Historisch Archief 1877-1940
. 2273
Zaterdag 15 Januari
A°. 1921
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN K A MP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel plus 10 cent dispositiekosten
INHOUD : 1. Nationalisme en
nationaliteitsgevoel, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp
Tijdgenooten : Heroïsme, door Dr. W. G. C.
Byvanck De Lichamelijke Opvoeding in
Nederland, door K. H. van Schagen 2.
De Hongaarsche Kroon, teekening van
Jordaan Krekelzang, door J. H. Speenhoff
Buitenl. Overzicht, door Prof. Mr. J. C. van
Oven 3. Het Roode Lampje, door Dr. F.
van Eeden 4. Een oriëntalist op zijn
Smalst, door Ds. P. G. van Slogteren
5. Voor Vrouwen (red. Elis. M. Rogge)
Weenen, II, door Geertr. van Vladeracken
Fru Wicksell, door N. Mansfeldt?de Witt
Huberts Ingezonden Uit de Natuur:
De Paalklern, dcor Jac. P. Thijsse 7.
Boekbespreking, door Prof. Dr. J. Prinsen
J.L.zn. en F. van Raalte Med. Kroniek:
Kan de typhusziekte worden uitgeroeid ?,
donrJDr. I. H. J. Vos Spoorwegmisère,
teekening van Georgc van Raemdonck
8. Financiën: De groote
Stocmvaartmaatschappijen, door J. D. Santilhano Parijs,
door Jasoiro Sawamura Spreekzaal
Dr. J. W. Ijzerman, teekening van B. van
Vlijmen Dram. Kroniek, door Top Naeff
10. Uit het Kladschrift van Jantje
RuizeRijmen; Charivaria, door Charivarius Feuil
leton : Verhalen uit een strandparochie, door
J. Koning 11. De nieuwe maatregel tegen
de spoorwegmisère, teekening; van Joh.
Braakensiek?Royal Auction Bridge,door Bridger
't Schietgat: Menschen en dingen van
beteekenis, door Melis Stoke, met teekeningen
van Is. van Mens.
Bijvoegsel: De eerste verjaardag van den
Volkenbond, teekening van JohanBraakensiek.
NATIONALISME EN
NATIONALITEITSGEVOEL
De gebeurtenissen van de laatste
jaren zullen menigeen genoopt hebben,
begrippen als nationalisme" en
,,nationaliteitsgevoel" te ontleden en zich
er rekenschap van te geven, dat onder
deze vlag ook contrabande vaart.
Wie over zulke onderwerpen nadenkt,
moet wel beseffen, dat opvoeding en
onderwijs machtige hulpmiddelen zijn
tot ontwikkeling zoowel van de goede
als van de slechte elementen, waaruit
die begrippen voor velen zijn samen
gesteld.
Ook de Partijraad van de S.D.A.P.
heeft dit klaarblijkelijk ingezien. Hij
heeft het noodig geoordeeld, dit punt
aan de orde te stellen op het eerstvol
gende partijcongres. Van zijn eigen
meening daarover heeft hij doen blijken
door een aantal Konklusies", waarin
men o.a. leest:
Elke poging, de opvoeding der
kinderen en der jongelieden aan mili
tarisme en nationalisme dienstbaar te
maken, wordt met alle kracht tegenge
gaan."
Gestreefd wordt naar een hervor
ming van onderwijs en volksopvoeding
in dien zin, dat de vredesgedachte,
de solidariteit aller volkeren, de plicht
aller burgers tot arbeid voor de wel
vaart van'allen zich bij het opkomend
geslacht baan breken, en naast de
geestelijke ook de lichamelijke oefening
van het opgroeiend geslacht is gewaar
borgd."
En hij vat dan zijne ineening samen
in dit voorstel aan het Partijcongres :
het volksonderwijs vrij te maken van
elk streven naar nationalisme en mili
tarisme."
De Leidsche hoogleeraar Kalff heeft
enkele vraagstukken, die door dit voor
stel te berde worden gebracht, nader
onder de oogen gezien.
In een artikel, getiteld Nationaal
en internationaal," opgenomen in
Vragen des Tijds van Januari 1921.
Een artikel, dat veler belangstelling
verdient ; wie aan mijne opwekking om
er kennis van te nemen, gevolg wil
geven, zal daar vermoedelijk geen spijt
van hebben ; vervelen zal hij zich in
elk geval niet, ook al mocht hij het met
den schrijver niet eens zijn.
Daar ik in hoofdzaak de meeningen
van den heer Kalff deel, zou ik het bij
deze opwekking kunnen laten ; er is
in zijn betoog echter n gedeelte,
waarover ik enkele opmerkingen wil
maken.
In den aanhef van zijn stuk .vertelt
hij een anecdote, waaruit de
wenschelijkheid blijkt, dat bij een dispuut over
de vraag, of een glas bier al dan niet
Dubbel Prinsesse is, beide partijen
weten, wat er onder Dubbel
Prinsessebier eigenlijk moet worden verstaan :
een bijdrage dus tot beter waardeering
van de leer der Significa !
Hieraan indachtig, heeft hij de
beteekenis van het woord nationalisme"
willen nagaan, voordat hij zijne op
merkingen daarover aan het adres der
S. D.A. P. ging plaatsen.
Wat het Woordenboek der
Nederlandsche Taal als de beteekenis van
nationalisme" vermeldt : die denk
wijze, waarbij liefde jegens eigen natio
naliteit met een zekeren afkeer van het
vreemde samengaat", bevredigde hem
niet.
Althans, hij vermoedt, dat de heeren
van den Partijraad der S.D.A.P. het
woord niet in die bijbeteekenis bezi
gen : afkeer van den vreemde immers
is te onzent schaarsch ; beter gesorteerd
zijn wij in het tegendeel." Eerder ge
looft hij, dat zij nationalisme" op
vatten in denzelfden ongunstigen zin,
dien het woord provincialisme" voor
ons heeft. Evenals men met dat woord
de beperktheid van blik aanduidt, die
oog heeft slechts voor de belangen eener
provincie,niet voordie van den gansclien
staat, zoo kan men met nationalisme"
de beperktheid eener beschouwing
bedoelen, die slechts het eigen volk,
niet de gansene beschaafde
menschheid omvat. Provincialisme" staat
dan tot nationalisme" als
natioHEROÏSME
II.
Een van zijn laatste groote romans was
d'Amumzio's Forse chc si, forse die mi. Hij
verscheen in 1910.*) Het is het verhaal van
een die het luchtruim tot zijn domein heeft
gekozen. Hooger! en verder ! is zijn devies,
en niet alleen van hem, maar ook van den
zielsvriend met wien hij in smetteloozen wed
ijver leeft. Helaas, den vriend wacht de dood
op het vliegveld.
Wij zien den held bij zijn lijk.
Hij had geen tranen, en hij klaagde niet.
Het groote leed is als een plotselinge ver
stijving van het geheele wezen ; het verleent
aan den geest de hardheid en den
doorzichtigen gloed van den hoogsten gletscher, en
doet hem blinken in het diamanten licht dat
alleen den hoogsten maagdelijken top om
straalt. Hij voelde zich klaar en vrij als nooit
te voren. Niets dat buiten hem lag was in hem
overgebleven ; geen verlangen kwam in hem
op. Hij stond in de wereld als een macht ver
heven boven het goed en het kwaad. Zijn
eigen wil slechts zou voortaan het richtsnoer
zijn van zijn handelingen.
Hij wendde zich, en zag het lijk op het
veldbed gewikkeld in het roode vlaggedoek, met
um het hoofd het zwarte laken, zoo geschikt
*) Ik maak van deze gelegenheid gebruik
om een uitlating van het voorgaande hoofd
stuk aan te vullen ; men leest daar, dat
d'Annunzio's kunst haar hoogste punt be
reikte : in lift eerste tiental jaren ; men leze :
in het eerste tiental jaren onzer eeuw. A., in
18(33 geboren, was niet zoo vroeg rijp als men
uit den onvcrbeterden tekst zou kunnen
opmaken.
dat het de snede aan de slapen verborg en
de breuk van het achterhoofd. Hij zag de
echte gelijkenis met een asceet avonturier,
en den heerlijken bouw van den ligurischen
stam, een ras van staatslieden en zeevaarders,
fijn als enkele voorname doeken van Antun
van Uyck die uit de schaduw der Genueesche
paleizen schitterend naar vuren komen...."
Deze aanhaling is lang, ik mag toch niet
anders doen dan nog voortgaan met aan te
halen. Hoe kan men anders een beeld zich
maken van de trotsche stemmingen die den
held ophouden boven wat zich noemt zijn
gelijken. Zelfs de dood mag in zijn omgeving
niet verminderen, alleen verfijnen, het beeld
van wie hij heeft liefgehad.
Maar de held die zijn eigen persoonlijkheid
zoo hoog heeft opgevoerd, staat daarom nog
niet boven de slagen van het Lot, hij gevoelt
zich vernederd in de vrouw die zijn harts
tocht had gedeeld, en hij wil reiniging zoeken
voor zijn geest hoog in de lucht door den dood,
het moet zijn een victorie over het leven, of
een vernieuwing en verheerlijking van het
leven.
Zoo stijgt hij op, steeds verder, steeds meer
in het ongemetene, liet is alsof de stem van
zijn vriend hem aanspoort. Fn het leven wil
hem niet loslaten : half onbewust in een droom
kiest hij een plaats aan de kust van Sardinië
om met' zijn vliegtuig te landen.
Geen juicligesclireeiiw, geen uitbarsting
van triomf, geen menigte gespannen van af
wachting en bleek in 't gezicht, geen
liandcngestrek ! Een stilte in de wildernis, een roem
in de woestenij ; en de morgen nog in al zijn
frischheid, en dat ademhalen van het kindje,
de zee, in de armen van liet land, en het
woord der verborgen voedstervronw die liet
leven kent en den dood en weet wat moet
geboren worden en wat niet kan sterven en
die den tijd kent van dat alles : Zoon, er is
geen god, wanneer gij het niet zijl."
Hier vinden wij de verheerlijking en de
triomf van het bovenmenschelijke.
Honderd jaar geleden had Lord Bynm
evenzoo beslag gelegd op de verbeelding van
nalisme" tot internationalisme.""
Of de heer Kalff met deze opvatting
van het woord nationalisme" in het
zelfde schuitje komt te varen als de
heeren van de S. D. A. P., laat ik in het
midden, al zou ik gelooven, dat zij het
woord nationalisme" eerder zouden
willen gelijkstellen met een ander woord,
dat wij uit den vreemde hebben over
genomen, n.l. chauvinisme."
Maar in elk geval hecht de heer Kalff
dus aan het woord nationalisme" een
ongunstige bijbeteekenis en stelt hij
het niet gelijk met
nationaliteitsgevoel."
Nu zou ik willen opmerken, dat hij in
een volgend deel van zijn betoog (op
blz. 252 en 253) de beide begrippen
laat samenvallen.
Immers, als hij de vraag stelt : waar
in bestaan dan de pogingen die de
S. D. A. P. met alle kracht wil tegengaan
om de opvoeding der kinderen en
der jongelieden dienstbaar te maken
aan nationalisme? dan noemt hij :
schoolfeesten bij verjaardagen van
vorstelijke personen.
Accoord : die kunnen vallen onder
de pogingen om ..nationalisme" te
kweeken.
Maar dan vervolgt hij : Maar hoe
nu bij de besianddeelen van het
nationaliteitsgevoel in den eigenlijken zin
des woords? Zeker werken opvoeding en
onderwijs er toe mede, die gevoelens
aan te kweeken en te versterken. Wat
zullen de opvoeders en onderwijzers
der S. D. A. P. daartegen doen? De
gehechtheid aan den geboortegrond
tegengaan? De overeenkomst van taal,
aard, zeden vvegredeneeren? Hunnen
leerlingen voorhouden, dat een Neder
lander evenveel gevoel van
saamhoorigheid heeft met zijn landgeiiooten als
met de Fransehen of welk ander volk
ook? Ik zie niet, wat opvoeding en
onderwijs hier zouden vermogen."
In deze passage nu spreekt de heer
Kalff niet langer over nationalisme",
dat ook voor hem een ongunstige
bijbeteekenis heeft, maar over
nationaliteitsgevoel", en nog wel over
nationaliteitsgevoel in den eigenlijken
zin des woords." Daar deze passage
een onderdeel uitmaakt van het be
toog, waarin hij handelt over de po
gingen om de opvoeding dienstbaar
te maken aan nationalisme, ontstaat
er zoo verwarring tuschen nationa
lisme" en nationaliteitsgevoel."
Daarmede nu speelt de heer Kalft'
in de kaart der S. D. A. P. En in plaats
van deze partij te helpen bij het
dooreenhalen der begrippen ,, nationalisme"
en nationaliteitsgevoel," lijkt het
mij juist gewenscht, haar te nopen ze
goed te onderscheiden.
