De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 15 januari pagina 2

15 januari 1921 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Jan. '21. - No. 2273 DE HONGAARSCHE KROON Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan Als eerst die storm is uitgeraasd, dan misschien ! l < i"1" """ HHIIIIIII i i n Minimi i iiiiiiui u mi i minimi min meergenoemde onwetenschappelijkheid",,aan ontelbare individuen onnoemelijke schade kan worden toegebracht."*) Deze opmerking zoude als verwijt dan ook al zeer slecht opgaan, immers de hulp vaardigheid van de medische wetenschap, die zelve erkent nog tastend voort te schrijden in het veld van de physiologie van de li chaamsoefeningen" (eerst in dit jaar zal er, van de hand van Dr. W. P. Hubert van Blijenburgh, onder toezicht van Prof. Zwaarde maker, een werk verschijnen, dat over De wetenschappelijke grondslagen van de Gym nastiek" handelt) zoude nooit zoo heel be langrijk hebben kunnen zijn. Een Centraal Instituut voorde Lichamelijke Opvoeding, naar de totstandkoming waarvan ?een ieder,die het wel meent met de lichamelijke opvoeding, hunkerend uitziet, zal dan ook ongetwijfeld experimenteel onderzoek, labaratoriumarbeid e.d. met kapitale letters op het programma willen zien. De resultaten van dien arbeid in het labo ratorium, de resultaten van de op verschillende individuen genomen proeven, zullen licht werpen op de verschillende vraagstukken die FTBOIA *Tr^ p. doos 25 et. p. tube 50 et. naya H5c l . landpasta Antisepiisch. Economisch. nog op eene oplossing wachten, en dan eerst zal het goed mogelijk zijn te spreken van eene lichamelijke opvoeding die uitgaat van weten schappelijke beginselen, waarvan we in de scholen zoo gaarne de toepassing zien. Is het, in het belang van het opvoedingsobject, noodig de physiologische eischen zoo hoog mo gelijk op te voeren, dan mogen we m.i. daarbij de woorden van de Montaigne Ce n'est pas une ame, cen'est pas un corps qu'on dresse, c'est un homme" steeds indachtig blijven. Het mocht mij, gedurende mijne bezoeken aan diverse opleidingsinstituten in het bui tenland, opvallen, dat ook daar de opleiding tot leerkracht voor de lichamelijke opvoeding op het punt staat opnieuw geregeld te worden. Men wenscht daar in het buitenland de hy giënische en prophylactischc beteekenis, die een goed doordachte lichamelijke opvoeding moet hebben, wel goed in het oog te vatten (al ben ik daar, persoonlijk, meer van over tuigd in Frankrijk dan b.v. in Duitschland) doch men wenscht toch ook deze opvoeding de haar toekomende plaats in het systeem der algeheele opvoeding te verschaffen. Een samentreffen van den physioloog en den psycholoog blijkt alzoo ook op dit terrein onvermijdelijk te zijn. ! Het is dan volkomen begrijpelijk, dat de litteratuur van de lichamelijke opvoeding in het buitenland, waarop de oorlog zijn stempel heeft gedrukt, de lichamelijke opvoeding, door het aanzetten tot Willen en Doen, mede dienstbaar wil doen zijn aan de vorming eener ?iiiliiimiiiiiiifiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiliimii De Amerikaansche groot-financier Vanderlip, die, naar thans wel vast staat, van de Sovjetregeering belangrijke toezeggingen betreffende concessies in Siberië e. d. verkregen heeft, maar die daarvan geen gebruik kan maken zoolang de Amerikaansche regeering Lenin niet wenscht te erkennen, heeft dezer dagen het Amerikaansche publiek doen watertanden door een verleidelijk beeld op te hangen van de geweldige voorraden en rijkdommen welke Rusland in ruil zou kunnen geven voor de producten waarmee op 't oogenblik de Ame rikaansche pakhuizen volzitten. Misschien, vermoedelijk zelfs, overdrijft deze Amerikaan en zeker behoort er een behoorlijke dosis optimisme toe om aan te nemen, dat als Rusland weer in handelsrelatie trad met de rest van de wereld, Amerika, Engeland en andere West-Europeesche naties opeens over laden zouden worden met bestellingen en er een eind zou komen aan de werkeloosheid, die als nieuwe plaag ons allen het genot der prijsdaling vergalt. Maar wel wordt in dit tijds gewricht gansch de Europeesche politiek be heerscht door het verschijnsel van stremming der productie en werkeloosheid in Amerika en West-Europa eenerzijds, en de onmogelijk heid om te koopen, ondanks het nijpend gebrek in Rusland en Duitschland aan den anderen kant. En als Woensdag 19 dezer de Opperste Raad in Parijs samenkomt om de quaestie van Dititschland's ontwapening te behandelen, dan zal in verband met dit politieke vraagstuk in waarheid het groote economische probleem de spil zijn waarom de beraadslaging draait, 't Is ook daarom begrijpelijk, dat men de hervatting der Rrusselsche conferentie over de economisch-financieele verhouding van Duitschland tot de Entente en de hoegrootheid der schadeloos stelling verdaagd heeft tot na de bijeenkomst van den Oppersten Raad, want dank zij dit Brusselsch overleg moet Duitschland weer geopend worden als afzetgebied voor de Britsche industrie, terwijl het tevens een einde moet maken aan de ongelijke concurVRAAGTi SI-FA-KO SIGAREN Hot voornaamste Sorlemork i. S. MEUWSEN, Hofleverancier, A'DAM?R'DAM DEBESTEHOEDENIN HOLLAND imillllllfllilll MII ? tmi ? i m min toekomstig betere maatschappij, daar immers de huidige slechts door Arbeid is te releveeren. s»En zoo ziet men, ook in Frankrijk, waar het onderwijs in de gymnastiek volgens de begin selen van het Zweedsche stelsel wordt gegeven, in, dat het leven wel eens eischen stelt, waar aan het stelsel niet altijd kan voldoen, doch dat, mits die eischen rechtmatig zijn, het stel sel daarvoor wel eens een oogenb.ik wijken moet. De onlangs genomen beslissing van de commissie, door het Algemeen College van Ad vies voor de Lichamelijke Opvoeding ingesteld, die hier op neerkomt, dat men meent van eene bepaalde keuze te moeten afzien, komt zeker tegemoet aan de eischen die het leven soms stellen kan. Ik schreef hierboven, dat de opleiding tot leerkracht voor de lichamelijke opvoeding in het buitenland, op het punt staat opnieuw geregeld te worden, en, om eens een oogenblik het oog te richten op onze Oostelijke naburen, ook in Duitschland vat men deze zaak met de noodige ernst en voortvarendheid aan. De opleiding tot turnleeraar heeft voorna melijk plaats in het Landesturnanstalt teSpandai, bij Berlijn. Een gebouw met 4 turnzalen, waarin de attributen der Zweedsche Gymnas tiek evenmin ontbreken, metende 25 x 12 M. en een overdekte oefenplaats staan ten dienste van de practische oefening van de cursisten, die zoover het de deelneemsters aan de op leiding betreft elke cursus bestaat uit 70 deelnemers(sters) gedurende 6 maanden te Spandau verblijven, voorzoover het de deelnamers aangaat een maand langer. Aan het einde van eiken cursus heeft de Turn- Ruder- & Schwimmjehrerprüfung" plaats. Een bibliotheek van niet minder dan 6000 deelen, een tweetal gehoorzalen, localiteiten voor theoretische lessen, voor geneeskundig onderzoek, voor Röntgenologie, voor recre atie, enz. treft men in dit in 1911, door het Rijk, geopend instituut aan, dat voordien te Berlijn was gevestigd. Het gebouw is omgeven door uitgebreide terreinen voor spelen (waaronder tennisbanen) en athletische oefeningen, terwijl in de onmid dellijke nabijheid van het instituut eene over dekte zweminrichting en een, eveneens keurig ingericht, en wel voorzien, bootenhuis wordt aangetroffen. De o.a. gedurende mijn bezoek plaats heb bende oefening van de Sicherheitswehr maakte mij duidelijk, dat het Instituut te Spandau nog tot andere doeleinden dan alleen ter opleiding van a.s. turnleeraren wordt gebezigd. De deelneming aan een opleidingscursus staat in de eerste plaats open voor hen die reeds in het bezit zijn van eenige onderwijs bevoegdheid, terwijl waarborgen voor vol doende vooropleiding overigens worden ge vonden in de bij de aanmelding te overleggen diploma's van inrichtingen voor middelbaar onderwijs. Een examen wordt gevorderd van hen, die niet in staat zijn de daarvan vrijstelling geven de diploma-s te overleggen. Een strenge medische keuring, die rekening houdt met de eischen die aan het physiek van den toekomstigen leeraar zijn te stellen, gaat aan de toelating vooraf, terwijl bovendien nog onderzoek wordt gedaan naar de practische bedrevenheid van de(n) candidaat(e) in enkele eenvoudige gymnastische en athletische oefe ningen. Het leerplan van het Instituut omvat de volgende vakken : Theoretisch gedeelte: a Kennis van de geschiedenis van de Hchaamsoefeningen en van de middelen die bij de verzorging van de jeugd in aanmerking komen; b. Kennis van stelsels en methoden; c. Kennis van de Bewegingsleer ; d. Kennis van inrichting en bouw van oefengelegenheden ; e. Kennis van de medische vakken (anatomie en physio logie) ; f. Opvoedkundige kennis. Practisch gedeelte: a. Bedreven heid in Turnen (Hieronder worden gerekend de oefeningen der Athletiek, de spelen, het schermen en het worstelen); b. Lesgeven; Zwemmen: a. Theorie van het zwem men ; b. Practische bedrevenheid in de zwemkunst; c. Lesgeven. Roeien: a. De Theorie van het Roeien ; b. Practische bedrevenheid in het roeien ; c. Lesgeven Men acht dezen opleidingstijd te kort, en het is de Deutsche Hochschule für Leibesiibungen", die tracht hare opleiding in te vlech ten in die welke het Instituut te Spandau geeft. Getracht zal worden te komen tot een lang duriger voorbereiding, wanneer de Staat de nieuwe Hoogeschool zal hebben overgenomen. De Hochschule" is eene instelling, welke dit jaar door de Deutsche Reichsausschuss für Leibesübungen" werd geopend, alzoo eene particuliere-. Zij geniet den steun van het Rijk, en ver zekerde zich de medewerking van vele voor aanstaande Duitsche medici en practici in de lichamelijke opvoeding. Blijkt het hoofddoel te zijn de verzorging van de opleiding tot sportleeraar, daar worden er nog tevens verschillende cursussen gehou den, voor hen, die kennis van meer speciale onderdeelen wenschen op te doen. Het zomersemester werd gevolgd door 71 personen, meest leeraren, verder officieren en studenten. Het is echter wel te voorzien, dat de Reichsausschusz für Leibesübungen," welke alle groote sportbonden omvat, en zijn vertegen woordigers tot zelfs in de verschillende Minis teries heeft, zijne jwenschen in zake de oplei ding in vervulling zal zien gaan. In een volgend artikel komen we nog eens terug op de Hoogeschool, om daarna het oog te richten naar het overige buitenland, om tenslotte tot eenige conclusies te komen, die mogelijk van waarde zijn bij de vorming eener gedachte over de opleiding van hen, aan wien in de toekomst de lichamelijke op voeding van onze jeugd zal worden toever trouwd. K- H. V A N S C II A G E N *) In het Hbld. van 7 Dec. j.l. lezen wij, dat onder voorzitterschap van dr. Philippe Tissié, de groote propagandist voor de Zweedsche Gymnastiek in Frankrijk, eene internationale vereeniging van artsen is opgericht die tot doel heeft daadwerkelijke bslangstelling voor het vraagstuk van de lichamelijke op voeding te tooncn." OELOF AITROEN U KALVERSTRAAT 1 Amsterdam OPGERICHT 185O TELEFOON 658 N. DEN HAAG - PLAATS 23 firma M. J. GOUDSMIT PAARLEN, BRILLANTEN Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit llllllllllfllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illllllll l NIH l II III III rentie welke de Duitsche industrie de Engelsche, dank zij de lage markenkoers. aandoet, maar over dit alles valt niet te praten, zoo lang er politieke verwikkelingen met Frankrijk zijn en er b.v. nog een bezetting van 't Roer gebied dreigt. Bovendien hangt die ontwapenings-quaestie weer nauw samen met den toestand in Rusland, omdat immers Duitsch land zegt niet te kunnen ontwapenen, zoolang er gevaar uit dien hoek dreigt en aldus staat het economische en politieke Duitsche pro bleem in het allernauwste verband met het Russische. Er is derhalve veel vór, om dit alles tesamen eerst in Parijs onder de ge allieerden te bespreken voor men definitieve afspraken m;t D.iitschland gaat maken, en wij zouden ons dan ook gaarne in het uitstel schikken, wanneer wij nht bang waren dat de Parijsche, conferentie evenals vele hare r voorgangsters, weinig positief resultaat zal opleveren. Immers, het is niet waarschijnlijk, dat de Britsche diplomaten met energie zullen aandringen op datgene wat de heer Vanderüp van zijn regeering vraagt, d. i. vrede met Rusland en opening van handelsbetrekkingen, want daartoe is de Britsche regeering gelijk nog zoo juist gebleken is uit Lord Curzon's langademige nota aan Tsjitsierin zelf veel te aarzelend, vermoedelijk innerlijk te verdeeld, terwijl Frankrijk tot dusver zoo goed als niets heeft willen weten van herstel der economische betrekkingen met de Russen. Alleen de Italianen willen in deze richting doelbewust voortgaan. Dat bestellingen uit Rusland spoedig de werkeloosheid in onze streken en Amerika zullen komen bestrijden, is dus niet te ver wachten. Dan misschien Duitschland? We kunnen natuurlijk wel verwachten dat de Engelschen in Parijs er alles voor zullen doen, om, door een verzoenend optreden in zake de ontwapening, den weg te banen tot economisch overleg en aldus het Duitsche volk weer tot klant te maken als vanouds. Maar Frankrijk blijft hier immers ijselijk wantrouwend en de geruchten dezer dagen over grootsch opgezette plannen der Sovjetregeering voor een voorjaars-campagne in westelijke richting zullen de diplomaten in Parijs er vermoedelijk niet toe brengen, toe te laten dat Duitschland zijn oostgrens ver sterkt, maar. wél nog krachtiger dan tot dusver er bij hun bondgenooten op aan te dringen, dat de Entente hulp verleene aan Polen en Roemenië om aldus de dam tegen den dreigenden Russischen stormvloed sterker te maken. Dit loopt waarschijnlijk ten slotte uit op een compromis tusschen Engeland en Frankrijk en wij mogen onze verwachtingen op een gunstige uitwerking de/er besprekingen voor de spoedige opneming van Duitschland in het West-Europeesclie volkenleven dus zeker niet al te hoog spannen. Trouwens - om hier nog even op terug te komen zelfs ais de Entente mi eens, door het werkeloosi'eidsspook beangst, ertoe overging de deur voor handel met Rusland en Duitschland wijd open te zetten, dan zou spoedige hulp van deze zijde toch nauwelijks te verwachten zijn. Want al zijn alle prac tische en theoretische staathuishoudkundigen 't er over eens, dat de welvaart slechts kan terugkeeren indien dit geschiedt, toch zullen Midden- en vooral Oost-Europa naar alle waarschijnlijkheid nog een langdurige herstel periode m >eten doormaken eer zij hun rol in de economische samenleving der wereld weer kunnen vervullen. Indien de angstwekkende berichten over Russische militaire plannen inderdaad waar heid mochten bevatten, dan zal men zelfs van zijn laaggespannen verwachtingen moeten afzien: een nieuwe oorlog in Oost-Europa, die allicht heel den zomer zou duren, is op zichzelf reeds voldoende om zulk een ver warring te brengen dat van herstel heel geen sprake meer kan zijn, terwijl ais die oorlog mocht eindigen met een Russische over winning, misschien gcvolgj door troebelen in Diiitschkind - de triuinf van 't commu nisme ook daar, wellicht - dan moei men alle hoop laten varen en de westersche landen zullen dan alles moeten doen om voor eigen veiligheid te zorgen. Wat nu te denken van deze berichten? Zij zijn tamelijk vaag en zelfs de correspon denten die ze verspreiden houden niet vol, dat de Oost-Kuropeesche oorlog onvermijde lijk zou zijn, maar slechts dat zoowel Russen. Polen als Roemenen zich tegen elkander wapenen en mobiliseeren. Ook zijn de plannen voor een groot bolsjewistisch offensief moeilijk te rijmen met die andere berichten uit Moskou volgens welke Lenin en de zijnen zouden ijveren voor een handelsverkeer met het kapi talistische westen, dus voor vrede. Misschien is dan dit laatste slechts camouflage en dient hc-t alleen als dekmantel voor de communis tische propaganda? Velen nieenen het en we kunnen zeker niet zeggen dat liet niet zoo kan wezen. Maar niet minder waarschijn lijk is het, dat de Russische rcgeering, even als zoo menig kapitalistisch bewind, heen en weer geslingerd wordt tusschen drang naar oorlog en naar vrede, tusschen een militante en een pacifistische partij. Natuurlijk is ver spreiding harer leer doel, maar deze kan evengoed gediend worden door vreedzame als door gewapende propaganda, terwijl de vraag van vrede of oorlog tevens in hoogc mate beheerscht wordt door den toestand binnens lands, want volgens sommigen moet Moskou een oorlogspolitiek voeren om het hoofd boven water te houden, terwijl anderen van meening zijn dat 't Sovjet-bewind het slechts zal kunnen houden wanneer zij dank zij vrede een zekere welvaart in den lande herstelt. Aldus is er geen mensen in West-Europa die kan voorspellen of de Russen voor of na het smelten van de sneeuw of in 't geheel niet zullen optrekken om de beschaafde wereld onder het Moskovitlsch-coniinunistisch juk te brengen. Met deze gevaren staat vermoedelijk in verband de reis van den Poo'schen president I'ilsoedsky eerst naar Brussel en dan naar Parijs. .Allicht ko nt hij in deze streken toe zegging van Entente-steun vragen, maar daarbij belooft het hem weinig goeds dat Llovd (ieorge hem niet heeft willen ontmoeten. Voor de Fransche diplomatic beteekcnt het een nederlaag dat in dezen immer nog zoo precairen toestand een incident de goede ver houding tot den eenigen immrvasten bond genoot, België, heeft verstoord. Gezant De Margerie in Brussel heeft door een onhan dige nieuwjaarsrede, waarin hij sprak alsof België zooiets als Hrankrijk's vazal was, veel kwaad bloed gezet en de ongunstige indruk is door geen latere toelichting allerminst weg genomen. Misschien zal men nu dezen diplo maat wel laten heengaan uit de Belgische hoofdstad, maar daarmee komt de oude vriend schap niet weer. Daar komen economische wrijvingen bij: Frankrijk benadeelt met zijn protectionistische politiek ook den Belgischen vriend en deze is voornemens met represaille maatregelen te antwoorden, terwijl er boven dien o schrik! -- in België stemmen opgaan voor economische toenadering tot Duitschland. Men weet hoeveel Duitschers vór den oorlog in België hun brood ver dienden en tevens het Belgische land mede tot bloei brachten. Met den oorlog is daar aan een einde gekomen, maar nu Frankrijk niet wenscht te fungeeren als achterland voor VERSLAGENHEID Om de oude, ronde tafel Zetelt weer de vriendenschaar. Hoe verslagen en bescheiden Zijn ze heden bij elkaar! Allen zijn het forsche mannen, H oog-gebuikt en breed van borst; Sterke magen, laaie levens En van weigeschoolden dorst. Ernstig zijn ze daar te zamen In hun vaste bitterklup Leden van: Den zouten stengel" Met de zinspreuk: Tot den drup". Ieder heeft zijn volle glaasje Op zijn asbest-rondje staan. Om er lang van te genieten Ruiken ze er dikwijls aan. Daarna tippen ze een teugje Van hun middag-excitans, Zeer omzichtig rondgedragen Door den grijzen kellner Frans. Bij den tweeden pikkedanus Neemt van Asperen het woord; Allen bukken zich voorover, Zwijgend wordt hij aangehoord. Mijne heeren" zegt hij plechtig En met ingehouden wrok, Dertig centen voor 'n borrel" Wordt 'n dubbeltje de slok". Juist nu alle prijzen dalen", Slaat men onze neutjes op"; Die maar even aan wil pappen" Kost het dadelijk 'n pop". Die er vroeger zeven namen" Zijn er nu gebracht tot vier", De verhooging der accijnsen" Nekt ons bitter uur-plezier". Denk' eens aan de werkeloosheid" Bij de branders te Schiedam", Als we onze taks niet nemen" Kost het hun de boterham". Laat ons staken, mijne heeren", Nu men onze rechten schendt", Laat ons vastberaden slaken" Tot het bitter, bitter end". J. H. SPEENHOFF IHIIIIlllllllllllllllllHIIMUIllIIIHIIllHUllHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIllMllllllliriHI UNIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-«RAVENH4GE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWIJK, UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO. Agentschappen in Indië: BATAYIA, SOERABAYA, SEMARANG, BANDÜENG, IHEDAN en WELTEVREDEN. Antwerpen en zelfs vele pogingen doet om zijn eigen havens ook tot invoerhavens te maken voor het zich herstellende Duitsch land, nu is bij onze practische zuidelijke buren begrijpelijkerwijze de neiging ontstaan om zich de kaas niet van het brood te laten eten en toenadering te toonen tot het land waarvan het zooveel geleden heeft. Anders gezegd, België zou zich gaan orienteeren meer volgens de Engelsche dan de Fransche poli tiek tegenover D.ütschland en daarmede het gevaar voor isoleering van Frankrijk vergrooten. Bestaat er gevaar dat op deze wijze de Entente vaneenscheurt? Men ziet dat gevaar nu al zo > lang dreigen, dat men het minder duchten gaat En inderdaad, ook Engeland heeft nog zooveel be'ang bij een warme vriend schap met Frankrijk, dat het uiteenvallen der alliantie zeker nog wel voor de deur staat. De vlo'jtplannen van A-nerika en Japan bedreigen Engeland's overmacht ter zee der mate, dat het zijn bondgeno >ten niet missen kan en de Fransche vloot is immers nog altijd heel sterk. Of dan de wedloop in vlootbouw tusschen Amerika en Japan onvermijdelijk is? Er worden in de U. S. A. pogingen tot ont wapeningsbesprekingen in 't werk gesteld en men zegt zelfs dat Harding zoodra hij op treedt, de naties der wereld naar Washington zal uitnoodigen om daar het ontwapenings probleem ter hand te nemen. Waarom niet liever in Génfcve ? Wel, omdat Harding ge kozen is als anti-volkenbonds-candidaat. Tot slot: Ierland. Lloyd George en pater O'Flannagan hebben gepraat en de Valera schijnt in Ierland te zijn en vrijgeleide te kunnen krijgen om eveneens in Londen te komen onderhandelen. Dit klinkt vrij hoop vol, edoch het gesprek met O'Flannagan schijnt niets te hebben opgeleverd,omdat L.G., al 'is hij misschien tot eenige concessie bereid, er niet aan denkt toe te stemmen in de vorming van een onafhankelijk Ierland. En daarbij woedt de burgeroorlog in Ierland voort: eenige dagen geleden nog werd in Dublin een auto, waarin een officier met zijn vrouw zat formeel bestookt do ar een ge wapende lersche bende, midden op straat, terwijl alleen de handigheid van den chauf feur de inzittenden redde. J. C. VAX OVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl