De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 25 december pagina 9

25 december 1920 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

l 25 Dec. '20. No. 2270 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET MASKER door F EJL ix T i M'M E R M A N s (Met teekeningan voor De Amsterdammer" van den schrijver) De vastenavondviering was in vollen zwier, als Jo Duim, met een kruiwagen, waar op nat waschgoed woog, van de bleekerij naar huis reed. Onderwegen kwam ze honderden zinnekens tegen, allen in kleurige en koddige kleeren gestoken, en allen met een masker voor 't gezicht. Velen droegen maskers van stof, met twee gaatjes in voor d'oógen, en een lappeken vóór den mond, maar de meesten droegen maskers van karton, fel gekleurd, verbeeldend carikaturaie smoelen met groote monden, dop, wip, worst- en kapneuzen ; schreeuwende kindergezichten, negers, chineezen, beestenkoppen, oude wijven en al wat leelijk was. Er was van alle kanten gezang en getier, men danste achter harmonies en harmonicas ; 't liep herberg in en herberg uit. Er reden er ?p char-a-bancs en in open voituren, die centen en noppekens uitwierpen. En 't geluid van mirlitons, ratels, klepperkens, horens, harmonicas, orgels en 't getier en 't gezang, gaf 't geluid alsof men zijn kop in den horen van duizend roffelende fonographen had gestoken. Jo Duim had daa'r, als ze nog jong was, ook aan mee gedaan ; nu was dat voorbij, ze lachte nog gaarne met de kwapoetserijen, de grappen en de doening der zinnekens; maar een ding kost ze niet verdragen, dat was dit uitschelden dat de zinnekens tot de ongemaskerden deden. Ze vreesde zinnekens te ontmoeten, die haar zouden omringen, en 't leven heurer ouders zouden oprakelen, dat helaas niet te deugdzaam was geweest. Ze was sterk Jo Duim ; ze droeg een zak patatten op haar rug, lijk een zaksken pluimen. Ze was een wijf met vuisten en een wil, maar toch had ze een ingeboren schrik van zinnekens alleen om 't verwijt over haar ouders. Ze reed rap naar huis om dan bij haar vriendin t Philomène Donckers in vrede met de kaarten te spelen, toen er van een hoek der groote kerk een zinneken naar haar kwam toegeschoten, in zwarten kapmantel en kartonnen mombakkes met gepuisten blinkenden patatneus. Seffens begon het zinneken met gemaakt schrille stem, Jo uit te maken voorval wat onder zijn zuster haar hoofd te leggen. Zoek maar boven in de kas" zuchtte de vent en begon van her te snikken. Jo ging terug naar boven en zocht in de kast. Uit een hoedendoos haalde zij een wollen jakke, en viel toen bijna van haar zelven van wat zij daar zag. In de hoedendoos lag het masker met denblinkenden,'gepuisten, irtgedeukten neus. Jo vloekte. Wat is 't ?" vroeg de schrijn werker verbaasd. Zij kreeg een gedacht, een vreeselijk wraakgedacht. Haal een glas water of ik sterf." De schrijnwerker liep naar beneden, en Jo nam het mombakkes, opende de kist en zette het op Philomènes gezicht. Ze deed de kist weer toe. Zij heeft als een huichelaarster geleefd, zoo moet zij ook in 't graf!" De schrijnwerker kwam rap met water terug, ,,'t Is al over" zei Jo. Hei da's goed !" zei hij want de goede schelle visch wacht niet !" En met groote rapte sloeg hij de nagelen in de kist. ^ DEM HAAG; VARHOND [PADOX HOUTBOUW [KANTOOR f BEDCRIK smerig was: dat hare moeder wegliep met een krijtleurder, en haar vader in 't gevang had gezeten. Menschen kwamen er rond staan en lachten smakelijk om de schefpsnijdende, goed van buiten geleerde woorden. Jo Duim was het hart in. Zij sloeg er wit van uit ; maar ineens herwon zij hare kracht, pakte een paar natte hemden van den krui wagen en ze sloeg ze al vloekend op het kartonnen bakkes, dat het er lijk een spijs van indeukte, en op een wip was het zinneken, het was een vrouw, de gaten uit. Jo Duim reed kwaad naar huis, beefde nog over heel haar straisch lichaam, en kon geenen beet eten van ontroering. Als ze het waschgoed op den zolder, aan ijzeren dra den gehangen had, was ze haastig het geval aan Philimène Donckers te vertellen. * Philomène was er zichtbaar van aangedaan en troostte Jo Duim met te zeggen dat dit zinneken die woorden niet ongestraft in haar graf zou dragen. Dit' gezegde wa ren voor Jo als een zalf. Och die|Philoin ene, zoo braaf van hart en vroom van ze den,' had toch al tijd zulke amandelgoede woorden voor haar vriendin IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIflIIIIIIII KLEINE MISÈRES Wat verdwijnt Stuntelig beschuifelden z'n onzekere voeten de treeplank, tastte z'n nerveus grijpende hand naar de rood trijpen lus, die er niet was; rondom drongen jachtend de reizigers, alleen bedacht op eigen nog te veroveren plaats in den vol stroomenden sneltrein. Hij werd op zij geduwd, opgedrongen, en z'n bevende, blanke hand met de blauwe aaren en lange, mooi-verzorgde nagels beplekte in angstigen greep de gladde houten zitting van de derdeklasbank, een aanraking die hem, nu heelemaal in de war, ongerust deed rond tasten over 't kille gladde hout, waar hij gewoon was trijp en leer te vinden. Schiet eens op, ouwe heer, we wille d'r ook nog wel 'ns in !" drongen gemoedelijk wat jolige soldaten die met Kerstverlof gingen. Toe, vooruit vader! jongens geef'm eens 'n zetje !" lachten een paar volksmeiden met duur bont om, en een net met bananen en gerookte paling bij zich. Felle verontwaardiging hitste plots den ouden heer tot krachtig doen ; hij drong zich tegen den opstuwenden stroom in, terug, en geirriteerd klonk z'n stem tot z'n van hem weggedrongen dochter: Waar laat je me toch instappen, Mia? die coupézit vol canaille." Vlak bij hem dook zij nu opeens weer op, lang slank meisje, al niet jong meer, maar gracieus in 't stille, kleurlooze wintertoilet, 'n simpel vilthoedje op 't blonde haar, dat 't wat spitse bleeke gelaat omlijstte. Een oogenblik telden de groote grijzen oogen met hooghartigen haat naar de nu volgeloopen coupé, waar leutig gelach was, en gestommel en luidruchtig rumoer. Instappen, .instappen" vermaande de con ducteur, toen tegen Mia moet u nog mee?" Conducteur, eerste, niet rooken," beval de oude heer kortaf. Maar 't jonge meisje nam hem onder den arm, en stuntelig weer, omdat hij bijna blind was, en moeilijk van beweeg liet hij zich leiden door haar. Hoe kwam je nu toch zoo dom, Mia, je weet dat ik mij heelemaal op jou moet verlaten, en nu lette je niet eens op dat ik ineen verkeerde coupéterechtkwam," verweet hij geprikkeld. Er..er zijn haast geen eerste'klas in dezen trein, vadertje, alles is al propvol"... .loog zij en 't gekijk van haar oogen gleed gejaagd langs de 3de klas coupes; hier laten we nu maar gauw hier in gaan," en met haar arm zorgvol om zijn schouders, trachtte zij hem tot instappen te krijgen. Is dit dan 'n eerste ?" vroeg aarzelend de oude heer, terwijl z'n mooie blanke hand onvast langs 't portier tastte naar 'n trijpen grijplus die er alweer niet was. Jaja 't is al wiedes, vader ! eersteklas houte banke.... komt d'r maar in!" werd van binnen uit, genot-gelijk gegrinnikt. Zenuw achtig strompelde de oude heer op 't perron : Ik.... ik wil daar niet in, Mia." Hij wil d'r niet in ! hoor je dat ? 't is 'm zeker niet fijn genoeg!" Gemoedelijke joolhoofden vertoonden zich voor 't portier. D'r is hier nog plaas genoeg, vader ! plaas zat.... voor je meissie d'r bij !" Die mag op me schoot," schreeuwde 'n schorrige mannenstem. En alles bulderde van pret. Als -verdwaasd greep Mia den ouden heer vast; neen ze kon niet.... ze kon niet,.... ze had niet anders dan 3de klas kaartjes, al had ze dat voor haar vader verzwegen. Maar deze, de bijna blinde oogen instinc tief naar de coupes opgeheven, drong steeds feller geirriteerd : Eerste klas eerste niet rooken." 't Was de hoogste tijd, de stationschef stond al met 't op te heffen seinbordje in de hand : Moet u nog mee of niet ?" vroeg hij kortaf. Toen werd met 'n gauw gewrik vlak bij hen, 't portier van een 1ste klas halve coupéopen gegooid, klonk een joviale mannen stem : komt u maar gerust hier in, er is nog net plaats voor twee." De oude heer haastte zich nerv»us, twee krachtige armen grepen, haalden hem naar binnen ; Mia volgde weerloos, lam geslagen van schrik over alles wat zoo gauw achter elkaar gebeurde: de nachtmerrie van die volksgrappen.... de, nu nog verborgen schan de van hun 3de klas kaartjes bij 't reizen in een 1ste klas coupé.... De trein bewoog al.. 't portier werd toegeflangd. Behaaglijk leunde de oude heer in de kus sens ; toen, haast kinderlijk vergenoegd : Héhè.... nu ben ik toch eindelijk weer en pays de connaissance !.... hoe kwam je toch zoo zoo wonderlijk, Mia ?" En zich wen dend naar de plek waar zijn omfloersde 'oogen slechts schemerig den jongen onbekenden reisgenoot ontwaarden. Ik dank u.... ik dank u zér voor uw vriendelijke hulp." O.... 't is de moeite niet waard'." zei deze wat onbeholpen er was hier toch plaats over!" Maar de oude heer, nog geheel vervuld van de laatste onaangename ondervindingen, werd tegen zijn gewoonte in, toeschietelijk, 't Was mér dan vol ! ik reis ook anders nooit zou vlak voor de Kerstdagen... Meestal zijn wij dan nog buiten. . .. Maar ik jaag niet meer. . ces jours de féte sont passés!.... jaja," vervolgde hij wat spijtig, wij ouden van dagen beleven geen aangename tijden.... de heele maatschappij topsy-turny.. . . 't leven is leelijk tegenwoordig. . . . leelijk tn bruut." Maar vadertje," zei zacht-kuesterend 't slanke blonde meisje, daarvan bemerkt u toch niet al te veel, is 't wel ?" Al te veel. ... al te veel,"pruttelde de oude heer mismoedig als een verwend kind, me dunkt dat dit van zooeven al meer dan genoeg is!.... Er is geen devotie meer.... geen eerbied voor ouderdom, geen eerbied vuur rang en stand.".... Zijn mooie aristocrati sche hand trok die van Mia door zijn arm, en, zacht streelend haar in wat vaat versleten castor gehandschoend handje, preveiue hij met wrokkige minachting: In mijn tijd kwamen dergelijke infame bejegingen van. . . . lieden van minder allooi tegenover iemand van.... van rang, niet voor!.... zoo iets bestond eenvoudig niet !" ..Hebt u iets onplezierigs ondervonden V" informeerde de jonge reisgenoot levendig. En de oude heer, hoewel ter wille van Mia, de vraag ontwijkend, begon een gesprek, eigenlijk pratend voor zich heen.... in z'n stuntelige hiilpbt'hoevendheia gevoelig voor elke sympathieke belangstelling. En c'e jonge man luisterde, gaf willig een wederwoord, toch bescheiden, alsof hij zich op vreemd terrein bevond. Soms keek Mia naar hem, langs haar vnder heen die, genoegeJijk weggezonken lag u-gen de zachte kussens over. En toen begosten ze weer met de kaarten te spelen voor engclsche vijgen. Ze waren vriendinnen geweest van op de eerste communibanken en waren het nog. Tusschen twee kaartspelen moest Jo er toch telkens nog eens op weerom komen, en Philomène beloofde dat zij eens stollesteeren zou wie die slang kon zijn. Ewel" zei ze Jo, ik heb een fijn plan om dit serpent te ontdekken ; laat mij doen ; eer het veertien dagen verder is, weet ik het." En Jo is verblijd weggegaan in de zoete hoop van wraak. Den anderen morgen ging zij met Philomène een kruisken naar de kerk halen, daar het Aschwoensdag was. En pas was Jo Duim in haar huis of geburen kwamen haar roepen dat Philomène dood gevallen was toen ze aan 't sterfputteken de koffiebeurs omkeerde. Op ne weerlicht stond Jo bij hare vriendin, weende en wrong de handen. Zij had haar beste vriendin verloren, haren toevlucht en haren troost. En na vee! gelamteer kwam Jo op haar zelven, en verzorgde en lijkte hare doode vriendin. En daar lag nu op haar wit bed Philomène, niet het kmisken pckzwart op haar wit glad voorhoofd, want dit had Jo bij het wasschen er voorz'chtir; op gelaten, als ifiiiiiitiitiiMri iiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii wordt door 21.00O artsen erkend als het beste versterkingsmiddel voor Zenuwen en Lich.->,^m. kristelijk mensch. Daar gaat Philomène ' beter mee in den hemel," dacht Jo. (f Philomène had in haar doode handen~gevvijde palm en een paternoster. Haar klein spits gelaat, dat anders effen was en blank, zag nu geel en mat als een winterpeer, en haar pinnekensneus had zich nog ver scherpt. |o Duim zat neveas haar te bidden en te waken, en ze herdacht haar vriendin, die gisteren en dezen morgen nog levend was. Ze dacht aan hnar zacht gemoed, aan haar deftigheid, gesprekzaamheid en milde vriend schap. Jo weende stillekens en bad voor haar zielezaligheid. De schrijnwerker kwam den anderen dag tegen den avond met de kist van wit hout. |o hielp Philomène er in leggen. Ach" zuchte ze ha ren kop ligt zou hard, zon ik er niets zachts onder steken?" Wat kan mij dat schieien", bastedeschrijnwerker, dood is dood en ik hen haastig, 'k moet nog naar 'n souper van schellevisch !" Hij zette het deksel op de kist. Jo Duim ging naar bene den en vroeg aan Philom nes sitkkcligtn broeder of hij niets had urn - TCLMyCrt25eiO23a) LtVERT DC/VEtlANCD INZtER MJRTtN TUD ALLE HOUTCONSTRUCTIES AL/ LANDHUIZEN .SCHOOLGEBOUWEN JACHTHUIZEN ZIEKENHUIZEN INLICHTINCEN OP AANVRAAG 1IIIIII1IIIIH en ze zag den wat stoeren kop met de felle intelligente oogen, de korte, onedele neus met de toch bewegelijke neusvleugels, de «dikke, wat brute lippen en de groote gave tanden daarachter, de bruine zwierige snor, de ruwe gelaatstint, die ordinair leek, niet van haar ras.... Zij vond hem niet onknap omdat er iets onzegbaar jongs en energiek van hem uitging ; toch stuitte haar weer 't platte in zijn joviale stemwending, 't onfijne van zijn vleezige bloedrijke handen, en zijn niet soepele manieren.... platheden die zij bij intuïtie meer voelde dan zag. Bij een tusschen station schrikte zij hevig ; een conducteur verscheen, en haar klam handje bekneep in doodsangst de derde klas kaartjes ; want niet alleen zou 't bedrog van toch eerste te reizen uitkomen, maar ook zou de verklaring aan den ouden heer onvermijde lijk worden, en daarmee de openbaring van hun steeds toenemende, hoe zorgvuldig voor hem ook verborgen armoed.... Maar de man groette zonder 't gesprek te onderbreken en verdween. Hij kent mij.... ik reis in den laatsten tijd veel heen en weer," zei de jonge man, wij kochten hier in de buurt 't buitengoed Nieu weroord." 't Gesprek zeurde stil genoeglijk voort; Mia /?.weeg droomerig.. .. geheel weg in haar gedachten. Kerstmis buiten ! Papa was er niet van af te brengen geweest, leder jaar gebeurde 't immers? Was er een wild-dinertji-, werden de kinderen van 't dorp onthaald.... was er een kerstboom voor hen ! Waarom dan nu niet ? Noblesse oblige ! Zulke menschen verwachten dat van je.... je mag ze die illusie niet ontnemen.... daar was immers geen reden toe ? Zijn geschokte gezondheid ? Ah bah ! Mia behartigde immers de heele boel? Hij had immers maar een.... een condescent woordje te spreken ?.... hij.... cie bejaarde landheer tot zijn verknochte uiiderhuorigen!" En Mia had moeten zwichten, wilde niet 't lieele, navrante bedrog aan 't licht komen.... Want er bestonden geen uiiderhoongen meer, evenmin als er nog for tuin bestond on1 den glans, het decorum, nch, zelfs maar oe bescheiocnstc luxe van 't vroegere aristocratische leven te blijven door voeren. En .M i a's groote liefde voor den bejaarden man die zon vereenzaamd in 't heciiMidaagsclie leven stond, wiuis gezonaheici te gronde ging in de ruige woelingen der Nieuwe Maatschappij als een exotische plant die tegen geen storm of striemende guurhei bestand is, Mia's onzegbare devotie had hem alles verzwegen, dragenu niet den last der toenemende armoe, de luoden zwaarte van 't moeizaam vul te honden bedrog.... De trein stond stil. Mia schrikte uit haar mijme ring op .goed, goed. . . . dan gaat u met ons mee dineeren .' U zult onze eenige trast zijn, nietwaar Mia ?" Mia's hart klopte bonzend. Haar vader'.-. haast niiddcleeuwsche gastvrijheid kun niet worden tegengewerkt.... zwijgend boot; zij tot toestemming, ,,'t Za! mij aangenaam zijn, meneer. .." zei ze wat hautain, met bedoeling haar onwetendheid van s'man naam aan duidend. Dat is allright kindje" lachte haar vader Meneer Holst van Niciiwerourd. . .. mijn dochter Mia." De jonge man lachte luidruchtig, verheer lijkt.... wou handen geven.... Mia boog oi/niaals --ing. Toen hie'p de jonge man den ouden zorg zaam uit den trein ; het unde buitengoed was spoedig bereikt. In de groote eetzaal was maar spaarzaam licht ; de gedekte tafel stond daar schemerig. Mia, heei bleek en zwijgend, een nerveus trillendcn trek om haar mond, sneed een gebraden patrijs. Zij bediende haar vader van zachte, heel fijn gesneden stukjes en wat compóte Toen, met een wonderlijk dringende blik bood zij een schaal aan den jongen man tegenover haar; daarop lagen dunne boterhammetjes als sandwiches, maar belegd met roggebrood inplaats van vleesch... Er was een roerende angst in haar oogen, toen zij even verbazing in zijn blik groeien zag ; toen nam hij een boterhammetje en zij deed 't zelfde. Ze sneed 't, at 't niet mes en vork alsof 't vleesch was. En uit een minus cuul karafje schonk zij haar vader wat witte wijn ; toen, uit eenzelfde karafje schonk ze wat water in de wijnglazen van haar en haar gast. En weer was onafgewend, de navrante smeeking van haar oogen op hem gevestigd. Goeie patrijzen.... heel succulent" prees de oude heer, en toen onbeholpen, zijn vork 't leege. bord betastte, schoof zijn dochter er nog enkele stukjes fijn sappig vleesch van de schaal op. Die cumpöte is ook goed, Mia.... niet al te zoet, vin-je zelf niet? en u meneer Holst ?" Bijna was de jonge man in lachen uitge barsten ; moest hij nu nog gerechten loven waarvan hij niets geproefd iiad ! En met haast jongensachtige baldadigheid prikte hij ostentatief een reep roggebrood op zijn vork ; wat konden die voorname lui toch. . . . mal doen ! Wat een rare poppekasterij ! enfin.... thuis. o|i Niemveroord zou-ie nog wel eens óver dineeren ! Na een half uur nam hij afscheid. Tot later" zei goedig de oude lieer, we blijven niet lang op de Craayhorst.... alleen maar Kerstmis vieren." Jaja.... dat begrijp ik ! Erg aardig dat n mij ten eten hebt gehouden.... u komt 't op Nieuweroord maar eens terughalen." De oude lieer glimlachte Mia stootte zich aan de burgelijke uitdrukking.... maar och.... de tijden waren immers veranderd .... Enkele uren later was de jonge Holst op Nieuweroord. ..Zóó.... ben je daar einde lijk V" zei /.'n moeder, kleine dikke vrouw in zwart satijn met paarsche borduui^els, ,,'t is een misselijke boel hier. . . . je had ook wel eerder thuis kunne koinnie ! is me dat 'n gedoe ! Hier is de fleseh met Katfiaar die lamme meid verdraait 't om 't te koken.. en jij heb toch gezeid dat 't 'n deftig gerecht is! Mot /e 't toch kenne klaarmake ! daar krijgt ze d'r geld tuur ! Zoo meteen koninie (anus niet Treessie en Piet niet Suus en Am en Merie met d'r man.... en ik wil verdorie alles in de puntjes hebben as ze foor 't eerst bij me lu/eei'e !' De jonge Holst liet pein/.end den snel gesnauwden woordenstroom langs zich heen gaan, toen /ei hij kalm : die Caviar hoef je, geluuf ik, niet te koken, maar smeer eens als de bliksem dunne witte sneedies brood met roggebrood er tusschen.... weet je.... /uo tegen mekaar geplakt.... Dat is nou 't allerfijnste bij de hooge oomessc." ,,Sal jij feel fan weete !" smaalde de moeder. Toen vertelde hij zijn wedervaren. ..Wil ik je 'ns wat segge" zei de moeder na aandachtig geluisterd te hebben, as je mijn f raagt dan seg ik die lui hebbe 't krap.... ze hebbe d'r*tijd gehad.... met al d'r fername snorrepijperij.... Maar we moste ze nou maar 'ns 'n kerstkadootje stuurt1.... dat is altijd nog 'res aardig nou we niet f er fan se fandaan WOOIlt'." Ja.... maar wat?" zei de jongeman aarzelend. Weet je wat, bestel zoo'n mandje Sampie dat is fijn hoor dat motte we in 't restorant ook altijd 't duurst betaale.... Nou, en dat laate we dan brenge." Even dacht de jonge Holst aan de met watt r gevulde wijnglazen Zouden z'e van de blauwe knoop ? Nee die ouwe zélf pooierde toch wel witte wijn Den volgenden dag werd ecu mand cham pagne op de Craayhorst bezorgd.... ,,compelement van de familie Holst van Nieuwer oord" zei de besteller. En Mia die met onein dig geduld, overleg en moeite, de luttele cadeanx aan de Kerstboom aantrekkelijk trachtte te maken met allerlei zorgvuldig opgeknapt en zuinig bewaard snoepgoed van 't vorige jaar, voelde een steek in haar hart, een schrijnende pijn van duldelooze vernede ring. Wijn cadeau de doorziene ar moede en de ploertige tegemoetkoming daar in ! O, 't was al te smartelijk ! die wijn moest terug.... móest terug!.... En s'avonds hield de oude aristocraat een hartelijke toespraak tot de verzamelde onderhoorigen. Dat was hij zoo gewoon... .behoorde bij zijn prestige ; gelukkig zagen zijn omfloersde oogen niet, hoe gering in aantal zijn audi torium was. ... Maar in wrokkige verbazing slenterden ze huiswaarts.... zoo'/? oude vrek!" Worden ze op 't Huis niet van jaar tot jaar gieriger ?" Ik kreeg 't suikere engeltje waar Beppie Masnian verleejaar 'n vleugeltje afbeet ! 'Ze hebben nou 't andere vlerrekie er ook netjes afgesneeje," drensde een kind. Enne.... enne ik heb 't kalke Jezussie van verlee-jaar en z'n hoofie zit gelijmd !" giggelde 'n opgeschoten meid. ,.'t Is een schandaal potverdikkie". gromde een halfwas daggelder, voor d'r eigen staat zoo maar 'n mand wijn klaar. ik heb 'm best gezien.'1 De oude aristocraat liet genot-gelijk den rook van z'n sigaar door z'n lippen glijden. 't Was toch net alsof 't volk minder verknocht is dan vorige jaren.... ik hoorde geen heilgrocten "zooals anders jij \vel Mia ?" vroeg hij peinzend. Maar Mia hoorde niet; heel bleek en moe overdacht zij de moeite en 't gescharrel van de terugreis morgen En de meest hautaine wijze van den mand wijn terug te /enden. M J \ C A V i; K S T E R-B O SC» R E l T /. Gedeponeerd Handelsmerk Dit merk op Uwe rookartikelen garan deert U kwaliteit. VOOR ENGROS: JAN AARNOÜTSE DEN HAAG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl