Historisch Archief 1877-1940
?YT
>
. 8271
Zaterdag l Januari
. 19&1
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN K A MP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel plus 10 cent dispositiekosten
BERICHT
Tot ons leedwezen wordt mr. Orobio
de Gastro door drukke bezigheden
verhinderd langer deel uit te maken
van onze redactie. Wij betuigen hem
onzen hartelijken dank voor alles, wat
hij tot den bloei van dit weekblad
heeft bijgedragen.
In zijn plaats zal met l Januari
1921 in de redactie zitting nemen
dr. G. Nolst Trenitéte Haarlem.
REDACTIE EN UITGEVERS VAN
DE AMSTERDAMMER"
INHOUD : Economische Crisis, door Prof.
Dr. G. W. Kernkamp Tijdgenooten:
Olive Schreiner, door Dr. W. G.C. Byvanck
2. Oudejaarsavond, teekening van Jordaan
De Arbeidswet 1919, door G. de Clercq.
Een kritische opmerking naar aanleiding
van het verslag der grondwetscommissie,
door Mr. Hans Hillesum Krekelzang, door
J. H. Speenhoff 3. Kapitaal en Volksin
komen, door Mr. E. C. van Dorp Het
Roode Lampje, door Dr. Fr. v. Eeden 5. Voor
Vrouwen : Het nieuwe jaar; Een
leerlingenuitvoering ; Prijsvraag naaldwerk, door Elis
M. Rogge Di Moorlag, door A. E. Z.
Nieuwjaar, door A. Klein?v. d. Ley
Vrouwenbelangen, door G. S. Groot Uit
de natuur : Sneeuwheide, door Jac. P. Thijsse
7. De nieuwe Sluis te IJmuiden, door
C. Wolterbeek Stadslinde, door J. A.
Rispens Dram. Kroniek, door Top Naeff
9. Karl Legien Sylvester, door A. K. Bosch.
Marionetten-theater,door Frank Luns; Nieuw
jaar, teekening van George van Raemdonck
Boekbespreking door Prof. Dr. H. Brugmans
10. De Zeven Geluksgoden van Japan, door
W. H. de Roos Financiën en Economie,
door J. D. Santilhano 12. Ruize-Rijmen,
Charivaria, door Charivarius Uit het klad
schrift van Jantje Muziek in de Hoofdstad,
door H. J. den Hertog Een avontuur in
het verre Westen, door Dr. C. Serrurier
13. De Gysbreght-vertooning op Nieuwjaars
dag gehandhaafd, teekening van Joh.
Braakensiek Damrubriek, red. K- C. de
JongeFeuilleton : Een steek, door Hessel Visser.
Bijvoegsel : Bij de jaarswisseling, teekening
van Joh. Braakensiek.
MmlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIÜIIIIMIIIIIHIIIIII'IIIIIIMIIIIIIIIIIIIII1*!
ECONOMISCHE CRISIS }
Heeft u niets vergeten?" laat Braa
kensiek op de plaat het komende jaar
vragen aan het scheidende.
Neen, vergeten heeft 1920 eigenlijk
niets ; hij weet drommels goed, dat hij
een heeleboel laat liggen ; schoonschip
heeft hij niet gemaakt ; voor zijn op
volger valt er nog heel wat te redderen,
en het zijn, zooals van zelf spreekt,
niet de makkelijkste karweitjes, die
hij onafgedaan achterlaat.
Maar zijn uur heeft geslagen. Hij
maakt plaats voor 1921 : die moge op
zijne beurt den j.aarkring doorloopen
en het werk verrichten, dat zijne hand
te doen vindt.
Gemakkelijk zal die taak niet zijn.
De horoskoop, dien men voor het nieuw
geboren jaar mag trekken, belooft hem
geen zonnige jeugd. Tot de erfenis, die
hij van zijn voorganger moet overnemen,
behoort ook de economische crisis.
Zij was lang verwacht en vaak voor
speld. Maar wij waren skeptisch ge
worden op het punt van aanwijzingen
omtrent de toekomst, die door eco
nomisten werden gegeven. Reeds zoo
dikwijls hadden zij gefaald in hunne
gissing naar den waarschijnlijken loop
der maatschappelijke dingen ; tegen
over de voorspelling van een geweldige
crisis stond immers ook de opvatting,
dat, na het einde van den oorlog, de
industrie een grooten opbloei tegemoet
zou gaan ; men mocht zich dus nog
altijd vleien met de hoop, dat de crisis
zou uitblijven.
Al laat de omvang van de verwoes
tingen, die erdoor zullen worden aange
richt, zich nog niet berekenen, aange
broken is de crisis; daaraan valt nu
niet meer te twijfelen.
De eerste verschijnselen van het
ziekteproces hebben voor velen niets
verontrustends gehad ; naar prijsver
laging had men immers reeds lang uit
gezien.
Vooral zij hadden daarnaar gehaakt,
die in de jaren van toenemende duurte
in de onmogelijkheid hadden verkeerd,de
hoogere uitgaven op anderen af te wen
telen; allen dus,wier inkomen jaarwedde
of loon niet gestegen was in evenredig
heid aan de vermeerdering der prijzen
van de waren en diensten, die zij voor
het onderhoud van hun gezin behoefden,
alle ambtenaren in de eerste plaats, die
wel geen honger hadden behoeven te
lijden, maar die hadden moeten bezui
nigen op de uitgaven voor kieeding en
ontspanning, bij wie de aanvulling van
de linnenkast of de vernieuwing van
andere huiselijke benoodigdheden steeds
maar uitgesteld was tot betere dagen.
Die betere dagen schenen nu te
zullen komen. De prijsverlaging is
eindelijk begonnen en zal nog wel verder
doorgaan. Wie ervan profiteeren, wor
den niet gekweld door de zorg, dat aan
anderen schaadt, wat hun ten goede
komt; daarvoor hebben zij te lang het
gevoel gehad, dat tal van leveranciers
woekerwinsten namen ; of de fabrikan
ten zich daaraan nu meer schuldig
maakten dan de winkeliers, konden zij
in het midden laten ; door wiens toe
doen dan ook, zij meenden veel hooger
prijzen te moeten betalen dan gerecht
vaardigd werd door de meerdere be
drijfskosten van fabrikant of winkelier.
Maar wat voor velen een reden tot
verheuging is, baart aan anderen zorg,
en niet alleen aan hen, die tegen de
magere jaren gewapend zijn, omdat zij
in de vette hun slag hebben geslagen.
Het verschijnsel van de prijsver
laging was maar een voorlooper van
de ernstige crisis, die thans is
aangebroTj/DGÉNGÓf EN!
OLIVE SCHREINER
Die Olive Schreiner. schrijfster van het
Verhaal een er Afrikaansche hoeve
(The Story of a n Af r i ca n farm) die
voor enkele weken in het verre land de rust
heeft gevonden voor goed kon men haar
nog tot onze tijdgenooten rekenen? 't Is
al bijna veertig jaar geleden, dat haar boek.
haar stem. aandacht vroeg en op eenmaal
verkreeg. Een heel geslacht is sindsdien
voorbijgegaan.
Ik weet niet of het veel zal geven, dat
verledene weder op te halen. ,M;j dunkt, ik
hoor, zelfs op dezen grooten afstand van
jaren, nog iets van een klacht, opsti:gcnd uit
het boek, de klacht van een
menschenziel, wier streven te loor ging, als water dat
zijn weg zoekt in de woestijn. En een noot
klinkt door in het verhaal, de noot van
volstrekte eenzaamheid en verlatenheid. Maar
waartoe zulke indrukken, eenmaal
weggeborgeh, weder op te graven! Er blijft allicht
een duffe I'icht aan hangen.
Wonder! Het is wel een echte
menschenstem geweest, en z-'j heeft haar reinheid be
waard. Niemand zal in The Story een
klassiek verhaal zien, het zijn saamgeregen
fragmenten zonder veel uiteriijken samen
hang, maar zij hebben een eigen qualiteit
van persoonlijk leven en zij stellen aan het
leven een eigen persoonlijke vraag...,
Wat is de bedoeling van deze reeks van
tijdgenooten"?
Zij willen iets meer zijn dar, een menagerie
van curieuse schepselen, getemd op de rez-de
chaussée van een pagina; het idee mn hen
te schetsen is voortgekomen uit de behoefte
den tijd en de menschen van den tijd scherper
en beter in hun onderlinge verhouding te
kennen.
En dat mee te deelen, zoo het mogelijk was !
Mee te deelen met het gevoel van den
tijd.
Want de tijd, dat zijn niet alleen enkele
gebeurtenissen en enkele menschen met hun
handelingen en avonturen, maar dat is ook
de atmosfeer van vreugde en licht of van
somberheid waarin de gebeurtenissen zich
bewegen, maar dat is ook de stemming van
de menschen die toon en klank geeft aan
hun handeling.
De vraag is en het doel moet zijn den
weerklank op te vangen van die
geestesbeweging.
Men kan dat bereiken door het samenlezen
van een getal gepaste en sonore adjectieven.
.Maar ik geef er de voorkeur aan de menschen
in hun actie en gevoel zelf te doen spreken.
Te veel verf verlang ik niet tusschen mij en
het leven.
Zie nu :
Wanneer men denkt aan de wereld van
dit afgeloopen jaar, dan zal men meenen een
chaos voor zich te hebben. Wat is er een
oneindig groote inspanning geweest om uit
de orde die in 1014 bedreigd was geworden,
een nieuwe orde te scheppen ! Maar inderdaad
na jaren van krachtverbruik hebben wij in
deze heengegane periode alleen het aantal
puinhoopen zien vermeerderen. Mogelijk,
zonder dat wij het nog goed bemerken, begon
er een groei; maar tegen onzen directen indruk
kunnen wij ons niet verzetten, en die is: van
een onmetelijke verspilling zonder resr.ltaat.
Men is den grooten oorlog toch te genioet
gegaan met een soort van enthousiasme, men
zou het kunnen noemen : met een
scheppingsdrang alsof men hand in hand met (joel het
nieuwe zou stichten....
Maar de hand is losgelaten.
Hoe meer men cle doellooze opoffering vrn
tallooze krachten heeft waargenomen en in
zijn ziel heeft ondervonden, hoe meer men
ook aan den millioencnstnmni van
ongep.oemden en onbekenden is gaan denken die
de krijgshandeüng heef; moeten voeden. De
heroen die het werk niet konden bekronen
zijn op den achtergrond getreden, de
anonymus die zijn deel van het werk heeft
verricht is vooruitgeschoven. 11 .November
1020 is de vieringsdag geweest van den
poilu, van den onbekenden gevallen strijder.
ken in nijverheid, handel en scheepvaart
en dus ook op de beurs. Dag in, dag
uit berichten de couranten, dat fabrie
ken geheel of ten deele tot stilstaan
worden gebracht en dat een groot aan
tal werklieden wordt ontslagen ;
slapte in de industrie" is een rubriek
geworden, die eiken dag langer wordt.
En deze malaise in het bedrijfsleven
vertoont zich niet alleen in Nederland ;
ook over tal van andere landen strekt
zij zich uit.
Zoo wordt dus vrij algemeen de pro
ductie beperkt in een tijd, die aan niets
meer behoefte heeft dan aan een zoo
hoog mogelijk opgevoerde productie !
Waarover ook de economisten van
meening verschild hebben en het
afgeloopen jaar heeft ons, ook in Ne
derland, getuige doen zijn van veel
strijd tusschen hen, niet altijd gevoerd
met fleuretten, waar een dop op stond
hierin waren zij eendrachtig, dat het
beste geneesmiddel voor de zieke maat
schappij was : verhooging van de pro
ductie.
De invoering van de acht-uren-wet
werd betreurd, ook door hen, die in
normale tijden tegen zulk een verkor
ting van den arbeidsdag geen bezwaar
zouden hebben ingebracht, omdat zij
meenden, dat thans, nu de wereld voor
het probleem stond om te herstellen
wat de oorlog had vernietigd en aan te
vullen het tekort, dat hij in de productie
van andere dan
oorlogsbenoodigdheden had gelaten, cle omstandigheden
niet veroorloofden de productie te be
perken.
Over het gemis aan arbeidslust bij
tal van werknemers werd geklaagd,
omdat juist thans elk arbeider zijn
gemeenschapsgezin behoorde te toonen
door de volle maat van zijn werk
kracht te geven.
Maar nu wordt de productie, die door
arbeidsonlust en acht-uren-wet reeds
verminderd is, beperkt door den werk
gever zelf. Omdat hij geen kans ziet winst
te behalen bij voortzetting van het bedrijf
op den ouden voet; omdat er reeds
overproductie is en die
over-productie nog erger zou worden, wanneer hij
voortging met produceeren. En dat
in een tijd, waarin juist van de zijde der
werkgevers om niets zoozeer geroepen
werd dan om verhooging van de pro
ductie ! Het zou stof tot vroolijkheid
kunnen geven, wanneer het niet zoo diep
treurig was.
Over-productie in den eigenlijken zin
van het woord is er natuurlijk niet ;
er is en wordt niet meer geproduceerd,
dan noociig is voor de behoeften van het
menschdom, maar meer dan op het
oogenblik door de consumenten kan
worden gekocht ; de verminderde koop
kracht voora! van de landen, die het
meest onder den oorlog hebben gele
den of waar nog oorlog wordt gevoerd,
is wel als de voornaamste oorzaak te
Olive Schreiner
Ji'iigdput'li'cl
Daarmee heb ik zoo kort mogelijk de stem
ming weergegeven waarin wij than^ zulk een
boek als The Story o t'a n Afrika n l'arm
in handen nenun.
Laat on/e gedachten volgzaam meegaan
daarheen waar Olive Schreiner, de schrijfster,
ons brengt. Hel is een kleine, geheel aparte
wereld: een een/.ame hoeve, bij
?tri!isv>gclkampcn in de huurt van een kopje op de
groote l\on'oo-\ lakle van Zuid-Alrika. Men
vindt er liet Boercngczin, stijf in zijn
vaoroordeelen en zijn gewoonten, met zijn
aanliang van vreemde elementen, lingelsche,
Duitsclu', Zweedscln', en van Kal'iers en
llollenlotteii, ook de dieren Jellen mee. Daar
wordt het noodige getyranms-jerd, bedrogen
overigens gaat het zijn gewonen
mt niet \erdci'. Wij laten liet
- voorbijgaan. iv.:.t loopt uer^etls
beschouwen van den stilstand in het
bedrijfsleven.
Daarnaast gelden, voor bepaalde
landen, nog andere oorzaken ; maar niet
op de oorzaken van de tegenwoordige
crisis wil ik hier de aandacht vestigen,
alleen op de gevolgen ervan, de zekere
en de vermoedelijke.
Het eerste gevolg is natuurlijk :
werkloosheid op groote schaal. Het was
in den laatsten tijd in sommige kringen
van weigestelden zoo'n beetje mode ge
worden om de arbeiders te benijden ;
daartoe zal in de volgende maanden
nog minder reden bestaan, dan reeds
het geval was ; ook bij het beste stelsel
van verzekering tegen werkloosheid
zullen zeer vele arbeiders voorloopig
in slechter conditie geraken dan
waarin zij vroeger verkeerden.
Dit onmiddellijke gevolg van de cri
sis zou al erg genoeg zijn. Maar ik vrees,
dat het daarbij niet zal blijven.
Prijsverlaging en werkloosheid zullen
de loonen gaan drukken. Zoodra de
gelegenheid om hunne producten aan
den man te brengen weer wat ruimer
wordt, zullen de fabrikanten trachten
werklieden in dienst te nemen tegen
verlaagde loonen ; juist de verhooging
van loon toch, die de arbeiders in de
laatste jaren hebben verkregen, wordt
als een van de redenen genoemd,waarom
sommige industrieën geen koopers meer
vinden voor hare producten ; en de
verlaging der prijzen biedt een
redelijken grond voor de vermindering van
het loon. Ook is het niet uitgesloten,
dat van ondernemerszijde een poging
zal worden gedaan om de wettelijke
beperking van den arbeidstijd opgeheven
te krijgen, zoodra de uitoefening van
het bedrijf weer groote winst oplevert.
Maar de arbeidersorganisaties zullen
zich noch de acht-uren-wet noch den
hongeren loonstandaard willen laten
ontnemen. Ook als de prijsverlaging
geen tijdelijk verschijnsel bleek te
zijn, maar het zich liet aanzien, dat
de prijzen van levensbenoodigdheden
aanmerkelijk lager zullen blijven dan
die, waarop de hoogere loonstandaard
gebaseerd was, zullen zij die hoogere
loonen willen blijven behouden. Want
eerst dan zullen die loonen het maat
schappelijk peil der arbeiders kunnen
verheffen, wanneer zij daarvoor meer
kunnen koopen clan het geval was op
het oogenblik, toen zij de
loonsverhooging verkregen als vergoeding voor cle
meerdere kosten van levensonderhoud.
Zoo kon de economische crisis, waar
mede 1921 aanvangt, wel eens een
lijdperk inluiden van verscherpten socialen
strijd.
Een strijd tusschen partijen, wier be
langen wel is waar een
gemeenschappelijken grondslag hebben, maar door wie
het verschil tusschen beider eigenbelang
scherper pleegt te worden opgemerkt
Wanneer het maanlicht er niet was! De
maan geeft zware schaduwen en baadt in
een mystiek licht het effen alledaagsche: zij
geeft, zou men zeggen, tijd en gelegenheid
aan de ziel om zich te bevrijden.
Te bevrijden! Waarvan?
Ja, die liiniinelige herdersjongen, snijdend
en beeldend aan een stuk hout, met een
instinctieve kunsteiiaarsgaaf om wat hem
inwendig beweegt, buiten zien te zier. en
buiten zich te zetten, waarom zou hij
niet daar op de Afrikaansche vlakte zijn
nood\ra;!g richten aan het leven, waarom
zou hij niet hebben te slniden met machten
die hem komen belegeren in de eenzaamheid?
Gegroeid onder den druk van den cate
chismus en van het rechtzinnig z.ondegevoel,
moet hij zich weren om zijn gcmoeclsvrede
te kunnen veroveren ; liii doorloopt de
verS'/hillende wegen van den godsdienst, hij be
leeft zijn exaltaiie en zijn depressie om dan
nederig dienst te doen in ze!fopvoedin;>.
/onder illussie over het doel dat voor hem
valt te bereiken.
Hij wil waarheid, hij wil «eten. hij. de
onharmonische telg der wilde vlakte, zoekt
de ronding van zijn persoonlijkheid en stoot
/ie!' telkens. . . .
l let is alsof Olive Schreiner in hem. Waldo,
een van i!ie linksclie \oorsch< sprookjes
figuren hccti proteeren te scr.ilderen, die om
der wilie van hun eenvoud en echtheid
vooruitkonii'ii in de wereld en konings/onen
worden, maar deze herder en diena'ir heeft
alleen d-- pijn van zijn bewustzijn en de
angel stekend in hè! hart van zi;n diepe.
diepe eenzaamheid. Zijn bestemming is er niet.
Wan', de prinses vin i;e;. verhaal :>eemt
hom niet aan.
Er is namelijk op de Kaapsche hoeve een
prinsesje. Het iirMiuuht ikeft haar liet' en
speelt met haar. Al; kind opgenomen in het
Hoerengezin. houdt zij zich afgezonderd.
Haar roeping is te heerschen. zij wil
heersclien en weten. Haar geluk is haar vrijheid.
H;,e dient ieder haar!
Maar zi>. als zij aan haar lust naar wijs
heid liee"; voldaan er- is teruggekeerd in den
kring der hoeve, streeft naar een ruimer liaan.
DE AMSTERDAMMER" J
WISSELWEDSTRIJDEN
(Zie ook de Damrubriek op pag. 13.)
Voor de derde maal zal De Amster
dammer", in samenwerking met den
Redacteur der Damrubriek, een
Nationalen-Wedstrijd uitschrijven voor
problemisten, waaraan tegelijkertijd ver
bonden wordt een wedstrijd voor
oplossers.
Alle Nederlandsche damspelers kun
nen hieraan deelnemen.
De Amsterdammer" stelde hiervoor
een kunstvoorwerp beschikbaar. Dit
wordt als wisselprijs beschikbaar gesteld
en zal door denzelfden problemist twee
achtereenvolgende malen of in het
geheel driemaal gewonnen moeten
worden.
Het eerste jaar werd de heer P. J.
Eype te Haarlem bekroond. Het tweede
jaar de heer H. van Heerwaarden te
Coksdorp.
De jury bestaat dit jaar uit de
heeren C. H. Broekkamp te Utrecht,
A. D. Querido te Amsterdam en K. C.
de Jonge, Redacteur der Damrubriek.
De inzendingen moeten geschieden
vór of op i Maart u»2i, op diagram
met den stand in cijfers en de oplossing,
onder een motto", terwijl de naam
van den inzender in gesloten envelop
met hetzelfde motto'' moet bijgevoegd
worden aan het adres van den heer
K. C. de Jonge, van Woustraat n-2l\
Amsterdam.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen
wij naar de in dit nummer op blz. 13.
voorkomende damrubriek.
' """' iiiimiilllllll l m iiiiiiiiniiii mm
dan het belang, dat aan haar beiden
gemeen is.
En een strijd, die toch eerst dan
volstreden zal zijn, wanneer men heeft
leeren inzien en naar dit inzicht heeft
leeren handelen dat men zijn waar
achtig eigenbelang het beste dient,
door dit ondergeschikt te maken aan
het belang der gemeenschap.
Maai' evenmin als de volkeren bij de
regeling hunner onderlinge betrekkingen
zich reeds van deze waarheid doordron
gen tor/en, evenmin doen dit de groe
pen van individuen, die bij elk volk
den belangenstrijd voeren.
En zelfs de grootste optimist zal niet
verwachten, dat de gemeenschapsidee
zoowel in de samenleving der volkeren
als in die van elk volk afzonderlijk reeds
spoedig tot heerschappij zal komen.
Want, zooals Quack ergens opmerkt,
die gemeenschapsidee beteekent ten
slotte niets anders dan : heb uw naasten
lief als u zelven. En hoever heeft de
meiischheid het gebracht in de toe
passing van die woorden gedurende de
negentien eeuwen, die verliepen sinds
zij werden uitgesproken !
K t: R N K A M P
Zij doet haar bekentenis, wanneer zii spreekt
over liefde.
Liefde kent zij onder verschillende beelden.
Zij komt uit het hoofd, raakt dan eerst liet
hart en blijft standvastig, zij weeft meer,
veel meer dan zij vraagt. Dat is geen
prinsessen-hartstocht.
Er is een andere liefde, die wijsheid ver
smaadt, ZIJG t als liet zoete van het leven en
bitter als de bitterheid van den dood, zij
duurt een dag, een uur; maar een leven
weegt op tegen dien dag, dat uur.
De derde liefde is de gr- ote liefde die
alles in zich sluit: pressie, vriendschap,
vereering. Zij ontdooit de ijskorst van de wereld,
zij brengt vreugde aan de schepping, zij is
de overwinning. Waar vindt zij haar doe!?
Ach, het arme prinsesje, niet de oogen
open, ijlt toe op den hartstocht: de
levenskoorts grijpt haar aan, het vcnkie ontvlamt
en een beetje asch blijft over. Haar oogen,
haar vrije oogen. heeft zij willen hehouden,
als /ij verslagen is; zij ziet hen aan in den
spiegel, zij herkent ze. maar zij sluiten zich,
zij gaat heen. En \ an al liet streven....
niets!
Niets dan de grootc leederheid van den
man die haar diende, die haar stervend terug
voert naar de hoeve. Waido wacht haar
daar. De d' od neemt hem op. Het leven
gaat voort
Kn van al dien drang komt of groeit niets.
Daar in dim uithoek hebben menschen
geiracht hun leven volledig uit te leven; zij
zijn eenzaam naast elkander gegaan, hoe zij
ook vereenigd schenen.
De toon van Olive Schreiner's boek is op
\erdricf gestemd.
En wat is er geschied met de groote
droomon en de hartever'angens van deze
laatste tijden? V.'amicer ik aan het slot van
het verhaal der Afrikaansche hoeve de won
dermooie bladzijden herlees over het ster
vende anonyme prinsesje, dan moet ik denken
aan het gevoel, dat heeft ingegeven het
brengen naar zijn rustplaats van den ,,onbe
kenden soldaai'". Ook hier is verzoening en
in/iclu en hoop.
\V. G. C. BYVANCK