Historisch Archief 1877-1940
13 Nov. '20. No. 2264
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
1G70. «J O IK .A. IN" ZfcT .A-IMIOS
192O.
Johann Amos Komensky
." . Onlangs werd vernomen dat de
Tsjecho?Slowaaksche kolonie in ons land, de
Komensky-vereeniging en de Osveta, onder
patronaat van den Minister van onderwijs
,-' in hun jongen staat, Prof. Drtjna, het plan
heeft opgevat aan de stad Amsterdam een
: standbeeld aan te bieden van haren landge
noot Johann Amos Komensky. Die aanbieding
zou (voorloopig op papier)'plaats vinden op
15 Nov. a.s., den dag waarop het 250 jaren
,zal geleden zijn dat Komensky overleed.
Een plein' zou te zijner eere door B. en W.
van Amsterdam Comeniusplein worden ge
noemd. Naar ons wordt gemeld zal de
ontTiulling van een borstbeeld in gips te Naarden
stellig op 22 November plaats hebben. Reeds
heeft in het begin dezer maand October de
heer Prokop Maxa, buitengewoon gezant der
republiek, Naarden bezocht met den
Praagschen beeldhouwer Salon, die het borstbeeld,
'dat Naarden zal sieren, ontwierp. In overleg
met den Voorzitter der Komensky-vereeniging
te Amsterdam werd een keuze gedaan voor
de plek der opstelling.
t)f er van zeshonderdduizend Amsterdam
mers velen zijn, bulten de Tsjechen en behalve
de op paedagogisch gebied georiënteerden,
die weten wie Comenius was, naar wien het
pleit) zal heeten, waarop later in Amsterdam
het,.standbeeld zal verrijzen?
'Wij betwijfelen het. En toch hebben wij
allen, hél de wereld, al weten wij dit niet,
zulke groote verplichtingen aan den man,
eertijds zoo bekend, dat een herdenking van
Ijenvmet het oog op zijn 250-jarigen sterfdag
niet misplaatst mag heeten.
Joh. Amos Komensky, in de beschavingsge
schiedenis als schrijver van wel honderd werken,
overgezet in tal van talen, mér als Comenius
bekend, is in Maart 1592 in Moraviëop de
Hongaarsche grens geboren. Zijn ouders
behoorden tot de Moravische broeders, de secte
die er zich op beroemde, niets dan een
echtChristelijkégemeente te willen wezen. Zijne
streng zedelijke opvoeding kreeg hij eerst op
de lagere school. Doch dit onderwijs, energie
en leerlust doodend, (door hem niet genoten,
maar verfoeid) heeft tot voordeel van de
wereld, den grond gelegd voor zijne hoogst
moderne onderwijsbeschouwingen. Van de
latijnsche school klom hij op tot de Theolo
gische school in Herborn in Nassau, van waar
hij in 1614 terugkeerde, om reeds op 22-jarigen
leeftijd rector te worden van de broederschool
te Prerau. In die hoedanigheid schreef hij een
leerboek voor de latijnsche taal, een voordien
tijd opzienbarenden arbeid.
De tijden namen met het klimmen zijner
jaren in troebeling toe. De onweerswolken,
waaruit de storm van den 30-jarigen oorlog
zou losbarsten, pakten zich reeds samen.
In 1621 verloor Comenius door de plundering
van de stad zijner inwoning, Fulneck, waar hij
rector was geworden, al zijn bezittingen, al
zijn boeken en handschriften. Doch de man
die in zijn leven van arbeid en lijden, van gunst
en vervolging, zooveel lief en leed
dooreengevlochten zag, doorstond deze beproeving,
die hem later nóg eens zou treffen, als een
loutering.
Met het doel te ontkomen aan de vervol
gingen, waaraan de Moravische broeders van
Roomsen-Katholieke zijde bloot stonden,
vluchtte hij naar Polen. En ofschoon, naar
men zegt, 30.000 gezinnen, 500 adellijke
geslachten op die wijze werden verdreven,
kon de broedergemeente «vel verjaagd, maar
toch niet vernietigd worden.
In Polen neemt hij te Lissa de leiding van
het gymnasium op zich, waarbij hij tevens
met ontembaren drang naar schrijven en
uitgeven, die hem zijn geheele leven bijbleef,
eenige zijner beroemdste werken in het licht
gaf. Dit waren o.a. : De Magna didactica
(de groote leer van het onderwijs). Een kunst
om aan allen alles te leeren (zooals hij zelf
zegt: in erfreulicher Weise"). Verder : De
Moederschoot. Een karakteristiek van de
volksschool. Dan : de Janua linguarum reserata
(de Ontgrendelde Deur der talen). Vooral dit
laatste werk, in 12 talen gedrukt, grondvestte
zijn roem. Het werd in het Arabisch, in het
Turksch, in het Mongoolsch en in het Perzisch
vertaald. Met uitzondering van de Heilige
Schrift bestond er geen boek dat onder het
menschdom zóó verspreid was, als de Janua
Linguarum.
Hier al de werken op te sommen door hem
in het licht gegeven, zoowel van
wijsgeerige en godsdienstige, als opvoedkundige
strekking, is overbodig. Maar wei mogen wij
er op wijzen dat bij al zijn schrijven, al zijn
streven steeds deze gedachte op den
vóórgrond stond : zijn arm verscheurd vaderland
te helpen. Hij schreef dan ook veelal zijn
werken eerst in het Boheemsch, voor zijn
landslieden, daarna in het Latijn voor de
geleerde wereld.
Een beroep in 1641 door het Engelsch
Parlement tot hem gericht om in Engeland
het onderwijs te komen regelen, wees hij, hoe
eervol het ook was, om vaderlandslievende
redenen van de hand. Een uitnoodiging even
wel van Zweden, waar Oxenstjerna hem de
schoolregeling opdroeg, aanvaardde hij, als
mér in de buurt liggende. Onze landgenoot,
de groote koper- en ijzermagnaat Lodewijk
de Geer, die in Zweden mijnontginningen
bezat, verleende hem geldelijken en moreelen
steun. Dat Comenius dit waardeerde, blijkt
wel uit den eervollen titel dien hij zijn Maecenas
gaf: ,,Groot-Aalmoezenier van Europa".
Het schijnt echter dat de verhouding tot de
Geer niet doorloopend ongestoord bleef. Come
nius schrijft naar aanleiding hiervan ergens :
geweten en vrijheid zijn niet voor geld veil."
Doch toen Comenius zich in Pruisen te Elbing
? vestigde, wellicht om dichter in de buurt
van Zweden te blijven, ondersteunde de
Geer hem weder en schonk hem o.a. reisgeld.
Ook in Hongarije regelde Comenius in dien
tusschentijd het onderwijs. Hij ging steeds
dóór met de vruchten van zijn geestesarbeid
uit te geven, waarbij reeksen van merkwaardige
geschriften het licht zagen. Zoo o.a. in 1657
n zijner meest beroemde werken de : Orbis
pictus (de geschilderde wereldkring) dat, het
aanschouwelijk onderwijs behandelende, als
het eerste prentenboek voor kinderen kan
worden aangemerkt. Hierin is Comenius'
grondstelling belichaamd of liever gekristal
liseerd : Gedachten worden woorden ; woorden
groeien tot dingen; denken wordt spreken,
spreken wordt handelen; verstand, tong, hand
gaan te samen, zijn ten nauwste verbonden
tot n.
Na vele rondzweryingen in Silezië, Branden
burg, Hamburg vestigt Comenius zich op
uitnoodiging van den Raad van Amsterdam
in onze grootste koopstad, de stad die hij in
de voorrede van zijne Opera omnia" (Vol
ledige Werken), in 4 folianten uitgegeven op
verzoek van de Vroedschap van Amsterdam,
noemt: Oogappel van alle steden, sieraad
van het Belgenland, ? genot van Europa."
Ook hier was het wederom een de Geer, de
zoon van zijn Zweedschen beschermer, die
hem steunde.
Buste van Komensky, vervaardigd door den
beeldhouwer J. Strachovskéko, op 22
November te onthullen
Als zijn zwanezang, een religieuze verzoe
ning met God, gaf hij kort vóór zijn dood in
het licht, het verheffende: Unum
necessarium, Het nig noodige.
Comenius was een man vol van zedelijke
waarde en moed, van liefde tot de menschheid,
vol van berusting in tegenspoed en van
blakenden ijver en werklust voor zijn levens
doel : het priesterschap der humaniteit, de
ontwikkeling der jeugd, het onderwijs in al
zijn trappen.
Zijn groote beteekenis voor ons, 20e eeuwers,
is deze : dat de vooruitgang, dien Wij in de
laatste halve eeuw op onderwijsgebied hebben
waargenomen, eigenlijk een teruggang is tot
Comenius, tot zijn opvoedingssysteem, tot
zijne onderwijsnormen.
Hij was het, die de opvoeding en het onder
wijs verklaarde tot een belang voor de ge
meenschap. Hij stelde op den voorgrond, dat
het kind recht heeft op een opvoeding, aan
gegeven door de natuur. Eerst zien, daarna
woorden. Opgaan van het gemakkelijke tot
het meer moeilijke. De leerlingen mogen op n
tijd slechts n ding leeren. Het onderwijs moet
strekken tot het opwekken van oplettendheid
en belangstelling.
Hoe had dit alles hém in zijn jeugd ont
broken ! Hij had dit gemis gevoeld. Zijn
liefde voor de jeugd drong hem, dat ten be
hoeve van het kind te verbeteren.
Zeker was hij doordrongen van Erasmus'
geest, die zich zoo verheffend had geuit :
Is er iets heerlijkers denkbaar dan het onder
wijzen van het kind?"
Maar niet alleen voor het kind werkte
Comenius. Hij streefde naar verbetering van
de geheele opvoedingsloopbaan.
Hij eischt reeds voor de lagere school, de
zoogen. Mutterschule, de innigste verbinding
tusschen onderwijs en opvoeding, wetenschap
en ethische beginselen. Hij noemt de
Moederschool : schola vernacula"
(Muttersprachliche Schule) in tegenstelling met de Schola
Latina." Na de Moederschool treedt men de
volksschool binnen, de volksschool in echt
hedendaagschen zin : de school door welke de
geheele massa van het volk, zonder onder
scheid van geslacht, van stand, van be
gaafdheid, heeft te gaan, en waarin in de
moedertaal van het kind de grondslagen
van taalkundige en zedelijke ontwikkeling
worden gelegd. Het is de volksschool wier
verdeeling in zes klassen van hem uitgaat,
evenals de splitsing in zes klassen van het
gymnasium, dat gevolgd wordt door d
Universitaire opleiding. Ook de inrichting van
de Realschule in zeven jaren, berust op Come
nius' aanwijzingen. Welkeen moderne beschou
wingen drie eeuwen geleden !
En niet alleen leerplannen werden door
Cornenius ineengezet. Ook de leerboeken voor
de praktijk bestemd werden door hern samen
gesteld en dit alweer voor de geheele opvoe
dingsloopbaan. Een veelomvattende taak, die
tal van schitterende geschriften, vernuftig en
meesterlijk ten uitvoergebrachte werken, in het
licht deed verschijnen. De stand van het
menschelijk weten van die dagen was nog van
dien aard, dat een verstandig mensch deze
gedachte in zijn hersens kon opvatten en....
kon uitvoeren.
Comenius' ideeën en leerstellingen bergen
de diepste gedachten, die tot
LeibnitzSpinoza, tot Schelling-Hegel opklimmen,
zoodat reeksen van verhandelingen over hunne
betrekking tot hun geestelijken voorganger
Het gedenkteeken (voorzijde) thans te
Naarden aanwezig
Comenius" in het licht konden verschijnen.
In Prerua in Moraviëwerd in 1874 een
standbeeld voor Comenius opgericht, als hulde
zijner landgenooten in zijn geboorteland. In
1871 werd een Comenius-stichting te Leipzig
gevestigd, een paedagogische
Central-Bibliothek, als een verheerlijking van den grooten
denker en opvoedkundige, die niet voor zijn
land alleen, maar voor de geheele menschheid
werkte. Ook in Naarden, waar men beweert dat
hij den 15en.November 1670 overleden zou zijn,
richtte men hem in 1893 een bescheiden gedenk
teeken op. Men", d.w.z. een kleine groep ver
eerders, die hem kenden en waardeerden. Want
het groote publiek vroeg toen, evenals men over
een poos op het Comenius-plein óók zal doen :
Wie is dat?" Een borstbeeld, voor Naarden
bestemd, is, zooals hier boven werd meege
deeld, van Tsjechisch-Slowaaksche zijde, in
de maak. Het zal den 22en Nov. worden
onthuld, denkelijk vóór of in de buurt van
de Komensky-school, de nieuwe
M.U.L.O.school die naar den grooten paedagoog is
genoemd.
Mogen bovenstaande regelen althans een
grooten kring van lezers gewezen hebben op
den man, aan wien ook zij (laat dit dan ook
slechts langs verre omwegen het geval zijn)
grootere dankbaarheid verschuldigd zijn, dan
ze vóór dezen bevroedden.
Merkwaardig mag het genoemd worden dat
Comenius vermoedelijk in Amsterdam is
gestorven, ten huize van Lodewijk de Geer,
maar dat hij in Naarden, in de Waalsche kerk is
begraven. Een gedeelte van zijn grafsteen is
nog over, zij het dan ook neergelegd op een
andere plek, dan waar zijn graf zich bevond.
Waarom hij in Naarden, en niet in Amsterdam
werd ter aarde besteld, schijnt niet bekend
te zijn.
Dr. N. J. SINGELS
B. en W. van Amsterdam stellen vóór,
(volgens een bericht na het schrijven van
dit artikel ontvangen) voor de oprichting
van het standbeeld van Comenius, een plaats
aan te wijzen tegenover het Amsterdainsch
Lyceum. Hettfraaie schoolgebouw vormt voor
een dergelijk herinneringsteeken een zeer
toepasselijken achtergrond.
De 15 November 1920 zal het 250 jaar
geleden zijn, dat Jan Amos Comenius stierf.
De laatste veertien jaar van zijn leven had hij
te Amsterdam gewoond, hier werkte hij en
hier gaf hij zijn Opera didactica omnia" uit.
Het is dus" zeer begrijpelik, dat de
Tsjechoslovaakse natie, die Comenius terecht ais
een harer zeer grote mannen beschouwt, te
Amsterdam zijn nagedachtenis wil huldigen.
. In 1620 had Comenius de ondergang der
nationa'e vrijheid zijns volks beleefd, enige
jaren later moest hij zelf zijn vaderland ver
laten, doch trots alle rampen, die hemzelf
en zijn natie troffen, verloor hij niet de hoop
op een betere toekomst, en in de-allerzwaarste
periode zijns levens, na de Westfaalse vrede,
legde hij aan de stervende moeder, de unie
derTsjechiere broeders,"welker laatste bisschop
hij was, deze woorden in de mond: Ik
geloof bij God, dat de stormen van toorn,
door onze zonden over onze hoofden gebracht,
zullen voorbijgaan en dat het gezag over
uwe zaken weder tot u zal terugkeren, o
Tsjechies volk." Meer dan twee en een halve
" eeuw heeft moeten verlopen, voordat deze
profetie waarheid werd, maar tenslotte is
zij het geworden in 1918 - -, en tans is hel
een vrije, onarhankelikc Tsiechiese natie,
welke in onze hoofdstad de nagedachtenis
komt eren van die grote Tsjech, die in een
tijd, toen alles verloren scheen, heeft beerepen,
dat geestelike vrijheid de enige ware vrijheid
is en dat zonder deze de politieke
onafhankelikheid slechts een schijnonafhankelikheid
zoude wezen. Deze gedachte herleef! tijdens
de Tsjechiese wedergeboorte in de negentiende
eeuw en zij ligt volbewust ten grondslag aan
de opvoedende arbeid, door Th. G. Masaryk
en zijn medestrijders gedurende de laatste
yeertig jaar aan het Tsjechiese volk verricht.
Arbeid, volksbeschaving, humaniteit, daarin
ziet Masaryk de fundamenten der ware vrij
heid ; door deze gedachte geleid, heeft hij in.
pen leven van onvermoeid werken zijn voik
voorbereid voor de taak van politiek, sociaal,
ekonomies zelfbestuur. Wanneer het Tsjechiese
volk tans tegen die taak beter opgewassen is
dan anuere jonge staten, dan heeft het dat
voor een g'oot deel te danken aan de voor
afgegane opbouw ener ejoen tjeest°like
kultuur, en deze kultuur is de verwezenlikinp der
beste idealen van Comenius. Men kan dus
begrijpen, met welk ccn.piëteit het Tsjechiese
volk zijn nagedachtenis vereert.
StaatWkretaris professor F. Drtina, die
uit Praag oyerkomt voor de
eerste-steenlegeing van het Comenlus-monument, dat de
Tsjechoslovaken aan Amsterdam hebben aan
geboden, zil in verschillende steden van ons
lard voordrachten houden over Comenius;
het Ifgt derhalve niet op mijn weg, het beeld
van de?o grote Tsjech met enige uitvoerig
heid te tekenen. Liever grijp ik dégelegenheid
van dit herdenkingsfeest aan om de bete
kenis in het licht te stellen, die de herdenking
?- *)'Naar aanleiding van de
Comenius-herdenking op 15 November.
3ST
van Comenius juist in deze kritieke tijd, nu
de mensheid zoekt naar een nieuwe
evenwichtstoestand, voor ons heeft.
Met enige opmerkingen over Comenius
zelf moet ik aanvangen.
De persoon van Comenius is niet goed te
begrijpen, als wij niet weten, dat hij tot de
unie der Tsjechiese Broeders behoord heeft.
Hij was hiervan de laatste bisschop. Deze
Broeders ontleenden hun levensbeschouwing
aan Petr Chelcicky, die in de tijd
der Hussietenoorlogen en daarna het
ideaal gepredikt heeft van de vreedzame
Christen, zoals deze in de eerste eeuwen onzer
jaartelling leefde, zich onthoudend van alle
aktieve aanraking met de .verdorven maat
schappij ; sedert het Christendom officiële
religie werd, is 't met de zuiverheid van 't
christelike leven uit geweest, en tans is liet
enige redmiddel : terugkeer tot de verloren
eenvoud van leven en levensbeschouwing,
afzijdigheid tegenover de onchnstelike geest
van de staat en de officiële kerk. Van onder
geschikt belang was voor de Broeders het
dogma, hoofdzaak waren levenswandel en
prediking der moraliteit, Natuurlik was het
voor een zo talrijke religieuze groep als de
Tsjechiese Broeders niet mogelik om twee
eeuwen lang hun ideaal in zijn zuivere vorm
te verwezenliken; transigeren was
onvertnijdeük, maar dit beperkte zich tot het
aliernoodzakelikste, en indien n gemeente er
in geslaagd is het primitieve Christendom te
benaderen, dan zijn het deze Broeders ge
weest. Uit deze sfeer is Comenius voortge
komen, en de hoopvolle berusting, waarmee
hij het aardse leed droeg, het optimisme,
waarmee hij na elke nieuwe desillusie zijn
blik richtte op de toekomst, zijn een typiese
uiting van de mentaliteit der Tsjechiese
Broeders. In de Broeder-unie zag hij het
prototype van de toekomstwereld, wanneer
alle mensen n grote unie zullen vormen, en
onvermoeid werkte hij aan zijn levenstaak :
de ontwikkeling van het eigen volk en de
hele mensheid volgens betere onderwijs
methoden, opdat de- mensen de harmonie der
schepping en hun eigen ware bestemming
zouden begrijpen en zich voorbereiden voor
het burgerschap van het weldra te verwachten
rijk van Christus,
Comenius' chiliastiese ideën zijn tans ui
de tijd, wij rekenen er niet meer op, het
duizendjarig rijk van waar Christendom en
van vrede op aarde nog te beleven, en ook
overigens zullen weinigen zich tans solidair
verklaren met al de punten van Comenius'
geloof; maar de meest reële elementen van
zijn levensfilosofie, zijn liefde voor de mens,
zijn smachtend hopen op een harmonieser
en gelukkiger wereld, zijn streven om de
mensheid door goed en humaan onderwijs
daartoe voor te bereiden, spreken ook tot
de negentiende-eeuwer met onverzwakte
kracht. Toen in 1648 een lange oorlog zware
slagen had toegebracht aan de Europese
kultuur, de zeden verwilderd waren en de
geest, die naar vrijheid dorstte, zich verder
dan ooit van zijn doel verwijderd zag, schreef
Comenius zijn Testament van de stervende
moeder de Broeder-unie", een opwekking tot
geloof, hoop en arbeid. Tans staat Europa voor
een even zware taak als in 1048, ook nu
hebben wij geloof, hoop en arbeid van node.
Wie niet wil wanhopen aan de toekomst der
mensheid, die leze Comenius' Testament" ;
dit oude boekje zal menige snaar van zijn
gemoed doen trillen ; het zal hem versterken
in zijn streven om mede te arbeiden aan de
overw.nning der humaniteitsgedachte in het
nationale en in het internationale leven.
Nergens ter wereld wordt de betekenis van
Coinenius'broederschapsideaal, van zijn
irenisrne", zo sterk gevoeld als bij zijn eigen volk,
de Tsjechen. Speciaal in de kring der z.g.n.
realisten, weiker centrale figuur de tegen
woordige president der republiek Th. G. Masa
ryk is, vindt men naast een grote eerbied voor
de feiten van het heden, naast een sterke
tegenzin tegen politiek en wetenschappelik
romantisme een geest van humaniteit, die
dirckt aanslii't bij de idealen van Comenius.
Het is een merkwaardig verschijnsel, dat een
typies moderne persoonlikheid als Masaryk,
tegelijk eminent geleerde en eminent staats
hoofd, in de eerste plaats een optimisties
belijder van Comenius' humaniteitsidee is.
Uit de kring van Masaryk komt tans een
afgezant naar Holland professor Drtina
is een van Masaryk's beste vrienden en mede
werkers , om samen met ons de 250-iarige
dood van Comenius te herdenken en zodoende
tevens de intellektuële banden tussen Tsje
choslovaken en Nederlanders te versterken.
Dat is een gewichtige gebeurtenis niet alleen
voor de nieuwe Tsjechoslovaakse republiek,
doch ook voor ons Nederlanders. v
Toen ik mij deze zomer in Tsjechoslovakije
ophield, trof het mij telkens, welk een grote
waarde men daarginds hechtte aan
vriendschappelike relaties met Nederland. Toch is
dit streven zeer begrijpelik. Door Tsjechen heb
ik meer dan door anderen de gezonde gedachte
horen uitspreken, dat de kleine naties van
T. G. Masaryk,
President van deTsjechoslovaaksche Repub'iek
Europa eikaars onderlinge solidariteit be
hoeven ter handhaving van der ust en de
vrede, welke voor hen het eerste nodige
zijn. Het is in de geschiedenis telkens geble
ken, hoezeer zelfs n grote staat alleen door
het najagen van imperialistiese idealen de rust
van de gehele wereld vermag te verstoren;
de kans daarop vermindert, wanneer de vele
kleine volken, die slechts bij vrede belang
hebben, elkaar steunen in hun arbeid voor
die vrede. Deze overwegingen zijn een der
faktoren, die deze zomer de Kleine Ententc
hebben in het leven geroepen, zij doen tevens
de Tsjechen kontakt zoeken met verder van
hen verwijderde kleine volken
Maar dit kontakt moet niet uitsluitend van
politieke of ekonomiese aard zijn. Wel behoeft
elk volk gezonde ekonomiese toestanden en
het is niet zonder grond, dat het ekonomiese
leven in onze kranten en in onze belangstelling
zulk een belangrijke plaats inneemt, maar een
gezond ekonomies leven alleen kan de mens
heid niet gelukkiger maker zonder een gezond
geestelik leven, zonder een wederzijds kennen
en waarderen der volkeren. Heeft de oorlog die
achter ons ligt niet telkens getoond, welk een
rol een op onkunde berustende nationale
vooringenomenheid nog steeds in het wereld
gebeuren speelt? Het zijn vooral de grote
volken van West-Europa, die in dit opzicht
veel te kort zijn geschoten. De Fransman en
Engelsman kenden en begrepen het vreemde
het allerminst, zij hadden er weinig belang
stelling voor ; de Duitsers interesseerden zich
er meer voor, doch vooral in zoverre als zij er
hun eigen kultuur door konden aanvullen.
Veel internationaler voelden en voelen nog
de kleine naties. Dat komt o.a. door hun klein
heid ; voor hen is de strijd om het bestaan
onmogeük zonder regelmatig en intensief
kontakt met de omringende volken ; gelukkig
leidt dit kontakt veelal tot begrijpen en waar
deren.
Het is al weer Masaryk, die het probleem
der kleine naties met grote klaarheid heeft
gesteld : geen romantiek, geen historisme,
doch feiten, dingen ! Zijt gij politiek
onafhankelik of niet, wees in ieder geval kultureel
onafhankelik, vvaak er voor op 't peil te staan
der moderne wereldkultuur : daardoor wordt
gij waardig, een zelfstandig volk genoemd
te worden ! En dat waren geen frase^: dank
zij vooral Masaryk is tans het Tsjechoslovaakse
volk een geestelik rijpe natie, tegenover welke
ons noch welk ander volk ook enige laatdun
kendheid betaamt. Wel is waar kunnen de
Tsjechen van ons, die in de loop van enige
eeuwen ongestoord hebben kunnen arbeiden
aan een op traditie berustende kultuur, nog
veel leren, maar zij hebben op ons en pp vele
andere volken voor, dat zij in deze tijd van
demokratiese leuzen de arena der historie
betreden als een sociaal weinig gedifferentieer
de natie, die inderdaad veel demokratieser
voelt dan n volk van West-Europa.
Deze demokratiese geest, afkerig van
scherpe afscheiding tussen mens en mens,
tussen groep en groep, kan slechts de zin voor
het internationale nog versterken. Bovendien
wordt deze daardoor aangewakkerd, dat menig
Tsjech panslavisties voelt. Reeds voordat
men in de negentiende eeuw intensief ging
werken aan de opbouw der nationale kultuur,
had het Tsjechiese intellekt zich Slaven ge
voeld : dit was een ethies en kultureel, geeri
militant panslavisme, en in deze vreedzame
vorm leeft het panslavisme nog in het hart
van vele Tsjechen. Masaryk, die de geestelike
stromingen der gehele beschaafde wereld heeft
bestudeerd, die H urne evengoed kent als
Comte of Hegel, voelt zich zeer biezonder
aangetrokken tot het Russiese denken ; en
in 't algemeen spreekt de Russiese geest sterk
tot de Tsjechen, zij voelen zich verwant
aan het volk van Dostojewsky en Tolstoj,
welks zin voor het humane, het algemeen
menselike" ook voor ons westerlingen zulk
een bekoring heeft. Maar terwijl het Russiese
idealisme vaak tevergeefs streeft naar een
konkrete toepassing op het maatschappelik
leven en even vaak zich uitleeft geheel buiten
de praktijk der samenleving, zijn de Tsjechen
nuchterder lieden, beter in staat tot een syn
these van kulturele en algemeen-menselike
idealen. De schoonste inkarnatie van de Tsje
chiese geest is Masaryk ; een gelukkige com
binatie van realisme en idealisme, van weten
schap en geloof, maakt hem tot een der aller
merkwaardigste typen van moderne mensen, ?
en diezelfde combinatie maakt hem tot een
waardige nazaat van Comenius.
In Bohemen verwacht men veel van Masa
ryk's persoon voor de toenadering tussen de
slaviese volken; speciaal hoorde ik meer
malen de hoop uitspreken, dat hij de Serveu
en Bulgaren tot elkaar zal brengen. Ik houd
het voor mogelik, dat een man van zijn
prestige en karaktersterkte tot dergelijke daden
in" staat is. Intussen gaan Masaryk's idealen
verder. Toen hij onlangs de leden van
het vrijdenkerskongrcs te Praag toesprak,
zeide hij hun o.a. dit : dat de wereldoorlog
getoond' heeft, hoe wij tot nog toe fouten
hebben gemaakt in ons denken ; onze denk
methode is niet juist geweest, en tans is het
de taak der denkende mensheid om door een
waarachtig vrij denken zulke wereldrampen
onmogelik temaken; m a.w. een verreining
en verhoging der geestelike wereldbeschaving
is de ware weg tot de wereldvrede ! Dit
ideaal van Masaryk is niet nieuw, het was reeds
de kerngedachte van Comenius' irenisme"
en het is een bewijs van Comenius' grootheid,
dat twee en een halve eeuw na zijn dood een
moderne kultuurmens van Masaryk's bete
kenis zijn ideën nog van ganser harte kan
beamen.
Wanneer tans professor Driina de eerste
steen komt leggen voor een
Comenius-monument, dan is dat niet alleen een akte van pi
teit tegenover het verleden, tegenover Co
menius zeif en onze voorvaderen, die de grote
balling gastvrijheid verleenden: de ware
Comenius-vercerder richt zijn ogen vooral
op de toekomst. Professor Drtina stelt zich
ook ten doel, intellektuële betrekkingen met
Nederland aan te knopen, overtuigd dat de
geestelike samenwerking der volkeren tot
een verhoging der wereldbeschaving en der
wereldzedelikheid moet voeren. Dit ideaal,
dat reeds het ideaal van Comenius was, geeft
aan de herdenking van diens leven en arbeid
een symboliese betekenis.
N. VAN WIJK