De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 11 december pagina 2

11 december 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Dec. '20. No. 2268 DE MOTIE-VAISTRAVESTEYN AANGENOMEN Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan Halt!" ImiltMIIIIHIIMIMItlMIMMIIUIIIIIIItlll tekst kunnen zijn gezet. Niet natuurlijk in de beschrijving der feitelijke verhoudingen, maar in het waardeeringsoordeel, dat daaraan on vermijdelijk is verbonden. Zou de geschiedenis der laatste zes jaren geen verandering hebben gebracht in het vertrouwen in de kerngezonde kracht van Duitschland en ook in het oordeel over de seniliteit van het Fransche volk? On getwijfeld en wij vinden die verandering ook in het tweede gedeelte van het boek. Maar was het dan geen zaak ook het eerste gedeelte nog eens wat grondiger te herzien ? Intusschen, de beteekenis van den nieuwen druk ligt niet in dat eerste, maar in het tweede gedeelte. Dat bestaat uit twee hoofdstukken, die worden samengevat onder het hoofd: Die Weltkrise and das neue System." In het eene hoofdstuk wordt een beknopt over zicht gegeven van den wereldoorlog. Het tweede beschrijft de groote mogendheden na den oorlog. Het is het Jaatste, waaraan deze nieuwe uitgave zijn beteekenis ontleent. Intusschen wordt daardoor het bestek van het geheele boek wel wat scheef getrokken. Immers nu is het eerste gedeelte, dat de beschrijving gaf van de groote mogendheden van 1914, de achtergrond geworden voor het laatste hoofdstuk. Die achtergrond, hoe be langwekkend ook en hoe goed geteekend, wordt nu te breed van opzet voor hetgeen op het tooneel zelf te zien wordt gegeven. De verklaring en verontschuldiging ligt na tuurlijk voor de hand: terwijl de achtergrond vrijwel vaststaat, is dat met de vertooning op het proscenium allerminst het geval.paar is het nog steeds een gewirwar van menschen, waarin wel soms een zekere orde, maar nog volstrekt geen regelmaat valt de ontdekken. Opgaan, blinken en verzinken is het lot van ieder dag; het is weer juist zooals in BilderNavigatie en Mooi-Nederland DE ELITE-SIGARENMERKEN Verkrijgbaar bij de voornaamste winkeliers Fabr.: Firma RAPPARO & PÖIÏ- Iiel Himtiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiii iiriiiuitiiiMiiiiiii n IMII i « IIMIIHM rum EltTIS TOEZEIDIK AU "VAN DER HOOP'» MEUBELBEWARiNQEN TRANSPORT MIJ. AMSTERDAM f AN HAAR LAATST b. Trompstrut «M ZUID limtigd TEUFOB» dijks tijd. Intusschen. 'enkele resultaten staan reeds nu wel vast, althans voorloopig. In 1914 er kende de wereld acht groote mogendheden, in de volgorde van Kjeilén: Oostenrijk-Hongarije, Italië, Frankrijk, Duitschfand, Enge land, de Vereenigde Staten, Rusland en Japan. Die volgorde beschouwt Kjeilén als de his torische en dus logische; wij zullen er niet over gaan debatteereu. In 1920 zijn daarvan drie uitgevallen. Dat Oostenrijk als groote mogendheid heeft afgedaan, zal niemand be twisten. Van Duitschland geldt voorloopig hetzelfde. Van Rusland zon ik het niet zoo onmiddellijk durven verzekeren; wij weten zoo weinig van wat er daar in Half-Azi werkelijk gebeurt: het nieuwe Rusland heeft althans deze eigenschap van een groote mo gendheid, den wil zich te handhaven en vooral zich uit te zetten. Als iedere krachtige ge meenschap wordt Rusland van zelf milita ristisch en imperialistisch. Of mogelijk is dat alles slechts schijn. In het land van Potemkin kent men van ouds de camouflage. Van ongelijk meer belang voor de wereld dan Rusland zijn de overwinnaars in den grooten oorlog, Engeland en Amerika, de beide staten van het Angelsaksische ras. lllllllllllllllflIllllllllltlllltllllllll'HllllllflIIIIIIIIIHIIMIIIIIIIIIMHIIIIIItlll Dit is wel het groote feit van dezen tijd, dat de Angelsaksen zoowel economisch als poli tiek de wereld regeeren. Naast Amerika en Engeland komen de Romaansche mogend heden, Frankrijk en Italiëop het tweede plan. Waar Japan staat, is nog moeilijk te zeggen, stellig niet op de plaats, die de meesten wenschen en noodig vinden. De Oermaansche stam heeft dus voorloopig afgedaan, mogelijk voor altijd, in ieder geval voor zeer langen tijd. Misschien moet Duitschland zich wel in de toekomst tevreden stellen met als van ouds het land der dichters en der denkers te zijn. Als politieke macht is het in ieder geval mis lukt. Ook de Slavische stam heeft vooralsnog haar invloed op(de beschaafde wereld verlo ren. Wel stellen -de uiterste partijen in WestEuropa zich gouüeri"bergen voor van de Rus sische hulp voor wat zij de maatschappelijke bevrijding noemen het Russische goud hebben zij trouwens meer dan eens getou cheerd -- maar voorloopig zullen zij goed doen zich daarvan niet al te veel voor te stel len. Integendeel schijnt Rusland zich dieper in te graven in Azië, wat ook zijn natuurlijke roeping is. Voor West-Europa bestaat stellig weinig gevaar. Wij staan dus voor een overwinning van het Angelsaksische ras. Intusschen kan zij nog niet beslissend zijn ; immers de Angel saksen zijn politiek in twee groote groepen verdeeld. Natuurlijk gaan beide groepen, Engeland en Amerika, voorloopig samen, voornamelijk omdat het gevoel van stamverwantschap door den oorlog krachtig is opge leefd en ook omdat Engeland zeer tegemoet komend was tegenover zijn oude kolonie. Voor de wereld zou het op den duur een al te zware last worden, zoo Engeland en Amerika steeds samengingen. Maar veel kans is daarop niet. Reeds blijkt Amerika zijn eigen krachten zelfstandig te willen organiseeren ; het blijft ver van den Volkenbond, die door zijn eigen president is gesticht. Voor Engeland is dat geen bezwaar ; integendeel kan het daardoor in en door den Volkenbond een sterke macht uitoefenen. Maar wat er dan van den Volken bond terecht komt, moge de lezer gissen. Van den Volkenbond stelt Kjeilén zich trouwens ook niet al te veel voor. Hij groe peert de wereld ook na den oorlog naar het oude beproefde systeem, dat der gemeenschap der groote mogendheden. Wij zijn het geheel met hem eens. Ook in de toekomst zal het veilig zijn rekening te houden met de histo rische factoren, die wij van ouds kennen en die ook thans nog als groote realiteiten aan wezig zijn. Abstraheert men zich daarvan, dan is het onmogelijk iets van wat er thans in de wereld omgaat, te begrijpen. Het is de verdienste van Kjeilén, dat hij door zijn boek er krachtig toe bijdraagt onzen blik op de ons omringende wereld te verhelderen. Voor velen van onze tijdgenooten, die liever met de hel den van Aristophanes een Wolkenkoekoeksheiin opbouwen, kan zulk een boek van groote leering zijn, Als zij ten minste niet al te hardleersch zijn. H. B K u c, M A N s DE MELKVOORZIENING VAN AMSTERDAM Is er eigenlijk wel voldoende origineels te vermelden, om thans nog een artikel over dit onderwerp te rechtvaardigen? (k geloof het niet. Iedereen, tot de Soc. Dein. Vrouwenclub toe, heeft zijn licht laten schijnen over deze kwestie en het moet we! een heel knap man zijn, iiiiiiM.iini mint minimum ,i uu, MIIIIIIIIMIIIIII Nedorl. Munt Hollands beste IO cent s/gmai* die nog wat nieuws zou weten aan te voeren. Er zijn gewichtige artikelen geschreven in vakbladen en elders, door vakmenschen en grasduiners, over de geweldige hygiënische beteekenis van den voorgestelden maatregel, de socialisatie van het melkbedrijf in onze ge meente, alsof er nog iemand was, die aan het hygiënisch nut van een verbeterde melkvoor ziening twijfelt.doch dat zijn preekjes, die niet anders beteekenen dan het opentrappen van een deur. Wanneer ik er mij dus toe zet, om een ar tikel over onze melkvoorziening te schrijven, dan is dat niet om over den hygiënischer! kant van het vraagstuk te keuvelen, doch allereerst om mijn standpunt tegenover het onderwerp in kwestie nog eens scherp af te bakenen. ik erger mij dagelijks over de algemeene phrases, die der goe-gemeente worden opgedischt. Nooit wordt door de voorstanders de kern van deze zaak helder in het brandpunt der discussie geplaatst, t.w. de vraag, in hoeverre door de beoogde verandering de febris typhoidea, waarom het heet te gaan, zal worden bestreden en daarnaast zeer terecht de vraag, door de Gezondheidscommissie overwogen, of de ver wachte voordeelen inderdaad te bereiken zijn en of de uitgave der te besteden geldsommen door deze voordeelen wordt gewettigd. Vraagt men, of de febris typhoidea door welk stelsel van melkcentralisatie ook uit onze gemeente zal verdwijnen, dan antwoord ik daarop volmondig : neen, neen en nog eens neen. Dit is een mijner grootste grieven, dat het altijd wordt voorgesteld, alsof er na de uitvoering van het plan-Ringeling geen enkel geval van typheuse koorts in Amsterdam meer zal voorkomen. Niets is minder waar dan dat. In mijn proefschrift, den titel dragend van dit opstel, en later nogklemmender in het rapport, door mij over de laatste typhus-epidemie op verzoek van de Vereeniging Hermes" uitgebracht, is duide lijk aangetoond : Ie dat een deel der typhiisgevallen in de gemeente Amsterdam met de verbrniksmelk samenhangt en dat dagelijks de kans hestaat, dat van buiten af geinfecteerde melk wordt aan gevoerd, en '2e (en dit is zeker niet minder be langrijk) dat /'/( Amsterdam een belangrijk aantal bacillendragers rondloopt, die met bij kans mathematische zekerheid door contact in hun omgeving dood en verderf verspreiden. Bovendien heeft men nog aan andere infec tiebronnen te denken, b.v. oesters, die onder omstandigheen met typhusbacillen besmet kunnen zijn, andere visch- en ook vleeschwaren, die aanleiding kunnen geven tot het optreden van de, ook hier niet onbekende, paratyphus B, etc. In het buitenland heeft men door betrouw bare statistieken aangetoond, dat ongeveer 25% van alle typhiisgevallen aan het gebruik van ondeugdelijke melk moet worden toe geschreven. In Amsterdam bestaan dergelijke statistieken niet en kan men dus slechts op indrukken afgaan. Nu zijn er, zelfs onder de bevoegde beoordeelaars, die meenen, dat verreweg de meeste typhuspatienten het slachtoffer van ziektekiernhoudende melk zijn, al is er ook niemand meer die durft beweren, dat hun aantal door 100% wordt weergegeven. Als ik het goed begrepen heb, zijn er in onze Gezondheidscommissie leden die van oordeel zijn, dat een zeer groot aantal typhiisgevallen stellig niet aan melk te wijten is en ik wil gaar ne erkennen, dat ik op het standpunt dier leden sta. Naar mijne meening is men al heel royaal, als men, afgaande op sterk sprekende indrukken, 40 tot 50% der typhusgevallen aan het gebruik V.TH besmette melk tocschrijit. Deskundige en ook dikwijls minder des kundige schrijvers doen het voorkomen, alsof de tegenstanders van dezen zeer ingrijpenden maatregel van B. en W. niet vol doende geld ter verbetering van hygiënische misstanden willen beschikbaar stellen. De zaak staat anders: die tegenstanders meenen eenerzijds, dat het niet noodig is, ja zelfs gevaarlijk, het gansene particulier initiatief onherroepelijk te vernietigen en dat door min der intensief ingrijpen minstens hetzelfde effect te bereiken valt, en anderzijds, dat wij er met de millioenen, voor de melkvoor ziening besteed, niet af zijn. De heeren en dames, die zoo hygiënisch aangelegd zijn, moeDemi-Saisons f 55. SMIT & C0., P C. Hooftstraat 66 tllllllllHIIIMIIIllllllllllMIIIIIIIIIIMIIIIllltlllMIIMHItlllllllllllllllflIlltlllll ten maar eens voor de consequentie van hun theorie gesteld worden. De febris typhoidea, is, zoo goed als de tu berculose en al de andere infectieziekten, ook een woningziekte, in zooverre als de verbrei ding ervan ten nauwste met het vraagstuk der volkshuisvesting samenhangt. Wanneer men niet blind is, weet en ziet men, dat overbe volkte woningen, de verbreiding der typheuse koorts ongenadig in de hand werken. Het staat voor mij vast, op grond van eigen ervaring, dat de woningnood een overeenkomende rol heeft gespeeld ten opzichte van de typhus als bij de verbreiding der tuberculose. Met dit onderscheid evenwel, dat de ernstigste be smettingsbronnen der t.b.c., de lijders aan de open vormen dier ziekte, meestal de eerste slachtoffers der woningellende worden, ter wijl de gezonde typhiisbacillendragers er heusch niet minder aan toe zijn dan hun meest gezonde, bacülenvrije, medeburgers. Wil men dus de hygiëne dienen zonder zich te bekommeren om sociaal-economische of financieele overwegingen, dan moeten de melksocialisators niet alleen voor het melkplan ijveren, doch met niet minder klem den onmiddellijken aanbouw van duizenden wo ningen eischen, opdat de typhuskoorts geen vruchtbaren bodem meer vinde in menschenmassaas, die in onhygiënisch overbevolkte woningen op elkander hokken. De beteekenis van den door B. en W. be raamden maatregel wordt voorts in niet ge ringe mate gereduceerd door het feit, dat hij uitgeschakeld wordt voor de melk, bestemd voor zuigelingen. Ik was de eerste, die indertijd critiek leverde op de bedoeling van den ont werper, alle melk te pasteuriseeren en ik wees er nadrukkelijk op, dat *een wijziging, wat de zuigelingenmelk betreft, niet mocht achterwege blijven. Nadien is wel gebleken, dat alle artsen, speciaal de kinderartsen, dit standpunt onderschrijven en het is dan ook ondenkbaar, dat de gemeentelijke overheid, in strijd met de gangbare opvattingen, de sterilisatie dier zuigelingenvoeding zou durven doorvoeren en daarmede de Barlow'sche ziekte in de hand werkeiv In|mijn proefschrift heb ikjeen middel aan de hand gedaan, om hieraan tegemoet te komen, n.l. door de melk uit typhtisvrije streken (Ransdorp, Holysloot etc.), voor zooveel noo dig, tot zuigclingenmelk te bestemmen. Wil men niet in deze richting gaan, dan wordt het nut van de voorgestelde centrali satie ten eenemnale problematisch. Immers deze zuigelingenmelk komt in de handen derzelfde verbruikers aan wie het voorkomen van febris typhoidea door het gebruik van ongekookte, besmette melk niet is toever trouwd ! Uit het voorafgaande blijkt voldoende, dat de geneigdheid om ingrijpende maatregelen op het gebied der melkvoorziening te nemen en |groote sommen uit de meer dan leege ge meentelijke schatkist te riskeeren niet be hoeft voort te spruiten uit gemis aan socialen zin of aan ongevoeligheid voor hygiënische verbeteringen. De zaak beziende met het oog van den hygiënist, die slechts partieele voldoening verwacht van melkcentralisatie (welk stelsel dan ook in toepassing wordt gebracht), | zal men ertoe neigen het minst ingrijpende als het meest welkome te beschou wen. In dezen tijd, waarin alles moet komen van de tot het uiterste opgevoerde krachtsinspan ning van industrieeten en nijveren om Amster dam uit den put der financieele misère te DEVO Geur/go Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH'» HolL SigirtnfabrUk UTRECHT lllftllMMIIHlHM IIMMMHIMlIimilHI iiiiiiiiiiMiuiiiHiiiiiMiiiiiiiiiiniiiinniiiiiiniiiiiiiuinniiiiHiiiiiniiiniiniiniHinnniinniiinnnnnniiiutiitiiniittitiinnttttiitttitiittttiiit Onze verwachting, dat de Entente-staatslieden, in Londen bijeengekomen, besluiten zouden nemen van wereldhistorische beteeke nis, is, voor zoover wij uit de officieele publi caties kunnen afleiden, allerminst in ver vulling gegaan. Ten aanzien van geen enkel der groote problemen, die door het machtsherstel der Russen en door de nederlaag van Venizelos opnieuw dringend geworden zijn, is een duidelijke en doelbewuste Ententepolitiek vastgesteld en bekend gemaakt. Ja, zelfs de meest urgente quacstie, die van Konstantijn's terugkeer op de Grieksche troon, werd afgedaan met een zeer weinig zeggende nota", 'n mededeeling aan Grieken land, dat als het zijn koning terugroept, de Entente zich alle vrijheid voorbehoudt." Dus ook hier, geen duidelijk aangegeven Ententepolitiek. De zaak blijft precies zooals ze was, en de Grieken kunnen blijven hopen, dat ook met Konstantijn's terugkeer de voordeelen van het verdrag van Sèvres behouden zullen blijven, 't Is alsof zij lichtelijk verlegen zijn met deze dubbelzinnige houding der maohtige beschermers, want ofschoon Zondag 5 Dec. de volksstemming over Konstantijn's terugkeer gehouden is, kennen wij heden - Woensdag --- nog immer den officieelen uitslag niet. Wel is waar twijfelt niemand of deze is ten gunste van Konstantijn uitgevallen, want de tegenstanders hebben niet eens durven stem men, naar men zegt, maar als dat zoo is, waarom wordt dit dan niet als een triomfkreet naar alle kanten geseind? Wellicht omdat de regeering in Athene uit de nota der Entente nieuwe hoop heeft geput, met haar de goede verstandhouding te bewaren en toch den terugverlangden koning weer te krijgen? Engeland en Italiëzijn daarvoor immers klaarblijkelijk wel te vinden en alleen Frank rijk verzet zich stellig, maar heeft in Londen zijn zin niet weten door te drijven, en nu schijnt het zekerlijk de beste politiek, de zaak eerst nog wat onbeslist 'te laten en Frankrijk en Engeland niet te nopen openlijk een verschillende houding aan te nemen, maar kalmaan te werk te gaan, in de hoop dat de Franschen ten slotte hun verzet zullen opgeven. Konstantijn van zijn kant werkt dan mede door zonder ophouden in interviews zijn sympathie voor Frankrijk en de Entente te verkondigen en zijn antiFransche houding gedurende den oorlog in een milder licht te stellen. Met de Grieksche konings-quaestie echter hangt de Turksche ten nauwste samen, en nu de Entente-leiders geen besluit namen in de eerste, konden zij het ook niet doen ten aanzien van du laatste. Ja, misschien moeten wij het omkeeren en heeft met name de Britsche regeering de zank-K<mstantijn onop gelost willen laten, juist omdat zij nog geen stellige houding wilde aannemen in zake de problemen in den Levant. Frankrijk wilde dit vermoedelijk wél: liet wenschie Kon stantijn's terugkeer uitdrukkelijk te verbieden, maar tevens, en onafhankelijk van de vraag of dit verbod overtreden werd, den Grieken ? de voordeelen van 't verdrag van Sèvres te ontnemen, vriendschap te sluiten met de Kemalisten en dezen te gebruiken tegen hel Russische gevaar. Met heeft echter zijn bondgenooten niet tot deze staatkunde kun nen overhalen en de indruk is dat Engeland en Italiëhiervan niet willen weten, omdat zij eerst de kat uit den boom willen kijken. Er gebeuren op 't oogennlik belangrijke dingen in het Oosten: Armeniëheeft den strijd tegen Turken en Russen beiden moeten opgeven en zich in de armen geworpen van den vijand die men daar blijkbaar voor het minst gruw zaam houdt, d.i. deu Russischen, want anders kan men de herschepping van Armeniëin een Sovjet-republiek niet dulden. Hiermee even wel is Armeniëals vanouds tot RussischTurksche twistappel geworden en de ver houding Lenin-Kcmal schijnt dank zij dit gezamenlijk behaald succes belangrijk minder gunstig geworden te zijn. Blijft nu de toestand zich in deze richting ontwikkelen, dan ver minderen tle gevaren voor de macht der Entenfe in het Oosten en misschien zou deze zichzelf benadeelen door vroeger dan strikt noodzakelijk is een beslissendcn stap te nemen en een streep te halen door het verdrag van Sèvres, hetwelk immers niet zoozeer ten pleiziere van de Grieken gemaakt is, als wel tot voordeel van de Eiitente-nuigendheden? En in elk geval: wat is er tegen, om eens even af Ie wachten wat er verder geschiedt? Het rampzalige Armeniëis toch niet meer te helpen en waarom nu de Grieken, die bereid zijn vrienden der Entente te blijven, tot vijanden te maken, als men nog niet weet of er nieuwe vrienden in hun plaats te krijgon zijn? Trou wens, die Grieken kan men tot op zekere hoogte altijd gemakkelijk onder den duim houden, afhankelijk als zij zijn van de /eebeheerschende Entente en van de financieele hulp uit het westen: nu reeds voelen zij pijnlijk een financieelen maatregel waarmee de Entente haar macht laat voelen. Ook een Koustantijnsch Griekenland blijft dus liefst Ententcvriend en zoo is er voor dat Fransche denkheekl oin fk'llas te bntskeereit en vooi' 't vervolg van zijn diensten af te zien, inderdaad niet heel veel te zeggen als men zich op een ietwat bezadigder standpunt stelt dan zij doen die btms zijn omdat de Grieken de wel daden van Frankrijk en Venizelos zoo spoedig vergeten blijken te hebben. Waarmee wi; maar zeggen willen, Jat het niet-nemen v.'in beslissingen van wereldhistorisch belang in Londen misschien een wijze politiek zal blijken t.- zijn. Het is eenmaal niet anders: nu vle overwinnende Enteiite geen lust heeft met groote legers de zaken in liet oosten op te knappen, moet zij zachthandig te werk gaan, schikken en plooien en vooral niet ondoordacht te werk gaan. Het zal wel Lloyd George's bewegelijke en ook zeer realistische geest zijn, die hier de Entente-politiek bezielt. Het is diezelfde geest, die naar het schijnt waarlijk bezig is een voorlo.inig einde te bereiden aan de lersche troebelen. In ons vorig overzicht steld.'ii wij de vraag, of misschien de geweld maatregelen der Britsche regeering toch een eind konden maken aan het regime van bloedwraak dat on 't oo.genblik in Ierland heerscht! En inderdaad, in den loop dezer week kwamen berichten die hierop duiden : eerst was het een lerscHe genven'e die door .geldnood gedwongen den strijd tegen het Britsche .trezag opgaf, toen vermeerderden zich de stemmen uit Ierland die riepen om wapenstilstand tegen Kerstmis en eindelijk kwam het geruchtmakende telegram van O'Flannagan. den waamenienden president der ,, lersche Republiek" die de plaats van den gevangen genomen Griffith inneemt - met een aanbod tot vredesonderhande lingen. Lloyd Güorge beet terstond toe. hoewel voorzichtig, want in het Lagerhuis antwoordde hij op een vraag, dat hij aan het onderzoeken is of deze O'Flannagan inderdaad spreekt namens Sinn Fein, ni.a.w. of hij in staat zal zijn een wapenstilstand tot werkelijkheid te maken. Maar tevens reisde de oud-minister Henderson, de arbeidersleider. naar Ierland en kwam terug met de boodschap, dat het land hartstochtelijk naar vrede verlangt. De waarheid kan dus niet anders zijn dan dat er onderhandeld wordt tnsschen de regeering in Londen en een groep gematigde lersche republikeinen, maar of die onderhandelingen tot wapen stilstand of zelfs tot vrede zullen leiden, is nog zeer twijfelachtig, want er staan aan beide kanten extremisten diee'k overleg uit den booze achten. In Engeland ziin dezulken te vinden in het Jingo-kampen de ,,Morning Post," eender felle gele bladen, heeft al gesproken van l loyd Geurgc's capitulatie voor Ierland, ter wijl aan lersche zijde de onverzoenlijke!! een ieder in den ban hebben gedaan, die met den vreemdeling", d.i. den Brit, in overleg treedt. Eiluch, het is Lloyd George toevertrouwd moeilijkheden als deze te overwinnen. De Engelsche conservatieven hebben hem te zeer noodic om een vrede met Ierland tegen te houden als hij dien wenscht en wat de lersche extremisten betreft.. . . ja, het hangt er natuurlijk van af hoe sterk hun groep is er. hoe slerk diegenen zijn die overleg willen plegen, maar in elk geval heeft Lloyd George veel gewonnen door scheuring te brengen in de lersche gelederen, en 't is zeker wel geen toeval dat in de atgeloopen week de berichten over moorden en branden belangrijk minder in a'intal geweest zijn dan tot dusver. De kansen voor den lerschen vrede schijnen dus niet slecht te staan. Ook voor oplossing der lersche quaestie ? Daarvan is nog weinig te zeggen, maar indien Lloyd George ter wi'!'.' van den vrede bereid is tot enkele con cessies en niet vreest voor de woede die deze zullen wekken bijzijn conservatieve supporters in de HinnenlHndsch-Kngelsche coalitie-poli tiek, dan mag men misschien ook in deze op een wending ten goede hopen. Week in, week uit, 'vergadert de Volken bond in Génfcve en de lange zittingsverslagen. in onze bladen worden, naar wij vermoeden door weinigen nog met aandacht gelezen Het leggen van 't fundament van het groote gebouw is een moeilijk werk! Het eerste praktische resultaat belooft thans te zijn het zenden van een volkcnbondsstrijdmacht naar Wilna, waaraan deel te nemen met honderd man ook onze regeering uitgenoodigd is. Het kan een wespennest zijn, waarin de Bond zich steekt, vooral als de dreigende RussischPoolsche oorlog inderdaad mocht uitbreken. Aan den anderen kant is di! LithauschPoolsche probleem van dien aard dat een inmenging van anderen, ook al is het slechts met geringe macht, goed zou kunnen doen en misschien zouden Polen en Lithauers hulp van onpartijdigen kant wel welkom zijn. Een wanklank bracht het besluit der /Vgentijnsche afgevaardigden om zich uit de vergadering terug te trekken. De rede;! was. het hesluit om de amendementen op het volkenbondsverdrag, waardoor de toelating van de thans nog niet toegelaten mogend heden werkelijkheid zou worden, naar een commissie te verwijzen. Het ging dus in waar heid over de toelating van Duitschland. waarvan de grooten in den Bond imtiu r> nog niet willen weten. Wij, neutralen, be treuren dit natuurlijk en wij gelooven trouwens met velen in de Entente-landen, in Engeland bepaaldelijk dat toelating van Duitschland tot den Bond vele dingen zou vergemakkelijken, maar de gevoeligheid der vroegere vijanden van Duitschland laat dit vriendschappelijk samenzijn nu eenmaal nog niet toe en misschien is liet ook wei beter dat eerst nog enkele belangrijke quaesties op andere wijze afgedaan worden: zoo de schadeloosstellings-quaestie, waarover, naar men in Londen besloot, 13 December weer een conferentie gehouden moet worden in Brussel, ditmaal in tegenwoordigheid van Duitsche gedelegeerden. Volgens de berich ten wilde Frankrijk hier weer niet van weten. maar moest het toegeven. Dit is dan althans een resultaat van het Londensche overleg. Ten slotte: d'Annunzio blijft zich verzet ten tegen het verdrag van Rapallo, maar vindt immer minder steun. Nu is Fiume geblokkeerd door (taliaansche oorlogsschepen en er komen zelfs berichten over gevechten. J. C. VAN OVE>

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl