De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 11 december pagina 11

11 december 1920 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

1 '/ 11 Dec. '20. No. 2268 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 ALS KONSTANTIJN IN GRIEKENLAND TERUGKOMT Teekening voor De Amsterdammer" van Joh. Braakensieh 21. 22. 23. 24. Op 24. Pe7?g8, materiaal 24. 25. Remise Te6xf6 d6?d5 Pe4?g5 d5 x c4 Pg5xf7 Kd8?d7 Pf7?e5f d3xc4 bevrijdt 2wart zich door waarna hij door zijn overwicht in moet winnen. Kd7?d8 Pe6?f7f door eeuwig schaak. PROBLEEM No. 133 VAN O. NIELSEN (?The Times) ZWART PROBLEEM No. 132 VAN B. G. LAWS, Londen (Br. Ch. Mag.) Wit: Kc4, Tel, Ld5, Lh2, Pf7. Zwart: Kg4, pionnen g6 en h3. In de vorige rubriek werd de stand der stukken (Le5 in plaats van Ld5) verkeerd opgegeven. We geven daarom het probleem nogmaals. Wit geeft mat in drie zetten. SCHAAKNIEUWS UIT RUSLAND Het belangrijkste bericht is zeker wel, dat de bekende Russische Meester A. Alechin, die algemeen doodgewaand werd, leeft en het betrekkelijk goed maakt. De Deutsche Schachzeitung heeft een particulier schrijven ontvangen uit Moskou, bovenstaand nieuws meldende. Aan dit schrijven ontteenen wij ook, dat het schaakleven in Rusland, vóór den oorlog zoo sterk ontwikkeld en gedurende den oorlog geheel lamgeslagen, zich allengs begint te herstellen, mede door toe doen van de regeering, die in het programma van de Organisatie voor de militaire op voeding" ook het Schaakspel heeft opge nomen. Het gevolg is, dat zoowel te Peters burg als te Moskou de Schaakclubs een soort van onderafdeeling vormen van bovenge noemde organisatie, dus de bescherming genieten van de regeering. Alechin zou te Moskou aan het hoofd van de S c haak se et i e staan, terwijl te Petersburg de bekende meesters Löwenfisch, Romanowski en Rabinowitsch als schaakleeraars aangesteld zullen Worden. Wit: Kf6, Te7, Lfl, Pd3, Pd5, pion h2. Zwart: Kf3, Pel, pionnen d4, f2 en f7. Wit geeft mat in drie zetten. Oplossing volgende rubriek (8 Jan.). Konstantijn tot zijn vrouw: Wij zullen zuinig aan moeten, vrouw; het eenige wat ik terug vind is de kroon.' OPLOSSING PROBLEEM No. 131 VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM 1. Kb7?c7 Goede oplossing ontvingen we van : M. Dol man te Zeist, J. G. Arnoldus te Middelburg, A. H. Wefers Beftink te Sappemeer, J. S. te Zeist, L. O. te Utrecht, j. Rietman te Dieren en A. E. J. Bruinsma te Bennekom. !. Lf6: door verschillende oplossers aan gegeven, faalt door Lc5. PROBLEEM No. 134 VAN ARTHUR MOSELEY (Tweede prijs Austraüan Columns Tourney). ZWART »fffftllflllll*»«*tlllfl>fllllflfllmtMflltllllflMMIIIMllimilllll Inhoud December-tijdschriften Groot Nederland: Helene Swarth, Liedjes. Carry van Bruggen. Het Huisje aan de Sloot. H. Boeken, Verzen. Cyrie! Buysse, Zoo als het was. J. Reddingius, J. Winkler Prins. Frans Coenen, Beknopte Litteratuur geschiedenis. J. van Nijlen, Buitenlandsche Litteratuur. F. C.. Litteratuur. "» Vragen des Tijds: Mr. M. W. F. Treub, Prijzen en Handelsbalans. Mr. W. H. A. Elink Schuurman, Grondslagen voor. de Ziekteverzekering. Mr. A. B. Cohen Stuart, Aziatische politiek. Mr E. van Raalte, Binnelandsch Overzicht. ?in iiiimiiiiiiiiiiiiiiimi niiiiiii i in ttiimiiiHiw (Landon Opinion) [iiiimfffiifffiiimitfffiiiiiififmiiiimi iitiiniiiiniiiiiniiinniinniniiin Redacteur: Dr. A. O. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht Aile berichten, deze rubriek betreffende, gelieve «nen te adresseeren aan bovenstaand adres 11 Dec. 1920 CONS L' LTAT l E-PA RT IJ ?GESPEELD TE WEENEN 29 APRIL 1920 Wit: * Zwart: <ï. Maroczy en Dr. S. Tartakower en Direct. Jui. Meergrün Dr. E. Blumenfeld Muzio gambiet 1. e 2?e4 e7?e 2. f2?f4 e5 / f4 3. Pgl?f3 4. Lfl?c4 5. 0-0 6. DdlxfS 7. e4-e5 8. d2?d3 9. Pb I?c3 10. Lel?d2 11. Tal?el g7?g5 go?g4 g4xr3 Dd8?fl> e7?e5 Lf8~h6 Pg8?e7 Pb8?c6 De5?c5f Alleen H .. Df5 wordt voor goed gehouden, wat echter tegenwoordig voor niet voldoende geldt door Tschigorins voortzetting 12. Pd5, Kd8, 13. De2! 12. Kgl?hl Ke8?d8 Behalve de voor goed gehouden voort zettingen 12.. Pd4, 13. Te7:f enz. en 12.. d6, 13. Pd5, Pe5. 14. Te5: de5: 15. Lb4 komt nog de door Bilguer aanbevolen zet 12.. 0?0 in aanmerking. 13. Ld2xf4. In aanmerking komt ook 13. Pd5, Pd5:. 14. Ldó: Pe7, 15. Lc3, Ddö: (Pd5:?, 16. Dd5:f en wint) 16. Lf6 (na 16. Lh8: of l f).. Dd5; komt zwart in het voor deel) Df3: 17. Le7:f Ke8, 18. Tf3: Tg8, 19. Ld6f remise. 13 Pc6?d-?! 14. Df3?f2 Lh4xf4 15. Df2xf4 Pd4?e 16. Df4?f B Op 16. D!7: kon Pg6 volgen met de drei ging Dc5?f8. 10 Th8 e8 Op 16.. Tf8 volgt 17. Te5, Db4, 18. Pe4! met voordeel voor \Vit. 17. Tel?e5 Dc5?e8 Alle andere zetten met de dame zouden noodlottig zijn. 18. Tfl?el Na 18. Pd5, Dd6, alsook na 18. Tb5, Dd4 zou het zwart gelukken zijn stelling volkomen veilig te maken. "l 8 Db6xf6 Op 18.. c6 beslist 19. Pe4 (bijv. d7-d5, 20. Pe4 d6). 19 d7-d(> gedwongen 21). TeóxeG Db2xf6 ' 8 a b c d e WIT Wit: Ka3, Dg5, Ta4, Tfl, La7, Lc4, Pd(ï, Pe3, pionnen b2, c5, e2, e5 en f2. Zwart: Kd4, Dh5. Tf5, Th3, Lc2, Pal, Pf6, pionnen d2, d5 en d7. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing in de volgende rubriek. Patroon: ,,He, Juffrouw Type. wat bent U vroeg van morgen; veel vroeger dan gewoonlijk!" Typiste: ..Ja, de trein vertrok niet. en toen ben ik maar gaan loopen!" ?«iiuiiiiiiiiiiiiiiiiitiiMiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiidiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiit iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII DE OVERMOEDIGE TWIJFELAAR f M et teekeningen voor ,,De Amsterdammer" van B. van Vlijmen.) Voorzichtig legde hij zijn schilderkist op . tafel en begroette dan zijn meisje. Zij had haar plaats bij het raam verlaten en was bij zijn binnenkomst eenige passen nadergekomen. En....?" vroeg zij. ,.'t Is klaar". Naar 't zin? -- Laat eens eau w zien. Wil je?" ,, |a, het is wel goed geworden,. . . . ge3oof ik". Hij opende de kist : zette een klein schil derijtje, waarvan de verf nog nat was, tegen het opstaande deksel ;' ging wat achteruit en keek zwijgend. Het meisje stond naast hem, kritisch kijkend door de nauwe spleetjes van :haar half-toegeknepen oogleden. ..Mooi is het." zeide zij, echt knap". van de zon en van de goede lucht? Neen.. hij mocht niet onpractisch zijn, het geld bleef een groote factor in-het leven. Het was vuil, maar het stonk niet heel erg. 't Bleef toch een geliefd artikel.... Ja, ook hij had het noodig. Zou dit werk al.... ? Liefste", dacht hij hard-op verder, terwijl hij zich tot het meisje richtte .,zou ik het... als ik liet eens verkocht!" Maar, jongen! Je eerste werk? Zonde, zeg" Zij deed geschrokken, was het wellicht. Zonde?" even lachtte hii rnanneiijk-valschineerderwaardig, zonde?! als ik meer maak, en het gaat, dan moet alles de deur uit." Ja, als het gaat, maar je eerste. goede werk, nee. dat moet je niet doen. Doe je niet, wel?" Wees nu niet zoo sentimenteel. We kunnen het best gebruiken" zeide hii en liet dit, over tuigd van het onderspit dat hii in dezen zon delven, volgen door een doorslaand argument: Kn weet ik meteen of het verkoopbaar is." Inderdaad trot hij haar op een broos punt. Dat is te zien. Maar ik zou er niet goed af stand van kunnen doen." Jij kan nergens afstand van 'toen". Zoo ben ik nu eenmaal". Beiden bleven even zwijgend staan voor de tafel, waarop het kunstwerk stoiv'. Daarna verpakte hij alles weder en /e i de: ,.lk ga er meteen op uit. naar Beundse. die heeft wel meer werk van jongeren in zijn winkelkast, 't zou toch wel prettig /ijn, als ik bemerk dat mijn werk gaat..." ,,Gn dan maar gauw, maar mijn volkomen /egen heb je niet." Hij gingen troostte zich met de wetenschap. dat nie!;' volkomen is. dat toch allemaal minderwaardig werk, neen, dan dat van hem, een olievert schilderij, afijn, dat dingetje dat daar stond tusschen de zoete engelsche plaatjes Love-me en Honeymoon was niet z.oo slecht. Neen ! haalde niet bij het zijne. natuurlijk niet. .,Wat wenscht mijnheer." vroeg de winke lier, die in hem een klant zag voor een lijst. .,Kijkt U eens hier -- ik meen dat U werk van jonge schilders" (even wachtte hij en keek den winkelier aan. daarmede bedoelende dat hen ik"), zou van hen, die pas-beginneii en in wiens werk wat goeds is, koopt. Hier heb ik nu iets en wilde Li vragen: hoevee! is dit l' waard." Ja, hè." Verheugd pachtte hij ; |blij met "haar goed-keuring. Dan verschoot' hij de tafel venigszins, waardoor het licht beter on zijn werk viel. Hij bleef stil-gem'eten van de vol daanheid, die na het gereed komen van zijn werk over hvm was gekomen. Groote gedach ten kwamen in zijn brein". Jaren holde hij voor uit. Hij kon wel wat ; hij werd wel wat. Schil der; beroemd: gevierd: Wat zou hij werken ! Werken ais hij werketisdrang had, niet werken in gestolen uren, 's morgens in kilte of 's avonds hij lamplicht. Neen, dan kon hij werken wanneer hij wilde. Als de zon scheen en de dagen goed waren. Kijk, daar stapte hij. blootshoofd. langs zwarte wegen, links en rechts verblindend groen, overgoten met zon; heerlijke, goddelijke zon, die donkere plekken en triestige morgens blond maakte. En veel geld verdienen.... jasses, dacht hij plots, jasses weer komt dat beroerde geld er tusschen. Waarom kan iemand daar niet buiten? Leven Voordat hii den winkel binnenstapte, keek hij nog even in de uitstalling naar het werk dat daar was geëxposeerd tusschen schilderij en spiegellijsten, plaatdrukken, veel Ecce Homo's en Maters Dolorosa, Napoleon's eerste levensjaren, Scheiden doet Lijden's en Liefde heelt alles'. Bah, vond hij, wat was IK- winkelier vatte het doekje voorzichtig aan, hield'! op een armslengte van hem af en hekeek het aandachtig. Niet kwaad", zeide hij, het weder op de toonbank leggend, niet onverdienstelijk maar koopen doe ik zulks niet. Wel neem ik werk van jougeschilders in consignatie, en zie wat ik er dan voor kan maken.... Bereken dan een kleine provisie voor mijn moeite". l.,Kn, mag ik vragen" zeide onze vriend na dit stortbad, hoeveel is die provisie?" In den regel H)",,; wel eens meer, wel eens minder. Hangt er heelemaal vanaf, wat de verkoopprijs moet worden". Ja, hm, hm, begrijp ik", loog de schilder, daar hij het niet begreep. Kijkt l.' eens hier" vervolgde iK' winke lier, wijzend op een groote schilderij, niet slecht maar niet overdadig goed. nietwaar?.. moet zestig gulden kosten". Zestig gulden! jubelde het binnen bij den kunstenaar, zestig gulden! Zou hij dat ook vragen? Hij vergat dat het andere doek min stens 8 maal zoo groot was en dat in dergelijke zaken kwantiteit voor kwaliteit gaat. Wilt U het dus hier laten." vroeg de winkelier, hem in zijn gepeins storend. Gaarne... als U het dan wilt verkoopen...!" Beloven doe ik natuurlijk niets... Maar als er een kooper komt opdagen, natuurlijk dan gaat het weg.... En hoeveel moet het opbrengen?" Zestig gulden" was het korte antwoord. Zestig.... zon U niet.... kijk eens.... dat groote is ook maar...." Maar veel slechter". Misschien ik ben maar een leek, maar..." Laten we het dan op zestig houden" Zooals U ,wilt.... Mag ik dan nog even naam en adres?" De overmoedige jongeling gaf deze op; ge lukkig zag hij niet het medelijdende lachje dat des winkeliers wég-werkende groet Tot ziens dan, ik hoop U spoedig weer te zien" vergezelde. Ruim drie weken waren sinds dien dag verstreken; dagelijks vertoefde de jeugdige artist eenige oogenblikken voor het winkelraam waarachter zijn meesterwerk stond. Hoe langer zoo beter beviel het hem en hij kon niet begrijpen waarom het werk nog niet was verkocht en waarom hij, door de nabe stellingen, nog niet een gezeten man was. Dan kwam "t wantrouwen in hem op; eerst klein, met spel denprikken, langzaam aan groeiend tot een verroeste spij kerdie over zijn beenderen werd getrokken. De twijfel, die niet alleen het innerlijk van den artist ver moordt maar ook niet aflaat van menschenmet - beide- bee nen-op-dengrond. liet hem niet meer los, maar vrat in als een rat in de kaas. Wat is een voudiger, dacht hij, dan dat die geldschrapende en ons artisten bioeduitzuigende kunstkoopers (door den twijfel waren zijn hersenen lichtelijk geschift en promoveerde hij het eenvoudige lijstenbaasji-, dat ook wel in de dwaaltuinen der kunst scharrelde, tot kunstkooper) er 7-tilk een hooge som voor vragen dat het eenvoudig niet te koop is? God weet wat voor een prijs hij vraagt voor mijn werk, misschien wel twee, driehonderd gulden; en dan scheept hij mij af met zestig gulden.... verminderd met provisie,... Hij zou hem, te duivel... /Hij deed niets. Want telkens als hij den winkelier zag, knikte deze hem vriendelijk van achter de toonbank toe... Lachte eens. Op een dag miste hij het glimlachende ge zicht van zijn belager. In zijn plaats stond Btdaptnierd Hindelimirk Dit merk op Uwt rookartikelen garan deert U kwaliteit. VOOR ENBROS: JAN AARNOUT8E DEN HAAG een jongeling, blijkbaar een bediende (zie je wel, dacht de schilder, hij houdt al personeel; misschien wel van mijn geld) die platen en lijsten afstofte. Nu was het oogenblik gunstig. Vlug stapte hij binnen en vroeg, na een groet: Kunt U mij even den prijs zeggen van dat schilderstuk, daar". Dat bedoelt U?" vroeg de bediende, een groote schilderij toeknikkend. Neen dat.... eh.?. met die frissche boomengroep...." O, dat ja... dat hebben wij nog niet zoo lang in huis... Wacht U even... ik zal den patroon roepen... Mijnheer" gilde hij naar achter. De schilder wilde den bediende tegenhou den en hem vragen den patroon niet te roepen, doch de schrik, die bij deze plotselinge ver wisseling der tooneelschikking over hem kwam. benam hem elk actief pogen. Het reeds zoovele malen als een dagmerrie ge ziene gezicht van den winkelier met den vriendelijken stillen lach verscheen om den hoek der deur, met de uitwerking dat den spieren hunne beweging en den twijfelaar zijn spraakvermogen werden teruggegeven. Pardon laat U maar... doet U geen moeite " was de smeekbede. Dan, gelijk een poes rnet een sardine-blik aan den staart gebonden, haastte hij zich de deur uit. C. H. v A N D A ,M

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl