Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WËEKBL'ADV VOOR NEDERLAND""
DE BOUW VAN DE NIEUWE
SLUIS TE IJMUIDEN
| (Gegprekken met een Ingenieur)
Welkom in IJmuiden! Het verheugt mij,
dat ge U door het jaargetijde niet hebt laten
afschrikken; in den winter doet IJm/uïden
wat onherbergzaam aan, nietwaar, en de
wind is koud aan zee.
U heeft uit den trein zeker wel al gezien,
dat het grondwerk voor de nieuwe sluis nu
"toch in vollen gang is? Eri heeft u gelet op
de vele zandsleepen in het Noordzeekanaal?
Ja, we hebben hier nu een heel zandbedrijf
in werking. Wekelijks wordt een 60 a 70.000
, M3, zand afgegraven en al dat zand wordt in
bakken langs het Noordzeekanaal naar Am
sterdam gevoerd. Daar wordt het gebruikt
voor de ophooging van Bouwterreinen! daar
heeft u wel van gehoord: Publieke Werken
moet met dat zand zorgen dat de
Woningdienst bouwrijp terrein krijgt.
Zullen we over de sluizen naar het werk
terrein wandelen? Daar kunt U thans grond
werk iri alle vormen bij elkaar zien. Naast
het vervoer in 't groot, met mechanische werk
tuigen, wordt ook nog in 't klein, gewoon met
de handschep, zand geladen. De groote
afzanderij van droog zand wordt uitgevoerd door
de Amsterdamsche Ballast Maatschappij,
maar verderop wordt ook ,,in den,natte" ge
werkt met een baggermolen' en een zuiger.
.Het is aardig eens een tijdje bij n der
excavateurs te kijken, de mooiste is wel deze
hier, een zoogenaamde diepbagger of L
becker, die reeds aan het graven is in n
der werkputten, welks bodem op 4 M. onder
N.A.P. komt te liggen (zie foto).
Waarvoo'r die werkput moet dienen? Ja,
dat is een heel verhaal. Misschien heeft u
van 't voorjaar in de courant gelezen, dat de
'Minister van Waterstaat in de Eerste Kamer
wat -heeft verteld over de bouwwijze van de
sluis? Nu, hij heeft dan toen gezegd, dat
afgezien was van het toepassen van
bronbemaling en dat de sluis gebouwd zou worden
zonder verlaging van den grondwaterstand,
dus in den natte", met behulp van cafssons
van gewapend beton, die drijvend naar hun
plaats zullen worden gebracht.
Ik zie het al, het woord bronbemaling"
zegt u niet veel. Het is een methode tot het
drooghouden van een fundeeringsput, een
methode, die in den laatsten tijd veel is toe
gepast, o.a. bij den bouw van de groote sluizen
te Emden en van het Kaiser-Withelmkanaa!
te Holtenau en Brunsbüttelkoog, maar ook
in.ons land, o.a. te Hansweert en bij vele
kleinere bouwwerken. Eigenlijk is het een
verbetering van de vroeger toegepaste open
bemaling. Hét open bématen van een bouwput
is het wegmalen van al het grondwater, dat
uit de ^wanden en den bodem naar den put
toestroomt. Echter wordt zoo'n put nooit
heelemaaLdroog, de bodem van zóo'n open bemalen
pu^ ji aitijd met riviertjes doorsneden, nat
en drassig. Bij een bronbemal.ing nu wordt
niet he.t tpéstroomende water weggemalen,
nadat.het in den bouwput is gestroomd,
maal- voordat het 'den bouwput bereikt.
Daartoe w'ord't rond den bouwput een krans
vaft bronbuizen geslagen, die tot 5 a 10 M.
diep in de taluds en den bodem van den
bouwput reiken. Deze bronbuizen worden
verbonden door een pijpleiding; een krach
tige pompinstallatie zuigt dan het naar den
put toestroomende water do^r de bronbuizen
en de pijpleidingen uit den'grond weg, zoodat
de taluds en de bodem van den put geheel
droog blijven.
Nu gaat dat natuurlijk niet zoo eenvoudig,
als ik het hier vertel. Voor den fundeerings
put te IJmuiden is een voorloopig plan voor
zoo'n bronbemalingsinstallatie gemaakt. Daar
bij werd verwacht, dat per seconde ongeveer
l M', water verwijderd zou moeten worden,
dat is zoowat anderhalf maal zooveel, als
het verbruik aan water van Amsterdam.
Verder zouden noodig zijn 10
electromotorpompen van 100 P.K-, ruim 300 bronbuizen
en ongeveer 10 K.M. buisleiding, waarvan
het meeste van 30 en 35 cM. diameter en 12
miilioen K-W.U. energie. Dat zijn getallen,
die tot nadenken stemmen. Maar het is ook
zówelte begrijpen, dat de wateraandrang,
naar dien tot 22 M. onder N.A.P: reikendert
put in den waterdoorlatenden zandgrond,
reusachtig moet zijn. Wel is net bovenzand
nogal fijn van korrel, maar de lagere grond
lagen bevatten veel vrij-grof schelpzand,
dat een massa water geeft. Misschien heeft
u .indertijd tijdens den bouw van de bestaan
de groote sluis te IJmuiden, wel eens-iets
gehoord over de toen in den fundeeringsput
ontstane wellen; het beteugelen daarvan
heeft heel wat moeite gekost.
U dacht, dat de nabijheid van het bestaande
kanaal ook erg bezwarend zou zijn? Dat valt
wel mee, de daaraan verbonden moeilijkheden
zijn in elk geval te overwinnen. Trouwens, de
questie is niet, dat men bang is, dat de droog
legging van dien diepen put niet zou sla
gen. De bezwaren zijn, dat die drooglegging
heel duur zal zijn, in aanleg en in exploitatie,
dus in kolenverbruik; en verder dat de om
geving door die wateronttrekking op zoo groote
schaal ernstige schade zal lijden. Tot op
groote afstanden zal de grondwaterstand
aanmerkelijk verlaagd worden. In Hansweert
werden ten gevolge van de bronbemaling alle
pompen in het dorp drooggelegd, hoewel
tusschen den bemalen sluisput en het dorp
het oude kanaal lag; in Holtenau bij het
Kaiser Wilhelmkanaal werd de verlaging van
den grondwaterstand tot 7 K.M. afstand van
den bouwput waargenomen. En dan moet u
denken, dat die bemaling'eenigéjaren-achter
een zal duren. Dan zult u begrijpen, dat
niet alleen de tuinbouwers van Beverwijk,
maar bok fabrieken en waterleidingen uit
de omgeving wel een beetje beangst waren
voor die dreigende bronbemaling en men in
de gemeente Velsen al begon te requestreeren.
Of die angst overdreven was? Niemand kan
met zekerheid voorspellen, welke afmetin
gen de verdroging van den bodem ten
gevolge van die groote wateronttrekking op
n punt zal aannemen. Dat kan mee en
-tegenvallen. Maar kent u niet de streek van
Velsen en Beverwijk al uit den tijd van vór
den aanleg van het Noordzeekanaal? Als uw
.vader die streek nu nog eens terug zag, dan
zou hij getroffen zijn door de verdroging die
het voormalige watervliet" toch al heeft
ondergaan!
En dan was er nog een vrees in verband met
de bronbemaling; het zoute water! Het
duinwater is een kapitaal; een kapitaal aari drink
water, waarmee wij een beetje zuinig moeten
zijn. Onder het duinwater zit het zoute water.
Dat zou door al te krachtig pompen wel eens
naar boven kunnen worden 'getrokken en
dan...., ik herinner u maar aan alles, wat
daarover te doen is geweest bij de Amster
damsche waterleiding.
Om al die bezwaren te ontgaan zal dus
dé'bouwput niet met behulp van bronbe
maling worden drooggelegd, maar is thans
het plan een andere wijze van iündeering te
volgen, n, die oer-Hollandsclvis!
De sluis bestaat uit sluis'hoofden en
kolkmüren, hoewel terloops moet worden opge
merkt, dat van een kolk eigenlijk geen sprake
zal zijn, daar de breedte van 50 M. tusschen
de hoofden ook tusschen de schutkolknluren
blijft aangehouden.
Het plan is nu te bouwen: 2 groote
sluisHuize l.
PaviljoenVonilelpafUel.Zyid4l9öenIo95
Restaurant a la carte
Lunch, Afternoon-tea, Diners en Soupers
Dagelijks muziek door het Huls-orkest
iiiiiniiniiiiiiiiiiii
hoofdcaissons en een aantal kleinere muur
caissons. Die caissons zullen zijn van gewapend .
beton en zullen worden gebouwd in werk
putten, welker bodem'op-4 M. onder N.A.P.
ligt. Wanneer zoo'n caisson tot 8 a 9 M. hoog
is opgebouwd, laat -men 'den werkput, die .
tijdens den bouw van ,de caisson droog was :
gehouden, vol water oopen en de caisson
kan dan uit den werkput drijvend worden
vervoerd naar een volgenden, dieperen, werk
put. Daar wordt de caisson dan, terwijl 'ze
drijft, verder opgebouwd. Het schema van
die werkwijze ziet u hier geschetst (figuur-2).
Terwijl de caissons in de werkputten worden
opgebouwd, kan de sluisput in den natte"
met zuigers en baggermolens op de vereischte
diepte van 21 M. onder N.A.P. worden ge
bracht. De bodem moet dan heel nauwkeurig
glad worden afgebaggerd. Als dat gedaan 'is,
worden de geheel afgebouwde caissons naar
den sluisput gedreven en door het inlaten
van waterballast 'tot zinken gebracht.De
cais'sons zijn als 't ware te vergelijken'met schepen, ~
ze hebben wanden, maar zijn van binnen leeg;"
De af metingen'van desluishoofdcaissonszul'-*
len heel groot worden. Zoo zal b.v. de dikte
van den sluisvloer 6 M. bedragen en zal men
in de caissons door den daar nog-hol zijnden
vloer kunnen wandelen, en dat zal niet nauw
zijn: de gang waardoor u in de."caissons van
den eeiïen sluismuur door deii sluisbodem haai
den anderen sluismuur zult kunnen oopen, zal
5 M. hoog zijn, U loopt dan op 20,5 M. onder
N.A.P.! De caissons zijn eigenlijk schepen van
gewapend beton u weet, dat tijdens den
oorlog heel wat schepen van dat 'materiaal
zijn gebouwd.
Als de caissons op hun plaats staan worden
ze volgestort met vulbéton; doordat ze 'in
afgescheiden compartimenten zijn verdeeld
en deze compartimenten n voor n kunnen
worden leeggcmaleh, kan al 'het vulbéton in
den droge" worden aangebracht. Voor het
plaatsen van het beton zal 'liet gebruik van
kabelkrauen noodig zijn, dat is het vervoeren
van de beton -langs kabels, :gespanhen tus
schen twee torens, door de lucht. tMf"
De methode van het gebruiken, van drij
vende caissons is het eerst te Rotterdam bij
Gemeentewerken toegepast voor. het bouwen
van kaaiinuren. Het is een groot succes ge
weest'en thans wordt.deze bouwwijze op,vele
plaatsen^ in het .buitenland nagevolgd. Voor
sluizen s ze echter nog niet toegepast, in
Amerika echter wel voor het bouwen 'van?
droogdokken, en een droogdok en een sluis
zijn zeer op elkaar gelijkende .bouwwerken. .
Als u er mér '-van zoii'dt willen 'weren,
en niet van:'dez'e .bó'uwriiéthbde alleen,'"maar
van het Heele shfisp'ro-ject '-'ons
Besprek
excavateur aan het werk.
was te kort om u'te vertellen van de roldeuren
die 'ztillert worden 'toegepast, van het-voor
nemen to't drooglegging der sluishp.ofden
en zooveel meer dan verwijs'ik 11 naar het
geen daarover'is meegedeeld in het Koninklijk
Instituut van Ingenieurs *).
?Als het "wat imeevalt, kan in den zomer of
in 't eind van het volgend jaar met den bouw
der caissons worden begonnen. Tenminste "als
de -over niet te langen tijd te houden
prijsinschrijving een gunstig resultaat heeft. ,Er'
zijn altijd nog'ingenieurs, die'bezwaren blijven
opperen tegen het plan met de .drijvende 'cais
sons, die -in bronbemaling minder bezwaren
'zi'eu 'en ook meenen, dat de bouwwijze m.et
behulp van bronbemaling niet duurder be
hoeft-te'zijn. Zij meenen, dat met een nieuw
soort'Duitsche pompen de .inrichting van de
geheele installatie voor bronbemaling veel
vereenvoudigd kan worden en 'dat de bezwa
ren van de verdroging der omgeving kunnen
'wórden opgeheven, door het betonwerk zeer
snel uit te voeren, zoodat de bronbemaling
slechts korten tijd in werking behoeft te zijn.
Het-is zeker een heel interessant
ingenieurs-probleem, waarover het laatste woord nog
wel niet gesproken zal zijn. Het is echter te
hopen, dat daardoor geen -vertraging meer
za'l ontstaan in den voortgang van het werk,
dat, zooals u weet, als zeer'urgent beschouwd
*) Eenigéhoofdpunten van het ontwerp der
nieuwe sluis-"en "havenwerken 'te IJmuiden.
Voordracht, gehouden in de vergade-ring
vande Afdeeliug vqor -Bouw- en Waterbouwkunde
Van 20 Mei 1920, doorjhr. C.'E. .W. .van
Pïnhuys.5iïeze"voordrachtiis? opgenomen in
''''.
moet worden. De voorbereidende werkzaam
heden -en ook de 'onteigening hebben al lang
genoeg geduurd.
.Maar voorioopig kan men ten minste voort
met het grondwerk, dat -"thans flink wordt
aangepakt.
Kijk, hier zijn we aan de Velser-spoorbrug,
dan kunt u zoo achter langs de-Papierfabriek
naar de Velserpont'komen. Wel .bedankt
vooruw belangstelling! '
C. W-o i' T E-R B E-E K
miiiiiiiimiil
iiiitiimtiiiittttmliiiiiiiiiiiit
BOUWPU T.
~ -J- \~Jf~ eiSOr oj»5_
DROG.L WE.RKPUT
MATTE- WERKPUT
I SLUISHOOFDSOOELM l|t
AAMBOU w.
SCHEMATISCHE VOORSTE
LI r-IG. VAM DE. WER* WYZE
VOOR H E. T MAKEM EM AAI-< DE.H
?IIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIII1IH
DÜSSELDORFER SCHAUSPIELHAUS:
Gespenster. Die Sluizen der Gesellschafl.
De beide Ibsen-voorstellingen, ons weder
als vór den oorlog Op initiatief van den
Amsterdamschen Kunstkring door het be
vriend gezelschap van Louise Dumont en
Gustave Lindemann gebracht, waren mij een
officiëele teleurstelling en een particuliere
voldoening. Het was, na deze lange
afwezig. heid, als een ontmoeting waarbij men zich
onwillekeurig afvraagt: zijn zij nu zoo ver
anderd, of wij ? En het antwoord bleek
doorslaand : wij zijn het, onze eigen
toaneel?kunst nam in die jaren een vlucht, die haar
tot minstens de gelijke, zoo niet de meerdere
maakt van deze, nochtans zeer verdienste
kunst uit een groot land, dat ons op toon
lgebied jarenlang ver vooruit is geweest. Wat
thans uit het buitenland komt heeft den
*?-. toets te doorstaan. Ik bedoel hier niet "te
? i, Vergelijken datgene wat de uitzonderlijke
?\ ' persoonlijkheid nu en dan, bij ons en bij
anderen, op het tooneel schept. Eén werk,
waarover Reinjiardt's adem is gegaan, staat
op zichzelf en de model-voorstelling van
r Gespenster" ons eenmaal door het
Heineensemble geschonken, blijft verheven boven
het' vlottend repertoire, ik neem het ge
middelde, de degelijke, verantwoorde, door
het spel boeiende doorsnee Duitsche
tooneelkunst, die ons den ernst deed beseffen
van een bij ons te licht geschat vak, van
IIIMIJIIItmiMIIIIIIIIIIIIIMIIHHIIIIIIIIII
iHTEHBUU UDLMEI
| Den Haag ?:? Koijpspark 22
SPECIALITEIT:
Verhuizingen onder Garant/o
Birgp/aatsen voor Inbosde/s
""" M illiiiiiilimiiimi umi , iiiniiiiii iiiiin, iiiiiiiifiiuiiui n
een in zijn wezen onbegrepen kunst. Bij alle
voordeelen, die het vooruitstrevend
tooneelland: Weenen, Berlijn, en omstreken bood:
opleidingsscholen, wei-gesitueerde provincie
theaters, voegde zich de traditie, en het
leek mij een niet geringe voorsprong voor
den Duitschen tooneelkunstenaar, dat hij,
geroepen voor een werk van het wereld
repertoire, zich op de hoogte kon stellen
van hetgeen anderen in deze of dergelijke
rollen alreeds hadden .ontdekt, gelegd, en
bereikt, terwijl een Hollandsen kunstenaar
in hetzelfde geval van meet af aan moest
zoeken, uit voor een ieder nog schemerige
opgaven blindelings grijpen, om tot een
eerste conceptie te geraken. Al werd ook in
ons land van enkele meer universeele
toonceldichters wel eens een stuk opgevoerd, wij
kunnen toch niet zeggen dat hiermede iets
vast kwam te staan voor den jongeren regis
seur of speler, noch dat er van vele dezer
vertooningen een herinnering bleef, levend en.
sterk genoeg om er bij een eventueele
wederopvoering op tékunnen voortbouwen.
Deze achterstand is thans ingehaald niet
alleen, de langzame evolutie, die ons tooneel
doormaakte, blijkt voor den tijd dien wij
beleven een -voorrecht. De gedachte heeft
mij niet losgelaten, twee avonden achtereen
in den stadsschouwburg, waar toch respec
tabele uitheemsche kunst werd vertoond:
hoe jong, hoe gezond, hoe ontvankelijk is
ons eigen tooneel nog, thans nu men daar
ginds ongeveer aan het einde zijner illusies
gekomen is en moet kiezen tusschen het
,.exces..en het chabloon. Onze tooneelkunst,
ze heeft het expressiön'isme,"dat 'déversleten
draden ophaalt, nog heelemaal niet noodig,
ze behoeft slechts zichzelve te zijn om' ons
telkens weer te verrassen ? door haar
geleidelijken, natuurlijken bloei. En waar we
wel eens ongeduldig werden, daar is het
een vreugde op grond van een recent voor
beeld te mpgen vaststellen, dat de buren
van ons tooneel niet minder zouden kun
nen profiteeren dan wij van het hunne,
dat, hoezeer wij hun bezoek waardeeren,
men toch vooral niet moet meenen,
dat in het stadium waarin onze tooneelkunst
thans verkeert, andere landen ons het werk
der groote schrijvers zouden brengen in een
staat, supérieur aan dien waarin ook een
Nederlandsen gezelschap het ongetwijfeld
geven kan.
De -opvoering van Gespenster" door de
OP^C-ORLVEM
IIIIIIIMIIIIIIIIIflIIIIIMIlllllllllll IIIIIIHilllllllltllll
Düsseldorfers was als een boeiende les in
rollenontleding, geleefd heeft het ijzig drama
voor mij geen ooge-nblik. We zagen de zin
nen waarop het aankwam de gansche
rekensom als met krijt op het bord ge
schreven, en de gebarentaal werd als het
ware gespatieerd. Waar stemming, beklem
ming, dreigde, zooals b.v.- in lïet groote
tooneel' tusschen Frau Alving -en dominee
Mandei's In ' l, dat voor mij het eigenlijke
'stuk is,: meer dan de noodlotstragedie die er
op volgt, daar schreef de regie voor: opstaan,
omloopen en aan een ander tafeltje gaan
zitten, en -weg vloden de spoken. Het was
of alle 'Ibsen-traditie in deze vertooning tot
zoo bindende conventie was verstard, dat het
leven onder dien last geen uitweg meer vond.
Wat Louise Dumont in de hoofdrol gaf toonde
op bijna wreede wijze het verschil tusschen
reprodubeeren en scheppen op het tooneel.
Als reproductie was haar werk van een zoo
heldere, weloverwogen logica, dat we ons wel
zullen wachten met haar over een opvatting
te redetwisten. Waar mij de vrij
gevochten vrouw" in deze rol altijd meer
belang inboezemt dan de verslagen moeder",
kan ik de hare trouwens in veel opzichten
'onderschrijven. Haar nog nmaal
uitlaaiendévrouwelijke opstandigheid ging mij
alleen te' ver, zooals bij deze voorstelling
feitelijk.- in alle dingen het doel voorbijge
schoten werd, zij miste, na twintig met ijzeren
wij getemde jaren, de betrekkelijke bezonken
heid, diéaan den révolteerenden hartstocht
de diepte' en den glans'verleent vafl oud
metaal. ;In het laatste, het uitsluitend moeder
lijk deel' der rol bleef zij de gefolterde aristo
crate, buiten de atmosfeer van het door .
smart verinnigd moederschap.
Minder schoolsch, doch daartegenover ook
minder marquant was de Oswald van Gustave
Lindemann, een jonge rol;-die mij niet'te
onstuimig, te ongeéqtiilibreerd genoeg" ge
speeld kan worden. Het monument van arge
loosheid: dominee Manders, vond in Eugen
Kümm een vertolker, die in het begin
'verrastte door uiterlijke autoriteit, daar waar de
meeste spelers in deze rol terstond aanwerken
op de uitspraak van Frau Alving: ,,du bist
ein Kind, Manders" en bijgevolg tegenover
deze vrouw ook geen schijn van portuur op
houden. Doch ook dit onafgestemd spel schoot
geen wortelen het karakter verliep in charge.
Van Tischler Engstrand maakte Eugen
Keiler wér' wat men-zoo noemt, een-kaap .
Stads-l inde
Ik vond hem in den engen tuin,
'De zon ging-onder;'
H;iar laatste glansen droeg -?ijn 'kruit!:
Hij was een wonder.
Rondom hem illuster mtirengrauw
En grauwe daken ;
Zijn .luister tegen 't .-av.pn'dblauw
Daar stil te blaken.
Zijn blaadren in de lentezon,
Des winds gespelen,
Dansten van dat-de dag begon
Tot 't avondgelen.
Ik'zag hem alle "dagen aan
Van lente en zomer:
Zijn takken werden zwaarbclaaii,
. En: loomer, doómer ... r
.Nu -heeft de 'Herfst;hem :schoonst getooid,
?« .Hem,-den .eenzame,
Nu houdt hij in de lucht ontplooid
Zijn gouden vane.
Maar 's avonds, als een schemersfeer
Komt de aarde omzwijgen,
Wil zijn verstilde kroon haar
teerSte, schoonheid krijgen.
Hij; is 'doorhlankt van hemelsch licht,
'Hij staat;.tézingen!
Hij maakte ons hunkren tot gedicht,
Die machtloos gingen.
, ,.?, O., zooveel moeiten dezer aard,
; Onuitgesproken-,-; -,
Zijn door zij.ii:.hart in 't licht geblaart
.Tot vreugde; ontloken.
Hij draagt boven '.dit smartenlaiid
Zijn lach enMüister,
Hij, schoonheidstroost en afgezant
.Tot ons in'.'t'.duister.
J. A. RISPENS
1 "'»"' <""">i"i">>iiiiiiiiiiiii<iiiiiiiiiiii»iiiiliiiliiiiliiiiiiiiliiiilliHiiiniiiiiiiiiiiiiiii,lii,,,,,,,,,llin,,,,llll]I,nnlllnnllnillH,lllllllll|llllllll ,?, ,
ÏÏI SLUlSHOOFp G.LM LE.L OP6.Ë.BOUWQ
cabinet-stukje, meer een curiositeit dan.'een
mensen, "en Renée Stobrawa. als Regine was
weder de deerne, enkel de bastaardtelg van
den losbolligen- heer Alving, zonder ons te
doen beseffen dat zij tevens is: de jonge
vrouwelijke generatie in het tijdperk harer
bewustwording, -het schier misdadig .uiterste
der ontwaakte nieuwe-vrouw.
In de eerste plaats Frau Dumont, die om
de figuur van Lona Hessel terstond atmosfeer
wist te zetten, maar ook het, in het alge
meen vlakke spel der overige leden van het
gezelschap bleek in het sterke speelstuk Die
Stützen der esellschaft" in gunstiger conditie
te zijn. In den jongen, heerlijk eenzijdigen
Ibsen .was ...toen, hij .dit' schreef 'nog zooveel
spontaniteit, dat gén crinoline haar. dood
drukt. De opzet dezer vertooning herinnerde
aan Reinhardt'skostelijke grap met Kotzebue's:
Die Deutsche Klein-Sta'dter,"-;- we vergaten
voor n oogenblik meester Ibsen en schikten
ons in de parodie op het achterland zijner jeugd.
Doch lang vermocht deze Kaffeeklatsch zijn
schim niet te bannen, wij lieten de
menschelijke requisieten voor wat ze waren en luister
den ons ondanks naar de altoos manende
stem van den strengen' geest, die de geest
van een heerscher was. Nooit verliest Ibsen
zijn gezag. Ook wanneer een werk, gelijk dit,
het afleggen moet tegen de minder dogma-'
tische 'stellingen .van een . anderen
tijd 'dan den zijne, dan nog blijft
zijn persoonlijke opvatting gedurende de uren*
der vertooning souvefein. Het eenzijdigste,
maar tevens het sterkste gelijk is aan zijn
zijde en niemand kan verhelen dat ons een
zekere verlichting overvalt wanneer"weder*
een heldhaftig slachtoffer aan het einde van
het stuk uit den kerker van zijn levensleugen
wordt verlost. Al,erkennen wij er onmiddellijk
'nederig bij dat/'de wreede waarheid a
'outrance, die naast den schuldige ook ge
meenlijk den onschuldige treft, in vele ge
vallen n»g "verwerpelijker . is dan de-barm
hartige leugen, waaronder slechts de schuldige
gebukt gaat. Doch natuurlijk heeft Ibsen het
in dit stuk vol onbezonken. overtuiging, dat
een zwakke voorlooper is van het machtig
Rosmershohn", wel zóingericht dat de
bekentenis" van Consul Bernick de man,
die zijn zwager vijftien jaar in discrediet liet
leven voor een kleinen misstap door hemzelf
begaan voor alle partijen een triomf en
een-.bevred-iging-kan zijnwEn:het.'opmerkelijke
was 'dat allengs de monteering naar de mode
van den tijd,. waarin- het stuk geschreven
werd, na den eersten, roekeloozen opzet, aan
den geest van het werk niet alleen geen
schade meer deed, maar dat 'de begrippen
ons daardoor eer verjongd dan verouderd
voorkwamen, zooals een doorleefd;gelaat onder
eerlijk grijs haar > aitijd jeugdiger zal lijken
datr onder een blpnde pruik. In zoover kreeg
de ' regie, die overigens ook voor dit stuk
gezinsleven op. de planken weinig stemming
had weten te scheppen, gelijk, en was het
aardig experiment.
In de frissche rol van Lona Hessel was
Frau Dumont in haar element. Geen
sentimentaliteiten!, We behoefden ons maar voor
te stellenlioeeen onverdraaglijkezedepreekster
Lona geworden zou zijn indien een actrice
met meer pretentie en minder temperament,
ja zelfs met een gevoeliger talent dan dat
van L-ouise Dumont, de rol vertolkt had,
om den ? rauwen humor te waardeeren
waarmee zij de figuur vierkant" op haar
beenen zette. Ook in dit werk, in de groote rol
van Consul Bernick, den Noorschen Isidore
Lechat, bleek het talent van Eugen Kümm
te innerlijk zwak. Beter voldeed Kurt
Eggers?Kestner in de dankbare rol van
den opofferenden zwager Johann. En iets
liefs, een werkelijke < kleine j schepping, die
boven de vertooning uitrees, maakte Helene
Robert .van ?. een bijrol, Martha Bernick,
eenunuurbloempje.^
' ?' T O P " N A E F F
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIflIlllillllUIIIIIIIIIIIII
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
DEK HAAG,
VARHOND
JPADOX
riOUTBOUW,
lUNTOOR' fBEpCBK MONOOIKlAANeö]
LtVECT DE/VEPLANCD IN ZEER KORTEN
TUD ALLE HOUTCON/TRUCTIEX
Au/LANDHUIZEN
SCHOOLGEBOUWEN
JACHTHUIZEN
ZIEKENHUIZEN
INLICHTINGEN OPAANVPAAC