De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 1 januari pagina 1

1 januari 1921 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

?YT > . 8271 Zaterdag l Januari . 19&1 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN K A MP Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën f 0.75 per regel plus 10 cent dispositiekosten BERICHT Tot ons leedwezen wordt mr. Orobio de Gastro door drukke bezigheden verhinderd langer deel uit te maken van onze redactie. Wij betuigen hem onzen hartelijken dank voor alles, wat hij tot den bloei van dit weekblad heeft bijgedragen. In zijn plaats zal met l Januari 1921 in de redactie zitting nemen dr. G. Nolst Trenitéte Haarlem. REDACTIE EN UITGEVERS VAN DE AMSTERDAMMER" INHOUD : Economische Crisis, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp Tijdgenooten: Olive Schreiner, door Dr. W. G.C. Byvanck 2. Oudejaarsavond, teekening van Jordaan De Arbeidswet 1919, door G. de Clercq. Een kritische opmerking naar aanleiding van het verslag der grondwetscommissie, door Mr. Hans Hillesum Krekelzang, door J. H. Speenhoff 3. Kapitaal en Volksin komen, door Mr. E. C. van Dorp Het Roode Lampje, door Dr. Fr. v. Eeden 5. Voor Vrouwen : Het nieuwe jaar; Een leerlingenuitvoering ; Prijsvraag naaldwerk, door Elis M. Rogge Di Moorlag, door A. E. Z. Nieuwjaar, door A. Klein?v. d. Ley Vrouwenbelangen, door G. S. Groot Uit de natuur : Sneeuwheide, door Jac. P. Thijsse 7. De nieuwe Sluis te IJmuiden, door C. Wolterbeek Stadslinde, door J. A. Rispens Dram. Kroniek, door Top Naeff 9. Karl Legien Sylvester, door A. K. Bosch. Marionetten-theater,door Frank Luns; Nieuw jaar, teekening van George van Raemdonck Boekbespreking door Prof. Dr. H. Brugmans 10. De Zeven Geluksgoden van Japan, door W. H. de Roos Financiën en Economie, door J. D. Santilhano 12. Ruize-Rijmen, Charivaria, door Charivarius Uit het klad schrift van Jantje Muziek in de Hoofdstad, door H. J. den Hertog Een avontuur in het verre Westen, door Dr. C. Serrurier 13. De Gysbreght-vertooning op Nieuwjaars dag gehandhaafd, teekening van Joh. Braakensiek Damrubriek, red. K- C. de JongeFeuilleton : Een steek, door Hessel Visser. Bijvoegsel : Bij de jaarswisseling, teekening van Joh. Braakensiek. MmlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIÜIIIIMIIIIIHIIIIII'IIIIIIMIIIIIIIIIIIIII1*! ECONOMISCHE CRISIS } Heeft u niets vergeten?" laat Braa kensiek op de plaat het komende jaar vragen aan het scheidende. Neen, vergeten heeft 1920 eigenlijk niets ; hij weet drommels goed, dat hij een heeleboel laat liggen ; schoonschip heeft hij niet gemaakt ; voor zijn op volger valt er nog heel wat te redderen, en het zijn, zooals van zelf spreekt, niet de makkelijkste karweitjes, die hij onafgedaan achterlaat. Maar zijn uur heeft geslagen. Hij maakt plaats voor 1921 : die moge op zijne beurt den j.aarkring doorloopen en het werk verrichten, dat zijne hand te doen vindt. Gemakkelijk zal die taak niet zijn. De horoskoop, dien men voor het nieuw geboren jaar mag trekken, belooft hem geen zonnige jeugd. Tot de erfenis, die hij van zijn voorganger moet overnemen, behoort ook de economische crisis. Zij was lang verwacht en vaak voor speld. Maar wij waren skeptisch ge worden op het punt van aanwijzingen omtrent de toekomst, die door eco nomisten werden gegeven. Reeds zoo dikwijls hadden zij gefaald in hunne gissing naar den waarschijnlijken loop der maatschappelijke dingen ; tegen over de voorspelling van een geweldige crisis stond immers ook de opvatting, dat, na het einde van den oorlog, de industrie een grooten opbloei tegemoet zou gaan ; men mocht zich dus nog altijd vleien met de hoop, dat de crisis zou uitblijven. Al laat de omvang van de verwoes tingen, die erdoor zullen worden aange richt, zich nog niet berekenen, aange broken is de crisis; daaraan valt nu niet meer te twijfelen. De eerste verschijnselen van het ziekteproces hebben voor velen niets verontrustends gehad ; naar prijsver laging had men immers reeds lang uit gezien. Vooral zij hadden daarnaar gehaakt, die in de jaren van toenemende duurte in de onmogelijkheid hadden verkeerd,de hoogere uitgaven op anderen af te wen telen; allen dus,wier inkomen jaarwedde of loon niet gestegen was in evenredig heid aan de vermeerdering der prijzen van de waren en diensten, die zij voor het onderhoud van hun gezin behoefden, alle ambtenaren in de eerste plaats, die wel geen honger hadden behoeven te lijden, maar die hadden moeten bezui nigen op de uitgaven voor kieeding en ontspanning, bij wie de aanvulling van de linnenkast of de vernieuwing van andere huiselijke benoodigdheden steeds maar uitgesteld was tot betere dagen. Die betere dagen schenen nu te zullen komen. De prijsverlaging is eindelijk begonnen en zal nog wel verder doorgaan. Wie ervan profiteeren, wor den niet gekweld door de zorg, dat aan anderen schaadt, wat hun ten goede komt; daarvoor hebben zij te lang het gevoel gehad, dat tal van leveranciers woekerwinsten namen ; of de fabrikan ten zich daaraan nu meer schuldig maakten dan de winkeliers, konden zij in het midden laten ; door wiens toe doen dan ook, zij meenden veel hooger prijzen te moeten betalen dan gerecht vaardigd werd door de meerdere be drijfskosten van fabrikant of winkelier. Maar wat voor velen een reden tot verheuging is, baart aan anderen zorg, en niet alleen aan hen, die tegen de magere jaren gewapend zijn, omdat zij in de vette hun slag hebben geslagen. Het verschijnsel van de prijsver laging was maar een voorlooper van de ernstige crisis, die thans is aangebroTj/DGÉNGÓf EN! OLIVE SCHREINER Die Olive Schreiner. schrijfster van het Verhaal een er Afrikaansche hoeve (The Story of a n Af r i ca n farm) die voor enkele weken in het verre land de rust heeft gevonden voor goed kon men haar nog tot onze tijdgenooten rekenen? 't Is al bijna veertig jaar geleden, dat haar boek. haar stem. aandacht vroeg en op eenmaal verkreeg. Een heel geslacht is sindsdien voorbijgegaan. Ik weet niet of het veel zal geven, dat verledene weder op te halen. ,M;j dunkt, ik hoor, zelfs op dezen grooten afstand van jaren, nog iets van een klacht, opsti:gcnd uit het boek, de klacht van een menschenziel, wier streven te loor ging, als water dat zijn weg zoekt in de woestijn. En een noot klinkt door in het verhaal, de noot van volstrekte eenzaamheid en verlatenheid. Maar waartoe zulke indrukken, eenmaal weggeborgeh, weder op te graven! Er blijft allicht een duffe I'icht aan hangen. Wonder! Het is wel een echte menschenstem geweest, en z-'j heeft haar reinheid be waard. Niemand zal in The Story een klassiek verhaal zien, het zijn saamgeregen fragmenten zonder veel uiteriijken samen hang, maar zij hebben een eigen qualiteit van persoonlijk leven en zij stellen aan het leven een eigen persoonlijke vraag..., Wat is de bedoeling van deze reeks van tijdgenooten"? Zij willen iets meer zijn dar, een menagerie van curieuse schepselen, getemd op de rez-de chaussée van een pagina; het idee mn hen te schetsen is voortgekomen uit de behoefte den tijd en de menschen van den tijd scherper en beter in hun onderlinge verhouding te kennen. En dat mee te deelen, zoo het mogelijk was ! Mee te deelen met het gevoel van den tijd. Want de tijd, dat zijn niet alleen enkele gebeurtenissen en enkele menschen met hun handelingen en avonturen, maar dat is ook de atmosfeer van vreugde en licht of van somberheid waarin de gebeurtenissen zich bewegen, maar dat is ook de stemming van de menschen die toon en klank geeft aan hun handeling. De vraag is en het doel moet zijn den weerklank op te vangen van die geestesbeweging. Men kan dat bereiken door het samenlezen van een getal gepaste en sonore adjectieven. .Maar ik geef er de voorkeur aan de menschen in hun actie en gevoel zelf te doen spreken. Te veel verf verlang ik niet tusschen mij en het leven. Zie nu : Wanneer men denkt aan de wereld van dit afgeloopen jaar, dan zal men meenen een chaos voor zich te hebben. Wat is er een oneindig groote inspanning geweest om uit de orde die in 1014 bedreigd was geworden, een nieuwe orde te scheppen ! Maar inderdaad na jaren van krachtverbruik hebben wij in deze heengegane periode alleen het aantal puinhoopen zien vermeerderen. Mogelijk, zonder dat wij het nog goed bemerken, begon er een groei; maar tegen onzen directen indruk kunnen wij ons niet verzetten, en die is: van een onmetelijke verspilling zonder resr.ltaat. Men is den grooten oorlog toch te genioet gegaan met een soort van enthousiasme, men zou het kunnen noemen : met een scheppingsdrang alsof men hand in hand met (joel het nieuwe zou stichten.... Maar de hand is losgelaten. Hoe meer men cle doellooze opoffering vrn tallooze krachten heeft waargenomen en in zijn ziel heeft ondervonden, hoe meer men ook aan den millioencnstnmni van ongep.oemden en onbekenden is gaan denken die de krijgshandeüng heef; moeten voeden. De heroen die het werk niet konden bekronen zijn op den achtergrond getreden, de anonymus die zijn deel van het werk heeft verricht is vooruitgeschoven. 11 .November 1020 is de vieringsdag geweest van den poilu, van den onbekenden gevallen strijder. ken in nijverheid, handel en scheepvaart en dus ook op de beurs. Dag in, dag uit berichten de couranten, dat fabrie ken geheel of ten deele tot stilstaan worden gebracht en dat een groot aan tal werklieden wordt ontslagen ; slapte in de industrie" is een rubriek geworden, die eiken dag langer wordt. En deze malaise in het bedrijfsleven vertoont zich niet alleen in Nederland ; ook over tal van andere landen strekt zij zich uit. Zoo wordt dus vrij algemeen de pro ductie beperkt in een tijd, die aan niets meer behoefte heeft dan aan een zoo hoog mogelijk opgevoerde productie ! Waarover ook de economisten van meening verschild hebben en het afgeloopen jaar heeft ons, ook in Ne derland, getuige doen zijn van veel strijd tusschen hen, niet altijd gevoerd met fleuretten, waar een dop op stond hierin waren zij eendrachtig, dat het beste geneesmiddel voor de zieke maat schappij was : verhooging van de pro ductie. De invoering van de acht-uren-wet werd betreurd, ook door hen, die in normale tijden tegen zulk een verkor ting van den arbeidsdag geen bezwaar zouden hebben ingebracht, omdat zij meenden, dat thans, nu de wereld voor het probleem stond om te herstellen wat de oorlog had vernietigd en aan te vullen het tekort, dat hij in de productie van andere dan oorlogsbenoodigdheden had gelaten, cle omstandigheden niet veroorloofden de productie te be perken. Over het gemis aan arbeidslust bij tal van werknemers werd geklaagd, omdat juist thans elk arbeider zijn gemeenschapsgezin behoorde te toonen door de volle maat van zijn werk kracht te geven. Maar nu wordt de productie, die door arbeidsonlust en acht-uren-wet reeds verminderd is, beperkt door den werk gever zelf. Omdat hij geen kans ziet winst te behalen bij voortzetting van het bedrijf op den ouden voet; omdat er reeds overproductie is en die over-productie nog erger zou worden, wanneer hij voortging met produceeren. En dat in een tijd, waarin juist van de zijde der werkgevers om niets zoozeer geroepen werd dan om verhooging van de pro ductie ! Het zou stof tot vroolijkheid kunnen geven, wanneer het niet zoo diep treurig was. Over-productie in den eigenlijken zin van het woord is er natuurlijk niet ; er is en wordt niet meer geproduceerd, dan noociig is voor de behoeften van het menschdom, maar meer dan op het oogenblik door de consumenten kan worden gekocht ; de verminderde koop kracht voora! van de landen, die het meest onder den oorlog hebben gele den of waar nog oorlog wordt gevoerd, is wel als de voornaamste oorzaak te Olive Schreiner Ji'iigdput'li'cl Daarmee heb ik zoo kort mogelijk de stem ming weergegeven waarin wij than^ zulk een boek als The Story o t'a n Afrika n l'arm in handen nenun. Laat on/e gedachten volgzaam meegaan daarheen waar Olive Schreiner, de schrijfster, ons brengt. Hel is een kleine, geheel aparte wereld: een een/.ame hoeve, bij ?tri!isv>gclkampcn in de huurt van een kopje op de groote l\on'oo-\ lakle van Zuid-Alrika. Men vindt er liet Boercngczin, stijf in zijn vaoroordeelen en zijn gewoonten, met zijn aanliang van vreemde elementen, lingelsche, Duitsclu', Zweedscln', en van Kal'iers en llollenlotteii, ook de dieren Jellen mee. Daar wordt het noodige getyranms-jerd, bedrogen overigens gaat het zijn gewonen mt niet \erdci'. Wij laten liet - voorbijgaan. iv.:.t loopt uer^etls beschouwen van den stilstand in het bedrijfsleven. Daarnaast gelden, voor bepaalde landen, nog andere oorzaken ; maar niet op de oorzaken van de tegenwoordige crisis wil ik hier de aandacht vestigen, alleen op de gevolgen ervan, de zekere en de vermoedelijke. Het eerste gevolg is natuurlijk : werkloosheid op groote schaal. Het was in den laatsten tijd in sommige kringen van weigestelden zoo'n beetje mode ge worden om de arbeiders te benijden ; daartoe zal in de volgende maanden nog minder reden bestaan, dan reeds het geval was ; ook bij het beste stelsel van verzekering tegen werkloosheid zullen zeer vele arbeiders voorloopig in slechter conditie geraken dan waarin zij vroeger verkeerden. Dit onmiddellijke gevolg van de cri sis zou al erg genoeg zijn. Maar ik vrees, dat het daarbij niet zal blijven. Prijsverlaging en werkloosheid zullen de loonen gaan drukken. Zoodra de gelegenheid om hunne producten aan den man te brengen weer wat ruimer wordt, zullen de fabrikanten trachten werklieden in dienst te nemen tegen verlaagde loonen ; juist de verhooging van loon toch, die de arbeiders in de laatste jaren hebben verkregen, wordt als een van de redenen genoemd,waarom sommige industrieën geen koopers meer vinden voor hare producten ; en de verlaging der prijzen biedt een redelijken grond voor de vermindering van het loon. Ook is het niet uitgesloten, dat van ondernemerszijde een poging zal worden gedaan om de wettelijke beperking van den arbeidstijd opgeheven te krijgen, zoodra de uitoefening van het bedrijf weer groote winst oplevert. Maar de arbeidersorganisaties zullen zich noch de acht-uren-wet noch den hongeren loonstandaard willen laten ontnemen. Ook als de prijsverlaging geen tijdelijk verschijnsel bleek te zijn, maar het zich liet aanzien, dat de prijzen van levensbenoodigdheden aanmerkelijk lager zullen blijven dan die, waarop de hoogere loonstandaard gebaseerd was, zullen zij die hoogere loonen willen blijven behouden. Want eerst dan zullen die loonen het maat schappelijk peil der arbeiders kunnen verheffen, wanneer zij daarvoor meer kunnen koopen clan het geval was op het oogenblik, toen zij de loonsverhooging verkregen als vergoeding voor cle meerdere kosten van levensonderhoud. Zoo kon de economische crisis, waar mede 1921 aanvangt, wel eens een lijdperk inluiden van verscherpten socialen strijd. Een strijd tusschen partijen, wier be langen wel is waar een gemeenschappelijken grondslag hebben, maar door wie het verschil tusschen beider eigenbelang scherper pleegt te worden opgemerkt Wanneer het maanlicht er niet was! De maan geeft zware schaduwen en baadt in een mystiek licht het effen alledaagsche: zij geeft, zou men zeggen, tijd en gelegenheid aan de ziel om zich te bevrijden. Te bevrijden! Waarvan? Ja, die liiniinelige herdersjongen, snijdend en beeldend aan een stuk hout, met een instinctieve kunsteiiaarsgaaf om wat hem inwendig beweegt, buiten zien te zier. en buiten zich te zetten, waarom zou hij niet daar op de Afrikaansche vlakte zijn nood\ra;!g richten aan het leven, waarom zou hij niet hebben te slniden met machten die hem komen belegeren in de eenzaamheid? Gegroeid onder den druk van den cate chismus en van het rechtzinnig z.ondegevoel, moet hij zich weren om zijn gcmoeclsvrede te kunnen veroveren ; liii doorloopt de verS'/hillende wegen van den godsdienst, hij be leeft zijn exaltaiie en zijn depressie om dan nederig dienst te doen in ze!fopvoedin;>. /onder illussie over het doel dat voor hem valt te bereiken. Hij wil waarheid, hij wil «eten. hij. de onharmonische telg der wilde vlakte, zoekt de ronding van zijn persoonlijkheid en stoot /ie!' telkens. . . . l let is alsof Olive Schreiner in hem. Waldo, een van i!ie linksclie \oorsch< sprookjes figuren hccti proteeren te scr.ilderen, die om der wilie van hun eenvoud en echtheid vooruitkonii'ii in de wereld en konings/onen worden, maar deze herder en diena'ir heeft alleen d-- pijn van zijn bewustzijn en de angel stekend in hè! hart van zi;n diepe. diepe eenzaamheid. Zijn bestemming is er niet. Wan', de prinses vin i;e;. verhaal :>eemt hom niet aan. Er is namelijk op de Kaapsche hoeve een prinsesje. Het iirMiuuht ikeft haar liet' en speelt met haar. Al; kind opgenomen in het Hoerengezin. houdt zij zich afgezonderd. Haar roeping is te heerschen. zij wil heersclien en weten. Haar geluk is haar vrijheid. H;,e dient ieder haar! Maar zi>. als zij aan haar lust naar wijs heid liee"; voldaan er- is teruggekeerd in den kring der hoeve, streeft naar een ruimer liaan. DE AMSTERDAMMER" J WISSELWEDSTRIJDEN (Zie ook de Damrubriek op pag. 13.) Voor de derde maal zal De Amster dammer", in samenwerking met den Redacteur der Damrubriek, een Nationalen-Wedstrijd uitschrijven voor problemisten, waaraan tegelijkertijd ver bonden wordt een wedstrijd voor oplossers. Alle Nederlandsche damspelers kun nen hieraan deelnemen. De Amsterdammer" stelde hiervoor een kunstvoorwerp beschikbaar. Dit wordt als wisselprijs beschikbaar gesteld en zal door denzelfden problemist twee achtereenvolgende malen of in het geheel driemaal gewonnen moeten worden. Het eerste jaar werd de heer P. J. Eype te Haarlem bekroond. Het tweede jaar de heer H. van Heerwaarden te Coksdorp. De jury bestaat dit jaar uit de heeren C. H. Broekkamp te Utrecht, A. D. Querido te Amsterdam en K. C. de Jonge, Redacteur der Damrubriek. De inzendingen moeten geschieden vór of op i Maart u»2i, op diagram met den stand in cijfers en de oplossing, onder een motto", terwijl de naam van den inzender in gesloten envelop met hetzelfde motto'' moet bijgevoegd worden aan het adres van den heer K. C. de Jonge, van Woustraat n-2l\ Amsterdam. Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij naar de in dit nummer op blz. 13. voorkomende damrubriek. ' """' iiiimiilllllll l m iiiiiiiiniiii mm dan het belang, dat aan haar beiden gemeen is. En een strijd, die toch eerst dan volstreden zal zijn, wanneer men heeft leeren inzien en naar dit inzicht heeft leeren handelen dat men zijn waar achtig eigenbelang het beste dient, door dit ondergeschikt te maken aan het belang der gemeenschap. Maai' evenmin als de volkeren bij de regeling hunner onderlinge betrekkingen zich reeds van deze waarheid doordron gen tor/en, evenmin doen dit de groe pen van individuen, die bij elk volk den belangenstrijd voeren. En zelfs de grootste optimist zal niet verwachten, dat de gemeenschapsidee zoowel in de samenleving der volkeren als in die van elk volk afzonderlijk reeds spoedig tot heerschappij zal komen. Want, zooals Quack ergens opmerkt, die gemeenschapsidee beteekent ten slotte niets anders dan : heb uw naasten lief als u zelven. En hoever heeft de meiischheid het gebracht in de toe passing van die woorden gedurende de negentien eeuwen, die verliepen sinds zij werden uitgesproken ! K t: R N K A M P Zij doet haar bekentenis, wanneer zii spreekt over liefde. Liefde kent zij onder verschillende beelden. Zij komt uit het hoofd, raakt dan eerst liet hart en blijft standvastig, zij weeft meer, veel meer dan zij vraagt. Dat is geen prinsessen-hartstocht. Er is een andere liefde, die wijsheid ver smaadt, ZIJG t als liet zoete van het leven en bitter als de bitterheid van den dood, zij duurt een dag, een uur; maar een leven weegt op tegen dien dag, dat uur. De derde liefde is de gr- ote liefde die alles in zich sluit: pressie, vriendschap, vereering. Zij ontdooit de ijskorst van de wereld, zij brengt vreugde aan de schepping, zij is de overwinning. Waar vindt zij haar doe!? Ach, het arme prinsesje, niet de oogen open, ijlt toe op den hartstocht: de levenskoorts grijpt haar aan, het vcnkie ontvlamt en een beetje asch blijft over. Haar oogen, haar vrije oogen. heeft zij willen hehouden, als /ij verslagen is; zij ziet hen aan in den spiegel, zij herkent ze. maar zij sluiten zich, zij gaat heen. En \ an al liet streven.... niets! Niets dan de grootc leederheid van den man die haar diende, die haar stervend terug voert naar de hoeve. Waido wacht haar daar. De d' od neemt hem op. Het leven gaat voort Kn van al dien drang komt of groeit niets. Daar in dim uithoek hebben menschen geiracht hun leven volledig uit te leven; zij zijn eenzaam naast elkander gegaan, hoe zij ook vereenigd schenen. De toon van Olive Schreiner's boek is op \erdricf gestemd. En wat is er geschied met de groote droomon en de hartever'angens van deze laatste tijden? V.'amicer ik aan het slot van het verhaal der Afrikaansche hoeve de won dermooie bladzijden herlees over het ster vende anonyme prinsesje, dan moet ik denken aan het gevoel, dat heeft ingegeven het brengen naar zijn rustplaats van den ,,onbe kenden soldaai'". Ook hier is verzoening en in/iclu en hoop. \V. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl