Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13 Nov. '20. - No. 2264
D.E POSITIE VAN MINISTER DE VRIES
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
Sim(s)on en Delila
IIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIJIIlnilllllJlllllllllll
anderen in een krijgsraad, die den ouden leeuw,
in vrijheid ontwikkeld, zou klemmen in zijn
advies. Maar toen was ook het schoone van de
Deputaten-vergaden'ng af en bleef Kuyper
niets anders dan aetatis causa" terugtreden.
Nog op n punt vestig ik hier de aandacht.
Het Calvinisme mag ik niet zeggen, maar
de Calvinisten dan zijn dikwijls beschuldigd
van heerschzucht. En ook Kuyper's actie
was daarom soms gevreesd, alsof hij het volk
door een sterken arm met zijn Calvinisme
zegenen wilde. En toch lag niets verder van
hem dan anderen te dwingen in een Calvinis
tisch keurslijf. Intuïtief schouwde hij te diep
in de volksziel om niet te verstaan, dat zij
zich in dit moderne leven veelkleurig moest
ontwikkelen. Naar n doel slechts streefde
hij, maar naar dit ne ook met alle kracht:
wegruiming van alle staketsel, dat het Cal
vinisme belemmerde in zijne levensontplooiing.
Zijn kamp gold aller vrijheid, opdat ook het
Gereformeerde volk vrij zou kunnen zijn.
In den schoolstrijd valt dit op, maar in zijn
kerkelijken strijd niet minder. Zijn kerkelijk
conflict gold het recht van het Gereformeerd
Protestantisme, zooals het historisch ver
scheen, het recht op de vrijheid der plaat
selijke kerk, die geknecht is door een buiten
kerkelijke, zij het dan ook koninklijke macht.
Hoe groot was de bitterheid door dien
aanslag op de geusurpeerde Synodale auto
riteit! Hij eischte op wat als legaat der voor
geslachten komen moest aan hunne kinderen.
Welk een beroering! Hebben niet vogels
van diverse pluimage samengerot om het
liiiiiiililiiiiiiiiiiiitiiiiiiiliiiiiiiiiiniiiiiitiiiiliiiHiliiiiiiiiiiiiiniuiniinii
Deze week is vol van herinneringsdagen.
Gisteren, 9 November, beleefde de Duitsche
republiek haar tweeden verjaardag ; vandaag
voltooit de gewezen Duitsche Keizer het
tweede jaar van zijn gastvrijheid in ons land
en morgen, om elf uur in den ochtend,
zullen er twee jaar voorbijgegaan zijn sinds
het laatste schot in den wereldoorlog gelost
werd. Berlijn, Londen en Parijs herdenken
deze gebeurtenissen elk op zijne wijze :
Berlijn door het niet-verschijnen der bladen
ofschoon de reden daarvan eigenlijk niet
zoozeer in den jaardag der republiek ligt
als wel in de groote staking waarmee het
Berlijnsche proletariaat de verjaring van de
nederlaag viert Londen en Parijs door
een onbekenden soldaat, die in den oorlog
het leven gelaten heeft, plechtig ter aarde
te bestellen als symbolische hulde aan allen
die, zooals men zegt. het leven offerden op
het altaar des vaderlands. Ons, die er buiten
staan, komt 't voor, dat er iets opgeschroefds
en opzettelijks ligt in deze plechtige her
denking, als is de wijze waarop zij geschiedt
ontegenzeggelijk zeer goed gekozen, omdat
men er geen overwinningsfeest van maakt
maar een rouwplechtigheid, waarmee men
de duizenden eert wier naam nimmer ver
meld is op lijsten van onderscheidingen en
die niettemin alles gaven voor de triomf van
vrijheid en recht". Toch komt ons de her
denking opzettelijk voor, omdat het is alsof
men in Engeland van hooger hand er de
natie aan wil herinneren dat zij den oorlog
gewonnen heeft: bij alle zorgen van het heden
zou ze dit wel eens kunnen vergeten, en
daarom moet zij ten minste op den jaardag
der overwinning zich nu ereis niet bezig
houden met stakingen, geldnood en politieke
verwikkelingen, maar zichzelf twee jaar terug
denken en in den vorm van een eerbewijs
aan de dooden zich dankbaar verheugen in
de overwinning.
Ongetwijfeld zal de plechtigheid stemmig
en indrukwekkend zijn, maar niettemin zal
snoode plan te verstoren en de organisatie
staande te houden?
En ziet nu, een geslacht ging sinds voorbij,
maar waar is de partij, die nog jubelt over
deze organisatie en hare bestendiging wenscht?
Vooral in dezen critieken tijd zou haar ver
dwijnen een zegen zijn, een zegen voor de
kerken, een zegen voor hare dienaren. Het
religieuse leven gedijt slechts in vrijheid.
En voor die vrijheid voerde Kuyper den
strijd.
Zoo stond hij tientallen van jaren te midden
van ons volksleven. De onvermoeide wor
stelaar, demagoog volgens velen, maar de
van God gegeven Leidsman voor de zijnen.
Een reuzenarbeid heeft hij verricht, een
titanen-strijd gestreden. Een geniale denk
kracht was zijns, een wonder intuïtief ver
mogen en daarbij een virtuositeit op het
gebied der taal. Niemand verrijkte haar als
Kuyper, want hij was bij ods genade een
kunstenaar bovendien.
Een man als hij moest wel ook aesthetisch
voelen. Het rythmus der taal was hem natuur.
Als hij sprak voor de massa, werd zij als
betooverd door de klaarheid van zijn denken, de
harmonie van zijn woord en de stoutheid zijner
scheppende verbeelding. En ook als hij sprak in
vertrouwelijk samenzijn, kwam als van nature
de schoonheid gluren door het venster van zijn
geestig, humor-rijk of ook diep ernstig woord.
De kleinste asterisk in e Standaard was
gewoonlijk als een fijn geslepen taai-diamant
en het breede artikel in De Heraut of wel
de stichtelijke overdenking en niet minder
ook de felste polemiek, vol hartstocht en
venijn soms, uit stylistisch oogpunt droeg
het alles het merkteeken van zijn
wónderrijken geest. De persmuskieten" blies hij de
schoonste zeepbellen tegemoet, totdat de
seniele aftakeling", door Kuyper spreekwoor
delijk geworden, ook hem te machtig werd.
Voor het cultuurleven van ons volk heeft
hij eene beteekenis zoo veelzijdig en diep,
dat de historicus in later dagen onzen tijd
niet zal kunnen beschrijven zonder schier op
elk terrein te staan voor het aangezicht der
Kuyper-figuur. Onder de beteekenisvolle
mannen, waarop ook ons Christenvolk in de
laatste veertig jaren bogen kan, is er niet
een, die zijn evenknie was. Hij was ,,facile
princeps" en jure suo" grooter dan allen.
Immers, Kuyper's arbeid heeft de voorwaar
den geschapen, zonder welke geen der anderen
slagen kon. Hij was de groote beweegkracht
in de Gereformeerde actie op ieder gebied.
Ja, het is waar, veel politiek bloed kleefde
aan zijne handen; zijne groote gaven hadden,
als elke menschelijke gave, hare schaduwen
met zich. Maar dikwijls bracht hij een slacht
offer met smart terwille alleen van het grootsche
doel. Hij was een mensen en het ware dus
dwaas in hem een engel te verwachten, maar
dwazer nog is het, misleid door haat, in het
oordeel over hem zichzelven te treffen.
Aan de groeve van dezen grooten doode
zwijge de hartstocht der politiek. Alle par
tijen', ook zij die hem het felst bestreden,
danken hem positief of negatief meer dan
zij zelven nu allicht beseffen kunnen. Maar
het Calvinistisch Nederland brengt diep
ontroerd ootmoedig dank aan Hem, die de
Vader is der lichten, van Vv'ien alle goede
gaven en volmaakte giften nederdalen, en
die ook Dr. Kuyper voor dat volk heeft
verwekt.
Liefde is lijden. Nu hij wordt weggedragen
naar den akker der dooden, moge het ver
staan worden, dat ook van hem dikwijls het
woord van Ibsen's Brand heeft gegolden:
Um eure Stirn die Dornenkrone:
Seht, das erhaltet ihr zum Lohne!"
Het was van ouds gewoonte, dat de graven
der profeten gebouwd werden, nadat zij
gesteenigd waren. Misschien klinkt deze" her
innering bitter, maar in de werkelijkheid is
zij dit niet. Zij getuigt alleen van het
recht der waarheid, wier licht uit de baar
moeder der toekomst zal opgaan over het
verleden om de gestalte van Dr. Abraham
Kuyper te doen verschijnen in de grootheid
harer trekken, in de heerlijkheid van haren
glans en dus ook met de schaduw, die al
wat in het licht staat, werpen moet.
Eerst dan zal hem betaald kunnen worden
de tol der dankbaarheid van heel ons volk,
dat hij lief had met al de liefde zijner ziel.
VRAAGT
'HATIS rOEZEIDlU
AAI
'VAN DER HOOP'»
MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ.
Ktitiftud
Itmtigd:
TELEFOON
AMSTERDAM
VAN HAAR LAATST
VERSCHENEN
PROSPECTUS
AMSTELDIJI
h. Tronpitnit
H K ZUID
l III) J l UlIIIUIIIIIIIIIIIIIIIJIIIIIIIIlflf
DE OUDE GEEST
door DR. E. STII.GEBAUEK
,,Nem, nem, scha
Deze Hongaarsche woorden beteekenen :
Neen, neen, nooit", en het zijn de slotwoorden
van elk gesprek, dat men tegenwoordig te
Budapest hoort. Natuurlijk hebben zij betrek
king op den vrede van Neuilly en voornamelijk
op die bepalingen, waarbij groote stukken ge
bied van het voormalige koninkrijk aan Roe
meniëen secho-slowakije moesten worden
afgestaan.
De Magyaarsche magnaten en met hen
alle lagen der bevolking van de wijde Pasta
worden verteerd door een gloeienden haat, die
slechts n duel kent : herstel der monarchie
en daarmee verblinden herovering van de af
gescheurde provincies en wraak op de
Slowenen, Roeinenié'rs en Tsechen, die den
trotschen Magyaren niet behulp der Entente zulk
een smaad hebben aangedaan. Men lonkt reeds
naar de Yoegoslaven en smeedt al samenzwe
ringen met Belgrado. De herinnering aan 1914
is als uitgewischt; geheel vergeten heeft men
reeds wat in laatste instantie de aanleiding
van den wereldoorlog was en dat het de af
gunst van den Hongaarschen varkensfokker
op den Servischen boer was, die Tisza met zijn
noodlottige politiek.in 't vaarwater van Graaf
Berchthold en de Weensche Pangermanisten
dreef, die op hun beurt het wachtwoord weer
uit Berlijn en Potsdam kregen Maar,
helaas, niet alleen te Budapest bemerkt men
dezen geest. Zooals van Moskou uit een roode
draad, ja, bijna een webbe, zich over de beide
wereldhelften uitspint, zoo weeft zich ook
reeds een witte draad, die in de Hongaarsche
hoofdstad begint, naar tal van landen en de
boden van Horthy kloppen aan de poorten van
Weenen, München en Berlijn en verlangen
binnengelaten te worden.
Volkenbond, democratie, republiek, kortom
elk instituut of eiken maatregel, die ten doel
heeft aan den volkerenhaat voedsel te ont
nemen en daardoor de solidariteit der vol
ken onderling te bevorderen beschouwen zij
natuurlijk als een gezworen vijand, die al
hun hoogvliegende, maar reactionnaire plan
nen voor goed in duigen kan doen vallen.
De domme massa bewerken zij op een han
dige, maar eigenaardige manier. In het holle
gezwets van hun redevoeringen zijn zij het
niet, die steeds weer om haat, vergelding en
wraak roepen. Neen, het kleed van den ouden
geest trekken zij niet meer aan, hoewel ze
dien nog geenszins afgelegd hebben.... Zij
zijn goochelaars bij uitnemendheid ! Alles wat
zij zelf willen en waar hun hart van vervuld is,
leggen zij, heel handig, anderen volken ten laste
en 200 is het de roofzuclit der Polen, het im
perialisme van Frankrijk, de zwakte van En
geland, de onverschilligheid van Amerika en
de expansiezucht van Italië, <iie de schuld zijn
van de wereldramp. ... En toch....
Het is kinderspel de heeren met hun eigen
wapens te verslaan. Daartoe behoeft men
slechts een paar bladzijden terug te bladeren
in het boek der geschiedenis om er de hoofd
schuldigen, de afgoden van gisteren en heden,
misschien wel de goden van morgen, aan te
treffen, die de volken van midden-Eiiropa
voortdurend in dien geest van brutaal ge
weld en van het oppervlakkigste materialisme
zóó opgevoed hebben, dat er voor een ide
alistischer levensbeschouwing geen plaats
was. f
Voor 't Kerstfeest van 1915 heeft de
uitgever l. 1. W'eber te Leipzig, bij wien ook
de vroeger alombekende Illustrierte Zeitung
verscheen, een rondvraag gericht tot de
vooraanstaande intellectueelen" in
Duitschland en ze uitgenoodigd het volk met een
vrome kerstspreuk een hart onderden riem te
DEVO
Gouriffo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH't
HolL SigarenfabrUk UTRECHT
iiiiiifimiiilililiiinfliiiii
vermoedelijk menig Franschman en Brit haar
met bittere gevoelens bijwonen en de blijde
verwachtingen van destijds vergelijken met etc
ontgoocheling die er op volgde. En waarlijk,
hij heeft dubbele reden tot bittere gevoelens,
als hij tegelijkertijd in de couranten leest,
dat nu eindelijk, na een ganschen zomer van
confereeren en nota's zenden, Frankrijk en
Engeland overeengekomen zijn dat de
hoegrootheid der Duitsche schadeloosstelling zal
worden vastgesteld door het beleggen van
opnieuw vier. zegge vier conferenties, som
mige met Duitsche vertegenwoordigers, som
mige zonder hen, de een te houden door de
commissie van herstel, de ander door de ge
allieerde staatslieden, maar die zeker zooveel
tijd en moeite zullen kosten, dat de winter
voorbij zal gaan eer Het moeilijke vraagstuk
opgelost is. En toch is men het er bijna
algemeen over eens, dat dit eerst uit den
weg geruimd moet zijn, wil DuitschlandV
economisch en industrieel leven op nieuwen
hechten grondslag gevestigd worden, en dar
dit laatste weer noodzakelijk is voor liet.
werk van herstel in alle Europeesche landen.
Maar laten wij ons hierover niet verbazen.
want wij weten en wij wisten reeds lang.
dat Frankrijk niet zoo gemakkelijk en zoo
spoedig als Engeland in de noodzakelijkheid
berusten zal, om Duitschland te herstellen
alvorens het de schade, die het heeft aan
gericht, te laten betalen. Inderdaad hebben
de meest gezaghebbende mannen nog niet
in die noodzakelijkheid berust: elk Fransche
krant, die ge inziet, zal u er de overtuiging
van schenken en de ..onthullingen" van den
grooten Foch, die Clemenceau aansprakelijk
stelt voor den slechten vrede", doen
wenveel kwaad. Nog altijd hoopt men Dt
tschland. zooals het nu leeft, tot betaling 'e
kunnen dwingen en droomt van dwang
maatregelen, zooals de bezetting van het
Roerdistrict, hoezeer ook de mijnwerkersleider
aldaar, de heer Hue. die in de/e dagen w
menige openbare bijeenkomst van gedachten
wisselde met den Franschen socialistischen
voorman Jouhaux, verzekeren mag, dat als
het daartoe kwam, de kolendelving een einde
zou nemen.
Zoo blijft Duitsehland worstelen om uit
het moeras te geraken en de politieke en
economische gevaren zijn niet van de lucht.
De termijn voor inlevering der wapens is nu
afgeloopen en de regeering zegt tevreden te
zijn over het resultaat, maar niemand is er
gerust op, dat er links en rechts niet nog
een macht van gevaarlijk tuig verborgen
gehouden wordt en dezer dagen publiceerde
een blad van uiterst rechts een gedetailleerd
en uitgewerkt plan de campagne voor een
communistische revolutie, 't welk misschien
een verdichtsel, wellicht ook der waarheid
getrouw was. En de groote Berliinscjie sta
king, die thans de hoofdstad in het duister
zet. de trams tot stilstand brengt en zich
dreigt uit te strekken over gas- en water
leiding, is klaarblijkelijk een product van
communistischen oorsprong, althans is ze uit
gebroken tegen dt'ii wil der organisatk'Ieiders.
een wilde staking dus. die de gevaren welke
den geregelden gang van zaken in Duitseh
land nog immer bedreigen opnieuw bloot legt.
Belooft de eerste algemeene vergadering
van den Volkenhond, die de volgende week
in Génève bijeenkomt verbetering te brengen ?
Er zullen daar blijkbaar pogingen gedaan
worden om voor Duitsehland, Oostenrijk en
Bulgarije toelating tot den Bond te ver
krijgen en het laat zich hooren. dat indien
dit mocht gelukken, daarmee een stap in de
goede richting gedaan '/.mi zijn. ook al is de
Volkenbond tot dusver nog in hoofdzaak
een papieren organisatie, al was 't alleen
maar omdat daardoor het contact tusscnen
Duitsche staatslieden en die van de Entente
inniger zou kunnen worden. Evenwel. Frank
rijk is er /onder twijfel tegen werkt nu
reeds, voordat de conferentie bijeen is. tegen
Luiitschland's toelating, e» wij kunnen niet
aannemen, dat Engeland en Italiëreeds zoo
vurig de toelating van den vroegeren vijand
/ouden '-'erlangen, dat Frankrijk's verzet
gebruken /.on worden. Van eik eerste
>anienk.imst der Volktnbondsvergadering verwach
ten wij dus voorshands n'ets meer dan
een nieuwe reeks mooie redevoeringen, plan
nen en ontwerpen, voor de toekomst wellicht
van gro»t belang, maar voor het heden
/onder invloed op den internationalen toe
stand.
De kansen van den Volkenbond zijn er
bovendien door Harding's boven alk' ver
wachting schitterende overwinning bij de
presidentsverkiezingen in de l', b. A. niet
beter op geworden. Vrijwel de geheeie
Huropeesche pers is het er over e^ns, dat
Harding's overwinning vooral beteekenis heeft
als VVilson's nederlaag, d. w. /.. dat liet
Amerikaansche kiezersvolk, door niet zoo over
stelpende meerderheid de Democraten uit
het regeeringsgetaouw te jagen en de Repu
blikeinen erin te brengen, te kennen heeft
gegeven, dat het van Wilson's idealistische
wereld-politiek niet gediend.is, o:ndat deze
er toe zon kunnen leitien dat de Vereenigde
Staten tegen den wil der natie, in een
Europeesch Conflict gewikkeld zouden worden,
of dat het hun belet zou kunnen worden,
een groote vloot te bouwen. En nu heeft
Harding wel is waar in zijn verkiezings
campagne immer gezegd dat hij en zijn partij
niet afkeerig zijn van een samenwerking
tusschen alle naties der aarde en heeft hij
ook dadelijk nadat hij gekozen was te
kennen gegeven dat hij werken wil voor een
internationalen bond, waarin Amerika een
belangrijke rol speelt, maar daar staat tegen
over dat hij in die zelfde redevoering den
Volkenbond voor dood verklaarde en dat
juist toen hij sprak een optocht voorbij kwam
dit' een pop, den Volkenbond voorstellende,
ten grave droeg. Nu zal zeker geen enkel
oprecht vredesvriend het betreuren als de
Volkenbond, zooals in het Verdrag van
Versailies zijn grondslagen gelegd zijn, plaats
maakt voor een anderen en beteren, maar
dat die andere en betere zal komen van den
kant der Amerikanen die zoo juist Wilson's
idealisme verworpen hebben en zidi gereed
maken een oorlogsvloot te bouwen die het
tegen de B ritsene zou kunnen opnemen, dat
wil er hij ons niet in. Onze eenige hoop
moet daarop gericht zijn en blijven,} dat uit
de onvolmaakte regeling van den huldigen
bond door samenwerking van alle
Europeesche naties op den duur een betere or
ganisatie groeien zal, en dat Amerika zich
daarbij zal aansluiten als het uit de roes
waarin liet op 't oogcnblik leeft, ontwaakt
is en de onweersprekelijke waarheid inziet
dat het zonder Volkenbond in een volgend
wereld-conflict onherroepelijk betrokken zal
worden.
De berichten over de opstanden tegen de
Sovjet-regeering houden aan maar worden
door haar zelf tegengesproken. Iets zal
etwel van waar zijn, maar vermoedelijk over
drijft men, en bovendien wordt niet ontkend,
dat de regeering er tot dusver in geslaagd
is. het heft in handen te houden en elk
verzet in bloed te smoren. De kracht der
aanvallen op Wrangels legermacht is in elk
geval niet verslapt en een oogenblik scheen
steken ; het vertrouwen in de overwinning
was toen n.l. al danig aan 't afnemen. In dit
gulden boek, dat in vele duizenden exem
plaren over de geheele wereld verspreid is,
heeft ook Paul von Hindenburg zich vereeu
wigd. De grijze veldmaarschalk, die op den
4den October 1920, twee jaar na zijn vreeselijke
nederlaag, door alle Duitsche universiteiten
tot eeredoctor werd benoemd, schreef toen
in zijn spijkerschrift : Moge voor het Duit
sche Volk de geest van den herfst van 1914
altijd behouden blijven."
Het waren slechts andere woorden voor een
geloofsbelijdenis, die hij reeds 29 Nov. 1914
als opperbevelhebber in het Oosten, uit
het Groote Hoofdkwartier de wereld inzond.
Deze belijdenis, waarvoor de menschheid
niet genoeg gewaarschuwd kan worden, want
de veldmaarschalk telt ook heden zijn aan
hangers nog bij honderdduizenden in Duitseh
land, luidt letterlijk aldus :
Moge de geest van eenheid, van liefde en
trouw aan keizer en rijk, van godsvrucht en
ernstige plichtsbetrachting en van het hoog
houden van alle idealen, voor ons volk in de
lange vredesperiode, die Gods goedheid ons
na een eervol einde van den oorlog schenken
moge, als kostbaarste erfenis uit een grooten
tijd voor altijd behouden blijven."
Hoe bitter het ook is tegenwoordig zulke
woorden uit zoo'n mond te herhalen, noodza
kelijk en nuttig is het toch. Want nog steeds
leeft deze oude geest. Maar de mensch, tenzij
hij opnieuw geboren wordt, kan het konink
rijk Gods niet zien. En van deze wedergeboorte
valt in Duitsehland in de twee lange jaren na
het uitbreken van de revolutie nog geen zweem
te bespeuren.
Toen de Frankische koning Clovis zich liet
doopen verlangde de bisschop niet meer of
minder van hem dan dat hij verbranden zou.
wat hij tot nu toe aangebeden had en aanbid
den zou, wat hij voordien placht te verbran
den. In een dergelijkcn toestand bevindt op
het oogenblik Duitsehland zich en het lot der
wereld hangt van zijne beslissing af. De oude
geest van Hindenburg moet uitgedreven wor
den anders hoeft men niet op de genezing van
de wereld te hopen. Ook door geen materieel
herstel kan het wonder der Duitsche weder
geboorte tot stand komen.
Met de idealen van Hindenburg moet wor
den gebroken. Zijn liefde en trouw gelden den
voortvluchtigen Ameronger, zijn godsvrucht
is vrees voor den koning van Pruisen, zijne
plichtsbetrachting is de verstarde gehoorzaam
heid van de kazernetucht en 't hooghouden van
zijne idealen zou het Duitsche volk tot slaaf
of' tvran van zijne medemenschen maken.
wat voor dit volk beide even verderfelijk zou
zijn....
' In Budapest heerscht het antisemitisme,
in Duitsehland roert het zich overal.
Er was eens een Duitsch dichter, een domi
neeszoon uit Kamentzin de Lausitz, dien men
als een vriend van den joodMozes Mendelssohn
nawees. Hij verkondigde andere idealen van
het Duitsche volk dan onze eeredoctor. HIJ
spreekt ons van een onomkoopbare en onbe
vooroordeelde liefde, van wederzijdsche ver
draagzaamheid en vertrouwen, van een innige
overgave aan God. Maar hij was slechts een
arme duivel, ging gebukt onder schulden en
vond ten slotte een slecht betaald postje als
bibliothecaris van den hertog van
Wolfenbiittel en stierf, vóór hij de vijftig had bereikt.
Zijn standbeeld van wit marmer staat
heden ten dage voor de bibliotheek m Goethe s
geboortestad' en staart over den Duitschen
Main heen. Maar het staat ook aan den zoom
van den Berlijnschen Tiergarten en de voor
bijgangers zien het niet. Het bleef staan,
terwijl men den ijzeren Hindenburg voor
atbraak verkocht.
De apostel der verdraagzaamheid, wiens
hals geen zwarte adelaar met vlammende
bliksems siert, moest nu nog eens het tooneel.
zijn spreekgestoelte, kunnen beklimmen om
hef evangelie der verdraagzaamheid te ver
kondigen, waarvoor hij leefde en stiert. Ik
weet niet eens of Lessing doctor was; waar
schijnlijk was de Leipziger student _van
1750 te arm om dat te worden. Maar den
beredoctor der gezamenlijke Duitsche universi
teiten zon hij desniettegenstaande een
pnvatissimum kunnen geven.
IHIIMIMIIIIIIIIHIIIIUIIIdlIIIIIIIIIIMIinlIlllltlH"""1"111" "
het dat de generaal het lot van Koltsjak en
Denikin zou deelen: zijn troepen heetten
afgesneden te zijn van de veilige basis op
de Krim, oordat de Bolsiewistenlegers de
landengte van Perekop hadden bezet, voordat
heel Wrangel's legermacht op het schiereiland
was teruggetrokken. Dit schijnt toch niet
het geval te zijn, althans de jongste berichten
meiden dat Wrange! zijn strijdmacht wel m vei
ligheid heeft kunnen brengen. Nu zit dus Wran
ge! op de Krim, maar al kan hij zijn vijanden
er buiten houden, hij zelf kan er niet uit en
levert dus geen gevaar meer op voor de
Rooden, die hem ongetwijfeld met een be
trekkelijk geringe troepenmacht in bedwang
kunnen houden, gezien de geringe breedte
van het front. Zij zijn dus in staat zich tegen
de andere vijanden te wenden, d.z. Petljoera,
Balchowitsj en misschien Boedjeni en zij
kunnen een voorjaarsveldtocht tegen de
Polen voorbereiden,' indien dit inderdaad hun
voornemen is. Militair-strategisch staan zij
dus sterk, tegenover den dreigenden hon
gersnood staan zij natuurlijk zwak, maar wij
hebben geen reden om aan te nemen, dat
die hongersnood hun macht bedreigt, want
tot dusver zijn zij er in geslaagd, in de
steden althans het weinige voedsel dat er is
te ve:deelen onder hen die zich niet tegen
hun macht verzetten.
Intusschen schijnen zij ernstig voornemens
de pogingen om banden met het westen aan
te knoopen voort te zetten, en Riga tot een
soort van stapelplaats te maken voor waren
die zij vandaar ontvangen en voor die
welktzij naar Europa willen uitvoeren.... gesteld
dat zij wat uit te voeren hebben. Het schijnt
een handig gevonden denkbeeld : West Europa
vertrouwt Sovjet-Rusland niet, maar misschien
is het wel bereid aan een tusschenpersoon te
leveren, als hoedanig dan Letland zou optre
den. Engeland schijnt nog immer bereid
handel te drijven- mits.... de Russen hun
propaganda willen staken.
De toestand in Ierland verbetert in geen
enkel opzicht en de regeeriugstroepen hebben
zelfs de onhandigheid begaan een correspon
dent van een Engelsen blad, Hugh Martin
van de ..Daily News" te bedreigen. De man
is ontkomen, maar nu is de steun dien de
regeering in de Britsche pers geniet, nog
zwakker geworden dan hij al was.
J. C. VAN O\ EN