Historisch Archief 1877-1940
20. - No. 22§6
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VUUR NEDERLAND
wordt door 21.0OO artsen erkend
als het beste versterkingsmiddel
Zenuwen en Lichaam.
TOEVLUGT VOOR BEHOEFTIGEN
In de eetzaal van dit Asyl voor zwervers,
gelegen Passeerdergracht 19 te Amsterdam,
hangt een groot doek van den overleden
schilder Gust. van de Wall Perné. Het doet
ons zien : een onmeteüjken winterhemel met
hier en daar een ster ; daaronder klein, nietig
en verlaten een wijd, wijd sneeuwveld.; langs
het eenige pad gaat moeizaam, ineengedrongen
van koude, een man naast zijn paard in de
richting van een kleine, van binnen verlichte
woning.
Op de omlijsting der schilderij staan de
woorden : Al is het hutje laag en klein,
De nacht daalt neer, men moet geborgen zijn."
Men moet geborgen" zijn, dat hebben ze
gevoeld, al de verkleumden en hongerigen, die
hier samen komen. Geborgen zijn", als de
nacht komt, dat is de gedachte, misschien niet
veel meer dan het instinct dat de eenzamen,
?die geen andere berging" hebben, drijft
naar de Toevlugt."
Het is in ons land gelukkig een hooge
uitzondering als iemand van honger of koude
sterft, maar voor het tot dit uiterste komt,
kan er reeds zoo onbeschrijfelijk veel geleden
zijn. Zij die hier komen, zijn dan ook, haast
? zonder uitzondering, mislukkelingen in het
leven, op welke wijze dan ook, medemenschen
die een schrijnend verlangen hebben, in de
eerste plaats naar bevrediging van de meest
primaire levensbehoeften, maar ook naar een
vriendelijk woord en een blik van deelneming.
Beide kunnen zij vinden in de Toevlugt",
waar mevr. H. O. van Campen?Verschuur,
kleindochter van den stichter dezer inrich
ting, zich reeds gedurende 13 jaren met hart
en ziel geeft aan dit werk.
Tachtig jaar lang heeft deze inrichting zich
op de been weten te houden, is zij voor dui
zenden een laatste uitredding geweest. Wie
zal zeggen of niet menige ongelukkige door
haar tusschenkomst zijn zelfmoordgedachten
heeft laten varen? Doch nu maakt zij, ten
gevolge van de moeilijke oorlogsjaren
finantieel zorgvolle tijden door en is geldelijke
steun dringend noodig.
In de distributie-tijden is er door de direc
trice en het personeel ademloos gewerkt,
natuurlijk onder sterk belemmerende omstan
digheden, ondanks zeer gewaardeerde tege
moetkoming van den kant der overheid.
Het bestuur stelde in die dagen eigen eischen
ter zijde en hield zich vast aan een gedachte :
de menschen hebben honger, wij moeten ze
te eten geven, zij hebben geen slaapplaats,
wij moeten hun een warm bed verschaffen.
In het laatste oorlogsjaar werden 106755
porties voedsel uitgereikt in ruim 4 maanden
en werd er aan 26572 zwervers een nacht
verblijf aangeboden.
Het wreekt zich gewoonlijk als noodzakelijke
reparatiën worden uitgesteld : er komt dan
een tijd, waarin verder uitstel onmogelijk is
en nu is alles zóó duur.
Een bedstel", zeide de directrice, dat
vroeger te krijgen was voor f4, kost nu f35,
ongerekend het stroo, dat geregeld bijgevuld
eninsommigegevallen verbrand moet worden".
Onder een bedstel hebben wij te verstaan
twee groote zakken en n kleine. Van de
groote zakken wordt er n gevuld met lang
stroo en doet dienst als matras, in den anderen
komt kort stroo en deze zak dient voor dekking.
Dekens worden niet verstrekt. Het zou onmo
gelijk zijn deze zindelijk te houden. De kleine
stroozak vormt het hoofdkussen. Deze zakken
worden 2 keer in de week uitgekookt en als
het noodig is, in de ontsmettingsoven gedes
infecteerd. Het is duidelijk dat hierdoor dit
materiaal veel te lijden heeft en dat van de
100 kribben er geregeld vele in aanmerking
komen voor reparatie of vernieuwing van
materiaal.
Wie de Toevlugt" bezoekt, moet wel
dadelijk de groote zindelijkheid opmerken,
die overal heerscht. Dit is ook wel een eerste
vereischte, in aanmerking genomen den toe
stand, waarin de meeste gasten hier verschij
nen.
Voor nachtverblijf is het asyl het geheele
jaar geopend, warme spijs wordt alleen ver
strekt van half November tot 31 Maart.
Van 8-10 uur 'P avonds st?at het asyl open
voor de zwervers, die den nacht daar willen
doorbrengen. Vrouwen melden zich weinig
aan, toch is er ook voor haar een afzonderlijke
slaapzaal. De zalen zijn 's winters verwarmd
door breede, warmwaterbuizen, die midden
door het vertrek loopen en ook gelegenheid
bieden om een vochtig kleedingstuk er op
te drogen te hangen.
Langs den wand ziet men een rij
emailwaschbakken, die ieder voorzien zijn van een
kraan en waaruit het water verwijderd wordt
door omkanteling van den bak. Een hand
doek kan tegenwoordig niet meer verstrekt
worden daar deze te zeer in de termen viel
om meegenomen te worden.
Tusschen 6 en 7 uur 's morgens wordt aan
de slapers" een broodje en een ferme kom
koffie uitgereikt, daarna moeten zij het ge
bouw verlaten, aangezien er dan een gron
dige reiniging van de gebruikte zalen moet
plaats hebben. De slaapzakken, die aan de
uiteinden voorzien zijn van ringen, worden
opgehangen aan haken, die zich boven iedere
krib bevinden. Deze maatregel is noodig in
den strijd tegen het ongedierte.
Toen wij in de morgenuren deze zalen
bezochten, spoelde daar van alle kanten de
frissche herfstwind door en de gouden zon
speelde er om de houten kribben, alsof er
niet anders dan onbezorgde blijheid in de
wereld was....
Om l uur wordt de warme spijs verstrekt.
Aan de controle wordt het bonnetje of de 15
cent afgegeven ; in ruil daarvoor krijgen de
bezoekers een penning, die bij inlevering een
bord warme spijs verschaft. Het voedsel is
natuurlijk zeer eenvoudig, maar van goede
grondstoffen uitnemend bereid.
Onder de lange tafels in de eetzaal bevinden
zich warm-waterbuizen, die den verkleumde
gasten al gauw een gevoel van behaaglijkheid
geven, dat als een zachte vertroosting is.
Tot 4 uur mag van deze verwarmde zaal
gebruik gemaakt worden, dan moet ieder
vertrekken, omdat het lokaal voor de 2e maal
onder handen genomen moet worden, wat
waarlijk niet overbodig is.
Het spreekt van zelf dat onder de zwervers,
die dit asyl bezoeken, zich menigmaal beken
den van de politie bevinden. Van de slapers"
is steeds een naamregister bijgehouden. Een
natuurlijk uitvloeisel hiervan was, dat
de Toevlugt" een informatie-bureau werd.
Binnenkort echter zal dit onderdeel van het
werk vervallen, daar de Armenraad deze
functie zal overnemen.
Deze inrichting, die in hoofdzaak te doen
heeft met mannen uit de onderste lagen der
maatschappij, wordt bestuurd, en goed
bestuurd door een vrouw.
Dit is zeker niet ieder's werk, maar een
vrouw, in wier karakter menschenkennis,
tact en onverschrokkenheid samengaan met
een warm medegevoel vindt hier een heerlijke
taak.
Een trouwe hulp voor het werk van alle
dag vindt Mevrouw van Campen in den
suppoost Brandenburger en zijn vrouw, die
reeds gedurende vele jaren met toewijding
zich aan dit werk geven.
Het Bestuur der Toevlugt" dat zulk een
dringend beroep doet op de algcmeene
weldadigheidszin, biedt het publiek tweeërlei gele
genheid, haar mildheid tetoonen, n.1. door toe
zending van een gift of door bestelling van een
aantal bonboekjes, voor brood en koffie, voor
warme spijs of voor nachtverblijf. In, een groote
stad als Amsterdam moeten er toch velen
zijn, die gaarne zouden willen geven als zij
op straat of aan hun huisdeur de ellende ont
moeten, maar terugschrikken van geld-geven
uit vrees daardoor mogelijk meer kwaad
dan goed te doen. En als men eerst moet gaan
informeeren de opwelling van mede
lijden is spontaan, maar vaak ook vlug ver
drongen, men leeft snel in een groote stad. . . .
Hoe menigeen gaat aan een armen stakker
op straat voorbij zonder te helpen, maar niet
zonder een gevoel van pijn over zijn onmacht.
Door aan de deur of op straat een of meer van
zulke bons uit te reiken, kan men zeker zijn
dat van den een of anderen ongelukkigen den
honger wordt gestild of aan een dakloo/en
een bed wordt bezorgd.
A. H. L d K i i B o K M A.
IIIIIIIIIIIIIMlIIIIIHIHIIIIIIlmlIIIHHml Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
TDipircrp PflMRIfB"
IKIrLt Lü, uUMDltK
Importépar SCHMITZ & Co., Utrecht
M. van IJsselstein. Kleedje voor een penanttafel. Kloskant.
Plaat uit De Vrouw en haar Huis"
?M iiiimiiiimimiiMMiiii
IIIIIIIIIIIIH in
iiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiii
ADELBODEN.
1350 M. b/d. Z.
Alle wintersporten. Grootste en mooiste
skite reinen van Zwitserland.
Inl. en prosp. Intern. Verkeersbur. A'dam
Raadh.str. 2; Haag, Papestr. 5 en
Verkehrsbureau, Adelboden.
?Uflliliiiium 'fttciiiffffiiimifHffffirffHfiiiiirfiliiiMfififfiiiiijifiiiiHHB
Jaarboek van Nederlandsche
Atnbachts- en Nijverheidskunst 1920
In het vorige weekblad schreef Otto van
Tussenbroek een waardeerend woord over het
zoo juist verschenen Jaarboek van Neder
landsche Ambachts- en Nijverheidskunst.
Een belangrijke arbeid is weder met de
uitgave van dit standdaardwerk verricht. De
vrouwelijke handwerken zijn er echter nog sober
in vertegenwoordigd. Dit valt te betreuren
omdat in onzen tijd in de uitvoering en
opvatting van de borduurkunst een kente
ring wordt opgemerkt, die drijft naar
individueele, eigene werkprestatie, naar per
soonlijke uiting in 't weergeven van 't orna
ment en 't verwerken en 't kiezen van het
materiaal.
De weinige werkstukken in het jaarboek
gegeven, dragen ook den stempel van de
maakster. Maar juist omdat dit 't geval is,
is het treurig dat er in een der onderschrif
ten een onvergeeflijke fout is geslopen. Nr. 65
op blz. 55 geeft het kleed voor een penant
tafel, ontworpen en uitgevoerd in kloskant
door M. van IJsselstein (hierboven afge
drukt en aan de lezeressen van De
Vrouw en haar Huis" door publicatie
reeds bekend). In het jaarboek wordt dit
kleed een kanten waaier genoemd en toege
schreven aan E. Rappard Broese van
Groenou.
Hoe deze misslag is ontstaan, is ons on
verklaarbaar, daar wij v, eten dat elke inzen
der zelf foto's van zijn werKstuk moet in
zenden en inej. Van IJsselstein van de
plaatsing van haar werkstuk geheel onkun
dig is. Wij twijfelen niet of de redactie van
het jaarboek die zelf ten zeerste strijdt voor
het goed recht van den werker, zoowel
van ontwerper als uitvoerder, zal dit feit
nauwkeurig onderzoeken en zoover het helaas
nog in haar macht is, de fout zien te her
stellen. Aan de bezitters van het boek de
taak om even het onderschift in hun exem
plaar te wijzigen.
M. R o c, i, K
tiiiimmiliuiiiiiiiiiimiiiiiii
Een Meisjesboek
Er is tegenwoordig weer een heek stroom
van echte ,,meisje-snoeken" ; maar Ellen
'?''.'?mor, Vaders Kind. (Uitg. Gebr.
Kluitman, Alkmaar) is stellig een der aar
digste. ,
De heldin is veertien jaar. In den aanvang
denkt men dat zij een paar jaar jonger is,
/on'n wildebras is /ij nog op een leeftijd,
ALS 'T VRIEST
De planten bestaan voor het grootste ge
deelte uit water ; het is dus niet meer dan
natuurlijk dat zij bij vorst een ander uiter
lijk krijgen. Eigenlijk is het een wonder, dat
de verandering nog niet veel meer ingrijpend
is. Bij de ontbladerde boomen valt in den
voorwinter nog niet veel op te merken ; ze
staan wat strakker tegen de lucht en als het
goed hard vriest, komt er een dalende bewe
ging in hun zijtakken. In den nawinter
reageeren vele wel sterker, dan komt er ook
heel mooi kleurenspel bij te pas, maar daar is
thans nog niet veel van te zien.
Met de groene planten is het anders. Men
behoeft waarlijk niet op den thermometer
te zien, of het vriest. De aucuba's en laurier
kersen buigen bij een paar graden vorst haar
bladeren loodrecht omlaag, de klimop krijgt
een donkerpaarse tint over haar groen, zoo
ook het buksboompje en tal van kruiden, dit
voor het volgend jaar al flinke bladrozetten
hadden gevormd, liggen slap en gehavend
neer. Het gevoeligst is misschien wel de ge
wone eikvaren, de meest bekende van onze
altijd groene varens. Zoodra die een tempe
ratuur te verduren krijgt van maar even
onder 't vriespunt, gaan haar bladeren krul
len en schrompelen alsof haar laatste uurtje
geslagen heeft. Maar brengt ge zoo'n
ineengeschrompeld blad even in de kamer of buiten
op een beschut plekje in den zon, da ziet ge
het heel vlug weer frisch «n fleurig worden.
Dit ligt allemaal aan waterverplaatsing in
en om de cellen, 't Is nog de vraag of de plant
er direct voordeel van heeft, het ligt voor de
hand, om te meenen, dat op deze manier
de bladeren beschut worden tegen
verdroing .
Met dat al ziet het bosch er op een
vorstmorgen min of meer armoedig uit : het ont
bladerd onderhout, de verschrompelde varens,
de ineengekronkelde niosstengeltjes, de half
weggevroren paddestoelen, de verflenste
bladeren van raket en hclmkruid en het
vaalgrijs en geel van de afgestorven grassen,
netels, kervel of kleefkrnid. Alleen de kamper
foelie heeft haar bladeren frisch gehouden,
zoowel de oude als de nieuwe en ook de kleine
rozetjes van vekikers en vroegeling laten
zich niet uit het veld slaan.
De grove dennen zien er altijd nog al
kroe/.ig uit, doordat hun gedraaide naalden in
paren altijd naar alle kanten uitstaan, maar
de vorst brengt er toch een extra krinkel in
en zon ziet het dennehosch dan nu ook
ruiger dan gewoonlijk. Waar, in plaats van
grove dennen Oostenrijkers groeien is de
verandering nnf> duidelijker. Die hebben veel
langere en veel slappere naalden, ook langere
twijglcdi'ti. Bij gewoon weer staan de naalden
wijd uit en ze vormen dan mooie
straalfigurc-n rondom de wit beharste knoppen. Wan
neer het gaat vriezen dan neigen de naalden
van elk paar dichter aaneen en al de
naaldparen zelf gaan een kleiner hoek met hun
twijg vormen en daardoor krijgt vooral jong
plantsoen van Oostenrijkers bij vorstweer een
zeer haveloos ongesoigneerd uiterlijk. Indivi
dueel verschillen die boomen ook nog al veel,
de ergste zien er zoo naar uit, dat je al er
over zoudt gaan denken om ze er uit te dunnen.
Nog sterker is tlit het geval bij de
Weymouth of Witte Den, een van de allermerk
waardigste en sierlijkste dennen van
NoordAmerika. Sedert geruimen tijd is die den
ook in Europa aangeplant en bij ons wil hij
graag groeien en zich uit eigen zaad
voortplanten. Ongelukkig echter heeft hij
hier te lijden van een roestziektu, die hij in
zijn vaderland zoo goed als niet kent en
menig boomkweeker zal u verzekeren, dat
het een onbegonnen werk is, in ons land
Weymonth aan te planten. Toch gedijen ze
hier en daar heel goed en wij kennen wel
exemplaren in ons land, die het al tot een
terbiedwaardigi'n ouderdom hebben weten te
waarop de meeste van haars gelijken zich al
min of meer als aankomende jonge dametjes
vertoonen,
Doch dat komt door de bijzondere om
standigheid, in den titel aangeduid, dat zij
Vaders Kind", is; zegge Vaders kameraadje
en vertrouwelingje, naar hem aardend".
Maar dan komt Vader te sterven. De
finantieele toestand maakt het noodzakelijk
dat zij het huis uitgaat, en wel naar Amster
dam, tot gezelschap van een erg stijve nicht,
bij wie zij het bijna niet kan uithouden,
maar het toch uithoudt, omdat Vader dat
van haar zou verwachten", ten slotte wordt
zij door een gunstigen samenloop van zaken
uit dat deftige Keizersgrachthuis verlost,
zoodat zij weer naar huis kin komen, mits
zij Moeder als een trouwe, degelijke hulp ter
zijde staat. En dan geeft zij wei degelijk blijk,
minstens veertien jaar te zijn.
Men ziet, het ernstige element ontbreekt
niet in dit boek. Maar de hoofdtoon is
vroolijkheid, jonge joligheid zelfs; eerst in het
frissche buitenleven, en daarna in Letje's
bakvisch-guite-streken, als reactie op haar
treurige positie bij Nicht Sofie. Letje is een
heel aardig, natuurlijk schepseltje!
G R E R T R U I D A C A K K L S E N
Vrouwenbelangen
Ook de Raad van Toezicht op de spoorweg
diensten benoemde dit jaar tot commies
tevens plaatsvervangend secretaris: Mw..Mr.
A. M. Beumée, plaatsvervangend secretaris
van het scheidsgerecht voor spoorwegperso
neel, terwijl de Commissie voor Volkenrechte
lijke vraagstukken, ingesteld door den Minis
ter van Buitenlandsche Zaken tot haar
secretaresse benoemde Mvr. Mr. J. Lyclama
a Nyeholt, die reeds als rechtskundige bij den
Octrooiraad in dienst was gesteld.
Ons land telt thans ook een vrouwelijk ont
vanger-griffier. Mvr. A. Temans werd als
zoodanig aangesteld te 's Heerenbroek en
wel bij den West-Kraayertpolder in
ZuidBeveland.
Waren er tot dusver alleen
arbeidsinspectrices en adj. inspectrices, thans bezitten wij
in Mw. A. v. d. Tempel de eerste opzichteres,
van den arbeid.
Ook hebben wij nu een ambtenares der
reclasseering, een functie waartoe Mw. G. v.
Elzelingen werd uitverkoren. Zij was voor dien
inspectrice van politie.
En wat te zeggen van de benoeming van
Mw. Mr. N. Fortuin, die commies-redacteur en
plaatsvervangend gemeente secretaris te Zaan
dam is geworden.
Het is, als men het nagaat ook| al te
dwaas, dal de vrouw in Nederland niet tot
secretaris of burgemeester kan worden be
noemd, terwijl zij in onze overzeesche bezit
tingen, daarvan niet is uitgesloten.
In Malang (N.l.) toch 'werd Mej. A, M.
Brandon, ambtenaresse ter secretarie, tot ge
meentesecretaris benoemd.
brengen. Ook weet ik wel jongere te staan.
heel gaaf en frisch en behangen met de
wondermooie losse kegels, die kenmerkend
zijn voor dezen boom. De naalden zijn een
decimeter lang en staan in groepen van
vijf. Ze zijn dun en buigzaam, aan de eene
zijde glanzend groen, aan den anderen kant
wit gestreept; en als ze mooi naar alle kanten
uitstaan, dan is zoo'n jong wit pijntje wel een
van de allermooiste boomen, die men zich
in park of plantsoen kan wenschen. Ik zou
dan ook den moed niet opgeven en hier en
daar toch maar Witte Pijnen zaaien, niet te
veel bij elkaar en niet in de buurt van kruis
bessen of andere Ribes-soorten, want die
vervullen de taak van tusschenpersoon bij de
verspreiding van die brandziekte.
Deze witte pijnen reageeren nog scher
per op vorst dan de Oostenrijkers. Het vijf
tal dunne naalden krinkelt op elkaar en
legt zich vlak tegen den tak aan en in plaats
van de mooie volle stralenschemer van al
die glinsternaalden krijgen we ijle takkken
te zien, bezet met magere scheerkwastjes.
Ik ken haast geen grooter verandering in het
uitzien van een plant en buitengewoon ver
rassend is het om te zien, hoe in de warmte
van de kamer of bij het doordringen van
de zonnegloed in een beschut hoekje zoo'n
foei leelijk Weymouth-takje opeens weer een
toonbeeld van gratie kan worden.
De gewone fijnspar en de züverspar doen
ook mee aan de vorstbewegingen, de eerste
legt zijn naaldjes wat dichter tegen den
twijg aan, de andere tilt ze omhoog en daar
door komt dan de lichte onderzijde beter
te zien, zoodat een zilverspar bij vriezend
weer er duidelijk grijzer gaat uitzien. De
fijnspar wordt heelemaal ijler aan zijn omtrek.
Sommige individu's zijn ook bij deze boomen
gevoeliger dan andere; wellicht zijn ook stand
plaats en herkomst van invloed en daarom
kunt ge van deze dingen ook weer het meest
CRÊMEoBBERUT
OE. CARABA
lililllilllillflalll
Ook in Amerika stelt men de vrouw in die
verantwoordelijke positie aan. PresidentWilson
benoemde tot een der drie Commissarissen
van Washington Miss Mabel Boardman, een
zeer bekende Amerikaansche, die blijk van
organisatorisch talent had gegeven en aan
het hoofd stond van het Amerikaansche
Roode Kruis.
De functie van Commissaris komt het meest
overeen met het Burgemeesterschap zoo
als wij het kennen. In Washington is echter
de leiding in handen van een driemanschap,
waarvan dus nu voor 't eerst ook een vrouw
deel uitmaakt.
In Turkije is het ook voorbij met de
parasiteerende vrouw. Met den sluier heeft zij ook
de beschroomdheid om buitenshuis te werken
afgelegd.
Eerst had zij wel met den tegenzin der man
nen te kampen maar de nood brak ook hier
de wet.
Thans vindt men haar in allerlei bedrijven
en beroepen buitenshuis. Men vindt haarbij den
telefoondienst, op kantoren, als kassiersters
in groote zaken, bij den reinigingsdienst, en
bij de trems. *
De harems krimpen in. Ze zijn te duur.
Zoo ziet men alweer dat zelfs de duurte een
goede zijde heeft.... tenminste in Turkije.
Hoe zou het daar met de salaricering staan.
Zou men er ook het stelsel huldigen van onge
lijk loon voor gelijkwaardige!) arbeid?
In Nederland komt men in het particu
lier bedrijf toch hier en daar tot het besef van
de onbillijkhcid van dezen maatstaf.
Door de Maatschappij ter Bevordering der
Pharmacie werd een salarisregeling ontworpen
waarbij verschil in loon tusschen mannelijke
en vrouwelijke werkkrachten werd gehand
haafd. Dit voorstel werd door de Afd.
NoordHolland geamendeerd in dien zin, dat het ver
schil in loon kwam te vervallen. Het amende
ment werd aangenomen en alle Nederlandsche
apothekers-assistenten zullen nu een gelijk
loon genieten.
C. S. K o o r
DAVOS. Hotel Continental
ZON - SNEEUW - SPOET
Informaties: LINDEMAN's Reisbureau
te zien krijgen door gernimen tijd achtereen
hetzelfde stel boomen te beschouwen. Als
Amsterdam zijn frboretum krijgt dan hopen
we voor zoover de groote-stadslucht dat
toelaat daar ook veel goede vrienden
aan te treffen, die ons de wisseling van weer
en jaargetijde zullen helpen veraangenamen.
J A c. P. T n ijs s i: