Historisch Archief 1877-1940
J 3 Np v. 20.
i
- No. 2264
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
De Rotterdamsche School voor
Leeraressen in Kinderverzorging
en -Opvoeding
De eerste school voor leeraressen in kinder
verzorging en opvoeding, waarover in deze
rubriek reeds is gesproken, is thans te Rotter
dam geopend. De behoefte aan voorlichting
aan aanstaande moeders is al lang gevoeld.
In vroeger jaren hadden wij de groote gezin
nen, de moeders werkten in huis, het verkeer
was moeilijker, er kwam minder bezoek, het
gezin was min of meer een wereld op zich zelf,
en de gedachten concentreerden zich om dat
gezin. De maatschappij stelde minder eischen
aan de ouderen, en de opgroeiende jeugd had
voldoende aan een betrekkelijk klein intel
lectueel en geestelijk uitzet. Maar de tijden
wijzigden zich. Het gezin als zoodanig, werd
mtjÉt in den maatschappelijken maalstroom
gebald; de gezinnen werden kleiner, de
moeder kreeg en gaf meer tijd aan werk,
buitenshuis, en de jongeren leerden niet
meer in 't gezin zich bereiden voor de taak
van huisvrouw en moeder. En de jonge vrouw
kwam in haar huishouden, onvoorbereid voor
het werk, dat haar wachtte, werd moeder
zonder veel te weten, dikwijls zelfs zonder
iets te weten van de lichamelijke en
geestelijke verzorging van het kind. En die
onwetenheid werd zoo'n sleur, dat men zich
voor dat gebrek aan kennis niet eens
schaamde. Het slachtoffer werd het kind
de maatschappij in de toekomst . Lang
zamerhand, maar nog maar hél flauw, komt
de kentering, dringt het bewustzijn door, dat
ook voor deze taak, en wel in 't bizonder voor
deze, vakkennis noodig is, dat men leeren
moet hoe en waarmee een zuigeling gekleed,
en gevoed moet worden, hoe de ligging zijn
moet, welken invloed frissche lucht en zon
licht hebben, hoe te nauwe kleeding de ont
wikkeling van de organen belemmert, hoe
het jonge kind in de eerste maanden lichame
lijke en geestelijke rust noodig heeft, hoe
nauwkeurig elke kleine afwijking in groei,
doen en laten moet worden opgemerkt en
nagegaan, hoe de voeding naar omstandig
heden moet worden geregeld, hoe, ouder wor
dende, het kind ruimte moet worden gegeven
om zich te uiten, om zijn behoefte aan onder
zoek te voldoen, hoe de jonge moeder moet
leeren veel te doen maar nog meer te laten
voor haar kind, hoe ze zelf op den achter
grond moet treden, moet /eide/i.inplaats van
te heerschen en in te grijpen.
Uit dat bewustworden, dat sterker en
sterker worden zal, is de school ontstaan.
De Afdeeling Rotterdam van de Vereeniging
tot Bevordering van het Onderwijs in Kinder
verzorging en Opvoeding, heeft daarin een
mooi stuk werk verricht. De directrice, Dr. Ch.
Kroes?Ligtenberg, heeft de moeilijkheid ge
voeld voor die school de juiste leerkrachten
te vinden. Zij zegt: Wat wij noodig hebben
zijn echte vak-leeraressen, die iets moeten heb
ben van de verpleegsters, iets van de onder
wijzeres, maar vooral veel echt moederlijks,
en die door de speciale vakopleiding de be
kwaamheid krijgen, om in juisten vorm aan
anderen mee te deelen wat zij zelf op dat ge
bied grondig geleerd hebben."
Het programma is vrij uitgebreid. De leer
tijd op de school is 2 jaar voor het onderwijs
in theorie en praktijk, en een 3de leerjaar voor
de practische oefening. Elk vak wordt door
een deskundige gegeven, door mannen en
vrouwen. De leerstof omvat: Lezen, voor
dragen, vertellen, stellen, kennis der levende
natuur, gezondheidsleer, geschiedenis der
opvoedkunde, kinderzielkunde, koken, huis
houdkunde, handwerken, fröbeln, lichame
lijke oefening, kindermtiziek, wat moet mijn
kind worden? lichamelijke opvoeding en ver
zorging van het kind, opvoedkunde, volgen
van de Maria Montessori-cursus. In alle richtin
gen en onderdeden van de opvoeding wordt
dus de belangstelling gewekt, en kan het
inzicht worden aangebracht of verruimd.
Van de leerlingen vraagt dit program een
vrij groote voorontwikkeling, een zekere ge
oefendheid om de gedachten te concentreeren,
een goed associatievermogen, een zekere
bezonkcnheid, waardoor de nieuwe begrippen
niet als in een pakhuis worden opgeslagen,
maar rustig en met zorg verwerkt kunnen
worden en het eigendom worden van de toe
hoorster.
Uit den aard der zaak kunnen jongere leer
krachten dit beroep niet uitoefenen. Naast de
kennis vraagt deze tak van onderwijs, meer
nog dan een andere, een zekere levenserva
ring, die het karakter vormt, en wat onder
vinding op een uitgebreid gebied. Zij moeten
kunnen overtuigen, zonder suggereeren, zij
VAN DE NIEUWE JACHTWET
(Slot)
Het jachtwild kan in het algemeen onder
twee rubrieken gebracht worden, ten eerste
het wild, dat door de jagers of bezitters van
jachtvelden opzettelijk wordt gefokt of dus
danig beschermd, dat het zich sterker ver
menigvuldigt dan onder normale omstandig
heden het geval zou zijn en ten tweede het
eigenlijke wilde gedierte. De eerste rubriek
komt ongeveer overeen met wat in de wet
grof wild en klein wild genoemd wordt, tot
de tweede rubriek behoort het ,,waterwild",
genoemd in artikel l van het nieuwe ontwerp.
De wet geeft nu aan de jagers tegen een
geringe vergoeding het recht, om die vogels
te schieten of ze te vangen met netten of in
eendekooien en nu is het de vraag, in hoe
verre dat kan worden toegestaan zonder on
herstelbare schade toe te brengen aan de
dierenwereld zelve, zonder schade voor ander
menschelijk bedrijf en zonder de niet-jagers
al te zeer te kwetsen in hun liefde en
vcreering voor al wat leeft. Daar zijn er onder
die niet-jagers al heel veel, die de jacht een
voudig zouden willen afschaffen, omdat die
volgens hun meening toch niet anders is dan
moeten met voorbeelden uit haar ervaring
haar beweringen kunnen verduidelijken. Dan
slaat 't in bij leerlingen yan eiken leeftijd,
dan pakt" de theorie.
Het programma volgend kwam mij de
tijd, uitgetrokken voor het koken, met daar
bij behoorende theorie, te kort voor. De
bespreking van de bereiding van de gerechten,
met de bereiding zelf, vraagt 2,5 a 3 uur, met
het opruimen er bij gerekend. En de onder
vinding heeft geleerd, dat wil men succes
hebben, de aandacht op die bereiding, ook
door de bespreking vooraf, moet worden be
paald. Wordt die afgeleid, door een bespre
king vooraf over warenkennis, keukeninrich
ting of voedingsleer dan zullen de handgrepen
bij de praktijk minder goed zijn en wordt het
aanleeren van de handigheid schade aangedaan.
Aan beveling zou het verdienen, een uur afzon
derlijk te geven voor de behandeling van keuken
inrichting, brandstoffen, voedingsmiddelen
en warenkennis, en 2.5 uur voor de kooklessen.
Het is ook te hopen dat de leerares in koken
en voedingsleer en die in huishoudkunde
nauw verband houden met den leeraar in
gezondheidsleer, om die lessen zooveel moge
lijk te doen aansluiten bij haar praktijk,
en in haar praktijk de wenken in die lessen
gegeven praktischen vorm te kunnen geven.
Maar deze bedenkingen zullen tot haar
recht komen, zoodra de school marcheert".
Dan zullen de leemten gevoeld en aangevuld
worden, want het doel kan allén bereikt
worden, wanneer alle onderwijsvakken zich
nauw aansluiten tot n groot geheel : de
ontwikkeling van verstand en gemoed van
de aanstaande leerares, die de moeder zal
helpen vormen. Dr. Ch. Kroes?Ligtenberg
schrijft: Wat moeders en a.s. moeders noodig
hebben voor het goed vervullen van haar
moedertaak is : een degelijke kennis van het
huishouden in al zijn vertakkingen, in den
geest, zooals dit op onze huishoudscholen
aan de meisjes onderwezen wordt". En hierin
gaan wij geheel met de Directrice mee. Ook
waar zij verder zegt : Maar zij moet óók nog
leeren, dat de moeder-opvoedster ook nog van
andere dingen op de hoogte moet zijn, enz.
enz."
Hieruit volgt, dat er nauwe samenwerking
moet zijn of komen tusschen de Huishoud
scholen en de opl.-school voor Leeraressen
in kinderverzorging. De n kan de ander niet
missen. Beide hebben een uitgebreid pro
gramma, beide arbeiden voor een groot deel
aan hetzelfde doel. Wanneer de opl.-school
voor leeraressen in kinderverzorging leer
lingen krijgt met een Diploma Huishoud
school, die onderlegd zijn in beginselen van
voedingsleer, warenkennis en gezondheidsleer,
iets weten van ziekenverzorging en
verbandleer, ecnigszins vertrouwd zijn met de ver
zorging van het jonge kind, terwijl zij prak
tisch hebben leeren opmerken, denken en
handelen, terwijl zij begrip van tijdsin- en
verdeeling gekregen hebben, haar plichts
gevoel en nauwkeurigheid zijn opgewekt en
ontwikkeld, dan kan het onderwijs, dat die,
school geeft, op een goeden ondergrond
worden aangebracht en vruchtdragender zijn,
dan bij leerlingen, onontgonnen in de praktijk,
en met enkel schoolgeleerdheid, tetwijl de
leerlingen van de Huishoudschool daardoor
meer compleet gevormd zullen worden tot
huismoeder en kinderverzorgster. En het
lijkt mij niet ondenkbaar, zelfs zeer
wenschelijk, dat de leerares in n der vakken van
het huuishoudonderwijs, die vél moeder
lijks heeft", en een groote liefde voor kinderen,
een aanteekening op haar diploma, of een bij
diploma als leerares in kinderverzorging zal
zien te verkrijgen. Voor zulke gediplomeerden
zouden misschien later van de beide scho
len, vice-versa, verkorte opleidings
cursussen in 't leven geroepen kunnen worden.
De tijd heeft behoefte aan gevormde krach
ten op beider gebied. Dat een krachtig samen
werken en waardeeren wederzijds het hunne
er toe bijdragen die vorming zoo vlug, doel
matig en volkomen mogelijk te doen plaats
vinden!
En dan nog een wensch. De hulp en voor
lichting moeten zoo spoedig mogelijk komen.
In ons land met zijn bedachtzame bevolking
is Ie mieux" zoo heel dikwijls l'ennemi du
bien". De cursus is lang, en veelomvattend
het leerplan. Zou er niet een mouw aan te
passen zijn, om, met vlugge, goed onderlegde
leerlingen een verkorte opleiding te beginnen
en na korten tijd een eerste diploma uit te
reiken? (Welke gediplomeerde huishoudsters
of leeraressen bij het H. O. voelen zich tot de
opleiding aangetrokken?) Die kunnen dan de
belangstelling wekken, de eerste beginselen
aanbrengen, en de verbrceding van het onder
wijs komt dan later. De honger, die nu komt,
ADELBODEN.
135ÜM. b/d. Z.
Alle wintersporten. Grootste en mooiste
skite reinen van Zwitserland.
F Inl. en prosp. Intern. Verkeer-bur. A'dam,
Raadh.str. 2; Haag, Papestr. 5 en
Verkehrsbureau, Adelboden.
Krabbels vóór en achter de Schermen
Teekening voor de Amsterdammer" van Annie Spier
een schamele broodwinning of een obsoleet
amusement. Deze uitsnraak lijkt mij thans
nog overdreven en onjuist. Onder het water
wild komen dieren voor, zooals de eenden
en ganzen, die zich natuurlijkerwijs zoo sterk
vermenigvul iigen. dat zij in voldoende getale
door de jacht bemachtigd kunnen worden,
om bij tijd en wijle een gcwenschte afwisse
ling te brengen in onze vleeschvoeding. Ook
zonden ze wellicht bij te sterke vermenig
vuldiging schadelijk kunnen worden voor den
landbouw en menige boer is reeds nu den
jager dankbaar, als hij hem de eenden uit de
gerst schiet.
De rest van het waterwild wordt dau ge
vormd door duikers, watersnippen,
strandloopers. kemphanen, ruiters, grutto's,
plevieren en snippen. Het is niet duidelijk, of met
duikers alleen de duikeenden of ook nog
andere duikers worden bedoeld en ook in
andere opzichten geeft de opsomming aan
leiding tot onzekerheid en dat nog al ju.st
op het zeer belangrijke chapiter van de
plevieren. Het kan zijn, dat de familie der
plevieren bedoeld is. maar dan valt de Kievit
ook onder het waterwild. Zeer stellig is dat
de bedoeling niet en moeten wij aannemen
dat alleen het geslacht Charadrius bedoeld
wordt; dat zijn de Goudplevier, de Aziatische
goudplevier. de de Morinelplevier. de
Strandplevicr. Kleine plevier en Bontbek-plevier.
De Stecnlooper en d-: Goudkievit blijven
dan vrij, maar zullen in de praktijk wel
geschoten worden, te gelijk met al het
langbeenige strandgoedje.
Indien het nu maar bij schieten bleet en
de Provinciale en Gedeputeerde Staten
rede'V.
Mevrouw van der Horst?-Van der Lugt Melsert, als Eva in De Paradijsvloek"
van Alphonse Laudy.
Menschenmoeder Eva, waarom weent gij ?"
Ik ween omdat ik niets dan tranen heb."
Niets anders te bezitten dan tranen, niets anders te kunnen dan weenen, is alles
wat de Moeder der Menschheid overblijft.
Gelijk Christus' Moeder is zij het symbool van de grootste menschelijke smart. Haar
kinderen eenzaam-zoekende wezens, doen zwaar onrecht in hun onwetendheid tot op
den huldigen dag en zij, de ziende, weet haar schuld en is machteloos.
Welk een enorme presta'ic deze grootscbe, tragische figuur te kunnen spelen.
is dan vast gestild, en l'appétit viendra en
mangeant".
In dit opzicht kunnen wij Nederlanders
zoo hél veel leeren van de Hngelschen en
vooral van de Zwitsers", die zoo meesterlijk
de kunst verdaan beknoptheid en
grundigheid samen te doen gaan. En dan, zou
uit den aard der zaak aan dc/e opleidings
school de gehuwde leerares niet een ruim
arbeidsveld kunnen vinden?
S. G. \:. M i: Y is o o M
Kachelda£
Op de Amsterdamsclie Hoogere Burgerscho
len bestaat de goede gewoonte van een
kacheldag, d.w.z. een dae vrij van --cliool, als de
kachel gezet en de lakluchl ei ,if gebrand
wordt.
En als het dan hef gouden Odohcrwecr
is. als waarvan wij dit jaar genoten
hebben, dan is zoo'n kadieldag werkelijk cru
zegenrijke instelling. Onze jongens moeten
hard werken, 't Moge verbeterd zijn bij vroe
ger, veel vrije tijd voor wandelen en fietsen
blijft er niet over. En zoo'n vrije dag midden in
de week, als het niet druk is op den weg met
auto's, zooals 's Zaterdags en 's Zondags,
leent er zich bij/onder toe, om te genieten
van ons prachtig Hollandsch landschap, dat
het mooist is onder den ijlen herfstnevel, of van
de bosschen in het Gooi, waar de fietspaden
de innigste plekjes toegankelijk maken. Een
feest is het, er uit te mogen trekken.op zm>'ri dag,
te luisteren op de heide naar de stilte der na
tuur, maar ook liet pittige herfstweer op zich te
laten inwerken.
Er bestaat een statistiek, dat in het najaar
het meeste werk geproduceerd wordt. Ale
dunkt, de waarheid er van kan ieder bij
z.ichzelf merken. Het voorjaar maakt loom en moe,
maar het najaarsweer prikkelt tot werken,
geestelijk als lichamelijk.
Met zulk weer moesten we allemaal
sleuteldag of kaelieldag hebben, of hoe hel
maar heet," zei kleine Zus, die op de lagere
school gaat. .,Als je zoo in de bai'k zit. cu je
ziet die zon, hè, dan verlang je zou naai' bui
ten."
Ja, waarom kan dat toch eigenlijk niet?
Waarom mag er wel onverwacht vrij Beneven
worden voor sdiaatsenrijilen, en niet voor ce:i
zeldzaam mooien dag, waar ons klimaai toch
ook niet al te rijk aan is ! Zeker, de kinderen
hebben de vacantk'S. Doch de/r /ii>! altijd
liike datums stelden voor de opening en
sluiting van de jacht op waterwild, dan was
het nog zoo heel erg niet. want wat die
schutter^ raken vormt slechts een onbedui
dend deel van de groote vogelscharen, die
sommige onzer stranden bevolken. Ook zijn
de kleintjes tegenwoordig geen schot kruid
waard. Maar nu wil de nieuwe jachtwet
het vangen van waterwild nog toelaten niet
netten en daardoor krijgt de plevierenkwestie
een heel ander aanzien. De gondplcvieren
namelijk zijn niet in de eerste plaats
slrandvogcls. maar vertoeven ook zeer graag bin
ncndijks. waar zij op de bouwlanden en wei
landen zich buitengewoon verdienstelijk ma
ken door het eten van de schadelijke naakte
grijze slakken. Het gebeurt maar al te dik
wijls, dat deze slakken het wintergraan op
de akkers «eheel wegvrcten, zoudat het veld
in 't voorjaar geheel opnieuw bewerkt
moet worden. De goudplevieren kunnen
aan tijden gebonden , in verband met de
feestdagen en het sluiten en beginnen van het
leerjaar, en dan kan het treffen, zooals de
laatste groote vacantie, dat het bijna den
heelen (ijtl slecht weer is.
De mogelijkheid wordt tegenwoordig vaak
overwogen van een heri'stvacantie ; in Den
Haag is die pas ingesteld gedurende de week,
waarin l Nov. valt. Eigenlijk is het jammer,
om ook deze vacantie weer aan een vasten tijd
te binden. Ze zou toch heel goed gegeven kun
nen worden, /onder schade voorliet onderwijs,
gedurende een week, dat het mooi weer is.
Hoe jammer, als nu de kinderen met heerlijk
herfstweer naar school moeten, en de volgende
weck. als de ij/ige wind het onmogelijk maakt
er op uit te trekken, hebben zij vrij, en ver
velen zichzelf en hun Moeder, die het nut van
zoo'n vacantie bezwaarlijk kan inzien.
Doch prettiger dan een vierde vacantie,
lijkt mii voor de kinderen het recht op zeven
vrije dagen, verdeeld over het jaar. Wat een
vreugd, als zij 's morgens op school komen, en
ze vinden een briefje aangeplakt : Vandaag
wegens het mooie weer vacantie. De leerlingen
wordt aangeraden brood mee te nemen en den
heelen dag naar buiten te gaan.
Misschien zou blijken, dat zoo eenigc vrije
dagen i-en verlies, maar winst was voor het
onderwijs. Met den kolennood is op de scholen
veel vrij gegeven. Hebben de leerlingen dat
jaar zooveel' minder geleerd dan anders?
Wie veel met kinderen omgaat, weet dat
zij aan liet eind van een werkperiode, b.v.
togen Kerstmis, vaak tamelijk suf zijn. Zij
kunnen dan veel minder goed leuren dau na
een vacantie en doen veel langer over hun werk.
Ga eens een spelletje met hen dammen
's avonds, na afloop van den schooldag, en
ook eens 's /ondag^oditcnds ; gij kunt dan
pas merken hoe afgewerkt de kinderen 's avonds
zijn, (ijl is een zeer eenvoudige proef.
We vragen voor onze kinderen meer vrijen
lijd; t; e c u lijd, die weer opgeeiseht wordt
door sport o i' gedwongen sdioolwanddingen,
waar altijd dwang van boven den weg aan
geeft. Maar vrije tijd geheel voor hen zelf,
opdat /ij kunnen wandelen en droomen, eu
zich/elf zijn.
\ A \ W l S C 11
Vrouwenbelangen
Langzaam maar zeker doet de vrouw haar
intrede in de werkplaats van staat en maat
schappij.
Dagelijks brengen de bladen uit alle landen
nieuwe bewijzen hiervoor en vinden wij deze
groote, na veel inspanning en strijd bevoch
ten overwinningen, in kleine berichtjes in de
pers vermeld.
Zoo geeft het Maandbulletin van de Nat.
Ver. v. Vrouwenarbeid, dat onvolprezen,
handige blaadje, onmisbaar voor wie op de
hoogte wil, komen en blijven, van wat er in
de wereld van vrouwenarbeid" omgaat, een
opsomming van recente benoemingen van
vrouwelijke functionarissen op allerlei gebied.
Het is in zijn nuchterheid van opsomming
alleen reeds zoo welsprekend, dat men na
lezing het gevoel heeft een dozis vreugde in
gecomprimeerden vorm te hebben genoten.
Ik kan niet nalaten hier enkele dier be
noemingen nog eens te vermelden. Misschien
geven zij ook anderen het besef, dat de zaak
deivrouwen meer en meer de zaak van het al
gemeen belang wordt.
Zoo kreeg dan de Rijkswoningraad een
vrouwelijk lid en wel een, dat haar sporen op
het gebied der volkshuisvesting reeds heeft
verdiend.
Voor wie in Volkshuisvesting belang stellen
(en wie kan in dezen tijd van woningnood
zijn belangstelling aan deze zaak onthouden)?
is Mw Johanna ter Meulen uit Amsterdam,
geen onbekende.
Moge haar kennis en vrouwelijk inzicht de
volkshuisvesting weldra ten goede komen,
nu zij als lid van den Rijkswoningraad met.
meer invloed en gezag wordt bekleed.
Tot lid van den Onderwijsraad werd
benoemd Mw. W. Mansholt-Andreae uit
Ulrum.
Ook geen vreemde in de vrouwenwereld.
Zij was het immers die in het begin der oor
logsjaren een vereeniging tot steun van huis
vrouwen in Ulrum en omstreken oprichtte en
er hart en ziel van was.
Zij is soc. dein. Staten- en Gemeenteraadslid.
Ook de Centrale Jeugdraad heeft nu zijn
vrouwelijke leden.
Het zijn vrouwen uit verschillende maat
schappelijke en politieke kringen.
De 'Secretaresse van het meisjeswerk der
Ned. Chr. Studenten Ver. Mej. M. W. Barger
werkt er samen niet Mvr.M.Wibaut-Berdenisy.
Berlekom, de redactrice van het kinderblaadje
van de Prol. Vrouw." terwijl de dames
Hanlo en de Leeuw werkzaam in Katholieke
jeugdorganisaties, Mvr. Besemer-Lindeboom
soc. dm. Gemeenteraadslid te Leeuwarden,
en Mvr. M. E. H. Sandberg-Geisweit v.d.
Netten een bekende paedagoge van vrijzinni
gen huize alle hare krachten aan het welzijn
der jeugd in den Centralen Jeugdraad zullen
geven.
Deze adviezen kunnen met anders dan ge
tuigen van breed inzicht, waar zij het resul
taat zuilen zijn van ervaringen uit zoo hetero
gene kringen.
Waar jeugd" een zoo homogeen begrip
is daar zal zeker ook het overleg dezer vrouwen
leiden tot eenstemmig samenwerken in het
belang der Jeugd.
Ook op wetenschapppelijk en technisch ge
bied erkent men meer en meer de waarde der
vrouwelijke arbeidster. Hiervan getuigen de
benoemingen van Mej. Dr.A. J. Steenhauer tot
lid van het Rijks-Instituut voor
Pharmacotherapeutisch onderzoek, die werd aangesteld
tot secretaresse en Jonkvr. Mr. A. E. de Brauw
die fungeerde als secretaresse van sectie 3 van
het Eerste Ned. Wegen-congres dat in Sep
tember in 's Hage werd gehouden.
C. S. DE (i K O O T
Najaar
Het zonneke tinkelt,
Het zonneke pinkelt
Nog even door 't loof van den najaarstuin,
Het kleurt er het loover
Met vroolijk getoover
In heldere kleuren van goud en van bruin.
Het windeke warrelt,
Het windeke dwarrelt
En jaagt er de bladerkens hoog door de lucht,
Dan gaat er een rilling,
Dan gaat er een trilling
Door 't loof, van een kouden najaarszuchf.
Een vogelke tipt er,
Een vogelke wipt er
Op bladerloos takje van eikenboom,
De nevels gaan komen,
Omhullen de boomen,
Straks ligt weer de tuin in zijn najaarsdroom.
P. A. E. OOSTI: K ii o r F
dat voorkomen. Helaas broeden zij in ons
land zoo goed als in het geheel niet
DRV r e 11 hun allerlaatste broedplaatsen
hier zullen binnen een paar jaar door
ontginning \erd\vijnen. Maar in
NoordEuropa eu Vt'est-Siberiè' huizen er nog genoeg
en daarvan komen er op den trek duizenden
in en dooi'ons land. Wanneer ge in Augustus
wandelt door de vruchtbare akkers van
Groningen en Ericsland, dan vliegen ze
wel voor ii op. Griize vogels, aan de onder
zijde wit en met lange spitse vleugels, die
zij vlug bi.wegen, ecu heel andere
wieksfag dan die van hun verwant, de kievit.
Ze roepen elkaar toe met klagend, vragend
,.thoe-iet", cc-u heel mooi, ver doordringend
geluid. Waar ze op de velden rondloopen,
ziet ge ze in liet eerst niet, maar aardig is
het. IIOL' bij nauwlettender toekijken allerlei
grijze kluitje-, beginnen te bewegen. Vroeg
in "'; najaar zijn er nog wel bij in liet
praehtkli.i'd. zwart aan kop en hals en borst, maar
in ': winterkleed word: de onderzij
heeleinaal wit met enkele donkere vlekken.
l )eze mooie en nut'ige vogels worden nu
uU'ier den naam van wilsters veel in
slagnet:rn ^evm^'.'ii eu PU is liet werkelijk zaak, om
uit te rekenen, o', de prijs die voor zoo'n vogel
!;ei]i:ia!-:i wordt wel opweegt tegen het voor
deel dat wij moeten derven, doordat hij aan
zijn v.eikkrini; wordt onttrokken. Dergelijke
heivkenitiireii zijn nog niet gemaakt; de
practi>.clu' voueMudie begint zich pas in die
lieii'iiiL; v omwikkelen. Maar als het nu
oliikiii zoü.dat een levende plevier veel meer
waard '-? dan een doode, dan moeten die
N,iUeU Z'>'. ;p.'idii.'mogelijk j.'.esdirapt worden
uit de lijst van het waterwild. Het lijkt mii
daarom ook veel beter, om die lijsten niet
eens in de wet op te nemen, maar ze vast te
«tellen bij een Koninklijk Besluit, dat van tijd
tol tijd in overeenstemming met de vorde
ringen van onderzoek en wetenschap kan wor
den herzien en waarin de vog"ls dan ook pre
cies worden aangeduid met vermelding van
wetenschappelijke!! naam en toenaam. Heel
wat reputaties van vogels, zoowel goede als
slechte, steunen op zeer losse gronden. In het
rapport van de vorige jachtcommissie werd
de fazant nog onwederlegbaar schadelijk
voor den landbouw genoemd, maar onderzoek
in Engeland en hier te lande heeft bewezen
dat hij veeleer als nuttig beschouwd moet
worden. Zoo kan ook onder ons waterwild"
nog, menig heiligje of duiveltje schuilen en
daarom was het dunkt mij wel geraden, om
die pleviernetten voorloopig alvast maar op
te bergen. JAC. P. Tni.issE
iifunmriinnnufiilHndtirtniiHniini'iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiifi
l Bestelt ROZEM, PLANTEN,\
\HEESTERS, ZADEN, recht-f
fstreeks bij de
MOERHEW"
voorheen B. RUYS
DEDEMSVAART