De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 13 november pagina 12

13 november 1920 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VUUR NEDERLAND 13 Nov. '20. No. 2264 RUIZE-RIJMEN HOOG .BEZOEK lambisch-choriambische Ode aan de Pers, bedoeld als scandeer-oejening vaar de Gym nasiale jeugd. (HooG BEZOEK. Vergezeld van zijn oom, frins Heinrich van Pruisen, zijn adjudant en den burgemeester van Wieringen, bracht de exkroonprins van Duitschland Zaterdagmiddag een bezoek aan huize Duinwijk alhier, om zich door zijn tandarts te laten behandelen. Na een verblijf van eenige uren op Duinwijk aanvaardde het gezelschap in 2 auto's ge zeten den terugtocht naar Wieringen. O.H.C.) Het Plebs, en zijn slavin, de Pers, Vergapen zich aan Den Schijn. Dat is 't, waaraan mijn Ruize-vers Van heden gewijd Zal zijn. Ex-kroonprins, arme kerel, zeg, 'k Heb meéeKj, man, Met jou ; Daar zit je vele mijlen weg, Gescheiden van kroost, En vrouw. Je bent gevangen in een oord, Daar erregens aan De pool, Waarvan geen mensen ooit had gehoord, Dan soms in de les, Op school. De streek is dor als een woestijn, Verlaten en kil, En kaal; Je huis is somber, grauw en klein, Naar, burgerlijk en Banaal. Met de notab'Ien van 't gehucht, Een kringetje, klein, En triest, Speel j' eiken avond, met een zucht, Een robbertje bridge, Of whist. Je gaat naar Pa, maar nooit alleen; Eerst vraag j' of het mag, Aan Ruys; Dan brengt m'neer Kan j'r aan 't handje heen, En net zoo terug, Naar huis. Je droomde j'eens een ander lot.. .. Jou wachtte een Keizerskroon ! Je vader hield zich voor een god, En jou voor een Godenzoon Omringd van vleiers groeide j'op, Je zwelgd' in hun hoofsch Gelal; Jij, jeugdig godje in den dop, Beheerscher ns! van 't Heelal ! Zoo peinzend sta je aan den dijk, Spuwt kringetjes in De sloot; Je voelt jezelf een levend lijk, Een mummie, lang voor Je dood. Hoor ! Troost je met dit zoet bedrog, Verongelukt schip Op 't strand! n lichtstraal, stumper, blijft je nog: De leutertaai van De krant. Dat 't dan met gulden lettren sta In 't princelijk Levensboek : Wanneer Ik naar Mijn tandarts ga, Dan heet dat nog HOOG BEZOEK." C H A R I V A R I U S Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllll nul iiiiiimmiiiiillii niMtt CHARIVARIA Men wijst ons op de onjuiste afkorting in sommige bladen: App. Ct.", daar de plaats toch Apeldoorn heet en niet Appel doorn. Ons hindert dit niet. Er heerscht op het punt van de verdubbeling der mede klinkers zekere vrijheid. Zoo zegt men ,,we zagen", maar ook ..me zagge", ,,motoren". maar ook motorre", ,,begrafenis", maar ook begraffenis". Henri van Wermeskerken schrijft in de Tel.: Ik vroeg den Engelschman: What do you say ? Hij scheen mij niet voor een Hollander te houden." Hij had het anders dadelijk kunnen merken aan dat ,,do", dat alle Hollanders in dezen zin voor .,did" zeggen. Naar de Maasbode verneemt, heeft de Minister nog geen toestemming gegeven om de keerkade van de Beersche Maas dezen winter tot 10.80 M. te verhoogen. Wij ver moeden, dat Z.E. een beetje bang i? voor de Maassche beer. ,,Het blijkt ons herhaaldelijk het publiek nog in de meerling verkeert aan onze fabriek het werk wordt ge staakt. Wij wenschen er nogmaals uitdrukkelijk op te wijzen van staking bij ons geen sprake meer is". Alrnelosche Ververij en Chern. Wasscherij, Gebr. Palthe, Lieve Gebroeders! Hoe heerlijk die nare staking uit is ver heugen ons allen zeer gij weer op orde zijt maken het gelukkig wel en doen al eens een wandeltje jammer het weer maar guur blijft hebben zoo'n gevoel er sneeuw moet komen groet Mies van je liefhebbende Charivarius. Op de glibberige paden. Langs beide lijnen van ontwikkeling tracht deze transportonderneming haar vleugels uit te slaan. (N. Ap. Ct.) ,,0m dit dichtwerk van mevr. Roland-Holst heeft zich de belangstelling van beschaafd Nederland verdrongen. (Vr. v. d. D.) Vooral voor ons Noordlijken is het wetenschappelijk anthropologisch licht. waaronder zij de opvoeding belijkt een nieuw gezichtspunt." (Kinderstudie.) Deze dichteres, die ademhaalt in de toekomst, en haar wil, indien zij dat vermocht, met driftige vingeren verhaasten zou". ( Vr. r. d. D.) Schrille tegenstellingen Volgens het ontwerp zal op de vrachttarieven een toeslag komen van 100 pCt, terwijl de passagierstarieven verdubbeld zullen worden." (Tel.). Onze Regeering vaart op het kom pas der Roomsch-Katholieke en Chris telijke beginselen." (Tijd). Van den Hklen af kwam 's nachts dagelijks nachtvorst voor." (Weerber. K. M. L). De geheele kombuis is gedeeltelijk uitgebrand." (Üeli-Ct.). Dame, P.G., wenscht huwelijk met Heer of Weduwnaar." (Adv.N.v.d.D.). l J. H. DE BOIS, Kruisweg 68, HAARLEM l j Schilderijen - Prentkunst - Boekan over Kunst | HET MOOIE WEER Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck CATALOGI OP AANVRAAG Men meldt ons uit Berlijn: Een telegram uit den Haag meldt, dat Dr. Kuyper overleden is." (O.H.C.). Morgen dit: Men meldt ons uit Berlijn dat men uit Haarlem meldt, dat men uit Berlijn meldt, dat men uit den Haag meldt, dat Dr. Kuyper overleden is." Enzoovoort. Alleen dit: de Justitie is nog Sang niet au boat de zon latin. Dit halve woord zal wel voldoende zijn." (Hbl.). Ja! Ja! We moeten er niet aan denken, hoe het heele woord er uitgezien zou hebben. CORRESPONDENTIE Ik ontving een brief over mijn Spook-rijm van een boozen spokenist, waarin hij mij met verwijten overlaadt, en mij ten slofte, hoog achtend, dom noemt. Ik erken mijn domheid. It 's my chief charni. DINGEN, DIE GEBEUREN Asters 't Ging niet langer in het huisgezin van Holm.. Voortdurend rn/ie, telkens weer oneenigheid, kleine, irriteerende hakketakkcriien. De laatste dagen hadden meer dan eens woor den van boosheid gebracht. Holm kon zoo woedend opstuiven, als zijn vrouw hem nieuw huishoudgeld vroeg, vóórdat de week om was en zij trachtte ver geefs haar man voor te rekenen, dat de kleeren, de levensmiddelen, gas en electriciteit, dat alles zooveel duurder was geworden en voortdurend nog bleef stijgen in prijs. 't Was om wanhopig te worden. Een man, die niet het minste verstand had van de on kosten, die een groot huishouden met zich brengt en die elk oogenblik mopperde en hu meurig was. Een man, die niet scheen te zien, dat de beenen van de meisjes langer, de rokjes korter werden. Korte rokken waren mode, maar de kinderen gingen langzamerhand pre cies balletdanseressen lijken Het bloed steeg Anna Holm naar de wangen, toen zij er aan dacht, dat Bennie, haar oog appel, gisteren thuis was gekomen met een briefje van school, waarin werd geklaagd, dat de jongen al voor den tweeden keer de. boterhammen van zijn buurman had wegge nomen. Zij was razend geworden en had het kind met den mattenkiopper een paar stevige tikken gegeven. Toen Bennie uitgehuild was, had zij hem gevraagd,hoe hij ertoe had kunnen komen, de boterhammen van zijn vriendje weg te nemen. n hij biechtte : Ze zagen er zoo lekker uit, moeder, en d'r zat ham op. U geeft nooit ham, altijd f liemers kaas of snipperskoek. Echt flauw van u !" Dat waren allemaal van die verdrietelijk heden, die zij niet kon verkroppen en die haar telkens weer de tranen in de oogen dreven. Waar moest dat on den duur heen? zóó ging 't immers niet!. . . . Zij wist wel, dat zij, evengoed als haar man, door al die kleine, financieele zorgen, prikkelbaar en onverdraag zaam was geworden. Zij wist wel, dat iedere op- en aanmerking van hem -- óók de gegronde haar irriteerde en dat zij soms in onredelijke driftbuien kon uitbarsten. Dan had zij een oogenblik later al weer spijt over de harde woorden, die waren gevallen. Nam zij zich steevast voor, een volgenden keer kalm te blijven en aardig te zijn, maar altijd was 't kwade woord eruit, zonder dat zij 't wilde. . En zij snikte van verdriet en van berouw, maar vooral van schaamte voor de kinderen, die grooter werden en beseften.... Anna Holm. had de deur van haar woning achter zich dichtgetrokken. Zij draaide den sleutel in het slot, liep de straat uit en den Singel langs. Zij had er behoefte aan, den prik kelenden herfslAvind om de ooren te laten strijken, 't Was haar thuis te machtig, te benauwd geworden.... die hakketakkerijeu om het weekgeld, dat gezanik met Bennie, dat toch niet anders was dan een kwajongensstreek, door den pietluttigen onderwijzer op geschroefd tot een diefstal.... zij moest er eens uit. . . . eens tnenschen en winkels zien. . en bloemen. . . . bloemen vooral ! Zij wandelde langs de Bloemcnniarkt, ge noot van de kleurenweelde van forsehe brondsgouden chrysanthen tegen mosgroene lauricrboompjt's en van ee» aardigen knaap met warmen gloed in zijn Oostersche tronie kocht zij een groote bos sneeuwwitte asters. Zij be taalde daarvoor twee kwartjes en bedacht onderwijl, dat zij anderhalf pond rijst had kunnen inslaan voor dat geld. Als haar man die verkwisting" opmerkte, zou hij zeker de een of andere schampere opmerking maken. Anna Holtn ging de Uf recliisdiestraat door, wandelde door de Galerij en liep den Amste!dijk op. Hier was 't rustig. Hoe verder de stad achter haar week, hoe vrediger, hoe beter werd het in haar binnenste. Een eindje voorbij de tramremise naderde een begrafenis vanjd'en stadkant. l Ce n kleine. droevige stoet. Niets dan een lijkwagen en dan, te voet, een paar mannen en (wee vrou wen, allen in armelijke plunje. Anna Holm bleef staan. Zij zag den triesten stoet, zag ,de kist, waarop geen bloempje was neergelegd en in een opwelling van innig meegevoel ging zij naar het groepje menschen, dat den lijkwagen volgde. [Cen der vrouwen drukte zij de bloemen in de hand. Die vrouw keek haar aan met rood-omrande dik beschreide oogen. Ze zei geen woord, maar even lagen Anna's vingers in den krampachtigen greep van de hand der treurende vrouw, die zich toen weer aansloot bij ande ren, die haar even vóór waren gekomen. Op den zonnigen straatweg bleef Anna Holm alleen. Zij keek naar het zilveren water van de rivier en dan naar den voortgaandcn stoet. Zij dacht aan haar thuis, aan man en kinderen, voor wie zij, bedrijvige moeder, on misbaar was er, die haar onmisbaar waren. Alle kleine beslommeringen weken. Een zonnestraal gloed in haar hart ; een gelukkig, een rijk gevoel doorstroomde haar. A O R T A Illlllllln Illlllllllllllllll Redacteur: Dr. A. G. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht ' Aile berichten, deze rubriekbetreffende, gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres ~~ 13 Nov. 1920 PROBLEEM No. 131 VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM Eerste publicatie ZWART a bcdefgh WIT Wit: Kb7, Dal. Tb6, Tt'4, Lhó, Lh8. Pd3. Ph7. pionnen du en e2. Zwart: Kdö, I.a3, Pb2. r>g8, pionnen b5. e3, e6, f3, fO en g4. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing volgende rubriek (11 Dec.). PROBLEEM No. 132 VAN B. G. '.AWS. Londen (Br. Cli. Ma».) D r i e ?/. e t. Wit: Kei, Td, Lu5, Lh2, P[7. Zwart : Kg4, pionnen go en h.3. OPLOSSING PROBLEEM No. 12!» VAN J. STKWART 1. Pd7?c5 Juist opgelost door:. M. Dolman te Zeist, H. Mcndes da Costa te A'dam, J. G. Arnoldus te Middelburg. A. Don te" Vlaardingen, J. l;. Bloemkolk te Hilversum. L. O.' te Utrecht, J. S. te Zeist, J. Rietman te Dieren en J. G. Dijkhuis te Sappemeer. OPLOSSING PROBLEEM No. 130 VAN J. VASTA Wit: Kh6, Da4. 'Pd2, Pe5, Ld I, pionnen e3, t'7 en g5. Zwart: Kf5. Te8, Tf8. Lg8, Lh2, pionnen bü. c4, d5. e(3 en h5. Uil het kladschrift van Jantje SS B L RN C H E ClCRRETTES De parapluiemaker, een plant die van de droogte begint te lijden l. Dah b5, Kf5?eö, 2. Pd2 x c-l-f Ke e-! (f5) 3. Dhöblf. l Te8?cS. 2. Pe5?g6, eO--e5, 3. Dc5?d7f. l d5?d4, 2. Pe5- cöf. e 6?eö, 3. PcG?d4f. l LgH 17. 2. Ldl?c2f, Kt'5 ? e5, 3. Pd2?c4T". Juist opgelost door A. H. Wefers Bettink te Sappemeer. M. Dolman te Zeist, H. Mendes da Costa te A'dam, |. Rietman te Dieren, J. S. te Zeist. OfLITcO S1C1LIAANSCHH PARTIJ Gespeeld 15 Aug. 1920 \\'it.: Mr. Oskani Zwart: A. Speijer 1. e2?e4 c 7?c5 2. Pgl?f3 Pb8?cli 3. d2?d4 c5xd4 ' 4. Pf3 x cI4 g7?gG 5. c2?c4 Deze zet is afkomstig van Maroczy en dient om d'?5 te beletten. 5 Lf8?g? 0. Lel?e:; Pg8?f6 7. Pb I?c'i 0?0 8. l.tl?e2 d7?dG !). h2?h3 Lcv-d7 10. !>2?g4 Pcüxd4 11. Le3xd4 Ld7?cG 12. Ddl?d3 Dd8?a 13. 0?0?0 TfS?c8 14. K c l?hl b7?b5? Begin van een aardige combinatie, welke echter niet zwart maar wit voordeel aan brengt. Zwart deed beter 14. . Tab8 te spelen, bijv. 15. f4, b5, 10. cb5: Tb5:, 17. Li'6: Tb2:f, 18. Kb2: Db4f, 19. Kal, Lf6:, 20. Tel, Le4: en wint Stelling na 14. Kcl?bl ZWAKT 18 19. Ld4..e5 20. Thl?dl 21. Td3?d8f 22. Td8 x c8 23. Le2?f3 24. Le5?g3! d6 x e5 Ta8?c8 h7?h6 Kg8?h7 Tc6 .. c8 PfG?e8 e 7?e5 iiiiiuiiimi A bcdefgh WIT 15. c'.-.böI>a,">xc3 Verrassend! Zwart wint de koningin onmiddellijk weer terug. l (i. hö.? el» Op Iti. bc3: volgt: 1(5.. Le4:. Zoo ook na !''<. 'l.c3: of 10. Uc3: 10 Dc3 d3 17. Tdlxd3 TcSxcG Wit heeft nu verreweg het beste spel, niet alleen door het bezit van beide loopers maar ook door zijn pionnen-nieerderlieid op den dame-vleugel. 18. ' e4?e5 Nog sterker dan 18. L!'3, dat dreigt door e 4 eöde kwaliteit te winnen. Zwart moet 18. . c'i antwoorden, waarna hij een zwakken pion krijgt op du. Er dreigde Td7; de beide witte raadsheeren nemen ^en geduchte stelling in. 25. Tdl d5 f7?f6 26. Lf3?e4! De bedoeling van dezen zet blijkt spoedig. 20 Tc8?c7 27. h3?h4 Tc7?f7 28. h4?h5 f6?f5 29. höxgGf Kh7xg6 30. Le4 x f5f Kg6?g5 31. f2-f 4 Wit kan op verschillende manieren winnen. De tekstzet is de elegantste, maar niet de eenvoudigste; door 31. Ld7 ging het gemak kelijker, bijv. 31.. Pc7, 32. f4f Kgö, 33. Lf5f KfG?, 34. Lh4f. 31 e5;.f4 32. Lf5--d7f Dwingender is 32. Le6f bijv. 32.. Kft), 33. Lt7: (Kf7: 34. IJ4:) fg3:, 34. Le8: Ke7, 35. LcO, g2, 30. Tdl en wint. Ook de tekst zet echter is net nog voldoende om te winnen. 32 Kgr>-g6 33. Ld7 x e8 f4 x g3 34. Le8, f7? Hier struikelt wit, die door 34. Td2 ge makkelijk had kunnen winnen. De kwaliteit liep niet weg en wit heeft juist het tempo noodig dat zwart moet besteden om zijn toren vrij te maken. Jammer van de door wit zoo goed gespeelde partij. 34 Kgö? f7 35. Td5?d3 Ook 35. Td2 redt de partij niet meer, daar pion g4 niet tegen te houden is. 35 Lg7?e5 30. b2-b4 Ten onrechte hebben sommige commen tatoren aan dezen zet het verlies der partij toegeschreven. Zooals wij boven aantoonden wierp Wit's 3-Jste zet de winst der partij weg. Na 30. Td2 zou Zwart winnen door 36..' KgO, bijv. 37. Kc2, Kgr>, 38. Kd3, Kg4: enz. Door 34. Lf7, heeft Wit het tempo verspeeld, dat hij juist noodig had om te winnen. 30'. g3?g2! Wit geeft op. Op 37. Tdl volgt 37 Lh2 en 38. glD. Het is niet de eerste maal, dat Mr. Oskam in tijdnood zijn tegenstander een punt cadeau geeft. Ditmaal werd Speijer er door aan den eersten prijs geholpen, terwijl in den wedstrijd om het kampioenschap van den Ned. Schaak bond 1020, Marchand het kampioenschap bemachtigde, doordat hij een half punt cadeau kreeg, juist voldoende om boven zijn con current Meijer uit te komen. CORRES°ONDENTIE J. de K. te Strijcn. U heeft gelijk; pro bleem No. 127 is een onmogelijke stand. Dit schijnt tegenwoordig voor sommige probleemartisten geen bezwaar meer op te leveren, want het bewuste probleem behaalde een eersten prijs. IIIMIIIII iiiiiiu i iiiiiiiiiiiiiiiui mum SLUIT UW LEVENSVERZEKERING B'J VERZEKERD BEDRAG «5 MILLIOEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl