Historisch Archief 1877-1940
8 Jan. '21. No. 2272
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Weenen, zegt men, is sedert eeuwen de
verste burcht van het Westen in het Oosten,
te Weenen houdt het Westen op. Ons,
WestEuropeanen, schijnt het eerder of Weenen de
verste burcht van het Oostenis in hetWesten,
Te Weenen begint liet Oosten.
Gestrengheid van regelen op 't papier,
gestrengheid tegen overtredingen" op 't
papier. Een welig tierende bureaucratie, niet
bij machte en ook waarschijnlijk niet van zins,
orde te scheppen in een chaos, zelfs niet in
een chaos van eigen administratie. Wij hoor
den het den eersten dag reeds : ,,mit einein
Wiener fertig werden, das hat die Welt noch
nie geseh'n." En wij zouden het spoedig onder
vinden. Daar is bijvoorbeeld de
Brotkommission, een machtig lichaam, want brood en
meel worden nog steeds gerantsoeneerd :
een bruin brood met ruim 30% maismeel per
mensen per week, en wat meel. Om deze zege
ningen deelachtig te worden, vult men in :
n geel en drie blauwe formulieren, zegge
vier stuks. Die worden dan met de paspoorten
naar de Brotkornmission gebracht, die ook uw
Aufenthaltsbewilligung van de politie moet
zien. Hoewel nu onze formulieren alle precies
en overeenkomstig het paspoort zijn ingevuld,
is de Brotkommission niet tevreden. Want wij
hebben bij de vraag : Godsdienst, ais antwoord
ingevuld : Protestant. Dat is niet voldoende
voor het broodje dat wij hebben willen, 't
Moet namelijk zijn : Augsburgsch- of
Helvetisch-protestant. Wel krijgen beide categorieën
hetzelfde broodje, maar zóals protestant
zonder-meer krijgt men niets. Onze gastvrouw
trachtte tevergeefs te arguinenteeren : ja,
maar dat bestaat in Holland niet. Antwoord
van de Brotkommission : ja, maar dat be
staat in Oostenrijk wél, en we zijn hier in
Oostenrijk. Dus het eenc gele en de drie blauwe
formulieren en de twee paspoorten moeten
weer mee naar huis. Wij hebben er toen maar
n van de twee bijvoegingen opgezet (niet
wetende wat die inhield) om der wille van het
broodje. Den volgenden dag diensturen
zijn beperkt, vooral van Brot- en andere
commissies gaat de gastvrouw er maar weer
op af. Nu zou het dan goed zijn. Maar het
eene gele en de drie blauwe formulieren en de
paspoorten komen weer terug. Wij moeten er
nu in persoon mee naar het Rathaus : een
afstand van drie kwartier heen, drie kwartier
terug, met de tram. Vele trappen op. |a, u
moet bij de Brotkommission wezen, niet'hier.
Wij begonnen er nu langzamerhand genoeg
van te krijgen, en verklaarden eenigszins om
standig en nadrukkelijk dat wij daar alleen
wér heen zouden stappen indien men ons
zwart op wit een order meegaf, zoodat die
wispelturige Brotkommission dan te gehoor
zamen had. Dat hielp althans zooveel, dat
wij voor een Herr Direktor gevoerd werden,
en daar weer opnieuw de heele geschiedenis
moesten verhalen, waaraan we de verklaring
toevoegden, nu genoeg heen en weer gestuurd
te zijn. Hollander-zijn bleek toen den doorslag
te geven, en eindelijk kregen wij de order aan
de Kommission dan mede. Daarmede den
volgenden dag weer naar dit machtig lichaam.
Zou men daar gedacht hebben, dat vreem
delingen het in Weenen best vier dagen zon
der brood kunnen stellen?
Het kiezen van een vervoermiddel is een
moeilijk geval. In de binnenstad, op den
Ring", daar zijn auto's, rijtuigen, tram?.
In de buitenstad is een tram de eenige mogelijk
heid. Auto's en rijtuigen hebben er geen stand
plaatsen, zijn er althans niet. Ze zijn ook in
zooverre Oostersch, dat de minder scherpe
omlijning van begrippen, die naar men zegt
voor het Oosten karakteristiek is, zich ook
tot hun vrachtprijzen uitstrekt. Die varieeren
zér, met dien verstande dat ze altijd aanmer
kelijk hooger zijn dan men gedacht had.
Dit is nu iets, dat al van vór den oorlog
dateert. Een Weener waarschuwde ons: als
een Fiaker" van den vrachtprijs zegt Na
Ener Gnaden, wir werden ja keinen Richter
nit brauchen," dan wordt het tijd. er eerst een
rechter bij te halen. Ook is 't niet altijd zeker,
dat de afgesproken prijs aan het einde van
een rit nog dezelfde is als die bij het begin.
Stel u daarom den Weener Fiaker niet voor
als een Cerberus. Meestal is hij zelf ook Oos
tersch genoeg om tevens uiterst nederig, toch
joviaal, vriendelijk en behulpzaam te zijn.
In de slecht verlichte buitenwijken zoekt hij
's avonds laat ijverig meoe naar huisnummers,
die dan niet te lezen, zelfs niet te vinden zijn,
en neemt daarbij zijn rijtuiglamp in de hand
mede, waarbij hij een onuitputtelijke lank
moedigheid toont. Zelfs als clan ten slotte
blijkt dat in een verkeerde straat gezocht
is en wij dus elders weer van voren af aan
EERSTE ZANG
Het eerste ge'uid op Nieuwjaarsmorgeii
was de roep van de heggemiisch, niet het
gewone lokgeluid, maar een kreet, nog al
lang gerekt, die iets dringends en bevelends
heeft. Je voelt heel duidelijk, dat daar iets
bijzonders aan vast zit, iets nieuws. En heden
morgen 2 Januari, nu de thermometer voor
het eerst op 10" C. staat, is het vogeltje nog
drukker dan gister en volgt er op den
imperatieven kreet ook nog een driftig liedje.
Zijn lente is begonnen en hij heeft bezit
genomen van zijn broedgebed. Die kreet en
het liedje waarschuwen alle andere
heggemusschen, dat zij den klimophoek bij de
trap te mijden hebben, of er staat een vecht
partij op. Een winterkoning, die ongeveer
dezelfde belangen heeft en ook het bruine
kleed van de grondwerkers draagt, komt
op het geluid af, kijkt eens rond, schettert
even mee en gaat dan weer aan het werk
in de dorre bladeren, die opeengewaaid zijn
tusschen het takkenwerk van de heesters.
Ook hij gaat dezer dagen zijn gebied bepalen,
maar komt met het heggetnuschje niet in
conflict, ook al eten ze van dezelfde tafel.
moeten beginnen, laat hij u niet met uw bagage
in den steek, zooals tien tegen een zijn
WestEuropeesche collega zou doen. Tenminste zoo
verging het ons bij onze aankomst.
Aankomen en weggaan, dat zijn trouwens
dingen, die men in Weenen zómaar niet eens
eventjes doet.
Den vorigen dag al een auto voor de bagage
bestellen, denken wij, daar de trein 's morgens
al vroeg vertrekt en de afstand naar 't station
groot is. Telefoneeren. Aan het eerste adres
doet men het niet. Aan het tweede adres doet
men het niet. Aan het derde adres evenmin.
Aan het vierde, vijfde en zesde ook al niet.
Dan maar een rijtuig, en dat lukt ten slofte.
Onze spoorkaartjes hebben wij tenminste al.
Hoe wij er aan gekomen zijn? O, gaat u maar
naar de Mitropa", Karnthnerring. Wij gaan
naar de Mitropa, Karnthnerring
slaapwagcnafdeeling. Hier moet u niet zijn. Ja, maar wij
willen toch een slaapwagen hebben, 't Kan
wel zijn, maar u moet heelemaal op de Karnth
nerring niet wezen ; gaat u naar de Stock
im Eisenplatz : Oesterreichisches
Verkehrsbureau. Wij gaan. Trappen op. Hier is het.
Hier moet u niet zijn, gaat u naar de Karnth
nerring. Ja, maar daar zijn we al geweest, en
men zegt dat wij hier moeten zijn. O,?wat
wilt u dan eigenlijk precies hebben?
Goed, slaapwagenbiljetten, die kunt u
dan hier wel krijgen. Dat is van Würzburg af.
Biljetten tot Würzburg krijgt u aan de Karnth
nerring. Wij vonden het nu echter genoeg, en
een eenigszins krachtig gevoerde conversatie
met een andere employee had tengevolge, dat
wij met alle biljetten de deur uitgingen ; naai
de Karnthnerring behoefden wij plotseling
niet meer te gaan. Eén probleem is dus opge
lost. Een ander vraagstuk is : hoe laat gaat de
trein? Karnthnerring zegt : zeven uur dertig.
Stock im Eisenplatz zegt: zeven uur twintig.
Wij nemen het wisse voor het onwisse,
zeventwintig ; bestellen dus het rijtuig, dat er drfe
kwartier over zal doen naar de Westbahn,
om kwart-over-zes, want voor bagage-be
vrachten moet niet te weinig tijd overblijven.
Dat hebben we dus nu eens goed voor elkaar.
Aan 't station ; mooi op tijd. O, u heeft nog
alle lijd. U mag pas om hooblbc ooochte"
door deze deur. Wat? Wij gaan toch om zeven
uur twintig? Wel neen, u gaat om acht uur
twintig. Al sedert een week gaat de trein niet
meer zoo vroeg. Wij zijn den hemel dankbaar,
dat de trein niet al sedert een week een uur
vroeger in plaats van later vertrekt, want daar
van zouden noch de Mitropa op de
Karnthncrring, noch het Oesterreichische
Verkehrsbnreau aan de Stock im Eisenplatz eenig ver
moeden hebben gehad.
In Passau duurt de visitatie niet minder
dan anderhalf uur, waarvan men het grootste
gedeelte staande op trappen in duwende files
doorbrengt. Na de visitatie is het voor vele
oningewijden een verrassing, dat men zijn
plaats in den trein kwijt is, ook al heeft men
van te voren een besproken gehad. Men ziet
dus de reizigers, die het laatste van de visi
tatie terugkomen, wanhopig zoeken. Menschen
die bij elkaar hooren worden in verschillende
coupé's ondergebracht, anderen zoeken hun
troost zooveel mogelijk in de Speisewagen en
de overigen moeten maar blijven staan in den
doorgang. Dat men u daarvan aan de Karnth
nerring of aan de Stock im Eisenplatz
niededeeling zou doen, is ook weer zoo'n vreemde,
Westersche opvatting.
Dit zijn natuurlijk maar onbelangrijke
touristen-lotgevallen. Komt men voor zakelijke
dingen, dan vormen ze nog maar de inleiding
tot de algeheele verwarring. De democratische
regeering schijnt niet bij machte te zijn ge
weest ook maar iets anders dan op de oude
rails der monarchie te laten rouleeren en liet
kan in den tijd der Excellenzen moeilijk erger
zijn geweest in dit land van titels. Een staal
van de oude ambtelijke wijze van uitdrukken,
die niet door overmaat van duidelijkheid frap
peert, is het Roode-Kruis-certificaat, dat ge
in menige particuliere woning aantreft en
dat met een onderscheiding voor
gewondenverpleging uitgereikt is.
Het luidt :
Ich Franz Salvator Kaiserlicher Prinz
und Erzherzog von Oesterreich, Königlicher
Prinz von Ungarn, Böhmen, etc. etc. Seiner
Kaiserlichen und Kóniglichen apostolischen
Majestat General der Kavallerie und
Oberstinhaber des Husarenregiments no. 15
Ritter des Ordens vom Goldenen Vliese,
Groszkreuz des Kon. Ung. St.
Stephansordens etc. etc. verleihe im von Seiner
,,Majestat als Allerdnrchlauchtigstcn
Ohersten Inhaber der Ehrenzeichen für Verdienste
urn das Rote Kreuz in der Monarchie
Allerhöchst bertragenen Wirkungskreise der
freiwilligcn Hilfskraft
ALOIS ZUCKERKIPFERL
in Anerkennung hesondcrer Verdienste urn
die Militarische Sanitiitspflege i m Kriege
taxfrei die silbernc Ehrenmedaille vom
Roten Kreuze mit der Kriegsdekoration."
Ziedaar in a nutsliell1' de geest, die nog
over ambtelijk Weenen vaart.
Reeds vele jaren bewonen ze in vrede een
en denzelfden klimophoek, maar andere
winterkonings en heggemusschen mogen daar
niet komen.
Er gaat nog veel meer om vandaag en
dat zou ook wel gebeurd zijn, als Celsius
een paar graden lager stond, want het is
nu de tijd voor zulke dingen en overal
vertoonen zich paartjes. Van de eenden zal ik
maar zwijgen, die hebben elkaar ai sinds
weken gevonden, maar hun bedrijf valt
minder duidelijk in het oog. Laat ik mij
liever beperken tot de vogels van het
tuindorp en wat ik nu zie door het open venster.
Daar wandelen een vink en zijn wijfje, blijk
baar ook reeds gezellen, al doen ze soms,
alsof ze niet bij elkander hooren. Toch heeft
het pink, pink" van den man al meer kracht
en drang dan een dag of veertien geleden,
toen zich nog geen tweetallen vertoonden.
Ook in den grooten gemengden troep van
vinken en grocnlingen, die ik gisteren op
een braakveldje aantrof, klonk een ander,
bescheidener geluid. Deze 'man echter, met
zijn mooien rosen, zwart gepunt en snavel,
stapt al parmantiger en coquetteert met de
witte veertjes van zijn polsstreek. Je zoudt
zeggen, hij staat op 'zingen en als het weer
zoo blijft, dan is het ook best mogelijk, dat
hij Februari niet afwacht, om zijn forschen
slag te doen weergalmen. Intusscnen ben ik
er zeker van, dat ik straks op het braak
veldje, of ergens in die buurt, den grooten
troep weer aantref in kalmte en rust, /on
der hooge spanning. We hebben hier te doen
met een heel mooi verschijnsel, dat we het
heele voorjaar door kunnen waarnemen ; de
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIItllllllllllMIIIIIHIIIIIIIII
Een som gelds, die sedert lang bij een bank
stond, en die een onzer wilde incasseeren,
leidde ons in nieuwe doolhoven : die van het
financiewezen. Het was, zei men, een
oudckronen-rekcning, d.w.z. een vordering die
alleen in oude kronen kan worden betaald.
Nu stonden deze oude kronen, uit den tijd der
monarchie, een poos geleden slechts op 70,
thans echter is er een agio en doen zij 120.
Die hoogere waarde zou dus eenigszins de bit
tere pil vergulden, dat de kronen van 50
cents op n cent zijn gedaald. Nu zouden wij
het voordeel beleven, dat het oude" kronen
waren, en dus zouden elke honderd oude
kronen onzer vordering niet n gulden, maar
de somma van n gulden twintig waard zijn.
Zoover echter waren we nog niet, het was alles
nog theorie, die in Weenen zeker grau" is.
Aan de Spar-abteilung zei men : Gaat u maar
met dit papier naar de Hauptkassa. Daar
wordt het in oude kronen uitbetaald, en die
kunt u dan tegen den koers van 120, in thans
geldige, Deutsch-Oesterreichische kronen om
zetten. De Hauptkassa echter verklaarde, dat
zij juist niet in alte-kronen uitbetalen kon,
daar deze geen wettig betaalmiddel meer
waren. De vordering was in oude kronen, dus
ook in Deutsch-Oesterreichische kronen zou
het niet gaan. Wel kon zij uitbetalen in
neuealte-kronen," die n.l. sedert den 4den October
uitgegeven zijn en het opschrift dragen : seit
den 4 Oktober. Daarin hadden wij echter weer
geen zin, want niemand neemt deze kronen in
betaling aan, en voorloopig is hun waarde
dus die van scheurpapier. Het eenige, wat
de bank kon doen, was een cheque geven voor
zooveel oude kronen op de
Oesterreich-Ungarische Bank, die hun verboden had in oude
kronen uit te betalen, maar het zelf wél zot
kunnen doen. Zoo geschiedde het. Maar ck
Oesterr. Ung. Bank, het speet haar wel, kor.
niet in oude kronen uitbetalen, daar de
Repuratuinskommission haar dit had verboden.
Alleen de Oesterr. Uiigarische mocht geen oude
kronen meer in circulatie brengen. Maar er
was niets, wat onze eerste bank belette, het te
doen. Althans zou die in nene-alte-kronen
kunnen uitbetalen, en wij zouden kunnen
conditioneeren dat zij de nene-alte-kronen
tegen den koers van alte-kronen terugkocht en
betaalde met Deiitsch-Oesterreichische kro.icn4
Wat de eerste bank natuurlijk weer niet deed.
Voeg daarbij ,dat voor al dit heen-en-wecr
geloop de banken maar tot n uur open zijn.
Tenminste, tot n uur volgens het bordje
buiten. Maar het gebeurde dat wij, binnen
komende twintig minuten vór eeneu, toch
niet te woord gestaan werden, daar binnen
ergens een ander bordje hing met de
medcdeeling dat de loketten om half n sluiten.
Voeg daarbij, dat men nergens, nergens, ner
gens in openbare gebouwen weet wat een lift is,
en dus de slachtoffers van allerlei
bureaucratischen onzin, goed ter been of slecht ter been,
trap-op-trap-af mogen sjouwen. Bij de Brot
kommission, in het Rathaus, bij de Polizei,
in de banken. Na drie trappen denkt gij, op
de eerste Stock te zijn. Mis. Het is de
Mezzanin." Nog drie trappen. Eerste Stock. Nog
drie trappen, tweede Stock. Terug ook zes
trappen, negen trappen. Tel ze in 's hemels
naam niet. Voeg daarbij, dat men bij de uit
gangen een manifestatie van practischen geest
kan waarnemen. Wanneer men na de groote
tourniquet door een tochtdenr, die naar
binnen openslaat, het gebouw wil verlaten,
komt het voor dat de afstand tusschen die
beide zoo klein is genomen, dat men, de
tochtdeur openende, van achteren een flinke klap
van elke wiek van het doordraaiend tour
niquet krijgt, dat draaien blijft omdat alweer
anderen binnenkomen of naar buiten willen
en in dat geval nok geperst worden in de
ruimte die voor n mensen al niet veilig is,
U K r. x 'r K \' \ D A v A N
(\Viirtll vervolgd) V i. ,\ D r; R ,\ c K i; N
Huishoudelijke Conflicten
Met tcfkenin^n run AVf/r //<T//»<T,V.
I
Die A \KI> \i'i>ï-:i.scmi.M \ciiiNi:
Toen Mary, nadat ze in twee jaar tijd haar
studieën aan de huishoudschool beëindigd had
en gediplomeerd was met een brevet van hulp
in de huishouding, een graad iets lager
dan .Me van lniMii>u'lkniKtu;e. trad ze met
Karel in bet l'.mvè'.iik.
Als hcMe hiuvoliiksi/esehenk kreeg ze de
oude Met mede, die l11"' haar ouders langer
gediend Pad, dan Mar1.'s gansclu; bestaan.
Bet was een degelijke s.'.rondis.>e werkster, die
de huishoudelijke arbeid in lie'
poppenhuisvogels van buis voelen de lente eerder dan
de vogels uit den vreemde. In de eerste
maanden van het jaar hebben wij hier van
eenzelfde vogelsoort verschillende groepen,
gescheiden naar hun broedgebied en hè' zijn
dan onze eigen vogels, die'ons nu verheugen
met bun vroege lentevre"gd.
Zoo ook met de meezen. Er is pas weer
zoo'n echte wintertroep voorbijgeinikken.
Daar waren zeer veel zwartkop-nicczen en
ook enkele zwarte meezen bij, twee soorten,
die hier zelden broeden en in mijn tuin
heelemaal niet. Ze zijn nu al goed'en wel
weg en nu hoor ik een helder en lang
,,toehoewiet," vragend uitgehaald. 't Is een
prachtige koolineesntan," die in de kastanje
zit : spierwitte wangen, heldergele onderzij
met zwarten middenstreen, de "kop glanzig
blauwzwart. Hij lijkt grooter, dan de kool
meezen, die bij den wintertroep «aren, doch
dat is wel een illusie mijnerzijds. Zijn wijfje
is niet ver te zoeken en straks inspecteeren
ze samen mijn nestkastjes, hoewel het nog
maanden duren zal, eer ze werkelijk gaan
nestelen. Ondertusselien kunnen ze nog
iedere;1, dag met een nieuw geluid aankomen,
want ze hebben een rijken taulschat. En
mocht nog een ander koolmeezenpaar kinnen
opdagen, dan is er weer kans op conflict.
Maar juist zooals de hcggemusch geen be
zwaar heeft tegen de aanwezigheid van den
winterkoning kan ook de koolmees het ge
zelschap van de pimpelmees verdragen. Het
heldere ,,pim-im-im-ini-im", dat deze aller
mooiste van al onze meezen in voorjaars
vreugd doet hooren, heeft voor de koolmees
niets uitdagends en hij ziet ook heel gelaten
houdinkje op haar gemak af kon, en eigenlijk
elke inmenging harer jonge mevrouw, voor
wie ze niet best vermocht de juiste eerbied te
hebben, zooals die tusschen werkneemster en
werkgeefster behoort te bestaan, totaal
overbodig vond en steeds zei: Laat mij maar
mijn gang gaan, dan komt alles terecht."
Alles kwam dan ook steeds terecht en we!
zoo, dat Mary zich nauwlijks bewust was huis
vrouw te zijn.
Edoch ze had voor dit beroep twee jaar
grondig gestudeerd en op een gegeven
oogenblik wilde ze zich toch wel laten gelden. Ze
had een groote theoretische kennis en als ze
eens een enkele keer in de keuken kwam en
merkte, dat vele dingen nog volgens lang ver
worpen ouderwetsclie methoden verricht wer
den, bracht ze dit Bet welwillend onder het
oog.
Hierdoor ontstonden dan kleine conflicten
van het genre, als er wel ontstaan bij groote
bouwwerken, bij het aanleggen van bruggen,
en spoorwegen, waar een jong pas afgestu
deerd ingenieur met zijn Deïftsche weten
schap tegenover een onderbaas met twintig
jaar practijk komt te staan.
De onderbaas zegt dan, dat hij het altijd
op zijn eigen manier gedaan heeft en denkt
bij zich zelf, over zijn geleerde superieur,
eigenwijze kwajongen" en gaat tot heil van
den weg of brug zijn eigen gang.
Ongeveer eenzelfde gedragslijn volgde Bet
in de keuken, en dit was heel goed, en daar
de controle van Mary slechts toevallig en
zeer sporadisch was, bleef alles bij het oude,
zooals het jarenlang in de degelijke huishou
ding van Mary's moeder was toegegaan.
Mary voelde echter voor simpiifieering
en modernisecring van het bedrijf. Ze wilde
meegaan met haar tijd, die besparing van ar
beid eischte.
Zoo ontwaarde ze eens bij een bezoek aan
Amsterdam in een groote winkel van huishou
delijke artikelen een aarriappelschilmachine,
die achter de winkelruit werd gedemonstreerd
door een als kok verkleed knaapje.
Met was een hoogst kostbaar maar uiterst
practlsch apparaat.
Ze kocht het voor de tien aardappelen, die
zij met haar man samen en de twaalf die Bet
injde keuken allen dagelijks aten.
H'crdnor zon volgens bare berekeningen
Bet het aanmerkelijk lichter hebben.
Nu is het even moeilijk om in de keuken,
waar een ouderwetsclie meid heerscht een
nieuw apparaat in te voeren, als in de Achter
hoek in het landbouwbedrijf de ouderwctsclie
boeren tot landbomvwcrktuigen met
motortractie te krijgen. De bezwaren komen in
beide gevallen hierop neer, dat de arbeiders
van die nieuwiulicid niets we'en willen.
De nieuwe aardappelniachine in werking.
Bet toonde onmiddellijk een ongeveinsde
afkeer van het ding, en keek misnoegd toe
toen Mary haar bet apparaat demonstreerde.
Ze zei alleen maar :
Ik schil ze liever gewoon." Ze gaf verder niet
de minste verklaring van haar tegenzin maar
heslont koppig er nooit mee te draaien.
Het ding was echter Ie duur om ongebruikt
te bl'iven, oordeelde Mary. Ze pleitte vurig voor
de nieuwe machine, zeide, dat hij zuiniger,
zindelijke:1 en zelfs hygiënischer werkte, dan
een aardappeischilmesje, wees on de arbeids
besparing, doch dit alles stootte af op d;'
domme U'tppiyb.eid van Bet.
Bet had slechts n tegenwerping, en wel,
d;11 het voor dat poppeiihiiishoudinkje van
haar mevrouw de moeite niet loonde en
dat het werk om bet ding schoon te honden
?r moeite kostte, dan het schillen van alle
toe, boe de pimpelmeesjes dezelfde nestkastjes
inspecteeren.
Wanneer ik nu nog de mnsschen en de
merels er bij neem, dan heb ik de hcelc
huidige vaste bevolking van mijn tuintje
genoemd; het is ook maar duizend vierkante
meters groot. Na huif Maart komen er nog
wat vaste klanten hij, maar die zijn nu nog
ver te zoeken. De spreeuwen die op mijn
dak zullen nestelen, zijn nu nog in den
vreemde. In de stad leven er echter, die den
winter overblijven en die zijn nu ook al
zoover, dat hun snavel de gele zomerkleur
aanneemt en dat hun zang ze zingen het
heele jaar door al meer en meer
voorjaarsgelniden gaat bevatten. Onze.
buitenspreeuwen zwerven waarschijnlijk nog in
groote troepen rond in Engeland en Ierland
of ergens elders aan de Atlantische kust.
De'merels trekken ook al hun grenslijnen,
al zijn ze nog niet in het proclamatie-stadium
gekomen zooals de heggeinusch en de meezen.
Het blijft er bij, dat de vreemde man-merel,
die aan de drinkplaats komt, slechts wordt
toegelaten' onder protest van den merel, die
hier zijn domicilie heeft. Tot handtastelijk
heden komt het niet; de bewoner loopt in
op den vreemdeling en staat dan stil. - Deze
ontwijkt hem en staat dan ook stil en zoo
achtervolgen zij elkaar, steeds denzelfden
afstand houdend en elkaar binnensmonds een
beetje verwenschend. Men krijgt den indruk,
dat zij zelf nog niet goed weten hoe het met
ben staat. Over eenige dagen wordt dat
anders, dan komen er groote vechtpartijen.
afgewisseld met beerlijken merelzang. Inmid
dels is dan ook de zanglijster actief geworden
Twee dagen later zat Bet genoegelijk en
breed op een stoel aardappelen te schillen.
aardappelen, die er in een heele week noodig
waren.
Bet zette het ding eenvoudig weg, in een
kastje onder de aanrecht en schilde de aard
appelen op de gezellige ouderwetsclie manier
op haar breede schoot.
Mary bad echter de machine gekocht en
wenschte dat ze gebruikt zou worden ook.
Het conflict werd met den dag heviger.
Dagelijksch informeerde Ma^y persoonlijk of
de aardappelen machinaal waren geschild en
Bet trok dan een breed zuur gezicht en ant
woordde niet.
Mary's prestige begon bij deze houding van
Bet bedenkelijk te wankelen. Ze beklaagde
zich bij Karel, die ook vond, dat ze een derge
lijk lijdelijk verzet eener ondergeschikte niet
gedoogen kon. Karel ging zelf met Bet praten
en Bet zei dat ze met mijnheer heelemual niets
te maken had en stelde zelfs de
cabinetskwestie. Het geval werd angstig.
Het jonge paar kreeg er zelfs ruzie over,
daar Mary, nadat Bet zich bij haar over
Karel's houding was gaan beklagen, hem ging
verwijten, dat hij onhebbelijk geweest was.
Tenslotte boudeerde het 'gebeele drietal^
Karel ging Mary de buitensporige kosten van
bet apparaat verwijten, en beweerde, dat het
ding slechts was uitgevonden voor hotels en
weeshuizen. Mary trachtte hem dit uit een
prospectus te weerleggen, en Bet liep rond met
een kwaad gezicht en sprak bij herhaling
over weggaan.
Bijna was het congévan Bet werkelijk
gevolgd, toen in een nieuw debat de oude
gedienstige zei:
Draai u dan zelf maar de aardappelen door
dut gekke ding, maar ik steek er geen hand
naar uit."
Goed" zei Mary, en ze besloot om maar eens
zelf het voorbeeld te geven, verwachtend dat
Bet dan wel na eenige dagen beschaamd het
werk zelf zou over nemen.
Den eersten dag draaide ze ostentatief een
kilo aardappelen door de machine. Bet trok
er zich niets van aan en ging gewoon in de
keuken haar gang. De volgende dagen her
haalde zich het huiselijk tafreel, zonder eenige
beschamende uitwerking op Bet te hebben.
Drie dagen later wilde Mary uitgaan en zei
Bet : Mevrouw u hebt de aardappelen nog
niet gedaan." (geschild vond ze niet de juiste
uitdrukking)
Mary zag zich genoodzaakt het voor ze
uitging nog te doen.
Na een week begon het apparaat een beetje
stroef te gaan en moest worden schoonge
maakt.
Nog twee dagen later en Bet zat genoegelijk
en breed op een stoel aardappelen te schillen
uit baar gezelligen schoot en was het apparaat
voor goed weggeboren.
Waar wist Mary op geen stukken na te
zeggen, doch ze waagde zelfs niet er naar te
informeeren en was blij, dat de harmonie1 en
de aangename verhouding tusschen haar en
H-et weer waren hersteld.
A R 11; T T E
IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIII
TH.FIUNKENvH.VINGEIIHOED
Hofleverancier - Amsterdam
UL1EKIIU1216 -:- WILLENSPJIRIWEG 9
TEL Noi. 2040-1891 TEL No. 1793 Zuid
KOUDE EN WARME SCHOTELS
en ook de spechten, kruipers, klevers, duiven,
kraaien, zoodat Februari in vergelijking niet
Januari al zeer luidruchtig mag heeten.
Maar het gebeuren van dezen
Driekonuigentijd, deze allereerste intree van de lente
behoort wel tot het allermooiste van wat
het jaar ons brengen kan: de landseigcn
vogels, die zich los maken van de vreemde
lingen en zich voorbereiden op den lustigen
lentetijd. Even goed als in bosschen en
tufnen ontmoet ge dit verschijnsel ook aan
de stranden en in de weiden, en het meest
indrukwekkend lijkt mij altijd de leeuwerik,
dis op een helderen, zachten januaridag
zingend opstijgt, terwijl zijn soortgenoten in
dichte vlucht, haastig voortwiekc langs de
toppen der golven. Naar hun lan
J A c. P. T n ij s s E
iMiimiiiiiimniiiminiiiiniiimiiiiiiiHiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Miiiiiiiiiiiiiiiiiiiim i iiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin^
ÏN.V. Kon. Kweekerij I
I?MOERHEIM"1
[v.h.B.RUYS-Dedemsvaart|
l levert boven tien gulden l
j FRANCO |
J station van bestemming j