Historisch Archief 1877-1940
l Jan. '21. No. 2271
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
DE GYSBREGHT-VERTOONING OP NIEUWJAARSDAG GEHANDHAAFD
Teekening voor De Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
Wij zullen niet langer den Gysbreght u p
Nieuwjaarsavond geven." Willem l! o y aards. (Uit een interview
van Barbarossa met Willem Royaards.)
Gysbreght: Men zal me van het Y zoo lichtelijk niet dwingen.'
EEN STEEK
door HESSEL VISSER
Dominévan der Vos, de nieuwe predikant
-van Blinkerswaard, werd des Maandags,
?den dag na zijn intree-rede in de
boerendorpsgemeente, door den postbode verrast met een
briefje van den volgenden inhoud :
Den Wel. Eerw. Heer Ds. J. H. C. van der
Vos, predikant.
Hooggeachte Heer! Zooals U waarschijn
lijk zult vernomen hebben, bestaan hier te
Blinkerswaard zeer bizondere kerkelijke
toestanden. De gemeente was voor uw komst
lang vacant en de laatste predikant die hier
stond was modern. De menschen hier waren
niet van hem gediend. Sedert ben ik het ge
weest, die, op verlangen van verschillende ge
meenteleden, als voorganger de gemeente
heb gewezen : den weg die naar de godzalig
heid leidt. Wij hielden onze samenkomsten
aanvankelijk in de schuur van den heer P.
Bot. Later werd die te klein en kregen we een
grootere schuur, die nu ook weer te klein is,
voornamelijk duur het groote aantal menschen
van de omliggende dorpen. Uwe tegenwoordige
kerkeraad wilde, zonderling genoeg, het kerk
gebouw voor onze godsdienstoefeningen niet
afstaan, omdat, naar hij motiveerde, de
voorganger geen gestudeerd geestelijke was en
nam ook geen deel aan deze inderdaad zegen
rijke samenkomsten, evenmin als aan de
overige, chantabele, werkzaamheden als
armverzorging en ziekenbezoek. Nochtans heb ik,
toen bekend werd dat n het beroep naar deze
gemeente hadt aangenomen aan mijn getrou
wen voorgesteld, om hiermee thans op te
liouden. De menschen hebben evenwel een
parig zulk een sterken drang op mij uitge
oefend om in geen geval mij terug te trekken,
maar met dat zegenrijke werk voort te gaan,
dat ik geen vrijmoedigheid gevoel mijn ambt,
waartoe ik mij van Godswege geroepen acht,
en waaraan ik mij geheel belangeloos wijd,
neer te leggen.
Ik heb de eer u hiermede bij deze in kennis
te stellen,
Hoogachtend
Uw Ed's dw.
Harmen Klapwijk
Blinkerswaard, April 1W8.
De predikant las den brief nog eens over..
en uog eens.... en nog eens....
Dit was alzoo de eerste kennismaking, het
eerste contact, niet den wijd en zijd in den
omtrek vermaarden theoloog-kleermaker, die
door zijn preeken heele scharen volk van heinde
en verre tot zich wist te trekken, die
proselieten maakte uit iedere confessie, uit iedere
sekte. Een dogmatische asceet, die in de week
op zijn snijderstafel de boerenkielen lapte en
's Zondags in een boerenschuur de godsdienst
oefening leidde.
De heer Van der Vos liep een poos in diep
gepeinzen zijn kamer op en neer. Toen zette
hij zich voor zijn schrijfbureua en schreef het
antwoord :
Den heer Harmen Klapwijk
tailleur, Blinkerswaard
Mijnheer. Dat mijn kerkeraad uw
unvoegzaam en onkerkelijk optreden niet be
gunstigde spreekt vanzelf. Maar ook al kon
uw optreden nog door den beugel zoolang er
geen predikant, of een moderne was, thans zou
uw volharden in uw anti-kerkelijk drijven de
jemeente in hooge mate schaden. Er is in het
protestantisme al pluriformiteit en verdeeld
heid genoeg. Wat uw roeping aanbelangt,
waarvan gij ten slotte gewag maakt, die wordt
m.i. bepaald door het spreekwoord van den
schoenmaker" en zijn ,,leest." Als God u tot
predikant had willen bestemmen, dan had Hij
stellig ook gezorgd dat de middelen ter oplei
ding tot uw beschikking waren geweest.
Ik behoor tot de orthodox-gereformeerde rich
ting. Er is dus geen enkele reden meer om op
dien zoogenaamden drang" uwer gemeente"
in te gaan. Ik verwacht dus dat gij uw
kerkjespelen staakt.
