Historisch Archief 1877-1940
l
25 Dec. '20. No. 2270
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HET MASKER
door F EJL ix T i M'M E R M A N s
(Met teekeningan voor De Amsterdammer"
van den schrijver)
De vastenavondviering was in vollen
zwier, als Jo Duim, met een kruiwagen, waar
op nat waschgoed woog, van de bleekerij naar
huis reed. Onderwegen kwam ze honderden
zinnekens tegen, allen in kleurige en koddige
kleeren gestoken, en allen met een masker
voor 't gezicht. Velen droegen maskers van
stof, met twee gaatjes in voor d'oógen, en een
lappeken vóór den mond, maar de meesten
droegen maskers van karton, fel gekleurd,
verbeeldend carikaturaie smoelen met groote
monden, dop, wip, worst- en kapneuzen ;
schreeuwende kindergezichten, negers,
chineezen, beestenkoppen, oude wijven en al
wat leelijk was.
Er was van alle kanten gezang en getier,
men danste achter harmonies en harmonicas ;
't liep herberg in en herberg uit. Er reden er
?p char-a-bancs en in open voituren, die
centen en noppekens uitwierpen. En 't geluid
van mirlitons, ratels, klepperkens, horens,
harmonicas, orgels en 't getier en 't gezang,
gaf 't geluid alsof men zijn kop in den
horen van duizend roffelende fonographen
had gestoken.
Jo Duim had daa'r, als ze nog jong was,
ook aan mee gedaan ; nu was dat voorbij,
ze lachte nog gaarne met de kwapoetserijen,
de grappen en de doening der zinnekens;
maar een ding kost ze niet verdragen, dat
was dit uitschelden dat de zinnekens tot de
ongemaskerden deden. Ze vreesde zinnekens
te ontmoeten, die haar zouden omringen, en
't leven heurer ouders zouden oprakelen, dat
helaas niet te deugdzaam was geweest. Ze
was sterk Jo Duim ; ze droeg een zak patatten
op haar rug, lijk een zaksken pluimen. Ze
was een wijf met vuisten en een wil, maar
toch had ze een ingeboren schrik van zinnekens
alleen om 't verwijt over haar ouders. Ze
reed rap naar huis om dan bij haar vriendin
t Philomène Donckers in vrede met de kaarten
te spelen, toen er van een hoek der groote
kerk een zinneken naar haar kwam
toegeschoten, in zwarten kapmantel en kartonnen
mombakkes met gepuisten blinkenden
patatneus. Seffens begon het zinneken met gemaakt
schrille stem, Jo uit te maken voorval wat
onder zijn zuster haar hoofd te leggen. Zoek
maar boven in de kas" zuchtte de vent en
begon van her te snikken.
Jo ging terug naar boven en zocht in de
kast. Uit een hoedendoos haalde zij een
wollen jakke, en viel toen bijna van haar
zelven van wat zij daar zag. In de hoedendoos
lag het masker met denblinkenden,'gepuisten,
irtgedeukten neus. Jo vloekte. Wat is 't ?"
vroeg de schrijn werker verbaasd. Zij kreeg een
gedacht, een vreeselijk wraakgedacht. Haal
een glas water of ik sterf." De schrijnwerker
liep naar beneden, en Jo nam het mombakkes,
opende de kist en zette het op Philomènes
gezicht. Ze deed de kist weer toe. Zij heeft
als een huichelaarster geleefd, zoo moet zij
ook in 't graf!" De schrijnwerker kwam rap
met water terug, ,,'t Is al over" zei Jo. Hei
da's goed !" zei hij want de goede schelle
visch wacht niet !" En met groote rapte
sloeg hij de nagelen in de kist. ^
DEM HAAG;
VARHOND
[PADOX
HOUTBOUW
[KANTOOR f BEDCRIK
smerig was: dat hare moeder wegliep
met een krijtleurder, en haar vader in
't gevang had gezeten. Menschen kwamen er
rond staan en lachten smakelijk om de
schefpsnijdende, goed van buiten geleerde woorden.
Jo Duim was het hart in. Zij sloeg er wit
van uit ; maar ineens herwon zij hare kracht,
pakte een paar natte hemden van den krui
wagen en ze sloeg ze al vloekend op het
kartonnen bakkes, dat het er lijk een spijs van
indeukte, en op een wip was het zinneken,
het was een vrouw, de gaten uit.
Jo Duim reed kwaad naar huis, beefde nog
over heel haar straisch lichaam, en kon
geenen beet eten van ontroering. Als ze
het waschgoed op den zolder, aan ijzeren dra
den gehangen had, was ze haastig het geval
aan Philimène Donckers te vertellen. *
Philomène was er zichtbaar van aangedaan
en troostte Jo Duim met te zeggen dat dit
zinneken die woorden niet ongestraft in haar
graf zou
dragen.
Dit'
gezegde wa
ren voor
Jo als een
zalf. Och
die|Philoin ene,
zoo braaf
van hart
en vroom
van ze
den,' had
toch al
tijd zulke
amandelgoede
woorden
voor haar
vriendin
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIflIIIIIIII
KLEINE MISÈRES
Wat verdwijnt
Stuntelig beschuifelden z'n onzekere voeten
de treeplank, tastte z'n nerveus grijpende
hand naar de rood trijpen lus, die er niet
was; rondom drongen jachtend de reizigers,
alleen bedacht op eigen nog te veroveren
plaats in den vol stroomenden sneltrein. Hij
werd op zij geduwd, opgedrongen, en z'n
bevende, blanke hand met de blauwe aaren
en lange, mooi-verzorgde nagels beplekte in
angstigen greep de gladde houten zitting van
de derdeklasbank, een aanraking die hem,
nu heelemaal in de war, ongerust deed rond
tasten over 't kille gladde hout, waar hij
gewoon was trijp en leer te vinden.
Schiet eens op, ouwe heer, we wille d'r
ook nog wel 'ns in !" drongen gemoedelijk
wat jolige soldaten die met Kerstverlof
gingen.
Toe, vooruit vader! jongens geef'm eens
'n zetje !" lachten een paar volksmeiden met
duur bont om, en een net met bananen en
gerookte paling bij zich.
Felle verontwaardiging hitste plots den
ouden heer tot krachtig doen ; hij drong zich
tegen den opstuwenden stroom in, terug, en
geirriteerd klonk z'n stem tot z'n van hem
weggedrongen dochter: Waar laat je me
toch instappen, Mia? die coupézit vol canaille."
Vlak bij hem dook zij nu opeens weer op,
lang slank meisje, al niet jong meer, maar
gracieus in 't stille, kleurlooze wintertoilet,
'n simpel vilthoedje op 't blonde haar, dat 't
wat spitse bleeke gelaat omlijstte. Een
oogenblik telden de groote grijzen oogen met
hooghartigen haat naar de nu volgeloopen coupé,
waar leutig gelach was, en gestommel en
luidruchtig rumoer.
Instappen, .instappen" vermaande de con
ducteur, toen tegen Mia moet u nog mee?"
Conducteur, eerste, niet rooken," beval
de oude heer kortaf. Maar 't jonge meisje
nam hem onder den arm, en stuntelig weer,
omdat hij bijna blind was, en moeilijk van
beweeg liet hij zich leiden door haar.
Hoe kwam je nu toch zoo dom, Mia, je weet
dat ik mij heelemaal op jou moet verlaten,
en nu lette je niet eens op dat ik ineen verkeerde
coupéterechtkwam," verweet hij geprikkeld.
Er..er zijn haast geen eerste'klas in dezen
trein, vadertje, alles is al propvol"... .loog
zij en 't gekijk van haar oogen gleed gejaagd
langs de 3de klas coupes; hier laten
we nu maar gauw hier in gaan," en met haar
arm zorgvol om zijn schouders, trachtte zij
hem tot instappen te krijgen.
Is dit dan 'n eerste ?" vroeg aarzelend de
oude heer, terwijl z'n mooie blanke hand
onvast langs 't portier tastte naar 'n trijpen
grijplus die er alweer niet was.
Jaja 't is al wiedes, vader ! eersteklas
houte banke.... komt d'r maar in!" werd
van binnen uit, genot-gelijk gegrinnikt. Zenuw
achtig strompelde de oude heer op 't perron :
Ik.... ik wil daar niet in, Mia."
Hij wil d'r niet in ! hoor je dat ? 't is 'm
zeker niet fijn genoeg!" Gemoedelijke
joolhoofden vertoonden zich voor 't portier. D'r
is hier nog plaas genoeg, vader ! plaas zat....
voor je meissie d'r bij !"
Die mag op me schoot," schreeuwde 'n
schorrige mannenstem. En alles bulderde van
pret.
Als -verdwaasd greep Mia den ouden heer
vast; neen ze kon niet.... ze kon niet,....
ze had niet anders dan 3de klas kaartjes, al
had ze dat voor haar vader verzwegen.
Maar deze, de bijna blinde oogen instinc
tief naar de coupes opgeheven, drong steeds
feller geirriteerd : Eerste klas eerste
niet rooken."
't Was de hoogste tijd, de stationschef
stond al met 't op te heffen seinbordje in de
hand : Moet u nog mee of niet ?" vroeg hij
kortaf. Toen werd met 'n gauw gewrik vlak
bij hen, 't portier van een 1ste klas halve
coupéopen gegooid, klonk een joviale mannen
stem : komt u maar gerust hier in, er is
nog net plaats voor twee."
De oude heer haastte zich nerv»us, twee
krachtige armen grepen, haalden hem naar
binnen ; Mia volgde weerloos, lam geslagen
van schrik over alles wat zoo gauw achter
elkaar gebeurde: de nachtmerrie van die
volksgrappen.... de, nu nog verborgen schan
de van hun 3de klas kaartjes bij 't reizen in
een 1ste klas coupé.... De trein bewoog al..
't portier werd toegeflangd.
Behaaglijk leunde de oude heer in de kus
sens ; toen, haast kinderlijk vergenoegd :
Héhè.... nu ben ik toch eindelijk weer en
pays de connaissance !.... hoe kwam je toch
zoo zoo wonderlijk, Mia ?" En zich wen
dend naar de plek waar zijn omfloersde 'oogen
slechts schemerig den jongen onbekenden
reisgenoot ontwaarden. Ik dank u....
ik dank u zér voor uw vriendelijke hulp."
O.... 't is de moeite niet waard'." zei
deze wat onbeholpen er was hier toch plaats
over!"
Maar de oude heer, nog geheel vervuld van
de laatste onaangename ondervindingen, werd
tegen zijn gewoonte in, toeschietelijk, 't Was
mér dan vol ! ik reis ook anders nooit zou
vlak voor de Kerstdagen... Meestal zijn wij
dan nog buiten. . .. Maar ik jaag niet meer. .
ces jours de féte sont passés!.... jaja,"
vervolgde hij wat spijtig, wij ouden van
dagen beleven geen aangename tijden....
de heele maatschappij topsy-turny.. . . 't
leven is leelijk tegenwoordig. . . . leelijk tn
bruut."
Maar vadertje," zei zacht-kuesterend 't
slanke blonde meisje, daarvan bemerkt u
toch niet al te veel, is 't wel ?"
Al te veel. ... al te veel,"pruttelde de oude
heer mismoedig als een verwend kind, me
dunkt dat dit van zooeven al meer dan genoeg
is!.... Er is geen devotie meer.... geen
eerbied voor ouderdom, geen eerbied vuur
rang en stand.".... Zijn mooie aristocrati
sche hand trok die van Mia door zijn arm, en,
zacht streelend haar in wat vaat versleten
castor gehandschoend handje, preveiue hij
met wrokkige minachting: In mijn tijd
kwamen dergelijke infame bejegingen van. . . .
lieden van minder allooi tegenover iemand
van.... van rang, niet voor!.... zoo iets
bestond eenvoudig niet !"
..Hebt u iets onplezierigs ondervonden V"
informeerde de jonge reisgenoot levendig. En
de oude heer, hoewel ter wille van Mia,
de vraag ontwijkend, begon een gesprek,
eigenlijk pratend voor zich heen.... in z'n
stuntelige hiilpbt'hoevendheia gevoelig voor
elke sympathieke belangstelling.
En c'e jonge man luisterde, gaf willig een
wederwoord, toch bescheiden, alsof hij zich
op vreemd terrein bevond. Soms keek Mia
naar hem, langs haar vnder heen die,
genoegeJijk weggezonken lag u-gen de zachte kussens
over. En toen begosten ze weer met de
kaarten te spelen voor engclsche vijgen. Ze
waren vriendinnen geweest van op de eerste
communibanken en waren het nog. Tusschen
twee kaartspelen moest Jo er toch telkens nog
eens op weerom komen, en Philomène beloofde
dat zij eens stollesteeren zou wie die slang
kon zijn. Ewel" zei ze Jo, ik heb een fijn
plan om dit serpent te ontdekken ; laat mij
doen ; eer het veertien dagen verder is, weet
ik het."
En Jo is verblijd weggegaan in de zoete hoop
van wraak.
Den anderen morgen ging zij met Philomène
een kruisken naar de kerk halen, daar het
Aschwoensdag was.
En pas was Jo Duim in haar huis of geburen
kwamen haar roepen dat Philomène dood
gevallen was toen ze aan 't sterfputteken de
koffiebeurs omkeerde.
Op ne weerlicht stond Jo bij hare vriendin,
weende en wrong de handen. Zij had haar
beste vriendin verloren, haren toevlucht en
haren troost. En na vee! gelamteer kwam
Jo op haar zelven, en verzorgde en lijkte hare
doode vriendin.
En daar lag nu op haar wit bed Philomène,
niet het kmisken pckzwart op haar wit
glad voorhoofd, want dit had Jo bij het
wasschen er voorz'chtir; op gelaten, als
ifiiiiiitiitiiMri iiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
wordt door 21.00O artsen erkend
als het beste versterkingsmiddel
voor Zenuwen en Lich.->,^m.
kristelijk mensch. Daar gaat Philomène '
beter mee in den hemel," dacht Jo. (f
Philomène had in haar doode
handen~gevvijde palm en een paternoster. Haar klein
spits gelaat, dat anders effen was en blank,
zag nu geel en mat als een winterpeer, en
haar pinnekensneus had zich nog ver
scherpt.
|o Duim zat neveas haar te bidden en te
waken, en ze herdacht haar vriendin, die
gisteren en dezen morgen nog levend was.
Ze dacht aan hnar zacht gemoed, aan haar
deftigheid, gesprekzaamheid en milde vriend
schap.
Jo weende stillekens en bad voor haar
zielezaligheid.
De schrijnwerker kwam den anderen dag
tegen den avond met de kist van wit hout.
|o hielp Philomène er in leggen. Ach"
zuchte ze ha
ren kop ligt zou
hard, zon ik
er niets zachts
onder steken?"
Wat kan mij
dat schieien",
bastedeschrijnwerker, dood
is dood en ik
hen haastig, 'k
moet nog naar
'n souper van
schellevisch !"
Hij zette het
deksel op de
kist. Jo Duim
ging naar bene
den en vroeg
aan Philom
nes sitkkcligtn
broeder of hij
niets had urn
- TCLMyCrt25eiO23a)
LtVERT DC/VEtlANCD INZtER MJRTtN
TUD ALLE HOUTCONSTRUCTIES
AL/
LANDHUIZEN
.SCHOOLGEBOUWEN
JACHTHUIZEN
ZIEKENHUIZEN
INLICHTINCEN OP AANVRAAG
1IIIIII1IIIIH
en ze zag den wat stoeren kop met de felle
intelligente oogen, de korte, onedele neus
met de toch bewegelijke neusvleugels, de
«dikke, wat brute lippen en de groote gave
tanden daarachter, de bruine zwierige snor,
de ruwe gelaatstint, die ordinair leek, niet
van haar ras.... Zij vond hem niet onknap
omdat er iets onzegbaar jongs en energiek
van hem uitging ; toch stuitte haar weer 't
platte in zijn joviale stemwending, 't onfijne
van zijn vleezige bloedrijke handen, en zijn
niet soepele manieren.... platheden die zij
bij intuïtie meer voelde dan zag.
Bij een tusschen station schrikte zij hevig ;
een conducteur verscheen, en haar klam
handje bekneep in doodsangst de derde klas
kaartjes ; want niet alleen zou 't bedrog van
toch eerste te reizen uitkomen, maar ook zou
de verklaring aan den ouden heer onvermijde
lijk worden, en daarmee de openbaring van
hun steeds toenemende, hoe zorgvuldig voor
hem ook verborgen armoed....
Maar de man groette zonder 't gesprek te
onderbreken en verdween.
Hij kent mij.... ik reis in den laatsten tijd
veel heen en weer," zei de jonge man, wij
kochten hier in de buurt 't buitengoed Nieu
weroord."
't Gesprek zeurde stil genoeglijk voort; Mia
/?.weeg droomerig.. .. geheel weg in haar
gedachten. Kerstmis buiten ! Papa was er
niet van af te brengen geweest, leder jaar
gebeurde 't immers? Was er een wild-dinertji-,
werden de kinderen van 't dorp onthaald....
was er een kerstboom voor hen ! Waarom dan
nu niet ? Noblesse oblige ! Zulke menschen
verwachten dat van je.... je mag ze die
illusie niet ontnemen.... daar was immers
geen reden toe ? Zijn geschokte gezondheid ?
Ah bah ! Mia behartigde immers de heele
boel? Hij had immers maar een.... een
condescent woordje te spreken ?.... hij....
cie bejaarde landheer tot zijn verknochte
uiiderhuorigen!" En Mia had moeten zwichten,
wilde niet 't lieele, navrante bedrog aan 't
licht komen.... Want er bestonden geen
uiiderhoongen meer, evenmin als er nog for
tuin bestond on1 den glans, het decorum,
nch, zelfs maar oe bescheiocnstc luxe van 't
vroegere aristocratische leven te blijven door
voeren. En .M i a's groote liefde voor den
bejaarden man die zon vereenzaamd in 't
heciiMidaagsclie leven stond, wiuis
gezonaheici te gronde ging in de ruige woelingen der
Nieuwe Maatschappij als een exotische plant
die tegen geen storm of striemende guurhei
bestand is, Mia's onzegbare devotie had hem
alles verzwegen, dragenu niet den last der
toenemende armoe, de luoden zwaarte van
't moeizaam vul te honden bedrog.... De
trein stond stil. Mia schrikte uit haar mijme
ring op .goed, goed. . . . dan gaat u met
ons mee dineeren .' U zult onze eenige trast
zijn, nietwaar Mia ?"
Mia's hart klopte bonzend. Haar vader'.-.
haast niiddcleeuwsche gastvrijheid kun niet
worden tegengewerkt.... zwijgend boot; zij
tot toestemming, ,,'t Za! mij aangenaam zijn,
meneer. .." zei ze wat hautain, met bedoeling
haar onwetendheid van s'man naam aan
duidend.
Dat is allright kindje" lachte haar vader
Meneer Holst van Niciiwerourd. . .. mijn
dochter Mia."
De jonge man lachte luidruchtig, verheer
lijkt.... wou handen geven.... Mia boog
oi/niaals --ing.
Toen hie'p de jonge man den ouden zorg
zaam uit den trein ; het unde buitengoed
was spoedig bereikt.
In de groote eetzaal was maar spaarzaam
licht ; de gedekte tafel stond daar schemerig.
Mia, heei bleek en zwijgend, een nerveus
trillendcn trek om haar mond, sneed een
gebraden patrijs. Zij bediende haar vader van
zachte, heel fijn gesneden stukjes en wat
compóte Toen, met een wonderlijk
dringende blik bood zij een schaal aan den
jongen man tegenover haar; daarop lagen
dunne boterhammetjes als sandwiches, maar
belegd met roggebrood inplaats van vleesch...
Er was een roerende angst in haar oogen,
toen zij even verbazing in zijn blik groeien
zag ; toen nam hij een boterhammetje en zij
deed 't zelfde. Ze sneed 't, at 't niet mes en
vork alsof 't vleesch was. En uit een minus
cuul karafje schonk zij haar vader wat witte
wijn ; toen, uit eenzelfde karafje schonk ze
wat water in de wijnglazen van haar en haar
gast.
En weer was onafgewend, de navrante
smeeking van haar oogen op hem gevestigd.
Goeie patrijzen.... heel succulent" prees
de oude heer, en toen onbeholpen, zijn vork
't leege. bord betastte, schoof zijn dochter
er nog enkele stukjes fijn sappig vleesch van
de schaal op.
Die cumpöte is ook goed, Mia.... niet
al te zoet, vin-je zelf niet? en u meneer Holst ?"
Bijna was de jonge man in lachen uitge
barsten ; moest hij nu nog gerechten loven
waarvan hij niets geproefd iiad ! En met haast
jongensachtige baldadigheid prikte hij
ostentatief een reep roggebrood op zijn vork ; wat
konden die voorname lui toch. . . . mal doen !
Wat een rare poppekasterij ! enfin.... thuis.
o|i Niemveroord zou-ie nog wel eens óver
dineeren ! Na een half uur nam hij afscheid.
Tot later" zei goedig de oude lieer, we
blijven niet lang op de Craayhorst.... alleen
maar Kerstmis vieren."
Jaja.... dat begrijp ik ! Erg aardig dat
n mij ten eten hebt gehouden.... u komt 't
op Nieuweroord maar eens terughalen." De
oude lieer glimlachte Mia stootte zich
aan de burgelijke uitdrukking.... maar
och.... de tijden waren immers veranderd ....
Enkele uren later was de jonge Holst op
Nieuweroord. ..Zóó.... ben je daar einde
lijk V" zei /.'n moeder, kleine dikke vrouw in
zwart satijn met paarsche borduui^els, ,,'t is
een misselijke boel hier. . . . je had ook wel
eerder thuis kunne koinnie ! is me dat 'n
gedoe ! Hier is de fleseh met Katfiaar
die lamme meid verdraait 't om 't te koken..
en jij heb toch gezeid dat 't 'n deftig gerecht
is! Mot /e 't toch kenne klaarmake ! daar
krijgt ze d'r geld tuur ! Zoo meteen koninie
(anus niet Treessie en Piet niet Suus en Am
en Merie met d'r man.... en ik wil verdorie
alles in de puntjes hebben as ze foor 't eerst
bij me lu/eei'e !'
De jonge Holst liet pein/.end den snel
gesnauwden woordenstroom langs zich heen
gaan, toen /ei hij kalm : die Caviar hoef je,
geluuf ik, niet te koken, maar smeer eens
als de bliksem dunne witte sneedies brood
met roggebrood er tusschen.... weet je....
/uo tegen mekaar geplakt.... Dat is nou 't
allerfijnste bij de hooge oomessc."
,,Sal jij feel fan weete !" smaalde de moeder.
Toen vertelde hij zijn wedervaren.
..Wil ik je 'ns wat segge" zei de moeder na
aandachtig geluisterd te hebben, as je mijn
f raagt dan seg ik die lui hebbe 't krap.... ze
hebbe d'r*tijd gehad.... met al d'r fername
snorrepijperij.... Maar we moste ze nou maar
'ns 'n kerstkadootje stuurt1.... dat is altijd
nog 'res aardig nou we niet f er fan se fandaan
WOOIlt'."
Ja.... maar wat?" zei de jongeman
aarzelend.
Weet je wat, bestel zoo'n mandje Sampie
dat is fijn hoor dat motte we in 't
restorant ook altijd 't duurst betaale.... Nou, en
dat laate we dan brenge."
Even dacht de jonge Holst aan de met watt r
gevulde wijnglazen Zouden z'e van de
blauwe knoop ? Nee die ouwe zélf
pooierde toch wel witte wijn
Den volgenden dag werd ecu mand cham
pagne op de Craayhorst bezorgd....
,,compelement van de familie Holst van Nieuwer
oord" zei de besteller. En Mia die met onein
dig geduld, overleg en moeite, de luttele
cadeanx aan de Kerstboom aantrekkelijk
trachtte te maken met allerlei zorgvuldig
opgeknapt en zuinig bewaard snoepgoed van
't vorige jaar, voelde een steek in haar hart,
een schrijnende pijn van duldelooze vernede
ring. Wijn cadeau de doorziene ar
moede en de ploertige tegemoetkoming daar
in ! O, 't was al te smartelijk ! die wijn
moest terug.... móest terug!....
En s'avonds hield de oude aristocraat een
hartelijke toespraak tot de verzamelde
onderhoorigen. Dat was hij zoo gewoon... .behoorde
bij zijn prestige ; gelukkig zagen zijn
omfloersde oogen niet, hoe gering in aantal zijn audi
torium was. ...
Maar in wrokkige verbazing slenterden ze
huiswaarts.... zoo'/? oude vrek!"
Worden ze op 't Huis niet van jaar tot
jaar gieriger ?"
Ik kreeg 't suikere engeltje waar Beppie
Masnian verleejaar 'n vleugeltje afbeet ! 'Ze
hebben nou 't andere vlerrekie er ook netjes
afgesneeje," drensde een kind.
Enne.... enne ik heb 't kalke Jezussie
van verlee-jaar en z'n hoofie zit gelijmd !"
giggelde 'n opgeschoten meid.
,.'t Is een schandaal potverdikkie".
gromde een halfwas daggelder, voor d'r
eigen staat zoo maar 'n mand wijn klaar.
ik heb 'm best gezien.'1
De oude aristocraat liet genot-gelijk den rook
van z'n sigaar door z'n lippen glijden.
't Was toch net alsof 't volk minder
verknocht is dan vorige jaren.... ik hoorde
geen heilgrocten "zooals anders jij
\vel Mia ?" vroeg hij peinzend.
Maar Mia hoorde niet; heel bleek en moe
overdacht zij de moeite en 't gescharrel van
de terugreis morgen En de meest
hautaine wijze van den mand wijn terug te
/enden.
M J \ C A V i; K S T E R-B O SC» R E l T /.
Gedeponeerd Handelsmerk
Dit merk op Uwe
rookartikelen garan
deert U kwaliteit.
VOOR ENGROS:
JAN AARNOÜTSE
DEN HAAG