komen Greep de machtige Lenin. Toch als zeer menschkundig denker, Met zijn macht als leider in. Van den groeten volksbevrijder. Die de volksziel kennen moet, Is toch nimmer aan te nemen Dat hij zoo onpraktisch doet. Nimmer kunnen we gelooven Dat waar nu een Altaar staat, Een gordijn is opgehangen Waar een zedefilm langs gaat. Dat de Kansel wordt betreden Door een soort eksplikateur, Dat de koster wordt gedwongen Dienst te doen als kontroleur; Dat waar eens de Kussen knielden Voor hun Kruis en Christusbeeld Nu de badplaats/Urnen draaien Of een Billie Ritchie speelt. Dat het orgel wordt ontheiligd Met wat bioskoop-muziek; Dat de torenklok moet luiden Voor het cinema-publiek. Dat liet doopvont wordt ontreinigd En als aschbak wordt gebruikt, Dat de Kerk niet meer naar wierook Maar naar sigaretten ruikt. Nimmer kunnen we gelooven Dat daar zóó iets wordt vertoond; Dat het hoogste volksgevoelen Wordt geminacht en gehoond. Dit zou voor een David Wijnkoop En een dokter Ravesteijn, Voor Lenin en voor een Trotzky Onafwendbaar: zelfmoord zijn. J. H. SPEE\HOFF iHiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiti DEVO Gourfgo Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'a HolL Sigarenfabrlak UTRECHT De tweede doode van deze week : de jonge Koning Alexander van Griekenland. Ziehier een onderwerp voor een tragische historische roman in later jaren. Deze tweede zoon van Koning Konstantijn komt op den troon in liini 1917 omdat zijn vader, die niet gelooft aan de mogelijkheid van een Duitsche neder laag en diensvolgens zijn regeering belet partij voor de Entente te kiezen, verjaagd wordt door haar macht, uitgeoefend door Ve nizelos. Dan regeert Koning Alexander eenige jaren in naam, doorleeft een liefdes-tragedie, daar zijn jonge vrouw, die ,,slechts" de dochter van den koninklijken opperstalmeester is, van het Hof wordt weggeïntrigeerd, en sterft na langdurig lijden aan bloedvergiftiging, naar men zegt, ten gevolge van een beet van een dier. Er zijn geruchten geweest, dat zijn heengaan tot politieke verwikkelingen aan leiding zou geven : zijn vader Konstantijn zou willen terugkeeren op den troon waarvan hij en zijn oudste zoon, George, afstand deden, maar 't is bijna ondenkbaar dat hij in ernst daaraan gedacht zal hebben. Noch de Entente-diplomaten, noch Venizelos zullen immers zijn terugkeer dulden, en Venizelos, steunend op de Entente, is oppermachtig in Grieken land. De Entente heeft Griekenland noodig omdat zijn leger in Klein-Aziëtegen de Turksche Nationalisten vecht, en Griekenland gedijt voorspoedig in de vriendschap der En tente. Het is dus ondenkbaar dat deze macht hebbers een Koning zouden laten terugkeeren die een zwager is van Keizer Wilhelm en door hen allen gewantrouwd wordt. Misschien zal de troonsbestijging van den negentienjarigen Prins Paul,tierde zoon van Kunstantijn, nog eenige verwikkelingen geven, een protest wellicht van vaders zijde, maar men zal ook deze moeilijkheden te boven weten te komen, en de Grieksche politiek zal onder de regeering van Koning Paul wel niet anders zijn dan ze was onder die van Koning Alexander. Trou wens, welke Griek zou die politiek anders willen, nu Venizelos erin geslaagd is het groot ste stuk van Eurupeesch Turkije, de meerder heid der Kgeische eilanden en een groot gebied in Klein Aziëbij het koninkrijk der Hellenen te voegen? Alleen Konstantinopel ontbreekt nog aan de Gricksche heerlijkheid, maar de stad ligt nu reeds als een eiland te midden van een Grieksche zee en wie weet of het ideaal van eiken Griek : zijn koning in Byzantium te zien tronen, niet nog eens werkelijkheid wordt. Ondanks alle alarmeerende of hoopvolle berichten staat het Soviet-bewind in Moskou nog immer overeind. Dagblad-correspondenten blijven melden, dat het de winter zeker niet zal overleven en misschien hebben zij gelijk, maar voor 't oogenblik voert het nog immer een uiterst doelbewuste buitenlandsche poli tiek : door den vrede met Polen zijn genoeg troepen vrijgekomen om Wrangel in bedwang te houden en agressief op te treden in zuide lijke en oostelijke richting. Zoo werd thans een ultimatum gesteld aan Armeniëom Sov jet- en Turksche nationalistische troepen door te laten. Het ultimatum werd afgeslagen en nu schijnt het veel geplaagde Armenië' de eerstkomende prooi te moeten worden van het bolsjewistisch-Turksche bondgenoot schap. Wanneer althans de Entente de Armeensche beschermelinge niet helpt en wij zien niet goed in, hoe zij haar helpen kan. Dreigt er voor Sovjet-Rusland nieuw ge vaar door de oprichting van een anti-bolsjewislisch verbond? Volgens een bericht hebben Polen, Finland, Hongarije en Roemeniëzich tot zulk een verbond aaneengesloten en het belangrijkste hiervan schijnt ons wel, dat Hongarije en Roemenië, de doodsvijanden, aldus de handen ineenslaan. Overigens, welke ook hun verschillen mogen zijn, het bolsje wisme is zeker beider vijand en een sterke vijand is het voor 't oogenblik vooral voor Roemenië, want de algemeene staking die daar uitgebroken is, schijnt niet vrij van com munistische bedoelingen. Communistisch gevaar ook voor Italië?' Of juist gevaar van een anderen kant, gevaar voor een soldateska? Er gaan geruchten in beide richtingen. In elk geval heeft Giolitti zijn zachthandige taktiek vaarwel gezegd en een gevaarlijk propagandist met den omineuzen naam Malatesta laten arresteeren. Er is ook een gerucht, dat d'Annunzio met de beweging tegen de regeering in verband zou staan en misschien is het daaraan toe te schrijven dat de garnizoenen juist in Triest en Venetiëversterkt heeten te zijn. Intusschen is de oud-premier Nitti een compagne tegen Giolitti begonnen, zeer tot verontwaardiging van de Fransche pers, want Nitti heeft de onrechtvaardigheid van het verdrag van Ver-' sailles tot leuze gekozen. Het evenwicht tusschen de menigvuldige en in zeer verschil lende richting in Italiëwerkende krachten is uiterst labiel. J. C. VAN O v r-N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl