Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
8 Jan. '21. - No. 2272
bouw te beschermen tegen mededinging van
het buitenland. De maatregeien tot steun
aan de nationale nijverheid kunnen o. a.
bestaan uit invoerrechten, uitvoerpremién,
productiepremiën, differentieële rechten,
scheepvaartpremiën of subsidiën.
De bezwaren, welke tegen het heffen van
beschermende rechten worden ingebracht, zijn
o. a.: Protectie maakt de waren duur, is eene
benadeeling der consumenten ten gunste van
eenige producenten en daarmede reeds zijn
beschermende rechten veroordeeld.
Protectie is de moeder van trusts en kartels.
Door beschermende rechten wordt de
invoer belemmerd, waarmede noodwendig
gepaard gaat een even sterke vermindering
van den uitvoer.
Van het beschermend stelsel gaat gewoon
lijk een verdoovendcn, vcrslappenden invloed
uit."
nimiiiMMiiimiiiiMiimiiiiuimiiiiMiiiMMiii
Niekes in bad
JOHNNY COULON,
de Fransche worstelaar-licht-gewicht, die door
niemand kan worden gelegd", indien hij
dit niet wil, door zijn rechterwijsvinger op
de hals van zijn tegenstander en zijn linker
wijsvinger op diens pols te leggen, waardoor
de sterksten krachteloos worden. Hierboven
staat Johnny Coulon afgebeeld, terwijl men
poogt hem van den grond te tillen.
V RAGENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de vragen voor deze rubriek in
te zenden aan het Redactiebureau, met op
den omslag het motto Leekenspiegel" en
onder opgave van naam en adres (die als
vertrouwelijk zullen worden beschouwd).
D. V. te A. Kunt u mij iets mededee/en
omtrent protectie?
Over dit onderwerp bestaat een ?eer uit
gebreide literatuur. Het is niet doenlijk de
strekking er van in een klein bestek weer
te geven. In elke flinke encyclopaedie worden
er uitvoerige artikelen aan gewijd.
/ooals bekend is verstaat men onder pro
tectie een stelsel van beschermende rechten
of invoerrechten welke ten doel hebben den
binnenland'chen handel, de nijverheid en
landDit merk op Uwe
rookartikelen garan
deert U' kwaliteit.
VOOR ENflROS:
JAN AARNOUTSE
DEN HAAG
iiiiiiimiiiiiiimiimiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiii
Niekes gonk is noar de dokter
Doar hie las van uutslag had.
Hie kreeg toen een puttien zalf,
lin mos elke dag in bad.
d' Zalf dat was geen mirakel,
Maar hoe gonk dat met zoo'n bad ?
't Zat hum leelik in de harsens
Had het nooit bie d' hand 'e had.
d'Vrouwe schuddekoppen ook al.
Niekes zei: ik weette wat.
Die olde tonne op d' dele,
Doar kroep ik in, dat word mien bad.
Alles ward toen dich 'e spiekerd,
Want geen mensche mog er in.
Toen de tonne biekans vol was,
Riep hie: vrouwe! ik begin.
Veur 't eerste van zien léven
Had hie heelemoal niks an.
Op de rand gonk hie toen zitlen,
lin dacht, noe moar zachgies an.
Steunend op zien beide handen,
Kauwend op 'n proemc tabak,
Is hie zittende gewiczc,
d' Tonne zachgies in 'e zak.
Moar hie kon zich niet goed hollen,
Want de tonnerand was glad.
En op eens schoot lepe Niekes,
Plonzend, dubbeld in zien bad.
Hie zat leelik onder water,
Lange niet op zien gemak.
Hie kon ook niet meer noar boaven,
Was hcelemoale vast 'e zak.
Op zien roepen kwamp de vrouwe
(Hie kreeg 'n pienlik kolde romp).
Moar de deuren /.aten dichte,
Zie mos houwen met de klomp.
Doarop kwamp de buurman vroagen
Of zie soms zoo'n ruzie had ?
Help mien moar, zei toen de vrouwe
Want mien Niekes zit in bad!
Toen hie eindelik verlos was,
Was hie glad bedoes van streek.
d'Buurman zei: ,,hem goed beschouwend",
d' Ziekte is wel lus 'e week.
Ja zei Niekes op de plaatte
Toen hie kalm bie 't vuur weer zat.
'k Wil mien wel met zalf besmceren,
Moar ik goa nooit weer in bad.
J A N VA N R I E M S I) I | K
Huize l, ZOMERDÜK BUSSIHK
PaviljoenVoniielpafUel,/ui[i4l9Öenï595
Restaurant a la carte
Lunch,Afternoon-tea, Diners enSoupers
Dagelijks muziek door het Huis-orkest
Op den Economischen Uitkijk
Vragen en vraagstukken.
De toon, door de H.H. Oudegeest en
Troelstra aangeslagen iu hun Kerstpreek,
scheen mij ditmaal bijzonder mat en dot. Kr
zijn natuurlijk ulgcineene redenen, waarom
die toon in later jaren niet meer zoo frisch
en vurig als voorheen kon klinken : men kan
wel, zooais van zelf spreekt, telkens weer een
nieuw doel als voor 't oogenblik het meest
begeerlijke op den voorgrond stellen en daar
voor geestdrift trachten te wekken, maar de
groote, generale doelstellingen van voorheen
zijn door de vervulling der eischen als zoo
danig vervallen. Algemeen Kiesrecht" en
acht-urige arbeidsdag" zij hebben, als
kreten, hun tijd gehad, lir valt niets meer
over te zeggen, althans: men kan er niet
meer mee zwaaien. En wat dau nu wel? Socia
lisatie? Ik weet niet of daarvoor geestdrift
te wekken is, of bij de massa geloof daarin
te vestigen is. Mij dunkt, voor de massa (en
niet voor haar alleen !) moet, ook na het
rapport", de zaak nog zoo vaag zijn
Zoo zijn er wel algemeeiie oorzaken aan te
wijzen, waardoor deze Kerstredevoeringen
niet heel opgewekt klonken. Bijzondere oor
zaken zijn natuurlijk gelegen in de snelle
nadering der crisis en iu de waarneming,
thans reeds, van een zich om-wentelende
conjunctuur : dalende koopkracht, althans
sterk beperkte kooplust bij het publiek, dat
scherpe daling in prijzen schijnt te voorzien
en daarop te wachten schijnt ; tevens reeds :
goedkooper worden van velerlei goederen,
omdat men begrijpt de oude voorraden niet
meer tot de oude prijzen van de hand te kun
nen zetten ; van hier eu daar ik schets
den toestand niet zoozeer in Holland als wel
daarbuiten berichten omtrent belangrijke
loonsverlagingen, waarin de arbeiders wel
bewilligen moesten, omdat ook naar hun in
zicht het oude hooge loon niet gehandhaafd
kou worden eu dus de keus stond tusschen :
een lager loon of werkloosheid
Bij een dergelijke orde van zaken is de
vakbeweging niet aan de winnende hand.
Zij telt natuurlijk in haar gelederen haar
getrouwen als blijvend gedeelte", laat ons
aannemen : de overgroote meerderheid. Maar
sterke aanwas schijnt haar vooral dan ten
deel te vallen ais, hij oploopeiide arbeids
markt, menigeen meent dat nu met haar
steun wel een voordeel te bereiken moet zijn
door krachtige actie op patroons, niet wie
/onder zulk een actie niet te praten zou val
len. Verloopt de arbeidsmarkt, komt men,
gelijk thans, in een tijdperk, waarin veeleer
het prijsgeven van zulke voordeden onver
mijdelijk schijnt, dan komt de ebbe in de
vakbeweging. Herinner ik mij het verslag
dier Kerst-redevoeringen wel, dan werd daarin
getuigd van een dalend ledental der vak-or
ganisatie en van de" partij en een dalend
lezers-tal van Het Volk. In elk geval werpen
de economische verschuivingen der naaste
VERHOOGING ACCIJNS GEDISTILLEERD
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
E I L A C I E !
LAUSANNE-PALACE
FAMILIE-HOTEL VAN DEN ALLEREERSTEN RANG.
Prosp. en inl. Reisbureau LINDEMAN, Den Haag, Arnhem, Groningen, Utrecht
lllllllllllllllll l IIIIIIIUII l Illllllll l IIIIIIIIIIIIIIIIIIIICIII luimt llllfllltmlllll 11
toekomst haar breede schaduwen klaarblij
kelijk reeds in deze kringen voor /ich uit.
Wat ook hierin zich openbaarde : dat de
sprekers ditmaal niet een aanvallende, maar
een verdedigende houding aannamen, en
aanbevalen. Het zal -- zoo ongeveer zeiden
zij het zal er niet om gaan, meer te verkrij
gen maar te behouden wat verkregen is ; dat
behoud zal de inzet van den strijd moeten
zijn.
Beziet men de zaak uit een wat hooger en
algemeener standpunt,*dan zal men, dunkt
mij, tot geen andere slotsom kunnen komen
dan deze : zoodanige strijd om onverkort
loon is, onder de huidige omstandigheden,
een verloren strijd, is ook een anti-sociale
strijd. Natuurlijk kan men vasthouden aan
mmiimmiinimmurniiimiimiiiimmi nuiiinmmi
K- V. HI:T NEDERLANDSen TOONEEL.
Maria Boodschap, door Paul Claudel.
Claudel is een geloof, zooals Ooethe een
geloof- is. Volstrekt bij Goethe : de mensch,
bij Claudel moeten we tot den Christen gaan,
zijn werk belicht den weg tot God, dat wil
zeggen, tot zijn God, den God, dien hij zich,
najangen zelfstrijd, schiep. Toute créature
est*par cela même que crée, créatrice." Al
wat is, of verondersteld wordt te zijn, wordt
door liefdevolle aandacht herboren in een
tweeden, een verhoogden staat. La
connaissance poétiqne des choses," de dichterlijke
doorvoeling der dingen, ze is Claudel de glorie
van het kunstenaarschap, van het mensch- en
mede-schepper zijn. Ze steeg hem als wijn naar
het hoofd. In La co-naissance au monde et
de soi-même," een kapittel uit ,.L' Art po
tique," dat we zonden moeten vertalen in :
de collectieve bewustwording, de openbaiing
in onszelf en in anderen, dat wij zijn een le
vend deel der hoogere gemeenschap, der heilige
wisselwerking, en dat daar is onverbrekelijke
samenhang tusschen onzen vromen wil en
het uitgestrooid zaad, voerde hij dit schuchter
dichterbesef, dat voor lederen kunstenaar
het ei van Columbns is, op tot een fiere stel
ling. Om haar te bewijzen zou hij de sterren
van den hemel plukken. Kloos' koninklijk
woord : Ik ben een God in het diepst van
mijn gedachten" bazuint door zijn drama',
oden, eu essays.
Moi, l'honiine.
Je sais ce que je fais.
De la poussée et de ce pouvoir niémede
naissance et de crcation,
J'use, je suis maitre,
Je suis au monde, j'exerce de toutes parts
ma connaissance.
Je connais toutes choses, toutes choses se
connaissent en inoi.
J'apporte a toutc chose sa délivrance.
Par moi
.Aucune chose ne reste plus seule, mais je
l'assocte a une autrc dans moii coenr."
Vinden deze ostentatieve accoorden licht
weerklank, sleept ons de ijlende lyriek van dit
sterk gecultiveerd dichterwezen tot op zekere
hoogte mee, eer we aan een dichter ous hart
schenken moet er nog iets anders gebeuren,
wij moeten kunnen gelooven in den ge
nspireerden kunstenaar en onder de, door een
gewilde césure tastbare ademhaling, den
hartstpot hooren.
* /Clatidd's otigemeene eruditie, welke van de
Oqstersch.e en de Westersche beschaving
haar rijkelijk deel verwierf, zijn lenig assimi
latie-vermogen, --- hij vertaalde Aischylns'
Agamemnon" en schreef classieke" ver
zen, en ik ken geen schrijver in wiens werk de
reminicencen, aan Shakespeare en de
Praeraphaéliten,Tolstoïen de Fransche symbolisten,
zoo voor het grijpen liggen als in het zijne
bieden aan zijn nochtans fel persoonlijk
talent een beploegden grond en zijn welspre
kendheid verbluft. Uitgelezen is zijn aanhang,
onder zijn warme bewonderaars vinden we de
beste namen over de geheele litteraire wereld.
Ongetwijfeld deze schrijversfiguur is een groote
of een pseudo-grootc, niet de middelmaat
meet men hem niet.
Van zijn tooneel-oeuvre, voor een deel
litteratuur, voor een deel theatraal effect,
zijn het afvallig : Têtc d'or," Partage de
Midi," dat de kentering belijdt, en het blij
moedig overtuigd ,,1' Annonce faite ;'i Marie"
een brillant pleit v ? het boven-zienlijke, de
hoeksteenen. Hier zijn het de wonderbare
middeleeuwen van Jeanne d'Arc en wellicht
de legende van Der arme lleinrich" gelijk
Hartmann voor der Aue haar naliet, Chaniisso
en later Haiiptinann haar overnamen, die den
vromen dichter brachten tot de
verheerelijking van het lam Gods, in de gedaante eener
snvere maget." Begrijpen wij den zin zijner
opzienbarende, mij niet altijd heldere
pa'thctiek in dit modern mysterie" wel, dan
heeft hij in hoogste instantie gewild dat de
heilige geest zich zon manifesteeren door,
zich zou i'volueeren in, drie cenvoudigen van
hart, in Pierre de Craon, den boetvaardige!!
kerkenbonwer, in Violaine, de ongerepte
maagd, en in het kind der zonde, de vrucht
van Mara eu Jacques Hury, herboren in den
gewijdcn schoot der uitverkoren zuster, de
katholieke kerk. Aldus, stel ik mij voor, heeft
hij aan het oude begrip der Onbevlekte ont
vangenis" nieuw leven willen geven door het te
vermengen met de meer moderne gevoelens
omtrent de zinnelijke, de bovenzinnelijke en
de al-liefde of humaniteit, en aan zijn kerk,
naast de religieust-, de dichterlijke' sanctie.
Hij heeft daarvoor, om het maar'huiselijk te
zeggen, alle zeilen bijgezet en, in een kader van
dankbare accessoires: engelenzang, klokken
spel, den macaberen ratelslag der leprozen,
koninklijk klaroengeschal en den altijd sugges
tieven hamer, op het holle hout van een doods
kist...., zijn schijnbaar primitieve figuren
van den aanvang af geheven op een goddelijk
plan. Zoo moeten wij wellicht in Pierre de
Craon, die, naar \\ij uit het voorspel vernemen,
de zuivere Violaine geweld trachtte te doen
en voor deze zwakheid van het vleesch niet
melaatsheid werd gestraft, den tijdelijk
vermenschelijkten Messias, den wekker der barm
hartigheid en vestiger van een nieuw
Jerusalem op Combernon herkennen, van wien Vio
laine niet een schoon en innig gebaar il tait
si friste en j'étais si heureuse" den aardschen
smet en daarmede haar deel van den heiligen
geest overneemt. Deze kus is de eerste
ontmoeting-in-God, ze bereidt de kern van het werk,
de blijde gebeurtenis der overstortiug van dien
heiligen geest in het komend geslacht, voor.
mii imininnii iim
Door de hemelsche liefde, welke aan Mara's
aanvankelijken tegenstand en het doorbre
kend berouw, haar magische kracht ontleent,
(J'apporte a lonte chose sa délivrance !)
herleeft het gestorven kind der lagere ge
meenschap, gereinigd, gelijk Pierre de Craon
door het verheven martelaarschap van Vio
laine gereinigd werd. Ken ander dan dit ver
band vind ik tusschen het voorspel en de/e
weinig samenhangende tafereelen, waarvan we
het uiterlijk conflict - een opera-libretto
moeilijk als de qnintessence kunnen aanvaar
den, niet. De wederopstanding van het kind,
thans het kind van Mara, Jacques en Vio
laine, die hem liefhad in heilige abstinentie,
van de hoogere gemeenschap dus, verlucht
het Clandel-begrip : ,,Co-naissance," geza
menlijke hergeboorte, op een basis van
onindividueele, bovenmenscheliike liefde. Voor
eene Mara" kon deze Communie niet lang
duren, de menschelijke instincten van liefde,
nijd en haal zijn oppermachtig over haar ;
n uiterlijk verschijnsel: de ongen,van het
kind hebben de kleur van Violaine's
oogen aangenomen, en zij valt terug in
den Kaïn-staat, waaruit haar slechts de
daad verlossen kan. Zij doodt Vioiaine onder
het zand van een, over haar omgestorte
kipkar. Deze wraak van het ontwricht
leven [en wat daarop nog volgt : de bekee
ring van den weinig belangwekkende!!
Jacques liury door de stervende Violaine,
die op de pijnlijke wijze, Claudel eigen, het
geschied .,wonder" analvscert en ontbladert,
en met banale zoetheid nog haar onschuld
jegens den metselaar meent te moeten be
pleiten, haar hemelvaart in de armen van
Christus (Pierre de Craon) en Mara's verde
diging van het aardsch liefderecht, blijven
nadat het innigste is volbracht en het
hoogtepunt bereikt, voor mij onverwerk
baar verzinsel ; waarna het stuk door den
zwaar-litterairen epiloog der mannen weder
grootseh en schoon wordt uitgeluid. Wij
doorzien dat de moderne dichter hier iiiimte
heeft willen laten ook aan het ,,aardsch
wonder" aan de Madonna van vleesch en
bloed met het kind harer liefde in de armen
doch aan de repliek der mannen, het laconiek
antwoord van vader Vercors : Klle a raison.
Va, Jacques, pardomie lui", en Jacques
inschikkelijk : V'iens doiie, Mara." hooren
wij dat ook de dichter-pelgrim door Mara's
hartverscheurende inensehelijkheid, door dit
tien anders-denkende bevredigend pleit voor
die Liefde, welke in haar volstrektheid tol
den misdaad voeren kan /onder haar aureool
te verliezen, ganscli onbewogen is geweest.
Gewetensvol, Ie pas en Ie onpas, verwijst
Clandel naar de rechten en de vreugden van
het aardsch bestaan, hij geeft den landman
wat des landnians is en laat de leeuwerik
zingen, doch deze rechten en vreugden
ontbloeien niet aan de actie, verwekken
nergens reactie, blijven los van den
heinelschen geest, welke tot doelwit van hel leven
den dood stelt, Violaine, en haar allén,
verheft tof Mater Gloriosa. Wie de
,,Mariaboodschap" wil genieten als een nieuwe
Bliscap" moet zich overgeven aan dien
geest en de zilveren draad der
Renunciatie" volgen door de gouden franje dezer
moderne rhetoriek en den cadans der
woordgrepen heen. Tegenover het volledig-inensch
zijn ((ioethe) stelde Clandel den vrijwilligen
afstand (Anne Vercors, Violaine) tegenover
het streven, het lijden, tegenover het hart,
de ziel. Kn het is zijn triomf dat wij de dingen,
waarvoor hij verkreeg la connaissance
poétiqne" en die hij met, voor een apostel
der primitieve gevoelens mij al te bewust
raffinement ter bezieling schikte, gedurende
de opvoering van zijn werk inderdaad zien,
en willen zien, in een tweeden, verheven
staat, en aan het einde het hoofd ontblooten
voor de schoone vastheid van zijn geloof.
Royaards heeft den litteraireu Clandel
hoog aangeslagen, niet bijna tastbare toe
wijding de diepere bedoelingen doen spreken
en de praal der Roomsche mystiek - die
een succes op zich/elf kan zijn versoberd
en verinnigd. Ook Lensvelt's decors waren
streng religieuse aanduiding, zonder omhaal
of streven naar een bepaalde, uiterlijke
karakteristiek. Het eerste bedrijf, het patri
archaal gezinsleven op Combernon, waai' de
minste knecht een roeping vervulde,
avondniaalstemniing daalde over de scheidenden,
en het slot, een dramatisch Te-Denm, waren
een openbaring van wat Clandel, in zijn beste
oogenblikken zijn kan, en van de macht
dezer sensitieve regie. In aanbidding opgericht,
als de koningen uit het Oosten vór liet wonder
van den Kerstnacht, stond daar het oude
en het jongere geslacht van Combernon, niet
aan hun voelen de nederige afspiegeling van
dat wonder : het kind op Mara's schoot, de
jongste generatie. Aan hun zijde : Pierre de
Craon, de heilige geest, en hoog in den hemel
Violaine, engel van God's Rechtvaardigheid.
Hier werd tooneel: muziek, iets van onvatbare
verheffing, l let vierde bedrijf, waarin het
mysterie aanschouwelijk moet worden, was
mij een teleurstelling, en ook in de overige
tafereelen bereikte de regie niet deze zeld
zame toppen. Claudel vraagt, bijna door
loopend, gevoelsoverspanning ; waar deze
hoogdrnk van het spel te gering is, komen
de kale plekken in het rijk reciet bloot.
De figuur van Violaine, het stralend hart
der legende, heeft hij getooid niet al wat lieflijk
en aandoenlijk is. Vanaf liet oogenblik dat zij
den ring van haar verloofde, Jacques l lury, af
staat aan Pierre de Craon is zij de Bruid des
Heeren" en blijft de rol een onafgebroken
apotheose. Mevrouw Royaards gaf liet beeld
in droeve knisehheid, doch van het fiere bloed
der martelaren bleek deze Violaine niet. Toen
dit jonge meisje den inelaatschen bemiddelaar
om den hals sprong, begrepen wij niet dat
hiermede, onbewust, doch innerlijk doorleefd,
een sacrament voltrokken werd, en bij het
afscheid van Combernon stond daar alleen
de arme bannelinge, niet de uitverkorene, die
,,de stemmen hoort" en over wier lippen, in
de (toch wel wat al te simplistische !) voor
stelling van den" werkgever (of : kapita
listische ondernemer), die er steeds maar op
uit is het loon te drukken om de hem toeval
lende meerwaarde" te vergrooten, des te
meer zich te verrijken ten koste der zwoegende
weerwil van alle aardsche pijnen, het refrein :
que la vie est belle, et que je suis heureuse",
glijdt als een gebed. Thans schenen deze
woorden uitsluitend bestemd tot geruststel
ling der moeder en maakte de lang uitge
sponnen misleiding, zonder de compensatie
der mystieke exta/e, in dit werk van hooge
pretentie, k regel.
In het voorafgaand derde tooneel van het
tweede bedrijf, daar waar de handeling het
sterkst werkt, was haar verschijning schoon
en kreeg de figuur iets van haar "transpa
ranten gloed, doch, in IV, waar Violaine zich
buigt over het doode kind, miste zij weder de
intensiteit der innigste, overgave en bleef de
illusie der twee-een beid, waarbij met de
liefdewarmte de levende heilige geest van Violaine op
het kind overgaat, uit. Het ritueel gebaar
van Charlotte Bara in haar gewijde dansen
lijkt mij het gebaar voor Claudel, den orgeltoon
van zijn stem hebben wij door Royaards en
Saalborn gehoord. Ken indrukwekkende fan
tasie, deze metselaar van Saalborn, een
verschijning tusschen den Vliegenden Hol
lander" en den Christus.... En hoe klaar,
zouder n bijklank van zelfgenoegzaamheid,
was en bleef dit bezield geluid. Het vader
lijk gezag, onverniurwbaar-mild, een ziel
ontwoekerd aan den grond, was Royaards
als de machtige Anne Vercors een figuur van
Millet, uit wien de vrede van den levens
avond en de gelukzaligheid der hemelsche
overwinning straalden. De
minstopgemaakte, de gaafst menschelijke figuur
is Klisabeth Vercors, de moeder ; de vrouwe
lijke onderworpenheid van eeuwen sloop
uit het bleeke bange wezen van mevrouw
Sablairolles. De tweede dochter, die een zoon
had moeten zijn en bestemd was, na korten
bloei, te worden gelijk haar moeder was ge
weest, Mara (Magda Jansseiis) kreeg van den
dichter eerst in het laatste bedrijf haar eerlijke
kans. Tot daar, waren zij eu Jacques Hu'ry,
de tenor", aangewezen op kleine middelen,
waarmee het bezwaarlijk viel gevoelens van
zekere afmeting te vertolken. Magda Jansscns,
in haar verdeemoedigd moederschap, gaf
ontroerende relief aan het slot, en Goban was
het best in 11, waar ook hij mannelijke auto
riteit kon doen gelden.
Wij zijn Dr. Boeken voor zijn vertaling van
dit even boeiend als verwarrend Kerstspel
/eer verplicht. Over den inhoud dezer ver
taling valt op het gehoor niet te oordeelen
en het zou aanbeveling verdienen bij de op
voering van een werk van dit gehalte, ge
schreven in alles behalve gangbare taal,
de vertaling verkrijgbaar te stellen. Zij kwam
mij bijzonder gelukkig voor, in zekere mate,
evenals de vertooning, een vereenvoudiging,
waarbij aan de diepere waarden niet
werd geschaad en de taal haar sonoren klank
behield, zonder het, voor mijn ooren ietwat
ronkende van den oorspronkelijke!! Franschen
stijl.
T o t- N A H: r i