De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 18 december pagina 1

18 december 1920 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

IT0. 2269 Zaterdag 18 December A°. 1920 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar | | Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam | Advertentiën f 0.75 per regel plus 10 cent dispositiekostea j INHOUD: 1. De jongste onthulling van de N. R. Ct., door Prof. Dr. G. W. Kernkamp; De Japanners in Californië, door W. F. Kuhlmeyer; Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Byvanck. 2. Een Paris-oordeel in de ge schiedenisder sociale verzekering, door Mr. W. H. A. Elink Schuurman; Buiten!. Overzicht, door Prof.'Mr. J. C. van Oven; Krekelzang,door J. H. Speenhoff. 3. Het Roode Lampje, door Dr. Fred. van Eeden. 5. Voor Vrouwen: Dr. A. H. Jacobs, Frau Minna CauerL. Kroese, Bontmode 1920, N. Mansfeldt, Nederl. Vereeniging van Staatsburgeressen ; Het Boomkruipeftje, door Jac. P. Thijsse.?7. De school der wijsheid, door Erich Gutkir.d; Ten toonstellingen door J. W. Enschedéen H.; Gedichten, door Joh. C. P. Alberts; De verhoo ging van den melkprijs, teekening van Jordaan ; Boekbespreking, door Prof. Dr. J. Prinsen J.Lzn. 9. Schilderkunstkroniek, door A. Plasschaert. 10. De Koersdaling van aandeelen in Industrie en Scheepvaart ondernemingen, door J. D. Santilhano; Spreekzaal; Drama tische Kroniek, door Top Naeff, met teekeningen van Annie Spier. - 11. Uit het Kladschrift van Jantje; Ruize-Rijmen ; Charivaria, door Charivarius; Feuilleton: Verhalen uit een Strand-parochie H, door Johan Koning. 12. Italiëen d'Annunzio, teekening van Joh. Braakensiek; 't Schietgat, door Melis Stoke, met teekeningen van Is. van Mens. Bijvoegsel: Het Conflict tusschcn Neder land en Servië, door Joh. Braakensiek. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIII DE JONGSTE ONTHULLING" VAN DE N. ROTT. COURANT In de maand December zorgt ook de Nieuwe Rott. Cour. voor surprises. Het vorige jaar verraste zij haar lezers met een vertaling van Kautsky's ge schrift Wie der Krieg entstand", nog voordat het origineel in Duitschland was verschenen. Dezer dagen gaf zij hun de primeur van het nog onuitge geven gedeelte van Bismarck's Gedan ken und Erinnerungen ; zij kon althans den voornaamsten inhoud daarvan hekend maken, dank zij de medewer king' van een historicus" een Duitsch historicus, moet men aannemen ? die de gelegenheid had gehad het te lezen. Zooals men weet, handelt dit tot dusverre niet uitgegeven gedeelte over Bismarck's verhouding tot Wilhelm II en voornamelijk over de gebeurtenis sen, die tot zijn ontslag.hebben geleid. Het was natuurlijk bestemd om het slot der gedenkschriften te vormen ; maar Bismarck heeft het gedicteerd en persklaar doen maken nog voordat een ander stuk van zijne mémoires vol tooid was ; het kwam dus heet van de naald. Hij zelf had gewenscht, dat het tege lijk met de overige gedeelten onmid dellijk na zijn overlijden in druk zou zijn verschenen ; zijn zoon Herbert vond het echter betamelijker, de publi catie ervan uit te stellen tot na den dood van den Keizer; de uitgever (de OP CRETA Werd gevraagd :, een revolutie ! De loome lucht der zedelijke atmosfeer die over het frisch levende Creta hing, benam onzen gëiinproviseerden marineofficier den adem. Schoon schip moest er worden gemaakt en een eind aan het duistere gedoe van ver dachtmaking en onderkruiping; wijd open het venster naar den kant der vrijheid ! Er waren er meer op het eiland die zoo dach ten of ten minste luid zeiden zoo te denken; Lawson, onze dilettant revolutionnair, wist van vele min of meer geheime Venizelistische vereenigingen op he^ eiland, waar, in heftige debatten, hemel en aarde werd bewogen en men toch niets verder kwam. Maar hij hoorde ook van zijn berichtgevers hoe verscheiden voorname politieke personen zich, langs allerlei omwegen, om niet te worden ont dekt, naar Athene hadden begeven en daar met Venizelos hadden overlegd. De gevolgtrekking lag voor de hand dat zij den (iriekschen staatsman geen rust lieten, eer hij was overgekomen naar zijn ge boorteland. In Athene immers verkeerde hij te midden van zijn vijanden : zijn leven was er niet veilig. Van Creta uit, waar hij werd ver eerd als een vrijheidsheld, kon hij zijn vlucht nemen. Onze dweper met het echte Griekendom moest er dus op rekenen eerlang den modernen Pericles voor zich te zien verschijnen : zijn eigen revolutie moest klaar zijn ter ontvangst van Venizelos. Om zijn verantwoordelijkheid te hoeden. schreef hij aan de autoriteiten een diplomatisch rapport over de onrust op Creta, verwekt door firma Cotta) berustte in deze wijzi ging van het contract. Door de revolutie van 1918 achtte de uitgever de bezwaren tegen het bekend maken van het laatste gedeelte der Gedanken und Erinnerungen opgeheven. De erfgenaam van Bismarck's rechten gaf er verlof toe en het boek werd gedrukt. Reeds een jaar geleden zou het op de markt zijn gebracht, wan neer niet eenige aanhangers van den gewezen Keizer dezen hadden bewogen een spaak in het wiel te steken. Op formeele gronden werd bij de recht bank bezwaar ingediend tegen de publi catie; het daarover aanhangig gemaakte proces heeft nog niet alle instanties doorloopen ; de tot dusver gevallen beslissingen doen echter vermoeden, dat de advocaat van de keizerlijke partij zijne zaak zal winnen. Het laat zich zeer goed begrijpen, dat de Nieuwe. Rott. Cour. het een kolfje naar hare hand heeft gevonden om alvast het allerbelangrijkste te kunnen mededeelen uit den inhoud van het bedoelde boek. Maar als onthulling" is deze surprise toch heel wat minder waai d dan die van het vorige jaar; in de goede gaven van het Rotterdamsche blad brengt zij geen climax. Indien de historicus, die voor haar uit de school klapte, eenige gewetenswroeging daar over mocht gevoelen, dan zal die ook veroorzaakt kunnen worden door het besef, dat hij aan de N. R. C. geen waar voor haar geld heeft geleverd. Maar waarschijnlijk is het niet, dat hij. tot de teergevoeligen behoort. Te genover zijn gewezen Keizer heeft hij althans heelemaal geen last van scrupules. Hoe hinderlijk is weder de toon, waarop ook deze Duitscher over die gevallen grootheid schrijft! Niemand zal hem het recht betwisten om de meeningen te koesteren, die hij uit ; maar hij, een Duitscher, moest zich liever de tong hebben afgebeten dan ze nu uit te spreken. Begrijpen deze mensclien niet, dat zij het nieuwe Duitschland, dat zij heeten te verte genwoordigen aan de minachting prijs geven ook van die buitenlanders, die het oude Duitschland nooit hebben bewonderd ? Ontgaat het hun dan geheel dat zij zich behooren te matigen in hun kritiek op personen en dingen, die zij vroeger hoog stelden ? En de historicus," <!ie de geniale" kritiek van Bismarck op Wilhelm 11 helpt openbaar maken, die dit nu doet, kan zich daarvoor ook niet beroepen op Bismarck zelf. Hoe fel deze den man, die hem omlaag heeft gestort, ook moge hebben gehaat durft iemand, die Bismarck kent, beweren dat hij zijn zegen zou hebben gegeven aan de publicatie van hut laatste deel zijner gedenkschriften nu, op dit oogenbiik ? Oo'v behoefde Bismarck'? houding tegenover tien Keizer niet meer te de intriges van de Grieksche regeering met Bulgarije, maar ook als een gevolg van Roemenië's in den oorlog treden aan de zijde der Entente. Wie daaruit niet las dat een revolutie op het eiland aanstaande was, kon nauwlijks eem diplomaat heeten. En hij ik bedoel onzen onruststoker ging de troepen bijeenbrengen om de revolutie* te doen zegevieren. De Vcnizelisten in de clubs van de steden waren de een al slimmer dan de ander en zoo voortvarend dat /ij over elkander heenvielen en bleven liggen. De Engelschman koesterde voor hen een onmetelijke verachting, l lij zocht de echte volkskracht op ; want al die clubgenooten bij elkaar en alle generaties die uit hen voortkwamen, waren naar zijn oordeel niet opgewassen tegen den kop en het karakter van een bendenhoot'd in Creta's bergstreek. Hij ging zijn steun halen in het gebergte. De oude stamgewoonten waren er in /.wang gebleven, leder dorp met zijn gebied had zijn aanvoerder, zijn capetan. Die maakte de wet. Hij was de leider geworden niet door erfop volging, maar door zijn geschiktheid en zijn macht. Stond er een mededinger op, zoo be sliste liet geweer. Boven de plaatselijke aan voerders verheft zich de chef van de geheele streek. In geval van oorlog zijn de anderen hem tot trouw verplicht. De wet van de bergen kent vaste gebruiken welke de eer gebiedt stipt op te volgen. Met den Capetan lannis Kalligeris. het voornaamste hoofd van het Westen, was Lawson reeds van vroeger bekend. Hij noodigde hem uit tot een onderhoud. Het was een zeer eenvoudig man. lezen kon hij noch schrij ven, maar hij had de qualiteiten van een opper hoofd, hij was vastberaden en wist zich vol strekt te doen gehoorzamen. Na Venizelos was hij de eerste man van het eiland. Op zijn trouw rustte de macht van den staatsman. Met twee capetans en een adjudant die de kunst van schrijven verstond, wachtte Kalli geris Lawson af. Het gesprek ging zeer vorme lijk en het onderwerp waarvoor men bijeen kwam werd niet aangeroerd dan na wisseling worden gerechtvaardigd." Dat was al lang gebeurd. Wat er, in de mededeeling van den historicus" aan de Nieuwe Rott. Cour., wordt onthuld" over het conflict van Keizer en Kanse lier, is alleen een onthulling" voor wie de uitgebreide litteratuur daarover niet kennen ; op een enkel trekje na daarover straks kan men alles, wat de historicus" als sensatiemakend nieuws mededeelt, reeds lezen, beter en uitvoeriger, bij om slechts enkelen te noemen Rachfahl (,,Kaiser und Reich, 1888?1913"), bij Erich Marcks (,,0tto von Bismarck") en vooral bij Egelhaaf (?Bismarck, sein Leben und sein Werk"). Rachfahl en Marcks zeggen het met eenigen schroom, maar ze zeggen het toch ; Egelhaaf, de volge ling van Bismarck door dik en dun, spaart den Keizer niet, al schreef hij ',ijn boek, toen deze nog in de volheid van zijne macht stond een van de weinige dingen, waarvoor ik dezen geschiedschrijver zou willen prijzen. Het is ook werkelijk geen wonder, dat in het wezen der zaak het nog onuitgegeven gedeelte der Gedanken und Erinnerungen weinig nieuws meer kan bevatten over de quaestie van Bismarck's ontslag. Bij liet te boek stellen van zijne herinneringen had Bismarck medelielpers : eerst Lothar Bucher, laterHorst Kohl; Moritz Buscli werd ermee bekend,door zijn correspon dentie met Bucher, door zijn gesprek ken met Bismarck ; hoe vaak heeft deze laatste zijn door haat overkropt gemoed niet gelucht tegenover vereerders, die in Friedrichsruh op bezoek kwamen ; wat heeft Maximilian Harden daar niet door hem hooren verhalen, en juist over dat onderwerp dat den grimmigen hater nooit los liet ! Bij Bismarck's leven hebben zijn vertrouwden of factotums openbaar gemaakt, 'val hij .'.Js toon niet ver zwegen wilde hebben ; na zijn dood konden zij schrijven wat zij wilden. Hoeveel vorsten en staatslieden wis ten ook niet van den strijd tussdien Keizer en Kanselier, hetzij omdat zij er bij betrokken waren, hetzij omdat zij in het vertrouwen werden genomen door wie hun aandeel erin wilden re_chtvaardigen ! Historici en journalisten staken bij hen hun licht op. Maar soms namen zij zelf ook het woord : is men reeds nu vergeten het op/ten, in 1906 gewekt door de uitgave der Denkwtirdigkeiten" van den vroegeren kanselier von Holienlohe? Met name door wat hij aan den dag bracht over de reactionaire plannen, die Bismarck in 1890 koesterde, en over het optreden in die dagen van den groothertog van Baden, die tot tien Keizer zei, dat nu moest worden uitgemaakt, of de dynastie Hohenzollern zou regeeren, dan wel de dynastie Bismarck? Ik zou bijna zeggen : \\\inig ondervan de noodige complimenten. Dan schoot het spoedig op. Het krijgsplan werd aangenomen. De Engelschen zouden zorgen dat er geen hinder kwam van den zeekant ; Calligeris nam de macht te land op zich, hij zon Canea omsingelen en daarvoor de troepen leveren met ammunitie en proviand voor drie dagen. Wanneer Canea Piet zijn garnizoen /ich had overgcgegc;ven, zoutien de andere steden, Retiino en Candia. eveneens omsingeld, geen stand houden. Over hoeveel man kan Capetan Jannis Calligeris beschikken voor het beleg van Canea? was de vraag. ,,Wanneer Capetan Jannis zijn geweer op neemt en van de heuvels naar de vlakte daalt," kwam rustig, zonder den minsten ophef hel antwoord, ,,tlan volgen hem vijfduizend mannen." Over het geheele eiland kon men op vijftien duizend man rekenen, ook voor omlegering der andere steden. Maar een gewaar deed zich op. Hoe zon met de Turken worden gehandeld? Dat vormelijke opperhoofd, zoodra de Mohammedanen op het tapijt waren gebracht barstte hij los in een verwensching.Zijn broeder. een priester, was twintig jaar geleden door de Turken opgehangen, nu /ouden zi| liet ontgelden. Hij had lust in een bloedbad. Zoo'n wraak accompagnement van een revolutie wilde Lawson echter niet behagen. löSeptember liH(i had de samenkomt met Capetan Jannis plaats, kort daarop kwam een boodschap van Venizelos uit Athene dat men hem Woensdag morgen, den 2l)sten, in Creta moest wachten. De bepaalde afspraken wer den nu gevolgd. Leden der comite's hadden propaganda gemaakt onder de officieren en soldaten van het garnizoen te Canea. Den 20 sten zou er een opstand in de kazerne zijn en men zou trachten zich meester te maken van de zes machinegeweren die de voornaamste kracht uitmaakten van de troepen ; in den nacht van den H>e bezetten de troepen van (annis de dorpen in den omtrek van Canea. Alles was dus gereed. Alleen Venizelos \erscheen niet. In zijn werpen uit de geschiedenis van Wil helm II zijn zoo goed bekend ge worden als de geschiedenis van zijn conflict met Bismarck. Daarmede wordt niet bedoeld het belang te ontkennen van de volledige publicatie van het laatste gedeelte der Gedanken und Erinnerungen. Al zal Bismarck ons weinig meer kun nen vertellen, wat niet reeds in hoofd zaak bekend was : wij willen hem zelf hooren over zijn conflict met den Keizer. En hij zal ons zeker nog tal van bij zonderheden mededeelen, die gloed en kleur bijzetten aan het tafereel van het gebeurde. Reeds het korte overzicht, dat de N. R. C. van het boek kon geven, levert daarvan in enkele staaltjes het bewijs. In wat liet verhaalt uit den brief, dien de latere Wilhem 11, nog vóór het overlijden van zijn grootvader en zijn vader, aan Bismarck schreef, over de gehoorzaamheid, die hij van de overige Duitsche vorsten zou vergen. zoodra hij op den troon was gekomen. En vooral door het, althans voor mij, nog onbekende verhaal, hoe Bis marck de ijdelheid van den Keizer wondt door hem ertoe te verlokken om een rapport van den Duitschen gezant te Londen te lezen, met allerlei achterklap over de minachtende wijze, waarop Alexander 111 van Rusland zich over Wilhelm uitlaat. Maar indien het exposéin de N. R. C. de toedracht van deze gebeurtenis naar waarheid weergeeft, dan heeft Bismarck, om zijn wrok te koelen, hier een misdaad begaan tegenover zijn land ; want hij, die Wilhelm in hart en nieren had geproefd, moest weten dat de in zijn trots gekwetste Keizer zich nu zou afwenden van Rusland ; en het samengaan van Duitschland eii Rusland was volgens Bismarck toch noodzakelijk voor het behoud van Duitschland's suprematie over het vasteland van Europa. En dan mogen ook de vrienden van Bismarck en de vijanden van den Keizer zich afvragen, wiens naam het meest geschaad zal worden door de publicatie van wat men Bismarck's testament heeft genoemd, die van tien Keizer of die van den Kanselier. Doch zelfs indien het mocht blijken, dat Bismarck zich niet schuldig heeft gemaakt aan dat vergrijp tegen het belang van zijn land, dan nog mag men betwijfelen, of het openbaar maken van zijne gedenkschriften over de jaren, toen hij Wilhelm 11 diende, aan zijn nagedachtenis zal ten goede komen. Want wij weten, hoe hij zich na zijn val uitliet over den man, die hem van de trap had gesmeten". Wij kennen het verhaal, dat hij aan tien Oosteiirijkschen geschiedschrijver Friedjung deed : nu, na mijn ontslag, heb ik weer tijd voor lectuur; zoo lees ik tegenwoordig ook weer in Schiller ; toen ik gisteren die Rauber" ter hand nam, sloeg ik juist de plaats op, waar Franz Moor zijn ouden vader tceroept: ,, Was? willst du denn ewig leben?" " und da stand inir mein eignes Schicksal vor Augen"?. Zoo, meende Bismarck, had ook de jonge Keizer gevoeld, toen hij, bij zijne komst op den troon, den eeuwi gen kanselier nog naast zich vond : ,,?was? willst du denn ewig leben?"" En omdat wij weten, dat Bismarck, trots vertoon van verzoening, het den Keizer nooit heeft vergeven., dat deze hem tot heengaan heef t gedwongen. bestaat er reden voor de vrees, dat Bismarck, die in de reeds verschenen deelen van zijn Gedanken und Erinne rungen zich zoo onbarmhartig, zoo geraffineerd wreed soms heeft betoond tegenover elk, die het waagde hem in den weg te komen, op zijn laatsten en /naclitjgsteii tegenstander een kri tiek zal hebben uitgeoefend, die hem zeK meer wondt dan dezen. Zoodat juist voor het nog niet ge publiceerde deel der Gedanken und Erinnerungen wel eens zou kunnen gelden wat Bismarck tot Buscli zei over het boek in zijn geheel: als het na mijn dood zal uitkomen, zullen de mensclien zeggen : ,,?0a habt ihrs, noch aus dein rabe heraus - welch ein abscheulicher alter Kerl !"" K (?: K N K A M i' DE JAPANNERS IN CALIFORNI Los A n g e l o s, Nov. l'.)20 Menige staatsman of geleerde in Japan denkt met genoegen terug aan zijn studie aan de Harvard-, Vale- of Berkeley-Univcrsiteit en ook ettelijke Amerikanen uit hoogere en lagere kringen hebben tal van oude studie vrienden in Japan. En ieder, die de Amerikaansche boeken over Japan van een 20 a 30 jaren geleden leest, moet wel onder den indruk komen van het enthousiasme, waarmede het toen zoo frisch en jong schijnende Japansche volk beschreven wordt. Vóór de herziening der verdragen, welke op 17 Juli 18(.H>, in werking trad," schrijft Elizah Scidmore in Jiurishika days in Japan," ,.mocht een vreemdeling zich geen 25 mijlen van een ver dragshaven begeven, zonder een verklaring van liet Japansche ministerie van buitenlandsche zaken, afgegeven na een persoonlijk bezoek aan zijn gezantschap in Tokio." En waardeerend laat zij er dan op volgen: ,,Alleen Amerikanen mochten zonder verlof van Kob naar Kioto reizen!" Aan deze ..Schwarmerei" had Japan voor een gedeelte zijn overwinning in den Russischlapanschen oorlog van HK)4 te danken. Het Amerikaansche consortium ..Schift" zorgde door een millioenenleeninii voor de ,,golden bullets," zonder welke Japan den strijd niet had kunnen voortzetten. plaats kwam een bericht dat men nog moest wachten. Donderdag werd gewacht en Vrijdag ; de spanning vermeerderde allengs, hier en daar had een uitbarsting plaats, slechte tijding werd overgebracht van Candia, de opstand in de kazerne scheen te zullen mislukken en de omiegeringsbeiitlen van tien Capetan werden ongeduldig ; hun rantsoen was verteerd. /ij wilden gaan plunderen. Lawson, onze revolutiestoker, was naar vele kanten bezig, hij had bedoeld, dat alle vijan delijkheid samen zou vallen met de komst van Vcnizelns, die dadelijk door zijn overwicht de orde kon herstellen. Had tie strijd om Canea te vroeg plaat>, was vernieling en een bloedbad daarvan het gevolg, dan zou Veni zelos het in Athene boelen, zondra men liet daar vernam. Wat 'n zorgen voor den Cambritige man ! haar bereikte hem Vrijdag nacht tegelijkerlijd hel bericht dat Venizelos eerst den aan staanden Dinsdag morgen op Creta zon lauden. met een boodschap van tien Capetan dat hij in dien nacht, den nacht van Zaterdag. Canea zou aanvallen en zijn programma van brand en Turkenmoord zou volvoeren. Wat moest hij doen? Hij had maar heel enkele uren tijd. Zelf zou hij misschien den Capetan nog wel kunnen overhalen tien aaiual uit testellcn: hoe zmi hij hem echter in den nacht kunnen vinden 'J wellicht dat een bode ol meerdere boden met een brief hem zouden aantreden, en wat gat een brief voor een ongeletterden man als lannis. Was er een uitweg \oor hem? Kon hij hem niet een telegram zenden als uit naam van Wnizelos ! ..Wacht mij binnen drie dagen. Houd u rustig en bewaar volmaakte orde tot ik ben gekomen, ledere uitbarsting, iedere stoornis zon mijn kans Athene te verlaten in gevaar brengen." Zoo kon de metletleeling luiden. Maar hel zou een leugen zijn, en het prestige van den Engclschmaii in den vreemde berustte daarop dat hij nooit van een leugen gebruik maakte. Nood echter breekt wet. Het telegram werd in een paar exemplaren algezonden en kwam den Capetan in handen. Die gehoorzaamde het bevel van Venizelos.. . De nooclicugen werd den revolutionnair niet betaald gezet door het lot. Ja. er kwam in de eerste dagen zooveel op hem neer om te doen dat hij «een tijd had tut zelfkwellende overpeinzing; Hij zette de hand aan 't werk en het werk liep geleidelijk af. Het garnizoen van Canea gaf zich over en leverde de twee overgebleven mitrailleurs in handen der mogendheden, geen verstoring van de orde had plaats, de aanhangers van Constanlijn werden in veiligheid gebracht, Candia kwam in onderwerping, en iedereen was tevreden. Toen Veni/.elos en de admiraal Conduriotis Dinsdag 21 i September in de baai van Soeda landden, vonden zij een enthousiast milhaal ; Lawson hield zich op den achtergrond. Alleen kwam hij voor tien dag, toen er quaestie van was of Venizelos de hij verdrag overgegeven mitrailleurs niet mocht gebrui ken tegen de royalistische bentien die de om streken van Candia onveilig maakten. Ecni'jen stelden voor de woorden in het verdrag te schrappen, of te varieeren. Hier kwam Law son in verzet : men moest zich aan het eenmaal gegeven woord honden. Venizelos en Condu riotis die eerlijke mensclien zijn, vielen hem bij. Er werd echter ten slot te uitgemaakt, dat men de machinegeweren wel mocht toonen, :ils men er slechts niet uit schoot. Die een voudige vertooning heeft dan hel gewenschte effect gehad : de royalistische benden zijn uiteengegaan ; de revolutie was afgeloopen. Venizelos heeft zonder tegenspoed het eiland gewonnen elat basis was van zijn macht. Hij kon onder gelukkige voorteekeiien naar Saloniki «aan en zijn loopbaan vervolgen. De Engelschman die zich te midden van honder den moeilijkheden moest weten te redden, heeft in een moment van Venizelos' leven de baan voor hem vrij gemaakt. Het verhaal van zijn avonturen geeft in een klein bestek realiteit aan het groote gebeuren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl