De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 13 november pagina 5

13 november 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

J 3 Np v. 20. i - No. 2264 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND De Rotterdamsche School voor Leeraressen in Kinderverzorging en -Opvoeding De eerste school voor leeraressen in kinder verzorging en opvoeding, waarover in deze rubriek reeds is gesproken, is thans te Rotter dam geopend. De behoefte aan voorlichting aan aanstaande moeders is al lang gevoeld. In vroeger jaren hadden wij de groote gezin nen, de moeders werkten in huis, het verkeer was moeilijker, er kwam minder bezoek, het gezin was min of meer een wereld op zich zelf, en de gedachten concentreerden zich om dat gezin. De maatschappij stelde minder eischen aan de ouderen, en de opgroeiende jeugd had voldoende aan een betrekkelijk klein intel lectueel en geestelijk uitzet. Maar de tijden wijzigden zich. Het gezin als zoodanig, werd mtjÉt in den maatschappelijken maalstroom gebald; de gezinnen werden kleiner, de moeder kreeg en gaf meer tijd aan werk, buitenshuis, en de jongeren leerden niet meer in 't gezin zich bereiden voor de taak van huisvrouw en moeder. En de jonge vrouw kwam in haar huishouden, onvoorbereid voor het werk, dat haar wachtte, werd moeder zonder veel te weten, dikwijls zelfs zonder iets te weten van de lichamelijke en geestelijke verzorging van het kind. En die onwetenheid werd zoo'n sleur, dat men zich voor dat gebrek aan kennis niet eens schaamde. Het slachtoffer werd het kind de maatschappij in de toekomst . Lang zamerhand, maar nog maar hél flauw, komt de kentering, dringt het bewustzijn door, dat ook voor deze taak, en wel in 't bizonder voor deze, vakkennis noodig is, dat men leeren moet hoe en waarmee een zuigeling gekleed, en gevoed moet worden, hoe de ligging zijn moet, welken invloed frissche lucht en zon licht hebben, hoe te nauwe kleeding de ont wikkeling van de organen belemmert, hoe het jonge kind in de eerste maanden lichame lijke en geestelijke rust noodig heeft, hoe nauwkeurig elke kleine afwijking in groei, doen en laten moet worden opgemerkt en nagegaan, hoe de voeding naar omstandig heden moet worden geregeld, hoe, ouder wor dende, het kind ruimte moet worden gegeven om zich te uiten, om zijn behoefte aan onder zoek te voldoen, hoe de jonge moeder moet leeren veel te doen maar nog meer te laten voor haar kind, hoe ze zelf op den achter grond moet treden, moet /eide/i.inplaats van te heerschen en in te grijpen. Uit dat bewustworden, dat sterker en sterker worden zal, is de school ontstaan. De Afdeeling Rotterdam van de Vereeniging tot Bevordering van het Onderwijs in Kinder verzorging en Opvoeding, heeft daarin een mooi stuk werk verricht. De directrice, Dr. Ch. Kroes?Ligtenberg, heeft de moeilijkheid ge voeld voor die school de juiste leerkrachten te vinden. Zij zegt: Wat wij noodig hebben zijn echte vak-leeraressen, die iets moeten heb ben van de verpleegsters, iets van de onder wijzeres, maar vooral veel echt moederlijks, en die door de speciale vakopleiding de be kwaamheid krijgen, om in juisten vorm aan anderen mee te deelen wat zij zelf op dat ge bied grondig geleerd hebben." Het programma is vrij uitgebreid. De leer tijd op de school is 2 jaar voor het onderwijs in theorie en praktijk, en een 3de leerjaar voor de practische oefening. Elk vak wordt door een deskundige gegeven, door mannen en vrouwen. De leerstof omvat: Lezen, voor dragen, vertellen, stellen, kennis der levende natuur, gezondheidsleer, geschiedenis der opvoedkunde, kinderzielkunde, koken, huis houdkunde, handwerken, fröbeln, lichame lijke oefening, kindermtiziek, wat moet mijn kind worden? lichamelijke opvoeding en ver zorging van het kind, opvoedkunde, volgen van de Maria Montessori-cursus. In alle richtin gen en onderdeden van de opvoeding wordt dus de belangstelling gewekt, en kan het inzicht worden aangebracht of verruimd. Van de leerlingen vraagt dit program een vrij groote voorontwikkeling, een zekere ge oefendheid om de gedachten te concentreeren, een goed associatievermogen, een zekere bezonkcnheid, waardoor de nieuwe begrippen niet als in een pakhuis worden opgeslagen, maar rustig en met zorg verwerkt kunnen worden en het eigendom worden van de toe hoorster. Uit den aard der zaak kunnen jongere leer krachten dit beroep niet uitoefenen. Naast de kennis vraagt deze tak van onderwijs, meer nog dan een andere, een zekere levenserva ring, die het karakter vormt, en wat onder vinding op een uitgebreid gebied. Zij moeten kunnen overtuigen, zonder suggereeren, zij VAN DE NIEUWE JACHTWET (Slot) Het jachtwild kan in het algemeen onder twee rubrieken gebracht worden, ten eerste het wild, dat door de jagers of bezitters van jachtvelden opzettelijk wordt gefokt of dus danig beschermd, dat het zich sterker ver menigvuldigt dan onder normale omstandig heden het geval zou zijn en ten tweede het eigenlijke wilde gedierte. De eerste rubriek komt ongeveer overeen met wat in de wet grof wild en klein wild genoemd wordt, tot de tweede rubriek behoort het ,,waterwild", genoemd in artikel l van het nieuwe ontwerp. De wet geeft nu aan de jagers tegen een geringe vergoeding het recht, om die vogels te schieten of ze te vangen met netten of in eendekooien en nu is het de vraag, in hoe verre dat kan worden toegestaan zonder on herstelbare schade toe te brengen aan de dierenwereld zelve, zonder schade voor ander menschelijk bedrijf en zonder de niet-jagers al te zeer te kwetsen in hun liefde en vcreering voor al wat leeft. Daar zijn er onder die niet-jagers al heel veel, die de jacht een voudig zouden willen afschaffen, omdat die volgens hun meening toch niet anders is dan moeten met voorbeelden uit haar ervaring haar beweringen kunnen verduidelijken. Dan slaat 't in bij leerlingen yan eiken leeftijd, dan pakt" de theorie. Het programma volgend kwam mij de tijd, uitgetrokken voor het koken, met daar bij behoorende theorie, te kort voor. De bespreking van de bereiding van de gerechten, met de bereiding zelf, vraagt 2,5 a 3 uur, met het opruimen er bij gerekend. En de onder vinding heeft geleerd, dat wil men succes hebben, de aandacht op die bereiding, ook door de bespreking vooraf, moet worden be paald. Wordt die afgeleid, door een bespre king vooraf over warenkennis, keukeninrich ting of voedingsleer dan zullen de handgrepen bij de praktijk minder goed zijn en wordt het aanleeren van de handigheid schade aangedaan. Aan beveling zou het verdienen, een uur afzon derlijk te geven voor de behandeling van keuken inrichting, brandstoffen, voedingsmiddelen en warenkennis, en 2.5 uur voor de kooklessen. Het is ook te hopen dat de leerares in koken en voedingsleer en die in huishoudkunde nauw verband houden met den leeraar in gezondheidsleer, om die lessen zooveel moge lijk te doen aansluiten bij haar praktijk, en in haar praktijk de wenken in die lessen gegeven praktischen vorm te kunnen geven. Maar deze bedenkingen zullen tot haar recht komen, zoodra de school marcheert". Dan zullen de leemten gevoeld en aangevuld worden, want het doel kan allén bereikt worden, wanneer alle onderwijsvakken zich nauw aansluiten tot n groot geheel : de ontwikkeling van verstand en gemoed van de aanstaande leerares, die de moeder zal helpen vormen. Dr. Ch. Kroes?Ligtenberg schrijft: Wat moeders en a.s. moeders noodig hebben voor het goed vervullen van haar moedertaak is : een degelijke kennis van het huishouden in al zijn vertakkingen, in den geest, zooals dit op onze huishoudscholen aan de meisjes onderwezen wordt". En hierin gaan wij geheel met de Directrice mee. Ook waar zij verder zegt : Maar zij moet óók nog leeren, dat de moeder-opvoedster ook nog van andere dingen op de hoogte moet zijn, enz. enz." Hieruit volgt, dat er nauwe samenwerking moet zijn of komen tusschen de Huishoud scholen en de opl.-school voor Leeraressen in kinderverzorging. De n kan de ander niet missen. Beide hebben een uitgebreid pro gramma, beide arbeiden voor een groot deel aan hetzelfde doel. Wanneer de opl.-school voor leeraressen in kinderverzorging leer lingen krijgt met een Diploma Huishoud school, die onderlegd zijn in beginselen van voedingsleer, warenkennis en gezondheidsleer, iets weten van ziekenverzorging en verbandleer, ecnigszins vertrouwd zijn met de ver zorging van het jonge kind, terwijl zij prak tisch hebben leeren opmerken, denken en handelen, terwijl zij begrip van tijdsin- en verdeeling gekregen hebben, haar plichts gevoel en nauwkeurigheid zijn opgewekt en ontwikkeld, dan kan het onderwijs, dat die, school geeft, op een goeden ondergrond worden aangebracht en vruchtdragender zijn, dan bij leerlingen, onontgonnen in de praktijk, en met enkel schoolgeleerdheid, tetwijl de leerlingen van de Huishoudschool daardoor meer compleet gevormd zullen worden tot huismoeder en kinderverzorgster. En het lijkt mij niet ondenkbaar, zelfs zeer wenschelijk, dat de leerares in n der vakken van het huuishoudonderwijs, die vél moeder lijks heeft", en een groote liefde voor kinderen, een aanteekening op haar diploma, of een bij diploma als leerares in kinderverzorging zal zien te verkrijgen. Voor zulke gediplomeerden zouden misschien later van de beide scho len, vice-versa, verkorte opleidings cursussen in 't leven geroepen kunnen worden. De tijd heeft behoefte aan gevormde krach ten op beider gebied. Dat een krachtig samen werken en waardeeren wederzijds het hunne er toe bijdragen die vorming zoo vlug, doel matig en volkomen mogelijk te doen plaats vinden! En dan nog een wensch. De hulp en voor lichting moeten zoo spoedig mogelijk komen. In ons land met zijn bedachtzame bevolking is Ie mieux" zoo heel dikwijls l'ennemi du bien". De cursus is lang, en veelomvattend het leerplan. Zou er niet een mouw aan te passen zijn, om, met vlugge, goed onderlegde leerlingen een verkorte opleiding te beginnen en na korten tijd een eerste diploma uit te reiken? (Welke gediplomeerde huishoudsters of leeraressen bij het H. O. voelen zich tot de opleiding aangetrokken?) Die kunnen dan de belangstelling wekken, de eerste beginselen aanbrengen, en de verbrceding van het onder wijs komt dan later. De honger, die nu komt, ADELBODEN. 135ÜM. b/d. Z. Alle wintersporten. Grootste en mooiste skite reinen van Zwitserland. F Inl. en prosp. Intern. Verkeer-bur. A'dam, Raadh.str. 2; Haag, Papestr. 5 en Verkehrsbureau, Adelboden. Krabbels vóór en achter de Schermen Teekening voor de Amsterdammer" van Annie Spier een schamele broodwinning of een obsoleet amusement. Deze uitsnraak lijkt mij thans nog overdreven en onjuist. Onder het water wild komen dieren voor, zooals de eenden en ganzen, die zich natuurlijkerwijs zoo sterk vermenigvul iigen. dat zij in voldoende getale door de jacht bemachtigd kunnen worden, om bij tijd en wijle een gcwenschte afwisse ling te brengen in onze vleeschvoeding. Ook zonden ze wellicht bij te sterke vermenig vuldiging schadelijk kunnen worden voor den landbouw en menige boer is reeds nu den jager dankbaar, als hij hem de eenden uit de gerst schiet. De rest van het waterwild wordt dau ge vormd door duikers, watersnippen, strandloopers. kemphanen, ruiters, grutto's, plevieren en snippen. Het is niet duidelijk, of met duikers alleen de duikeenden of ook nog andere duikers worden bedoeld en ook in andere opzichten geeft de opsomming aan leiding tot onzekerheid en dat nog al ju.st op het zeer belangrijke chapiter van de plevieren. Het kan zijn, dat de familie der plevieren bedoeld is. maar dan valt de Kievit ook onder het waterwild. Zeer stellig is dat de bedoeling niet en moeten wij aannemen dat alleen het geslacht Charadrius bedoeld wordt; dat zijn de Goudplevier, de Aziatische goudplevier. de de Morinelplevier. de Strandplevicr. Kleine plevier en Bontbek-plevier. De Stecnlooper en d-: Goudkievit blijven dan vrij, maar zullen in de praktijk wel geschoten worden, te gelijk met al het langbeenige strandgoedje. Indien het nu maar bij schieten bleet en de Provinciale en Gedeputeerde Staten rede'V. Mevrouw van der Horst?-Van der Lugt Melsert, als Eva in De Paradijsvloek" van Alphonse Laudy. Menschenmoeder Eva, waarom weent gij ?" Ik ween omdat ik niets dan tranen heb." Niets anders te bezitten dan tranen, niets anders te kunnen dan weenen, is alles wat de Moeder der Menschheid overblijft. Gelijk Christus' Moeder is zij het symbool van de grootste menschelijke smart. Haar kinderen eenzaam-zoekende wezens, doen zwaar onrecht in hun onwetendheid tot op den huldigen dag en zij, de ziende, weet haar schuld en is machteloos. Welk een enorme presta'ic deze grootscbe, tragische figuur te kunnen spelen. is dan vast gestild, en l'appétit viendra en mangeant". In dit opzicht kunnen wij Nederlanders zoo hél veel leeren van de Hngelschen en vooral van de Zwitsers", die zoo meesterlijk de kunst verdaan beknoptheid en grundigheid samen te doen gaan. En dan, zou uit den aard der zaak aan dc/e opleidings school de gehuwde leerares niet een ruim arbeidsveld kunnen vinden? S. G. \:. M i: Y is o o M Kachelda£ Op de Amsterdamsclie Hoogere Burgerscho len bestaat de goede gewoonte van een kacheldag, d.w.z. een dae vrij van --cliool, als de kachel gezet en de lakluchl ei ,if gebrand wordt. En als het dan hef gouden Odohcrwecr is. als waarvan wij dit jaar genoten hebben, dan is zoo'n kadieldag werkelijk cru zegenrijke instelling. Onze jongens moeten hard werken, 't Moge verbeterd zijn bij vroe ger, veel vrije tijd voor wandelen en fietsen blijft er niet over. En zoo'n vrije dag midden in de week, als het niet druk is op den weg met auto's, zooals 's Zaterdags en 's Zondags, leent er zich bij/onder toe, om te genieten van ons prachtig Hollandsch landschap, dat het mooist is onder den ijlen herfstnevel, of van de bosschen in het Gooi, waar de fietspaden de innigste plekjes toegankelijk maken. Een feest is het, er uit te mogen trekken.op zm>'ri dag, te luisteren op de heide naar de stilte der na tuur, maar ook liet pittige herfstweer op zich te laten inwerken. Er bestaat een statistiek, dat in het najaar het meeste werk geproduceerd wordt. Ale dunkt, de waarheid er van kan ieder bij z.ichzelf merken. Het voorjaar maakt loom en moe, maar het najaarsweer prikkelt tot werken, geestelijk als lichamelijk. Met zulk weer moesten we allemaal sleuteldag of kaelieldag hebben, of hoe hel maar heet," zei kleine Zus, die op de lagere school gaat. .,Als je zoo in de bai'k zit. cu je ziet die zon, hè, dan verlang je zou naai' bui ten." Ja, waarom kan dat toch eigenlijk niet? Waarom mag er wel onverwacht vrij Beneven worden voor sdiaatsenrijilen, en niet voor ce:i zeldzaam mooien dag, waar ons klimaai toch ook niet al te rijk aan is ! Zeker, de kinderen hebben de vacantk'S. Doch de/r /ii>! altijd liike datums stelden voor de opening en sluiting van de jacht op waterwild, dan was het nog zoo heel erg niet. want wat die schutter^ raken vormt slechts een onbedui dend deel van de groote vogelscharen, die sommige onzer stranden bevolken. Ook zijn de kleintjes tegenwoordig geen schot kruid waard. Maar nu wil de nieuwe jachtwet het vangen van waterwild nog toelaten niet netten en daardoor krijgt de plevierenkwestie een heel ander aanzien. De gondplcvieren namelijk zijn niet in de eerste plaats slrandvogcls. maar vertoeven ook zeer graag bin ncndijks. waar zij op de bouwlanden en wei landen zich buitengewoon verdienstelijk ma ken door het eten van de schadelijke naakte grijze slakken. Het gebeurt maar al te dik wijls, dat deze slakken het wintergraan op de akkers «eheel wegvrcten, zoudat het veld in 't voorjaar geheel opnieuw bewerkt moet worden. De goudplevieren kunnen aan tijden gebonden , in verband met de feestdagen en het sluiten en beginnen van het leerjaar, en dan kan het treffen, zooals de laatste groote vacantie, dat het bijna den heelen (ijtl slecht weer is. De mogelijkheid wordt tegenwoordig vaak overwogen van een heri'stvacantie ; in Den Haag is die pas ingesteld gedurende de week, waarin l Nov. valt. Eigenlijk is het jammer, om ook deze vacantie weer aan een vasten tijd te binden. Ze zou toch heel goed gegeven kun nen worden, /onder schade voorliet onderwijs, gedurende een week, dat het mooi weer is. Hoe jammer, als nu de kinderen met heerlijk herfstweer naar school moeten, en de volgende weck. als de ij/ige wind het onmogelijk maakt er op uit te trekken, hebben zij vrij, en ver velen zichzelf en hun Moeder, die het nut van zoo'n vacantie bezwaarlijk kan inzien. Doch prettiger dan een vierde vacantie, lijkt mii voor de kinderen het recht op zeven vrije dagen, verdeeld over het jaar. Wat een vreugd, als zij 's morgens op school komen, en ze vinden een briefje aangeplakt : Vandaag wegens het mooie weer vacantie. De leerlingen wordt aangeraden brood mee te nemen en den heelen dag naar buiten te gaan. Misschien zou blijken, dat zoo eenigc vrije dagen i-en verlies, maar winst was voor het onderwijs. Met den kolennood is op de scholen veel vrij gegeven. Hebben de leerlingen dat jaar zooveel' minder geleerd dan anders? Wie veel met kinderen omgaat, weet dat zij aan liet eind van een werkperiode, b.v. togen Kerstmis, vaak tamelijk suf zijn. Zij kunnen dan veel minder goed leuren dau na een vacantie en doen veel langer over hun werk. Ga eens een spelletje met hen dammen 's avonds, na afloop van den schooldag, en ook eens 's /ondag^oditcnds ; gij kunt dan pas merken hoe afgewerkt de kinderen 's avonds zijn, (ijl is een zeer eenvoudige proef. We vragen voor onze kinderen meer vrijen lijd; t; e c u lijd, die weer opgeeiseht wordt door sport o i' gedwongen sdioolwanddingen, waar altijd dwang van boven den weg aan geeft. Maar vrije tijd geheel voor hen zelf, opdat /ij kunnen wandelen en droomen, eu zich/elf zijn. \ A \ W l S C 11 Vrouwenbelangen Langzaam maar zeker doet de vrouw haar intrede in de werkplaats van staat en maat schappij. Dagelijks brengen de bladen uit alle landen nieuwe bewijzen hiervoor en vinden wij deze groote, na veel inspanning en strijd bevoch ten overwinningen, in kleine berichtjes in de pers vermeld. Zoo geeft het Maandbulletin van de Nat. Ver. v. Vrouwenarbeid, dat onvolprezen, handige blaadje, onmisbaar voor wie op de hoogte wil, komen en blijven, van wat er in de wereld van vrouwenarbeid" omgaat, een opsomming van recente benoemingen van vrouwelijke functionarissen op allerlei gebied. Het is in zijn nuchterheid van opsomming alleen reeds zoo welsprekend, dat men na lezing het gevoel heeft een dozis vreugde in gecomprimeerden vorm te hebben genoten. Ik kan niet nalaten hier enkele dier be noemingen nog eens te vermelden. Misschien geven zij ook anderen het besef, dat de zaak deivrouwen meer en meer de zaak van het al gemeen belang wordt. Zoo kreeg dan de Rijkswoningraad een vrouwelijk lid en wel een, dat haar sporen op het gebied der volkshuisvesting reeds heeft verdiend. Voor wie in Volkshuisvesting belang stellen (en wie kan in dezen tijd van woningnood zijn belangstelling aan deze zaak onthouden)? is Mw Johanna ter Meulen uit Amsterdam, geen onbekende. Moge haar kennis en vrouwelijk inzicht de volkshuisvesting weldra ten goede komen, nu zij als lid van den Rijkswoningraad met. meer invloed en gezag wordt bekleed. Tot lid van den Onderwijsraad werd benoemd Mw. W. Mansholt-Andreae uit Ulrum. Ook geen vreemde in de vrouwenwereld. Zij was het immers die in het begin der oor logsjaren een vereeniging tot steun van huis vrouwen in Ulrum en omstreken oprichtte en er hart en ziel van was. Zij is soc. dein. Staten- en Gemeenteraadslid. Ook de Centrale Jeugdraad heeft nu zijn vrouwelijke leden. Het zijn vrouwen uit verschillende maat schappelijke en politieke kringen. De 'Secretaresse van het meisjeswerk der Ned. Chr. Studenten Ver. Mej. M. W. Barger werkt er samen niet Mvr.M.Wibaut-Berdenisy. Berlekom, de redactrice van het kinderblaadje van de Prol. Vrouw." terwijl de dames Hanlo en de Leeuw werkzaam in Katholieke jeugdorganisaties, Mvr. Besemer-Lindeboom soc. dm. Gemeenteraadslid te Leeuwarden, en Mvr. M. E. H. Sandberg-Geisweit v.d. Netten een bekende paedagoge van vrijzinni gen huize alle hare krachten aan het welzijn der jeugd in den Centralen Jeugdraad zullen geven. Deze adviezen kunnen met anders dan ge tuigen van breed inzicht, waar zij het resul taat zuilen zijn van ervaringen uit zoo hetero gene kringen. Waar jeugd" een zoo homogeen begrip is daar zal zeker ook het overleg dezer vrouwen leiden tot eenstemmig samenwerken in het belang der Jeugd. Ook op wetenschapppelijk en technisch ge bied erkent men meer en meer de waarde der vrouwelijke arbeidster. Hiervan getuigen de benoemingen van Mej. Dr.A. J. Steenhauer tot lid van het Rijks-Instituut voor Pharmacotherapeutisch onderzoek, die werd aangesteld tot secretaresse en Jonkvr. Mr. A. E. de Brauw die fungeerde als secretaresse van sectie 3 van het Eerste Ned. Wegen-congres dat in Sep tember in 's Hage werd gehouden. C. S. DE (i K O O T Najaar Het zonneke tinkelt, Het zonneke pinkelt Nog even door 't loof van den najaarstuin, Het kleurt er het loover Met vroolijk getoover In heldere kleuren van goud en van bruin. Het windeke warrelt, Het windeke dwarrelt En jaagt er de bladerkens hoog door de lucht, Dan gaat er een rilling, Dan gaat er een trilling Door 't loof, van een kouden najaarszuchf. Een vogelke tipt er, Een vogelke wipt er Op bladerloos takje van eikenboom, De nevels gaan komen, Omhullen de boomen, Straks ligt weer de tuin in zijn najaarsdroom. P. A. E. OOSTI: K ii o r F dat voorkomen. Helaas broeden zij in ons land zoo goed als in het geheel niet DRV r e 11 hun allerlaatste broedplaatsen hier zullen binnen een paar jaar door ontginning \erd\vijnen. Maar in NoordEuropa eu Vt'est-Siberiè' huizen er nog genoeg en daarvan komen er op den trek duizenden in en dooi'ons land. Wanneer ge in Augustus wandelt door de vruchtbare akkers van Groningen en Ericsland, dan vliegen ze wel voor ii op. Griize vogels, aan de onder zijde wit en met lange spitse vleugels, die zij vlug bi.wegen, ecu heel andere wieksfag dan die van hun verwant, de kievit. Ze roepen elkaar toe met klagend, vragend ,.thoe-iet", cc-u heel mooi, ver doordringend geluid. Waar ze op de velden rondloopen, ziet ge ze in liet eerst niet, maar aardig is het. IIOL' bij nauwlettender toekijken allerlei grijze kluitje-, beginnen te bewegen. Vroeg in "'; najaar zijn er nog wel bij in liet praehtkli.i'd. zwart aan kop en hals en borst, maar in ': winterkleed word: de onderzij heeleinaal wit met enkele donkere vlekken. l )eze mooie en nut'ige vogels worden nu uU'ier den naam van wilsters veel in slagnet:rn ^evm^'.'ii eu PU is liet werkelijk zaak, om uit te rekenen, o', de prijs die voor zoo'n vogel !;ei]i:ia!-:i wordt wel opweegt tegen het voor deel dat wij moeten derven, doordat hij aan zijn v.eikkrini; wordt onttrokken. Dergelijke heivkenitiireii zijn nog niet gemaakt; de practi>.clu' voueMudie begint zich pas in die lieii'iiiL; v omwikkelen. Maar als het nu oliikiii zoü.dat een levende plevier veel meer waard '-? dan een doode, dan moeten die N,iUeU Z'>'. ;p.'idii.'mogelijk j.'.esdirapt worden uit de lijst van het waterwild. Het lijkt mii daarom ook veel beter, om die lijsten niet eens in de wet op te nemen, maar ze vast te «tellen bij een Koninklijk Besluit, dat van tijd tol tijd in overeenstemming met de vorde ringen van onderzoek en wetenschap kan wor den herzien en waarin de vog"ls dan ook pre cies worden aangeduid met vermelding van wetenschappelijke!! naam en toenaam. Heel wat reputaties van vogels, zoowel goede als slechte, steunen op zeer losse gronden. In het rapport van de vorige jachtcommissie werd de fazant nog onwederlegbaar schadelijk voor den landbouw genoemd, maar onderzoek in Engeland en hier te lande heeft bewezen dat hij veeleer als nuttig beschouwd moet worden. Zoo kan ook onder ons waterwild" nog, menig heiligje of duiveltje schuilen en daarom was het dunkt mij wel geraden, om die pleviernetten voorloopig alvast maar op te bergen. JAC. P. Tni.issE iifunmriinnnufiilHndtirtniiHniini'iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiifi l Bestelt ROZEM, PLANTEN,\ \HEESTERS, ZADEN, recht-f fstreeks bij de MOERHEW" voorheen B. RUYS DEDEMSVAART

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl