Historisch Archief 1877-1940
18 Dec. 20. - No. 2269
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Frau Minna Cauer
Minna Cauer
Deze vrouw, die l Nov. 1. l.
haar|tachtigste geboortejaar is ingetreden en bij die
gelegenheid gelukwenschen, bloemen en be
zoeken ontving van den Rijkspresident, het
bestuur van de stad Berlijn, van de gezamen
lijke leden van het parlement ui van vele
tegenwoordige- en oud-ministers, die in alle
liberale en vooruitstrevende bladen gehuldigd
werd, heeft een zeer werkzaam en nuttig
leven achter zich.
Aanvankelijk was haar leven, zooals van
zoovele vrouwen uit dien tijd, gewijd aan
allerlei philantropischen arbeid, waarbij voor
al verbetering van het ziekenhuiswezen en
verheffing van het verpleegstersberoep haar
grootste syrnpathie hadden. Dit nam niet weg
dat zij toch ook haar deel leverde aan het soci
aal-politiek leven van haar man.
Deze was een groot tegenstander van
den Hofpredikant Stöcker, die door zijn
vergaand anti-semitisch drijven naam heeft
gemaakt. Toen Stöcker in 1881 probeerde
zijn anti-semitisme ook op de scholen in
Berlijn in te voeren, trad de heer Cauer zeer
kras daartegen op, door in zijn kwaliteit als
stedelijke Schulrat" eiken onderwijzer te
dreigen met ontslag, als hij zich aan aanwakke
ring van Jodenhaat schuldig maakte. Een
grooten strijd heeft het echtpaar Cauer toen
moeten strijden tegen de tegenkanting die
zij daardoor van alle kanten ondervonden,
een strijd die zijn hoogtepunt bereikte toen
zij eene openbare vergadering aankondigden,
waarin de heer Cauer over Nathan de Wijze
zou spreken. Toen echter kort voor de opening
der vergadering werd bekend gemaakt dat
Kroonprins Friedrich en Kroonprinses Victoria
de vergadering kwamen bijwonen, trad er
een ommekeer in. Dit openlijk partij-kiezen
van het kroonprinselijk paar tegen dr. Stöcker
en zijn drijven heeft zeer kalmeerend gewerkt.
Nog in dat zelfde jaar stierf de heer Cauer,
waarbij het vorstelijk echtpaar op in het
oogloopende wijze zijn deelneming liet
blijken. Kort daarna ontving Frau Cauer
eene uitnoodiging om bij Prinses Victoria
te komen en sedert dien tijd, tot aan den dood
van deze vorstin, zijn beide vrouwen met
elkaar in aanraking gebleven. Aan de tot
standkoming van het wereldbekende groote
Kinderhospitaal het Keizerin Friedrich
Hospitaal" te Berlijn heeft Frau Cauer groot
aandeel gehad.
Maar lang heeft Minna Cauer aan dat bijna
uitsluitend philantropisch werk niet mede
gearbeid. Haar geest leidde haar werkkracht
op andere wegen. Toen in 1888 de moderne
vrouwenbeweging overal in Europa aan liet
opkomen was, voelde ook zij op eens wat haar
levensdoel moest worden, aan welke taak zij
zich verder te wijden had.
Met vier andere moedige vroi.vveii stichtte
zij de vereeniging Frauenwohl," daarbij
krachtig gesteund door een groep
Akademisch gevormde mannen," die toonden op
rechte vrienden van de strijdende vrouwen
te zijn. Frau Cauer werd tot presidente der
vereeniging gekozen en is dit op dit oogenblik
nog.
Het doel dier vereeniging is eigenlijk nooit
HET BOOMKRUIPERT.1E
duidelijk omschreven geweest, tenzij men het
genoeg vindt dat als doel wordt opgegeven :
aansporing en opheldering geven en leemten
aanvullen." Deze vage beschrijving van het
doel was oorzaak dat wel langzamerhand vele
vrouwen van allerlei levensbeschouwing als
leden toetraden, dat in tal van steden
afdeelingen werden opgericht, doch dat die allen
zich een geheel verschillend denkbeeld van
het werk der vereeniging vormden en net
zoo gauw weer afvielen als zij toegetreden
waren. De verwarring van inzicht werd nog
bevorderd door de woorden der Presidente
op de eerste openbare vergadering gesproken,
eene vergadering die zeer druk was bezocht:
Nooit zullen de vrouwen ophouden
vrouwen te zijn, maar zij moeten ophouden
die vrouwen te zijn, die zij tot nu toe waren.
Als wij onze plichten beter vervullen, dan
zullen onze rechten ons gegeven worden."
Heel kort nadat zij deze woorden gesproken
had, voelde zij hoe onwaar zij waren. Door
strijd zult gij uwe rechten krijgen,"
daarnaar richtte zij ook de werk
wijze van de vereeniging Frauenwohl in.
Daardoor verloor zij weder tal van leden,
maar zij hield een flinke kern van vrouwen
over, waarmede zij nu krachtig voor de ver
heffing van de positie der vrouw en voor
verbetering van wetten kon strijden.
Want dat was toch feitelijk waarop zij
aanstuurde, al was dat nooit in de reglemen
ten der vereeniging onder woorden gebracht.
Het eerst ging .haar staf van medewerkers
door lezingen téhouden en door artikelen
te publiceeren de vooruitstrevende ideeën in
de vrouwenwereld propageeren en daadwer
kelijk hielpen zij verschillende
vakvereenigingen van vrouwen stichten.
In 1893 begon de vereeniging met een
eigen blad uit te komen, dat eerst heette
Frauenwohl Zeitschrift für die
Fraueninteressen", doch heel spoedig van naam veran
derde en Die Frauenbewegung" genoemd
werd, Dit blad, waarvan Minna Cauer de
redactrice was en dat door zijn degelijken
inhoud tot ver over de grenzen van
Duitschland gelezen en gewaardeerd werd, heeft
tot eind 1919 bestaan. Eerst in het begin van
ditjaar heeft Minna Cauer de uitgave gestaakt,
omdat haar de taak te zwaar werd en zij het
blad, dat eigenlijk haar blad was, niet gaarne
aan anderen wilde overgeven en daarmede
misschien van richting doen veranderen.
De wijze waarop de vereeniging Frauen
wohl" werkte wordt wel het best daarmede
gekenmerkt, dat zij reeds heel spoedig den
naam kreeg van in "de Duitsche vrouwenbe
wegingden uitersten linker vleugel te vormen.
Het was deze vereeniging die in December
1894 voor het eerst in Duitschland een open
bare vergadering uitschreef, waar gesproken
zou worden over ,,De burgerplicht der vrouw."
Maar toen was in Duitschland nog de wet
van kracht waarbij het vrouwen verboden
was deel te nemen aan vereenigingen en
vergaderingen, die een politiek karakter droe
gen. Met het onderwerp de burgerplicht der
vrouw" waarbij natuurlijk het vrouwenkies
recht besproken zou worden, werd genoemd
wetsartikel overtreden, en daardoor de vrees
gewekt dat de leden met den strafrechter
in aanraking konden komen. Het was dan
ook geen wonder dat de bevreesden op staanden
voet'voor het lidmaatschap bedankten. Minna
Cauer stond echter pal.
Toch duurde het nog tot 1908 eer genoemde
wet in Duitschland werd opgeheven en de
vrouwen er in vrijheid konden vergaderen
en voor hare rechten strijden.
Men kan gerust zeggen dat in Duitschland
in de laatste 30 jaren de vrouwenbeweging
geen stap vooruit heeft gedaan, waaraan
prau Cauer niet den stoot heeft gegeven of
een zeer werkzaam aandeel had.
Dat dan ook op l Nov. tal van vrouwen,
vertegenwoordigsters van vereenigingen en
oude vrienden en medewerksters haar kwamen
gelukwensend! en haar dankten voor alles
wat zij voor de Duitsche vrouwen heeft
i'cdaan', behoeft geen verklaring.
' Zij kenschetst zich zelf in de woorden van
dank' die zij gedrukt aan alle vrienden toezond,
die haar op haar geboortedag bewijzen van
waardeering zonden. ..
Zij zegt: En als het veel is, dan zijn het
80 jaren ! En als het een vol, echt leven was,
vol'moeite, zorg, arbeid, leed, en vol vreugde
en geluk, rijk aan waardevolle gebeurtenissen.
rijk aan indrukken, dan is het een prachtig
leven gewest! Wanneer echter op den ouden
da» een reeks trouwe vrienden en hoogstaande
menschen zich de strijdster uit vroegercn
tijd herinneren en het haar op zoo schoone en
edele wijze toonen, dan mag zij, haar hootd
buigend', dankend zeggen : Ook il; ben een
Mensch i<eweest en dat beteekcnt Strijdster
zijn," Slechts een wensen heb ik nog, moge
de kring trouwe vrienden voor de paar jaren
die ik nog te leven heb voor mij behouden
blijven."
,\ l l l l N H. | A L n l',
Bontmode 1920
De groote overeenstemming tusschen den
drang naar weelde en de zucht naar het ten
toonspreiden daarvan, demonstreert zich
gedurende de laatste winterseizoens al bij
zonder door het dragen van bont. Zij, die
gewend zijn goed gekleed te gaan en die
veel voor hunne kleeding kunnen besteden,
leggen daarvoor dan ook eene. groote voor
liefde aan den dag.
En geen wonder !
Bont, de warme, soepele winterstof bij
uitnemendheid zou in weerwil van hare onweer
staanbare eigenschappen nimmer op eene
zoo groote populariteit kunnen bogen, indien
daaraan niet gepaard gingen de glans en
de luister van het uiterlijk vertoon.
Ook de roep van kostbaarheid, die van
echt" bont u'tgaat verhoogt in de oogen
van het publiek niet weinig de aantrekkelijk
heid ervan.
Is het dan niet zeer begrijpelijk dat deze
factoren eene groote rol spelen bij den
bonthandel in het algemeen en dat de Mode,
hare klantjes kennende op een haar, zich alle
moeite geeft oin de kostbaarheid der fijnere
bontsoorten door eene effectvolle bewerking
des te beter tot haar recht te doen komen?
Bij de huidige bontmode is het dan ook de
voornaamste zorg van handelaren en bewer
kers te maken dat het assortiment der vellen
wat kleur- en haarlengte betreft, onberispe
lijk zij, en dat de samenvoeging zoodanig
zij dat een waarlijk kunstig effect verkregen
wordt.
Men heeft de bewerking der bontvellen
tot eene ongekende hoogte weten op te voeren
en de combinaties van de lijnen en figuren
in groote bontstukken te pas gebracht zijn een
voudig schitterend te noemen.
Dit bontseizoen geeft vooral bij mantel
bont streep- en ruit-, ribbels- en rollen-effecten
te aanschouwen, welke gewoonweg bewonde
renswaardig zijnen getuigenis afleggen van de
handigheid en kunstvaardigheid, waarin de
bontbewerking het ver gebracht heeft.
Bij de groote mantel- en capemode van dit
jaar, is er in de groote verscheidenheid van
modellen gelegenheid te over om deze kunst
vaardigheid in praktijk te brengen, en zoo
zien wij dan eene samenvoeging van vellen,
nu eens in punt- dan weer in baan of
hoekenvorm die den kenner schier in verrukking
brengt.
De hoofdmodekleur voor mantelbont, is dit
maal bruin, zooals Parijs reeds drie maanden
geleden deed blijken en wat thans ook door
Londen, de wereldmacht voor den bonthandel
volkomen beaamd wordt.
De origineel bruine bontsoorten, het is
haast van algemeene bekendheid, zijn dan
ook de kostbaarste van alle.
Van de vellen, die zich door de lichtheid en
de soepelheid hunner huid en de bijzondere
eigenschappen hunner haarsoort tot het
vervaardigen van mantels leenen, zijn in de
eerste plaats te noemen Sabelbont" en
Nerz."
Door hunne groote rekbaarheid kunnen deze
vellen gemakkelijk in den thans geliefden
lang-smallen vorm gerekt worden en zijn
zij bij uitstek geschikt tot het bereiken van de
strepen- en rolleneffccten, die door de
Franschen zoo gaarne met den naam Pekinés"
aangeduid worden.
De naam Pckiné" sloeg oorspronkelijk
op de verschillende wijzen, waarop van den
zomer gestreepte stoffen in punten, rechte en
dwarsbanen, hoeken eu kruisen tegen elkaar
ingewerkt werden en men heeft hem thans ook
voor bonteffecten overgenomen.
Welnu, met bovengenoemde vellen wordt
het Pekinéeffect op verrassende wijze bereikt,
daar de prachtig donkere rugstrepen schitte
rend afsteken bij de al lichter verloopende
zijkanten der vellen.
Afgezien van deze fijnste der bontsoorten,
waarvan de vellenwaarde voor een mantel
of omslag, tot in de duizenden loopt, zijn er
nog andere, die fraai en degelijk van kwali
teit voor meerdere beurzen bereikbaar zijn.
Zoo leenen zich van de bruine ook naturel
Muskutrat" of naturel Bisam" in Nerz
kleur geverfd Murmel ; Kollinsky ; en
Mardred'Oural ; uitstekend tot het verkrijgen van
een mooi Pekiné-effect.
De eerste soort, die er van nature eene donke
re rugpartij en lichtere zijkanten op nahoudt,
wordt thans ook tot de hoog-modieuse hout
soorten gerekend,
Bij Nei'/-murniel, en de beide overige soor
ten is door een verfbad de geweiisehte
rugstreep met afloopeude nevciikleur aange
bracht, zoodat zij voor de nieuwmodische
bewerking niet minder goede diensten be
wijzen.
Van de effen bruine bontsuurten wier
gelijkmatig oppervlak zich niet van nature
leent om een streperii; ettect op te leveren,
worden op vernuftige wijze diverse reepen
met den glans tegen elkaar in aan elkaar
gezet, waf vooral goed uitkomt bii het
zachtglanzende Nutria."
Nut na. men zal het weten, is de fraaie
benaming voor Beverrat, en eene bontsoort,
die ten onrechte haast altijd verward wordt
met het echte" Bever, dat van den Bever
otter afkomstig is.
Een Nutriamantel met eene garneering
van echt Bever is een zér begeerenswaardig
kleedingstuk en kan wat de kwaliteiten van
haarkleur en haarsterkte betreft veilig tot
de betere bontsporten gerekend worden.
Anders is het met eene imitatie van Nutria
die in de paar laatste jaren onder den naam
van Beverette" is komen opduiken.
Dit is beslist een artikel voor den 2den
rangs bonthandel, dat geweldig aan ver
kleuren onderhevig is, omdat zijne fraaie
grijsbruine kleur op soepele konijnenhuidjes
is aangebracht, terwijl het gladde wolachtige
oppervlak door het gelijk afscheren der haren
verkregen is.
Van de mantelbonten, die, ofschoon niet
tot de modieuse bruine behoorend.... tot
de meest gedragen vellen behooren, eenvou
dig uit een oogpunt van bereikbaarheid, zijn
in de eerste plaats de verschillende soorten
van Seal-imitaties te noemen.
Naar gelang van den prijs die gemiddeld
alzoo voor een bontmantel besteed zal worden,
koopt men in een Seal-Colombie, een
SealElectric of een Seal-Bisammantel zér zeker
waarde voor zijn geld, mits.... men voor de
juiste kwaliteit ook den juisten prijs betalen
zal.
Dit is uitsluitend eene kwestie van eerlijken
handel en zelfs de leek-bonthandelaar is tegen
woordig wei zoover, dat hij in dezen zijne
clientèle geene appelen voor citroenen durft
verkoopen.
Bij de moderne, en veelgcdragen imitatie
Seal-mantels spelen ook de lijnen en
streep'cffecten de voornaamste rol in dit seizoen.
Nog een bontsoort waarmede men in dit
opzicht zoowat alles doen kan is het Taupette"
eene bijzonder fraaie Mol-imitatie, die door
de beste bontzaken, voor dit seizoen wordt
ingevoerd. Feitelijk is het geschoren en
geverfd konijn evenals Beverette" doch
de grijze is gelijkmatiger en vaster, en
nagenoeg niet aan verschieten onderhevig.
In soliditeit overtreft dit het Mollebont in
alle opzichten, in kleuren en soepelheid komt
het dit opvallend nabij, zoodat het geen
twijfel lijdt of dit bont gaat eene goede toe
komst tegemoet.
Bij de bespreking van wat geheel nieuw
modisch is zij het hier buiten beschouwing
gelaten dat de eenvoudig-gewerkte z.g.n.
classieke bontmantels voor den massaverkoop
verreweg het geschikste zijn.
Lange rechte vormen zijn voor bontman
tels thans het meest in de mode.
Ook de capes nemen onder de nieuwere
niantelvormen een overwegend groote plaats
in.
Als avondmantels worden in het buiten
land zoowel te Parijs b.v. als te Londen haast
uitsluitend capes gedragen, die van de schit
terendste vellen gemaakt, de heerlijkste
Pekinéeffecten vertoonen.
Een enkele Chinchilla en Hermelijn cape
loopt er zoo tusschen door.
Mantels in Magijaarschen vorm worden
nog altijd veel gedragen, ook voor overdag.
De mantel met lange taille, even verbreed op
de heupen is voor het dragen als gekleede
mantel wel het meest bevoorrechte model.
Het is eene verheugenis dat ook de half
aansluitende bontmantel met onderaan een
volant in-godets, weer om een hoekje komt
kijken.
'Met kraag en manchetten van Skunks,
terwijl ook de volant met rollen van Skunks
bezet is, biedt deze mantel een aanblik zóó
elegant en rijk, dat hij veilig door de naar
uiterlijk effect hakende'vrouw als het ideaal
van een bontmantel beschouwd mag worden.
L. K K D K S E G K K O O I RE
Illlllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllll «IIIIIIIIIIII1I11IIIIIIIIIIIMIIIIIII|IU
Nederlamlsche Vereeniging van
Staatsburgeressen
Op l l en 12 December kwam bovenge
noemde vereeniging te Haarlem
lerjaarvergadering bijeen. Aan den avond van den eersten
dag werd een openbare vergadering gehouden,
waar door dr. Jacobs en Mevrouw van Balen
nog eens duidelijk werd uiteengezet, wat het
doel en streven der vereeniging is. Velen
meenen dat, nu het kiesrecht verkregen is, een
verder samenblijven onnoodig is. Niets is
minder waar dan dat. Wel telt de vereeniging
een aantal leden minder doch dit is niet
in hoofdzaak aan lauwheid en onverstand te
wijten. De mannen verlieten de Ver. die nu
slechts uit vrouwen kan bestaan, en de ver
plichte contributieverhooging heeft velen,
tot haar spijt, tot heengaan genoopt. Trouwens
in alle groote vereenigingen kan men, in deze
moeilijke tijden, een dergelijke malaise waar
nemen. Al is de kiesrechtstrrjd haast
volstreden, nu de grondwet-commissie, zonder eenig
voorbehoud, daarin het vrouwenkiesrecht wil
vastleggen, liet doel der staatsburgeressen
om wettelijke, economische en maatschappe
lijke gelijkstelling te verkrijgen ligt nog ver,
het blijkt wel uit de actie die de vrouwen steeds
moeten blijven voeren om verbetering en wijzi
gingen in wetten en verordeningen te verkrijgen.
Dat het adresseeren der Ver. van S. B. niet
doelloos is, blijkt uit het feit, dat de minister
van Financiën de Presidente der Ver. om
een onderhoud heeft verzocht in zake het adres
betreffende de belasting op het inkomen der
gehuwde vrouw.
Zoo zal de Ver. ook stappen doen om de
wet op het Bewaarschool-onderwijs gewijzigd
te krijgen. Een commissie van deskundigen
heeft op den eersten dag der vergadering de
leden daarover voorgelicht. Vervolgens werd
de toestand der vroedvrouwen besproken,
die noodig verbetering eischt, en waarvoor
eveneens vrouwen, in dit beroep werkzaam,
van voorlichting dienden. Wij vernamen dat de
opleiding tot vroedvrouw hier in Nederland
uitstekend is, beter dan in vele andere landen,
maar dat de zorg van overheidswege niet verder
gaat dan die opleiding. Volgens de statistiek
van 1913 waren in 573 gemeenten geen vroed
vrouwen. Waar een man-verloskundige aan
wezig is, wordt omdat het honorarium dan
voor velen te hoog is door veel ondeskun
digen, bijv. huisvrouw of baker, hulp ver
leend, natuurlijk zeer ten nadeele van moeder
en kind. Waar de geneeskundige dienst ge
meentelijk wordt geregeld als voorbeeld
werd Maastricht genoemd is de vroed
vrouw meestal het stiefkind. Aangedrongen
werd op betere salarieering, zoodat het der
vroedvrouw mogelijk is een eigen huisje te be
wonen, waar zij de aanstaande moeders kan
ontvangen en onderzoeken, omdat dit in de
bekrompen woning der patienfe meestal niet
mogelijk is. Een fiets en telephoon zijn onont
beerlijk, vooral ten plattelande, waar de prak
tijk een groote uitgestrektheid moet bestrij
ken. Ook ten behoeve dezer groep arbeidsters
zal de Ver. van S.B. haar stem doen hooren.
Volgde een bespreking over
Mocderschapszorg, getoetst aan hetgeen hieromtrent het
buitenland ons leert. Nu op de arbeiders
conferentie te Washington
rnoederschapsverzekering is aangenomen en de besluiten van
dat congres door den Volkenbond zijn
gesanctionneerd en door de verbonden Staten
geratifieerd, komt, hetgeen daarover in ons
land reeds is voorgesteld, in een nieuw licht
te staan. In de wet-Talma kan de gehuwde
arbeidster in vasten dienst zich verzekeren
in de ziektewet, waaronder dan ook de be
valling als ziekte gerekend wordt. Mejuffrouw
Suze roeneweg heeft in de 2e kamer een motie
ingediend voor een premie-vrije uitkecring aan
de moeders die het noodig hebben. Het rapport
door een studie-commissie uitgebracht, werd
op uitnemende wijze door Mevrouw van Itallie
toegelicht. Discussien lokte het niet uit, alle
leden waren het in principe eens, dat
moederschapsverzorging gemcenschapszorg moe1
worden. Juist door de bestudeering van dit
onderwerp en de besprekingen die in de
Afdeelingen zullen volgen, wil men mede helpen
deze gedachte in cie volkszede te doen in
burgeren.
Ten slotte werd de mogelijkheid besproken
of de Ver. van S.B. zich zou aansluiten bij
den Feministischen Bond" en de Alge
meene Nederlandsche Vrouwen-organisatie"
om te zamen bij de verkiezingen van 1922
met een vrouwenlijst uit te komen. Dit voor
stel werd met groote meerderheid verworpen.
Bij het hooren der vurige pleidooien der
pro-spreeksters kv^am de gedachte bij mij op,
dat deze goede feministen toch eigenlijk zeer
slechte feministen zijn ; want wanneer bijvoor
beeld een dier voorstanders lid werd van
een kiesvereeniging der RoomschKatliolieke
Staatspartij, hoeveel niet zou zij daar kunnen
doen, door'hare sekte- en geloofsgenooten met
hare feministische gedachten voor te lichten.
Ook de andere voorstandsters zouden in de
bestaande politieke pastijen op dezelfde wijze
zooveel nut kunnen stichten, door deze met
haar feminisme te doordeesemen. Als de berg
niet tot Mahomed komt, gaat Mahomed tot den
berg.
In dit geval is de berg -- de kiezer. Deze zal
zich nooit in voldoende mate de kiesdeeler
zal nu 30.000 zijn voor een Feministische
Partij uitspreken, daarom moet Mahomed
het feminisme, tot den berg komen. Wanneer
het voorbeeld en de mislukking van onze zus
ters in het buitenland, Denemarken en Noor
wegen, niet voldoende zijn, dan is het te hopen
dat dit de belangengroepjes, die thans in
onze 2e kamer een weinig vruchtbaar parle
mentair leven leiden, tot nadenken zal stemmen
N. M A N s r i: i. D
iweemaal per dag komt tegenwoordig de
hongeroptocht langs het huis. Het woord
deugt niet, want je kimt die vogels geen
hongerlijders noemen, ook al hebben ze altijd
trek. .Alleen als het winterweer wat al te on
gunstig is, behoef ik ze te hulp te komen en
gelukkig zijn er weer kokosnoten en pinda's
in overvloed. De meezen en de boomklevers
kunnen die. in alle vormen gebruiken, want
met hun sterke snavels hakken zij er gemakke
lijk de brokken af. Maar de boomkruipers,
roodborstjes, winterkoniiikjes, goudhaantjes
kunnen dat niet, daarom rasp en maal ik voor
hen die dingen goed fijn en strooi ze dan in en
onder de evergreens of -- eu dat is dan spe
ciaal voor cle boomkruipertjes, in de scheuren
en spleten van de ruwe eikeschors.
Dikwijls heb ik mij erover verwonderd, hoe
dat booinkruipertje zijn tochtgenooten kan
bijhouden. Hij heeft toch de gewoonte zijn
boomstam van beneden naar boven nog a!
consciëntieus af te. zoeken, veel
bedachtxamer dan de klever, die altijd haast heef t. Ook
de meezen zijn met hun takken m knoppen
onderzoek meestal reeds klaar als de
boomkruiper nog pas ten halver hoogte is en het
draait er meestal op uit, dat hij ze haastig
achterna moet vliegen, wanneer de laatste
geluiden van de aftrekkende bende uog'net te
hooren zijn. Natuurlijk vliegt hij dan een menig
te stammen voorbij, die wie weet wat lekkers
bevatten, maar die krijgen morgen of later
nog wel een beurt. Waarom ter wereld hij nu
juist bij die troep blijven wil, zou ik niet
kulinen zeggen. Wat ervan in de boeken staat
geeft geen voldoende opheldering.
Wat ziet de boomkruiper al zoo in de
boomschors? Als ge dat voor uzelf eens wilt
nagaan bedenk dan dat het dier zijn oogeii
heeft op slechts weinige millimeters afstand
van het vlak dat hij onderzoekt. Omduseenige
kans te hebben, om de dingen op dezelfde
wijze te zien, moeten wij een loupe nemen, die
tienmaal vergroot, dan kom je er zoowat even
dicht bij. Natuurlijk is het uu nog lang niet
zeker, dat wij thans de boomschors zien, pre
cies zooals het vogeltje doet, maar het lijkt
er toch meer op, dan wanneer wij met het on
gewapend oog werkten op den gewonen af
stand van duidelijk zien.
Wel, ik heb dat dikwijls gedaan en herin
ner mij nog goed de teleurstelling v.:,u de
eerste malen, toen ik zoo goed als niets te
zien kreeg. Ook zou ik toen wel grrot medelijden
met de boomkruipertjes gehad hebben, indien
ik uit Nordenskjöld'sVegareis niet geweten had,
dat waar de menschen niets vinden, voor de
vogels nog dikwijls overvloed bistaat. Ze
zien zooveel beter en hebben meer, oeiVning.
Mettertijd ging her mij ook beter H«'t ecr«i
l >e biiomkruiper en zijn arbeidsveld
i/itn run A. Uu r del
vond ik natuurlijk de groote dingen : eier/.akjes
vau >pinnen. kleine bolletjes van vlossig,
geel, zijdeachtig spinsel, dan ook kleine witte
?-(< ak gespannen gordijntjes, daar zat een blauw
keverUe achtei \an de tamilie der haantjes-,
diep in den diepsten winterdut. Zoo'n beest
zal waarschijnlijk niet eens merken, dat hij
opgept uzeld uoult. Niet ili winterdut, doch in
dagsl ;l.i -''MdlK iiuU /inldr! !<>ilp< dr VK'H=
gelluoze wijfjes vau de wintervlinders ; haar
mannetjes vliegen nu 's avonds rondom de
straatlantaarns en verlokten tien dagen ge
leden nog een laat vleermuisje tot de jacht.
Maar met de loupe kwam ai meer eu meer
te zien, naarmate ik duidelijker besefte, dat
elk kruimeltje, korreltje, of vezeltje iets
leveiids kan wezen, lu de winterrust ont
spannen zich de spieren, verliest het lichaam
ziju lijnen, verdwijnt houding en glans en het
levend wezen wordt een niet te onderscheiden
dingetje. Doch als ge de kleine spinnetjes
sluimerend in hun acht saamgevouwen pooten,
eenmaal gezien hebt, herkent ge ze spoedig
weer. Soms zitten ze acht of tien op een rijtje,
elkander herhalend als het werk van een sier
kunstenaar. Als een boomkruiper zoo'n reeks
te pakken krijgt, dan heeft hij alweer voor
een poosje genoeg. Kleine grijze en bruine
vezeltjes blijken rupsjes te zijn er overwin
teren heel wat rupsen - en ouderaan de
stammen vond ik heele pakketten van kleine
mugjes. dicht op elkaar. Zoo gewoonweg leek
het maar een nietig klompje, maar als je het
uit elkaar peuterde, dan waren het allemaal
mooie mugies met prachtige parelmoeren vleu
geltjes. Ze sliepen maar half : op zachte win
terdagen wandelen ze over den grond tol
groote voldoening vau winterkoning en
heggehiusch. Of de kleine boorgaten in de schors
wat voor de boomkruiper te beduiden hebben,
weel ik niet, schorskevers en spintkevcrs
behooren meer tol het menu vau de
boomklevers, meezen en spechten, maar in ieder
^eval heb ik nu de overtuiging dat een behoor
lijk bnsch of park aan oen vrij groot aantal
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWflREN
E. J. VflN SCHflICK
BOOTHSTRHAT UTRECHT
boomkruipertjes de kosl kan geven, zoo weet
ik zeker, dal hel Vondelpark er op zijn minst
een dozijn kan onderhouden, 't Is ook best
mogelijk dat dit aantal nog met twee of drie
vermenigvuldigd kan worden.
Maar vau die twaalf ben ik zeker, want ze
zijn herhaaldelijk geteld, als ze 's avonds bij
elkander gingen slapen in een tamelijk on
diepe holte van een ouden iep. Ze gaan te
ruste als het pas schemert, dus dat is gemakke
lijk te zien. Het blijkt dan meteen, dat de
hongeroptocht iu den loop van den namiddag
wordt ontbonden. Ieder gaat zijns weegs, de
roodborstjes, heggemuschjes, en winter
koninkjes zoeken dicht struweel of takken.
bossen, die ze het meest vinden in de buurt
van meiischclijke woningen. Ook ziju zij er
lang niet afkeerig van, om binnenshuis te
komen en ge doet hun een groot plezier met
een open tralieraam te maken in uw schuur,
De meezen gaan in holen en aardiger gezicht is
er niet, dan in den namiddag, zoo omtrent een
uur of vier, een heel gezelschap thuis te zien
komen in een van de nestkastjes, die ge voor
hen hebt opgehangen, tien, twaalf bij elkaar
?jn ook wel van verschillende soorten. Al heel
vroeg zijn ze weer op cle been, de roodborst en
de heggemusch ontmoet ik tegenwoordig al
om kwart voor zeven als ik naar mijn
problcmatischeii trein ga. Van optocht is dan nog
geen sprake, die formeert zich gaandeweg in
den loop van den morgen, ik weet nog niet hoe.
Daarom zeggen we maar, dat het vanzelf gaat.
l \ i. C. T n i i ?' ?? i