Achtend
Uw. d w.
J. H. C. Van der Vos.
Pastorie, Blinkers waard.
Toen Mina, de oude meid van Domin
Van der Vos, met dit briefje in de kleerma
kerij van Herman Klapwijk kwam, /at deze
over een grooten statenbijbel gebogen. Har
men Klapwijk was een groote, forsch gebouwde
kerel, met dik, donker kroeshaar en groote
zware baard, die hier en daar al begon te
grijzen, een paar fonkelende, zwarte oogen, en
iets resoluuts in heel zijn doen ; een man
van in de veertig.
De coinpelementen van den donienee !
zei Mina. Ik zal maar even wachten.
En zij wachtte en liet intnsschen haar groote
uitpuilende oogen vol afkeurende verba/ing
in 't rond gaan over het intérieur van de
kleermakerij.
De kleermakerij van l Jannen Klapwijk
had, wat het interieur aanging, veel overeen
komst met een uitdragerij. Behalve de
kleermakerstafel vond men er een reusachtig
schrijfbureau ; behalve de ten decle afgewerkte
boerenhuizen, strijkijzers, oude lappen en
klossen garen, waren er boeken in zeer groote
hoeveelheid. Boeken tegen de vier wanden,
boeken op de snijderstafel, boeken in ordelooze
pyramiden over den vloer uitgespreid in
vertnmwelijken omgang met het her-en derwaarts
verspreide kleermakersgerei. Maar wal vooral
haar belangstelling wekte en haar oogen als
van schrik deed uitpuilen, dat was wat daar
boven den schoorsteenmantel hing : een groot
verguld beeld van den verlosser aan het kruis.
- Ghö! Ghö! zuchtte de oude dienst
bode in volkomen verslagenheid.
-- Wat scheelt er aan ! O, dat beeld?
Een roomsen beeld, ghuü! !
-?Ja, juffrouw, dat is een erfstuk van een
tante van me, die roomsen was en die al haar
geld aan een klooster vermaakt had en mij,
haar eenigen bloedverwant, dit beeld heeft
nagelaten !
Ghö! En heb u 't aangenomen?
Ik heb het aangenomen ! 't Hangt daar
HMiMiumiiillH riiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
beter dan een spiegel, die een mensen zijne
ijdelheid maar in 't gevlei komt, vind-je ook
niet?
Maar Mina was van een andere meerling.
't Is afgoderij ! As dat de domme wist!
Ghö!
Je moogt het hem gerust vertellen, hoor !
Zuu hij dat zoo erg vinden?
Of hij dat erg zou vinden, onze domenée?
Laat hij 't in je huis niet zien, man, want hij
slaat het zókapot! 't Is geen moderne ! 't
Is een godzalige man ! Ik heb nou
vijf-entwintig jaar bij hem gediend, maar wil u wel
gelooven dat hij nog nooit van zijn leven een
gezang het laten zingen in de kerk !
Niet?
O, nee hoor ! Nee dat mot je niet denken,
hoor ! Nee, dat doet hij niet ! Niks dan de
psalmen van David ! Die benne echt, is 't
niet waar? Die hét David zelf gemaakt!
Dat andere is allemaal werk van unbekeerde
menschen, begrijp u wel, dat is....
Zij brak ineens haar zieligen woordenvloed
af en bleef, in plotse stilte, gansch ontredderd
en verbouwereerd van ontzetting staren naar..
Ja, wat was dat eigenlijk? Was het een
droom of werkelijkheid? Had ze 't wel goed
gezien? Die man, die daar was binnengekomen,
onhoorbaar, zonder kloppen, die slanke fi
guur, met die lange, zwarte kleeren aan, met
die kaalgeschoren kruin en het boekje
tusschen zijn vingers, was dat werkelijk
- - Ghó. . . . !
Als een openbaring viel het plotseling in
haar ziel ! Dat kruisbeeld boven den schouw,
die pastoor. . . .
En zij vluchtte, vluchtte weg uit het huis
van den verkaptcn Jeztiït, zij vluchtte als
een bezetene met opengespcrdcn mond en
uitgespalkte oogen, en het schrikkelijke
nieuws ais een brandende sensatie in haar
Voor wie hooge efschen
stelt aan kwaliteit, construc
tie en afwerking is de
FONGERS
het aangewezen rijwiel.
De uitstekende naam, die
het FONGERS-R1JWIEL
alom verworven heeft,
dankt het aan zijne goede
hoedanigheden.
D>Groningerliivi8linfiiiriilii,FQIGEIS
IIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIMII
Inhoud van de Jan.-Tijdschriften
Flevo (Maandblad gewijd aan de droog
making der Zuiderzee, nummer l, Ie jaar
gang) Aan onze Lezers. De waterschaps
ingenieur en de Aesthetica. Schaepman
en de Zuiderzeedroogmaking. De maand
berichten betreffende de Zuiderzeewerken.
C. W. Lely, Geschiedenis der plannen omtren
droogmaking der Zuiderzee, J., De
afdamming en de visscherijbelangen. D,
Brouwer, Enkhuizen en de Zuiderzeedroog
making. J. M. Leendertz, Wieringen.
F. W. Drijver, Het Kabeljauwsche Nest".
G. S. Vlieger, Wieringen rond. Mr. A.
Loosjes, Een halve eeuw geleden.
De Motorwereld: A. B. van Tienhoven,
Een waar Kerstverhaal, met ill. van Netty
Heyligers. Antiek en modern tourisme.
A. P. M. Mt,, Kennissen langs den weg,
Cyriel Buysse, Het zelfvertrouwen, met
teekeningen van Is. van Mens. Henri Meijer,
"ie I4e Salon de l'Automobile te Brussel.
rictie, Fantastische overpeinzingen. H.
W. de Voogt, Over motorjachten en motor
varen in Nederland. P. Kloppers, De
doodenrit, met teeken, van Oer. Huysser.
De Spijker non-stop rit. E. Meijer, Vliegen
zonder motor. Int. Sporttentoonstelling
te Amsterdam.
17e Jaargang 25 Dec. 1920
Redacteur: K. C. DE JONGE
Van Woustraat 112-, Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten
AUTEUR3OPLOSS ING PROBLEEM No.244
VAN DEN AUTEUR P. VISSER,
EMMEN-ERFSCHEIDINGSVEEN
Stand Zwart : 2, 7/10, 13, 16, 18, 19, 23/26.
Stand Wit: 22, 27, 28, 31/34, 40, 42, 44, 46,
49, 50.
Wit: 27-21. 22-17. 44-39, 49-43, 34:1,
Zwart: 16:47 A 26:37, 23:32, 47:29, 10-15,
1:20, 17-11!
15^24;
Deze oplossing faalt, daar de eindstand
remise is.
Nog enkele varianten zullen wij aangeven.
_JL_L, 31-27, 34:5.
16:29723:21,
27-21, 21-17, 17-11, 44-39, 34-1,
Ï8-477 26:377^3:32, 47-29, 16:77
1:42! en wint.
27-21, _21-17, 44-39, 34:1, 17-12,
18:29, 26:48, 23:32, 48:45745:7,
1:27! en wint.
AUTEURSOPLOSSING PROBLEEM No.245
VAN DENZELFDEN AUTEUR
Stand Zwart: 1.8. 9. 11.14.17.18.20/23.25.30
Stand Wit: 29.31.34.36/39.42. 13.45.47.49.50
Wit speelde hier 37-32 en zwart speelt 22-28.
Wit:_ 39-33, 49-44, 44:2, 2:4!
Zwart:
A
B
2:4!
28:28, A 30^39, 23:34,
A _»_»__ 36-31^0-44^4:2,
28:26, 26:28, 30:39, 23:34,
R _?__33:2, 2:4!
30-26,] 23:34,
I. WEISS TE AMSTERDAM.
De ex-Wereld-Kampioen heeft weder ge
toond nog een reus te zijn op het dambord.
Jammer is het dan ook dat onze tegen
woordige wereldkampioen H. Hoogland geen
gelegenheid heeft kunnen vinden een match
met I. Weiss te spelen. Is onze wereld
kampioen niet in conditie ? Volgens
mededeeling van 1. Weiss wordt hier in Holland
zeer sterk gespeeld. Een match tusschen
Hollandsche en Fransche damspelers zou
volgens Weiss zeker in het voordeel der
Hollanders uitvallen.
NATIONALE WEDSTRIJD
VOOR PROBLEMISTEN EN
OPLOSSERS
Voor de derde maal zal de wedstrijd om den
wisselprijs, uitgeloofd door DE AMSTER
DAMMER", uitgeschreven worden. Zooals
men zich zal herinneren, zal deae wisselprijs
door den zelfden problemist, TWEE ACHTER
EENVOLGENDE MALEN OF IN HET
GEHEEL DRIEMAAL GEWONNEN MOE
TEN WORDEN OM EIGENAAR DAARVAN
TE WORDEN. De naam van den bekroonden
problemist wordt in het voorwerp gegraveerd,
II Ullllllllllllllll
terwijl de bekroonde zorg draagt, dat het
voorwerp in onberispelijken staat het volgende
jaar een maand vór den aanvang van den vol
genden wedstrijd weder te onzer beschikking
gesteld wordt.
ledere inzending moet geschieden vór
of op l Maart 1921 aan het adres van den
redacteur der damrubriek, onder een motto"
terwijl de naam van den inzender in gesloten
envelop bijgevoegd moet worden en op die
envelop hetzelfde ,,motto" moet aangegeven
worden.
Wat na l Maart wordt ontvangen blijft
buiten mededinging.
Dezelfde auteur mag hoogstens twee pro
blemen inzenden,maar kan met n bekroond
worden.
Gevraagd wordt :
Een probleem met hoogstens twaalf schij
ven van iedere kleur en zonder dammen.
De stand moet natuurlijk en spelachtig zijn,
terwijl de overblijvende stand geen remise
mag bevatten. ledere schijf moet tot ontleding
van het vraagstuk medewerken. Blijkt het dat
aan het vraagstuk een naspel is verbonden
dan wordt dit toegestaan, mits de volledige
oplosssing wordt aangegeven, leder probleem
mag maar op n manier-oplosbaar zijn, bo
vendien mag er maar n inleidingszet zijn.
Alle inzendingen moeten op diagram ge
steld zijn met den stand in cijfers daaronder
en de oplossing.
De in te zenden problemen mogen niet reeds
elders gepubliceerd zijn. Lokzetten en
spelstudies blijven buiten mededinging.
Alle inzendingen blijven het eigendom van
den redacteur, en mogen zonder diens toe
stemming niet elders gepubliceerd worden.
Wordt de oplossing langs een weg verkregen
dan verhoogt dit de waarde van het vraagstuk.
Wij bedoelen hiermede dat de zetten die de
oplossing vormen niet verwisselbaar zijn.
Als Jury-leden treden op de Heeren C.H.
BROEKKAMP, Utrecht, A. D. QUERIDO, Am
sterdam en den REDACTEUR der damrubriek.
De navolgende punten zullen zij hebben te
beslissen :
1. Stand.
2. Oorspronkelijkheid.
3. Diepte der ontleding.
4. Een oplossing en de zetten die de
op, lossing vormen mogen niet verwisseld
worden.
5. Alle schijven moeten tot ontleding
medewerken.
6. Een inleidingszet.
7. De eindstand moet gewonnen zijn.
Voor de Oplossers
Aan dezen wedstrijd wordt tegelijkertijd
een oplossers-wedstrijd verbonden. De pro
blemen worden in volgorde der beoordeeling
geplaatst.
Oplossingen moeten binnen 14 dagen na
plaatsing der problemen in ons bezit zijn.
De namen der oplossingen worden in de
volgende rubriek geplaatst. Wanneer er twee
of meer oplossers met gelijk aantal punten
aankomen, dan beslist het lot. De Uitgevers
stellen beschikbaar twee prijzen, n.l. een
prachtwerk en een roman. Niet toegestaan
wordt dat twee of meer namen op een brief
kaart of brief voorkomen.
Op aanvrage worden gaarne de voorwaar
den van deelneming, zooals deze hierboven
afgedrukt zijn, toegezonden.
iiiiiiifffiiriiiliffiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiimiitiiiiiiiiiiitiiii
hunne huizen. . . .
Juist
#
Harmen Klapwijk keek haar glim
lachend na en de pastoor lachte ook.
U moet zeker boven we/en, bij Velders!
- -? Pardon, ik had u graag even willen spre
ken !
Toen viel zijn oog op den opengeslagen
statenhijbel.
- Ter tijdpassering wat aan 't lezen?
--?Excuus mijnheer, ik lees (iods Woord en
zooiets leest men niet ter tijdpasseering !
De geestelijke kuchte even.
Nu, in elk geval prijs ik uw eerbied voor
Gud !
Excuus mijnheer, u mógt mij daarvoor
niet prijzen ! Wat ik bezit dat heb ik van
mijzelve niet, maar van God !
- Je hebt alweer gelijk, maar ik ben hier
niet precies gekomen om te dispiiteeren over
theologische kwesties. Ik kuin u over iets an
ders spreken.
-- Ik luister, mijnheer !
-? Welnu, ik zal 't u maar in 't kort zeggen.
Ik heb opgemerkt dat er onder de menschen
die des Zondags en vooral 's Woensdags avonds
bij u in de ... .godsdienstoefening komen, ook
katholieken zijn, menschen van mijn parochie.
U begrijpt, dat mag niet ! Ze zijn katholiek en
voor katholieken.... is het verboden zulke
samenkomsten bij te wonen. Ik hoor, u be
zoekt die menschen en spreekt met hen in
Ik zou u vriendelijk willen verzoeken
dat na te laten !
Hebt u nog meer te verzoeken;?
- Ja, nog twee dingen !
- - 'ik luister !
Vooreerst verzoek ik u, Woensdagavond
aan het begin van uw bijeenkomst, de aan
wezige katholieken te wiflen verzoeken, het
lokaal te verlaten en er bij te voegen dat zij
anders aanstaanden Zondag hun Paschen niet
mogen vieren !
-'- Dat is sterk .'
Ik heb nog meer ! Ik wou u vragen :
dat preeken in een schuur vind-je dat niet
vervelend V
Vervelend?
-? Ja, ik bedoel : zou je 't niet veel aardiger
vinden als je een behoorlijk kerkgebouw had,
zooals je collega?
--- Hoe bedoelt u?
Nu, dat is toch duidelijk genoeg! Als
er nu eens menschen waren, die een splinter
nieuwe kerk voor je wilden laten bouwen, zou
je dat dan niet beter vinden, en stichtelijke!',
dan in zoo'n donkere, houten schuur te moe
ten vergaderen?
Harmen Klapwijk keek den bezoeker
benauwend-lang aan, met koele, doordringende
oogen, peilend zijn innerlijkste gedachten. Toen
antwoordde hij, luchtig :
-- Och nee! Nee, nee, daar hecht ik niet
aan ! U kent het gevleugelde woord : Toen
de kerken waren van hout, toen wareu de
Christenen van goud" en omgekeerd ! Nee,
als (jod wil dat ik zijn Woord in een steenen
gebouw verkondig, dan zal hij mij de middelen
wel schenken, om daarin te voorzien.
Precies ! En als er nu eens menschen zijn
die zulke middelen weten? Je zult toch zeker
ook wel erkennen dat God niet rechtstreeks
en persoonlijk, maar door middel van de
menschen werkt !
Excuus, mijnheer, ik heb u reeds gezegd :
Toen de kerken waren van hout, waren de
Christenen van goud !" Dat is een woord van
Luther en daar ben ik het volkomen mee eens !
Zoo heeft Luther dat gezegd? Wel zoo?
Ik zal je toch eens een boekje sturen over het
leven van Maarten Luther ! Een mooi werk,
van dokter Zwanemeyer, een protestant !
Heb-je dat wel eens gelezen?
-- Jawel, mijnheer, dat heb ik gelezen !
En hoe vind-je dat? Dat is mooi, hé?
Dat is heel mooi ! Maar hebt u wel eens
gelezen Maria Monk of de zwarte non"?
Door een Katholiek geschreven ! Dat is ook
mooi '
De pastoor glimlachte met wijde
mondspleet. Toen stond hij langzaam op en verliet
den asceet zonder verder een woord, zonder
groet. De deur viel met een smak achter hem
dicht.
Hij had kennis gemaakt met Harmen Klap
wijk !
Den volgenden dag bevatte de Blinker
swuardsclie B/ntc" een lang hoofdartikel, dat
tot motto droeg : ,,Harmen Klapwijk, een
verkapte Jczuït\" Daarin werd breedvoerig
betoogd, dat de asceet in opdracht var? Rome
intrigeerde. Dat sloeg in. Den volgenden
Zondag was zijn schuur maar dun bezet. Eu
toen hij het paaschlied voordroeg :
Wees gegroet gij eersteling der dagen,
Morgen der verrijzenis !
verontrustte dat wees gegroet" de aanwezige
protestanten, die eerst nog getwijfeld hadden
aan de historische juistheid van het
sensatioueele hoofdartikel.
Op dienzelfden Paaschmorgen meende
dominéVan der Vos, de anti-gezangenman,
in zijn mooie kerk de harten van zijn vele
toehoorders te moeten stichten met psalm
33 vers 9 :
Het brieschend paard moet eindelijk sneven '.'
't Is een steek ! zeiden de menschen, en
zij dachten aan Harmen Klapwijk.