Voor den Partijraad der S. D. A. P.
heeft nationalisme" vermoedelijk de
beteekenis van : chauvinisme, opge
schroefde vaderlandsliefde, de
overEuropa : het voorwerp van de bewondering,
van de liefde en van den haat zijner
tijdgenooten. Hij heeft hen met zich meegenomen
naar de gletsehers der Alpen om er zijn
samenspraak te hooren met de bovenaardsehe
machten, terwijl de wereld nog dreunde van
den naam van Napoleon. Dan is hij zijn leven
gaan offeren voor de /.aak der vrijheid van
het (irieksche volk. Ken Icarus wiens vleugels
hem niet hebben gedragen lot een aardsch
doel, maar wiens roem een overwinning en
een verheerlijking was van het leven.
Lord Uvron, cynisch, een/aair, een man
van wil en wellust, is bii de opening der groote
romantisch revolntionnaire periode van
Europa ; komt d'Anmmzio aan liet slot
daarvan in een episode waarbij hel inter
nationale leven zich van de groote beroering
wil redden in een nieuwe bedding?
\Vie wil het hopen? wie mag het gelooven?
tuiging van de voortreffelijkheid van
het eigen volk boven; alle andere, enz.
oed ; indien nationalisme dit moet
beteekenen, dan is de overgroote meer
derheid van het Nederlandsche volk
daartegen ; chauvinistisch is ons volk
toch waarachtig niet, eer het tegendeel.
Maar waarom moet de S.D.A.P. zich
dan aangorden tot het met alle kracht
tegengaan" van elke poging om de
opvoeding dienstbaar te maken aan
nationalisme"? In Duitschland of
Frankrijk zou zij hiervoor een arbeids
veld kunnen vinden ; maar bij ons?
Of zijn het de schoolfeestjes op Ko
ninginnedag, die het nationalisme"
bevorderen? Zeker, er wordt bij zulke
gelegenheden soms onzinnige
Oranjepoëzie" ten beste gegeven ; de heer
Kalff deelt er in zijn artikel nog een
vermakelijk staaltje van mee ; maar
spant het bijzonder onderwijs hierin
niet de kroon? En zijn ten slottc zulke
feestjes voor de kinderen niet heelemaal
los van de persoon, wier geboortedag
de aanleiding en ook niet meer dan
de aanleiding tot de feestviering
was? Ook bij de S.D.A.P. - het i's
het vorige jaar nog uit een polemiek
in //c/ Volle gebleken - zijn er verstandi
ge menschen, die hun kinderen het
meedoen aan dat pretje niet verbieden.
Bij mij in de straat hebben de kinderen
het vorige jaar op 31 Augustus vuur
werk afgestoken ; alle ouders droegen
er wat voor bij, en er was geen enkele
,,nationalist" of ,,chauvinist" onder ;
de kinderen zijn het er ook niet door
geworden !
Zoo men, met tien Partijraad der
S.D,A.P., ,,nationalisme" in de straks
aangegeven beteekenis afkeurt, dan
blijft noo- de vraag open : maar hoe
denkt gij. heeren van de S.D.A.P.,
over het nationaliteitsgevoel?
Dat gij de gehechtheid aan den ge
boortegrond zotidt willen tegengaan
of de overeenkomst van taal, aard en
zeden wegredeneeren - het valt mij
niet in, dit te veronderstellen : integen
deel, ik geloot' dat gij ze zult erkennen
als den natuurlijken en daarom niet uit
te roeien oorsprong van de vaderlands
liefde.
Maar indien gij deze vaderlandsliefde
niet zult trachten te versmoren, erkent
gij dan ook den plicht om bij de jeugd
het gevoel aan te kweeken, dat elk
burger moet medewerken tot verdedi
ging der nationale onafhankelijkheid?
(jij wilt - althans, dit is de ineening
van uw Partijraad ----- de nationale
onafhankelijkheid handhaven ; maar
geeft gij toe, dal de erkenning van
deze noodzakelijkheid insluit de ver
plichting, om bij de jeugd het nationa
liteitsgevoel, in den straks aangegeven
zin, aan te wakkeren?
Zoo gij dit toegeeft, dan zal ik u niet
verwijten, dat gij hierdoor in strijd komt
met uw wensch om de vredesgedachle
en het besef van de solidariteit aller
volkeren bij de jeugd te doen ontkie
men ; want voor mijn gevoel is er geen
strijd tusschen het bevorderen van de
vredesgedachte en het aankweeken
van het besef, dat een volk zijne onaf
hankelijkheid, zoo die wordt aange
rand, moet verdedigen ; tot in
onafzienbaren tijd zal zoowel het een als
het ander moeten gebeuren.
Ik zou alleen van het aanstaande
congres der S.D.A.P. willen verwach
ten, dat het in dit opzicht klaren wijn
schenkt ; ook daarom scheen het mij
gewenscht, de verwarring van de be
grippen nationalisme" en natio
naliteitsgevoel" te helpen keeren.
KERNRAMP
DE TOEKOMST VAN DE LICHA
MELIJKE OPVOEDING IN
NEDERLAND
DE OPI.EIDIVI; VAN DE: LEERKRACHTEN
De opleiding tot het ambt van Leeraar voor
de Lichamelijke opvoeding wordt den
laatsten tijd, en dit mag in verband met de zoo
gewenschte totstandkoming van een Cen
traal Instituut voor de Lichamelijke Opvoe
ding, geenszins verwondering wekken, weer
eens terdege in de pers besproken. Zoo stelt
b.v. een anonymus in de N. R. Rct. de vraag :
Is een Centraal Instituut voor de Licha
melijke Opvoeding noodig?"
De geachte schrijver komt tot de conclusie
(eene conclusie, welke door de corporaties
der (ïymnastiekleeraren en het Nederlandsen
Olympisch Comitéreeds lang geleden is ge
trokken, en waarvoor, zooals alleszins begrij
pelijk is, deze lichamen niet nagelaten hebben,
bij voorkomende gelegenheden, stemming"
te maken) dat alleen een goed ingericht
wetenschappelijk geleid Centraal Instituut
in staat is de lichamelijke opvoeding te bren
gen op het plan, waar zij, krachtens hare bui
tengewone belangrijkheid behoort."
Ook in het bewuste artikel wordt er terecht
op gewezen, dat de tegenwoordige opleiding
tot het belangrijk ambt van Leeraar voor de
Lichamelijke Opvoeding, wordt gegeven door
kleine en slecht geoutilleerde instituutjes."
Verder wordt op dezelfde plaats dan nog
medegedeeld, dat deze opleiding nog overigens
in handen is van onwetenschappelijke op
leiders."
Wat deze als onwetenschappelijk" aange
duide categorie van personen betreft, men mag
veilig aannemen, dat hun aantal uiterst gering
is. Immers, juist van deze particuliere op
leiders ging vooral het initiatief uit naar eene
verbeterde, eene gespecialiseerde opleiding.
Zij toch brachten met opoffering hunner
particuliere belangen en deze mogen bij
den gymnastiekleeraar toch ook wel eens
meetellen - ?- hun leerlingen over naar de
verschillende instituten, die zij beschouwden
als een overgangsvorm naar een toekomstig,
door het Rijk in te richten, -Centraal Insti
tuut voor de Lichamelijke Opvoeding.
Deze Instituten zijn inderdaad niet bijster
goed geoutilleerd. De toezegging tot steun
uit de. Rijksmiddelen verscheen ook dan eerst
eenige maanden geleden. De schrijver van het
feuilleton in dal blad richt verder eene, niet
als verwijt bedoelde, bedenking aan liet adres
van hen, die tot heden belast waren met de
verzorging van de lichamelijke opvoeding
op de scholen, daar waar hij aanmerkt, dat door
d'Anniinzio irad dadelijk in dienst van liet
Ita.liaansehe leger toen liet ten oorlog trok.
Alle wapens heeft hij gevolgd en aan de
belangrijkste wapentoeliten nam hij deel :
maar liet vliegtuig was zijn attribuut en zijn
symbool, hij organiseerde en commandeerde
den grooten raid tegen Weenen, hij was
dadelijk te vinden voor een waagstuk en hij
bezong in zijn In innen de ..sireken" van zijn
kameraden.
Want zoo noemde hij, op /.'n echt
Florentijnsch, de verrassingen welke hij den vijand
uit de lucht bezorgde,
Siamo irenta d'una sorte.
e treiitimo con la morte.
!-:ia, l'nltima ! Alala !
heet het in l.n lu'ihi di linceuri van de drie
vliegtuigen ieder met tien man die het avon
tuur bestonden. De dood kwam toen /onder
buit terug.
d'Anniinzio speelde met hem, hij behandelde
hem met allcrko^elijkstc ironie, maar de
dood, al gaf hij hem een waarschuwing, en al
nam hij hem het eene oog, hield zich eer
biedig op een afstand, lü' lag nog werk klaar
voor den dichter.
Ik heb reeds gezegd dat Italië op de Confe
rentie te Parijs van het jaar l'.M'.l zich
achteruitgezet meende, daar men geen rekening
hield met de offers die het had gebracht over
de genieene /aak der bondgeiiooten : toen
Rusland zich terugtrok uit den strijd, kwam
het heele gewicht van Oostenrijk neer op
Italië. *
Nu was de Oostcnrijksch-Hongaarsclie
macht uiteengespat, voor het oogeiiblik
leverde zij geen gevaar op, maar de Kroaten
die haar plaats in den (Juarneni wilden in
nemen, achtte d'Anniinzio een bedreiging
voor den Italiaanselien geest.
l lij had l-'inme levendig vór zich : de stad
zuiver Italiaansch van vorm ; maar de haven,
de kaden, de werven mr t hun magazijnen
getuigend van liet achterland waarvan Fiumc
de uit monding was : daar waren de elementen
bijeen van een handels stapelplaats, voor een
Yankee om van te waterlanden en daaren
boven was er een krachtige bevolking die het
gebruik van machines moes! leeren, en die
eerbied zou hebben voor de macht van het
kapitaal. Maar de fijne bloem van de
Italiaansehe Renaissance zon er givn plaats
vinden om op Ie schieten. . . .
- Weet gij wat dat voor vogel is?
vroegen eens zijn kameraden aan d'Amum/io,
toen zij, in oorlogstijd, hoog boven
Oostenrijksch gebied een beetje schuchter hoorden
kweelcn. l lij zingt Italiaansch, was het
antwoord en lachend ging het hart open van
Fiume terug. Eenparigheid van beweging was
er echter niet. De majoor keurde de onder
neming af, andere officieren vonden den tijd
nog niet gekomen. Maar de energieken ver
langden eindelijk door te rasten,
Feu geheime samenkomst van zeven luite
nants en oiiderlnitenants had plaats, en voor
de banieren van Fiume en balie werd in den
naam van hen die voor de eenheid van Italië
waren gestorven de eed afgelegd van trouw
aan de heilige zaak van Fiume. (ïeeu middel
mocht onbeproefd worden gelaten om te
maken dat f;inme volledig en onvoorwaarde
lijk bij Italië werd ingelijfd. Ik zweer trouw
aan de leus : l-'iume of de dood !"
hen van de eeelgenooten trok naar Venetië
om d'Anniinzio te raadplegen, de anderen
namen voorbereidende maartegeien \ oor het
succes der onderneming.
d'Anniinzio was vol geestdrift, hij /ou naar
l;inme gaan, ook al sloot zich verder niemand
bij hem aan : de /even saamge/Avorenen
/ouden zijn garde du corps zijn. Ken kort
oponthoud had toch nog plaats. Lu er was
geen tijd te verliezen.
lic n afgevaardigde was naar Fiume ge/ou
den ; hij iiad daar met den president van den
Nationalcu Raad gesproken en van hem
gehoord : nu d'Annunziu het verheven gebaar
maakte, kon hij burg blijven voor een volks
opstand in Fiume. Maar er diende direct
gehandeld, het moest een verrassing zijn.
Aan d'Aimmi/io werd niet meer dan 48 uren
In liet vorig hoofdstuk heb ik een enkel
woord gewijd aan de spanning, waarin Fiume
verkeerde toen de Italiaansehe regeering de
geregelde troepen uit de -tad begon terug te
l rekken en de bedoeling scheen te hebben :,n
de orde te doen bewaren door een in...,
uationaal corps. FA en herinner ik daaraan
De manschappen, een paar batailloiis gre
nadiers, werden op den overgang van Augus
tus en September l'iiv naar Ronchi
gediiigeerd, waai' zij vooreerst in afwachting van
een nadere bestemming bleven. F.cn groot
deel hunner was ontevreden, zij wilden naar
De bode kwam in den morgen van 8 Sep
tember ie Venetië. Dan zouden wij 10 Sep
tember moeten beginnen, zei de dichter, en
ik heb een bijgeloof tegen den tienden van
?:lke maand, l -".;. ons den datum op den
llden stellen. Op den Uiden, gelijk Vi had
voorzien, lag d'Annunziu nv.'i de koo.ts te
bed. Maar den Uden stond hij in /ir.' y.üitorm
van Inilenan' -kolonel der cavalerie klaar voor
de operatie.
C.
' V A N C K