Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
15 Jan. '21. - No. 2273
DE HONGAARSCHE KROON
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
Als eerst die storm is uitgeraasd, dan misschien !
l < i"1" """ HHIIIIIII i i n Minimi i iiiiiiui u mi i minimi min
meergenoemde onwetenschappelijkheid",,aan
ontelbare individuen onnoemelijke schade
kan worden toegebracht."*)
Deze opmerking zoude als verwijt dan
ook al zeer slecht opgaan, immers de hulp
vaardigheid van de medische wetenschap, die
zelve erkent nog tastend voort te schrijden
in het veld van de physiologie van de li
chaamsoefeningen" (eerst in dit jaar zal er,
van de hand van Dr. W. P. Hubert van
Blijenburgh, onder toezicht van Prof. Zwaarde
maker, een werk verschijnen, dat over De
wetenschappelijke grondslagen van de Gym
nastiek" handelt) zoude nooit zoo heel be
langrijk hebben kunnen zijn.
Een Centraal Instituut voorde Lichamelijke
Opvoeding, naar de totstandkoming waarvan
?een ieder,die het wel meent met de lichamelijke
opvoeding, hunkerend uitziet, zal dan ook
ongetwijfeld experimenteel onderzoek,
labaratoriumarbeid e.d. met kapitale letters op
het programma willen zien.
De resultaten van dien arbeid in het labo
ratorium, de resultaten van de op verschillende
individuen genomen proeven, zullen licht
werpen op de verschillende vraagstukken die
FTBOIA *Tr^ p. doos 25 et. p. tube 50 et.
naya H5c l .
landpasta
Antisepiisch. Economisch.
nog op eene oplossing wachten, en dan eerst
zal het goed mogelijk zijn te spreken van eene
lichamelijke opvoeding die uitgaat van weten
schappelijke beginselen, waarvan we in de
scholen zoo gaarne de toepassing zien. Is het,
in het belang van het opvoedingsobject,
noodig de physiologische eischen zoo hoog mo
gelijk op te voeren, dan mogen we m.i. daarbij
de woorden van de Montaigne Ce n'est pas
une ame, cen'est pas un corps qu'on dresse,
c'est un homme" steeds indachtig blijven.
Het mocht mij, gedurende mijne bezoeken
aan diverse opleidingsinstituten in het bui
tenland, opvallen, dat ook daar de opleiding
tot leerkracht voor de lichamelijke opvoeding
op het punt staat opnieuw geregeld te worden.
Men wenscht daar in het buitenland de hy
giënische en prophylactischc beteekenis, die
een goed doordachte lichamelijke opvoeding
moet hebben, wel goed in het oog te vatten
(al ben ik daar, persoonlijk, meer van over
tuigd in Frankrijk dan b.v. in Duitschland)
doch men wenscht toch ook deze opvoeding
de haar toekomende plaats in het systeem der
algeheele opvoeding te verschaffen.
Een samentreffen van den physioloog en
den psycholoog blijkt alzoo ook op dit terrein
onvermijdelijk te zijn. !
Het is dan volkomen begrijpelijk, dat de
litteratuur van de lichamelijke opvoeding in
het buitenland, waarop de oorlog zijn stempel
heeft gedrukt, de lichamelijke opvoeding,
door het aanzetten tot Willen en Doen, mede
dienstbaar wil doen zijn aan de vorming eener
?iiiliiimiiiiiiifiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiliimii
De Amerikaansche groot-financier Vanderlip,
die, naar thans wel vast staat, van de
Sovjetregeering belangrijke toezeggingen betreffende
concessies in Siberië e. d. verkregen heeft,
maar die daarvan geen gebruik kan maken
zoolang de Amerikaansche regeering Lenin
niet wenscht te erkennen, heeft dezer dagen
het Amerikaansche publiek doen watertanden
door een verleidelijk beeld op te hangen van
de geweldige voorraden en rijkdommen welke
Rusland in ruil zou kunnen geven voor de
producten waarmee op 't oogenblik de Ame
rikaansche pakhuizen volzitten. Misschien,
vermoedelijk zelfs, overdrijft deze Amerikaan
en zeker behoort er een behoorlijke dosis
optimisme toe om aan te nemen, dat als
Rusland weer in handelsrelatie trad met de
rest van de wereld, Amerika, Engeland en
andere West-Europeesche naties opeens over
laden zouden worden met bestellingen en er
een eind zou komen aan de werkeloosheid,
die als nieuwe plaag ons allen het genot der
prijsdaling vergalt. Maar wel wordt in dit tijds
gewricht gansch de Europeesche politiek be
heerscht door het verschijnsel van stremming
der productie en werkeloosheid in Amerika
en West-Europa eenerzijds, en de onmogelijk
heid om te koopen, ondanks het nijpend
gebrek in Rusland en Duitschland aan den
anderen kant. En als Woensdag 19 dezer de
Opperste Raad in Parijs samenkomt om de
quaestie van Dititschland's ontwapening te
behandelen, dan zal in verband met dit
politieke vraagstuk in waarheid het groote
economische probleem de spil zijn waarom
de beraadslaging draait, 't Is ook daarom
begrijpelijk, dat men de hervatting der
Rrusselsche conferentie over de
economisch-financieele verhouding van Duitschland tot de
Entente en de hoegrootheid der schadeloos
stelling verdaagd heeft tot na de bijeenkomst
van den Oppersten Raad, want dank zij dit
Brusselsch overleg moet Duitschland weer
geopend worden als afzetgebied voor de
Britsche industrie, terwijl het tevens een
einde moet maken aan de ongelijke
concurVRAAGTi
SI-FA-KO
SIGAREN
Hot voornaamste Sorlemork
i. S. MEUWSEN, Hofleverancier, A'DAM?R'DAM
DEBESTEHOEDENIN HOLLAND
imillllllfllilll MII ? tmi
? i m min
toekomstig betere maatschappij, daar immers
de huidige slechts door Arbeid is te releveeren.
s»En zoo ziet men, ook in Frankrijk, waar het
onderwijs in de gymnastiek volgens de begin
selen van het Zweedsche stelsel wordt gegeven,
in, dat het leven wel eens eischen stelt, waar
aan het stelsel niet altijd kan voldoen, doch
dat, mits die eischen rechtmatig zijn, het stel
sel daarvoor wel eens een oogenb.ik wijken
moet.
De onlangs genomen beslissing van de
commissie, door het Algemeen College van Ad
vies voor de Lichamelijke Opvoeding ingesteld,
die hier op neerkomt, dat men meent van eene
bepaalde keuze te moeten afzien, komt zeker
tegemoet aan de eischen die het leven soms
stellen kan.
Ik schreef hierboven, dat de opleiding tot
leerkracht voor de lichamelijke opvoeding in
het buitenland, op het punt staat opnieuw
geregeld te worden, en, om eens een oogenblik
het oog te richten op onze Oostelijke naburen,
ook in Duitschland vat men deze zaak met
de noodige ernst en voortvarendheid aan.
De opleiding tot turnleeraar heeft voorna
melijk plaats in het Landesturnanstalt
teSpandai, bij Berlijn. Een gebouw met 4 turnzalen,
waarin de attributen der Zweedsche Gymnas
tiek evenmin ontbreken, metende 25 x 12 M.
en een overdekte oefenplaats staan ten dienste
van de practische oefening van de cursisten,
die zoover het de deelneemsters aan de op
leiding betreft elke cursus bestaat uit 70
deelnemers(sters) gedurende 6 maanden te
Spandau verblijven, voorzoover het de
deelnamers aangaat een maand langer.
Aan het einde van eiken cursus heeft de
Turn- Ruder- & Schwimmjehrerprüfung"
plaats.
Een bibliotheek van niet minder dan 6000
deelen, een tweetal gehoorzalen, localiteiten
voor theoretische lessen, voor geneeskundig
onderzoek, voor Röntgenologie, voor recre
atie, enz. treft men in dit in 1911, door het
Rijk, geopend instituut aan, dat voordien te
Berlijn was gevestigd.
Het gebouw is omgeven door uitgebreide
terreinen voor spelen (waaronder tennisbanen)
en athletische oefeningen, terwijl in de onmid
dellijke nabijheid van het instituut eene over
dekte zweminrichting en een, eveneens keurig
ingericht, en wel voorzien, bootenhuis wordt
aangetroffen.
De o.a. gedurende mijn bezoek plaats heb
bende oefening van de Sicherheitswehr maakte
mij duidelijk, dat het Instituut te Spandau
nog tot andere doeleinden dan alleen ter
opleiding van a.s. turnleeraren wordt gebezigd.
De deelneming aan een opleidingscursus
staat in de eerste plaats open voor hen die
reeds in het bezit zijn van eenige onderwijs
bevoegdheid, terwijl waarborgen voor vol
doende vooropleiding overigens worden ge
vonden in de bij de aanmelding te overleggen
diploma's van inrichtingen voor middelbaar
onderwijs.
Een examen wordt gevorderd van hen, die
niet in staat zijn de daarvan vrijstelling geven
de diploma-s te overleggen.
Een strenge medische keuring, die rekening
houdt met de eischen die aan het physiek
van den toekomstigen leeraar zijn te stellen,
gaat aan de toelating vooraf, terwijl bovendien
nog onderzoek wordt gedaan naar de practische
bedrevenheid van de(n) candidaat(e) in enkele
eenvoudige gymnastische en athletische oefe
ningen.
Het leerplan van het Instituut omvat de
volgende vakken :
Theoretisch gedeelte: a Kennis
van de geschiedenis van de Hchaamsoefeningen
en van de middelen die bij de verzorging
van de jeugd in aanmerking komen; b. Kennis
van stelsels en methoden; c. Kennis van
de Bewegingsleer ; d. Kennis van inrichting
en bouw van oefengelegenheden ; e. Kennis
van de medische vakken (anatomie en physio
logie) ; f. Opvoedkundige kennis.
Practisch gedeelte: a. Bedreven
heid in Turnen (Hieronder worden gerekend
de oefeningen der Athletiek, de spelen, het
schermen en het worstelen); b. Lesgeven;
Zwemmen: a. Theorie van het zwem
men ; b. Practische bedrevenheid in de
zwemkunst; c. Lesgeven.
Roeien: a. De Theorie van het Roeien ;
b. Practische bedrevenheid in het roeien ;
c. Lesgeven
Men acht dezen opleidingstijd te kort, en
het is de Deutsche Hochschule für
Leibesiibungen", die tracht hare opleiding in te vlech
ten in die welke het Instituut te Spandau
geeft.
Getracht zal worden te komen tot een lang
duriger voorbereiding, wanneer de Staat de
nieuwe Hoogeschool zal hebben overgenomen.
De Hochschule" is eene instelling, welke
dit jaar door de Deutsche Reichsausschuss
für Leibesübungen" werd geopend, alzoo eene
particuliere-.
Zij geniet den steun van het Rijk, en ver
zekerde zich de medewerking van vele voor
aanstaande Duitsche medici en practici in
de lichamelijke opvoeding.
Blijkt het hoofddoel te zijn de verzorging
van de opleiding tot sportleeraar, daar worden
er nog tevens verschillende cursussen gehou
den, voor hen, die kennis van meer speciale
onderdeelen wenschen op te doen.
Het zomersemester werd gevolgd door 71
personen, meest leeraren, verder officieren
en studenten.
Het is echter wel te voorzien, dat de
Reichsausschusz für Leibesübungen," welke alle
groote sportbonden omvat, en zijn vertegen
woordigers tot zelfs in de verschillende Minis
teries heeft, zijne jwenschen in zake de oplei
ding in vervulling zal zien gaan.
In een volgend artikel komen we nog eens
terug op de Hoogeschool, om daarna het oog
te richten naar het overige buitenland, om
tenslotte tot eenige conclusies te komen,
die mogelijk van waarde zijn bij de vorming
eener gedachte over de opleiding van hen,
aan wien in de toekomst de lichamelijke op
voeding van onze jeugd zal worden toever
trouwd.
K- H. V A N S C II A G E N
*) In het Hbld. van 7 Dec. j.l. lezen wij, dat
onder voorzitterschap van dr. Philippe Tissié,
de groote propagandist voor de Zweedsche
Gymnastiek in Frankrijk, eene internationale
vereeniging van artsen is opgericht die tot
doel heeft daadwerkelijke bslangstelling
voor het vraagstuk van de lichamelijke op
voeding te tooncn."
OELOF AITROEN
U
KALVERSTRAAT 1
Amsterdam
OPGERICHT 185O
TELEFOON 658 N.
DEN HAAG - PLAATS 23
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BRILLANTEN
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
llllllllllfllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illllllll l NIH l II III III
rentie welke de Duitsche industrie de
Engelsche, dank zij de lage markenkoers. aandoet,
maar over dit alles valt niet te praten, zoo
lang er politieke verwikkelingen met Frankrijk
zijn en er b.v. nog een bezetting van 't Roer
gebied dreigt. Bovendien hangt die
ontwapenings-quaestie weer nauw samen met den
toestand in Rusland, omdat immers Duitsch
land zegt niet te kunnen ontwapenen, zoolang
er gevaar uit dien hoek dreigt en aldus staat
het economische en politieke Duitsche pro
bleem in het allernauwste verband met het
Russische. Er is derhalve veel vór, om dit
alles tesamen eerst in Parijs onder de ge
allieerden te bespreken voor men definitieve
afspraken m;t D.iitschland gaat maken, en
wij zouden ons dan ook gaarne in het uitstel
schikken, wanneer wij nht bang waren dat
de Parijsche, conferentie evenals vele hare r
voorgangsters, weinig positief resultaat zal
opleveren. Immers, het is niet waarschijnlijk,
dat de Britsche diplomaten met energie zullen
aandringen op datgene wat de heer Vanderüp
van zijn regeering vraagt, d. i. vrede met
Rusland en opening van handelsbetrekkingen,
want daartoe is de Britsche regeering
gelijk nog zoo juist gebleken is uit Lord
Curzon's langademige nota aan Tsjitsierin
zelf veel te aarzelend, vermoedelijk innerlijk
te verdeeld, terwijl Frankrijk tot dusver zoo
goed als niets heeft willen weten van herstel
der economische betrekkingen met de Russen.
Alleen de Italianen willen in deze richting
doelbewust voortgaan.
Dat bestellingen uit Rusland spoedig de
werkeloosheid in onze streken en Amerika
zullen komen bestrijden, is dus niet te ver
wachten. Dan misschien Duitschland? We
kunnen natuurlijk wel verwachten dat de
Engelschen in Parijs er alles voor zullen
doen, om, door een verzoenend optreden in
zake de ontwapening, den weg te banen tot
economisch overleg en aldus het Duitsche
volk weer tot klant te maken als vanouds.
Maar Frankrijk blijft hier immers ijselijk
wantrouwend en de geruchten dezer dagen
over grootsch opgezette plannen der
Sovjetregeering voor een voorjaars-campagne in
westelijke richting zullen de diplomaten in
Parijs er vermoedelijk niet toe brengen, toe
te laten dat Duitschland zijn oostgrens ver
sterkt, maar. wél nog krachtiger dan tot
dusver er bij hun bondgenooten op aan te
dringen, dat de Entente hulp verleene aan
Polen en Roemenië om aldus de dam tegen
den dreigenden Russischen stormvloed sterker
te maken. Dit loopt waarschijnlijk ten slotte
uit op een compromis tusschen Engeland en
Frankrijk en wij mogen onze verwachtingen
op een gunstige uitwerking de/er besprekingen
voor de spoedige opneming van Duitschland
in het West-Europeesclie volkenleven dus
zeker niet al te hoog spannen.
Trouwens - om hier nog even op terug
te komen zelfs ais de Entente mi eens,
door het werkeloosi'eidsspook beangst, ertoe
overging de deur voor handel met Rusland
en Duitschland wijd open te zetten, dan zou
spoedige hulp van deze zijde toch nauwelijks
te verwachten zijn. Want al zijn alle prac
tische en theoretische staathuishoudkundigen
't er over eens, dat de welvaart slechts kan
terugkeeren indien dit geschiedt, toch zullen
Midden- en vooral Oost-Europa naar alle
waarschijnlijkheid nog een langdurige herstel
periode m >eten doormaken eer zij hun rol
in de economische samenleving der wereld
weer kunnen vervullen.
Indien de angstwekkende berichten over
Russische militaire plannen inderdaad waar
heid mochten bevatten, dan zal men zelfs
van zijn laaggespannen verwachtingen moeten
afzien: een nieuwe oorlog in Oost-Europa,
die allicht heel den zomer zou duren, is op
zichzelf reeds voldoende om zulk een ver
warring te brengen dat van herstel heel geen
sprake meer kan zijn, terwijl ais die oorlog
mocht eindigen met een Russische over
winning, misschien gcvolgj door troebelen
in Diiitschkind - de triuinf van 't commu
nisme ook daar, wellicht - dan moei men
alle hoop laten varen en de westersche landen
zullen dan alles moeten doen om voor eigen
veiligheid te zorgen.
Wat nu te denken van deze berichten?
Zij zijn tamelijk vaag en zelfs de correspon
denten die ze verspreiden houden niet vol,
dat de Oost-Kuropeesche oorlog onvermijde
lijk zou zijn, maar slechts dat zoowel Russen.
Polen als Roemenen zich tegen elkander
wapenen en mobiliseeren. Ook zijn de plannen
voor een groot bolsjewistisch offensief moeilijk
te rijmen met die andere berichten uit Moskou
volgens welke Lenin en de zijnen zouden
ijveren voor een handelsverkeer met het kapi
talistische westen, dus voor vrede. Misschien
is dan dit laatste slechts camouflage en dient
hc-t alleen als dekmantel voor de communis
tische propaganda? Velen nieenen het en we
kunnen zeker niet zeggen dat liet niet
zoo kan wezen. Maar niet minder waarschijn
lijk is het, dat de Russische rcgeering, even
als zoo menig kapitalistisch bewind, heen en
weer geslingerd wordt tusschen drang naar
oorlog en naar vrede, tusschen een militante
en een pacifistische partij. Natuurlijk is ver
spreiding harer leer doel, maar deze kan
evengoed gediend worden door vreedzame als
door gewapende propaganda, terwijl de vraag
van vrede of oorlog tevens in hoogc mate
beheerscht wordt door den toestand binnens
lands, want volgens sommigen moet Moskou
een oorlogspolitiek voeren om het hoofd
boven water te houden, terwijl anderen van
meening zijn dat 't Sovjet-bewind het slechts
zal kunnen houden wanneer zij dank zij vrede
een zekere welvaart in den lande herstelt.
Aldus is er geen mensen in West-Europa die
kan voorspellen of de Russen voor of na
het smelten van de sneeuw of in 't geheel
niet zullen optrekken om de beschaafde wereld
onder het Moskovitlsch-coniinunistisch juk
te brengen.
Met deze gevaren staat vermoedelijk in
verband de reis van den Poo'schen president
I'ilsoedsky eerst naar Brussel en dan naar
Parijs. .Allicht ko nt hij in deze streken toe
zegging van Entente-steun vragen, maar
daarbij belooft het hem weinig goeds dat
Llovd (ieorge hem niet heeft willen ontmoeten.
Voor de Fransche diplomatic beteekcnt het
een nederlaag dat in dezen immer nog zoo
precairen toestand een incident de goede ver
houding tot den eenigen immrvasten bond
genoot, België, heeft verstoord. Gezant De
Margerie in Brussel heeft door een onhan
dige nieuwjaarsrede, waarin hij sprak alsof
België zooiets als Hrankrijk's vazal was, veel
kwaad bloed gezet en de ongunstige indruk
is door geen latere toelichting allerminst weg
genomen. Misschien zal men nu dezen diplo
maat wel laten heengaan uit de Belgische
hoofdstad, maar daarmee komt de oude vriend
schap niet weer. Daar komen economische
wrijvingen bij: Frankrijk benadeelt met zijn
protectionistische politiek ook den Belgischen
vriend en deze is voornemens met represaille
maatregelen te antwoorden, terwijl er boven
dien o schrik! -- in België stemmen
opgaan voor economische toenadering tot
Duitschland. Men weet hoeveel Duitschers
vór den oorlog in België hun brood ver
dienden en tevens het Belgische land mede
tot bloei brachten. Met den oorlog is daar
aan een einde gekomen, maar nu Frankrijk
niet wenscht te fungeeren als achterland voor
VERSLAGENHEID
Om de oude, ronde tafel
Zetelt weer de vriendenschaar.
Hoe verslagen en bescheiden
Zijn ze heden bij elkaar!
Allen zijn het forsche mannen,
H oog-gebuikt en breed van borst;
Sterke magen, laaie levens
En van weigeschoolden dorst.
Ernstig zijn ze daar te zamen
In hun vaste bitterklup
Leden van: Den zouten stengel"
Met de zinspreuk: Tot den drup".
Ieder heeft zijn volle glaasje
Op zijn asbest-rondje staan.
Om er lang van te genieten
Ruiken ze er dikwijls aan.
Daarna tippen ze een teugje
Van hun middag-excitans,
Zeer omzichtig rondgedragen
Door den grijzen kellner Frans.
Bij den tweeden pikkedanus
Neemt van Asperen het woord;
Allen bukken zich voorover,
Zwijgend wordt hij aangehoord.
Mijne heeren" zegt hij plechtig
En met ingehouden wrok,
Dertig centen voor 'n borrel"
Wordt 'n dubbeltje de slok".
Juist nu alle prijzen dalen",
Slaat men onze neutjes op";
Die maar even aan wil pappen"
Kost het dadelijk 'n pop".
Die er vroeger zeven namen"
Zijn er nu gebracht tot vier",
De verhooging der accijnsen"
Nekt ons bitter uur-plezier".
Denk' eens aan de werkeloosheid"
Bij de branders te Schiedam",
Als we onze taks niet nemen"
Kost het hun de boterham".
Laat ons staken, mijne heeren",
Nu men onze rechten schendt",
Laat ons vastberaden slaken"
Tot het bitter, bitter end".
J. H. SPEENHOFF
IHIIIIlllllllllllllllllHIIMUIllIIIHIIllHUllHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIllMllllllliriHI
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-«RAVENH4GE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWIJK,
UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO.
Agentschappen in Indië:
BATAYIA, SOERABAYA,
SEMARANG, BANDÜENG, IHEDAN en
WELTEVREDEN.
Antwerpen en zelfs vele pogingen doet om
zijn eigen havens ook tot invoerhavens
te maken voor het zich herstellende Duitsch
land, nu is bij onze practische zuidelijke
buren begrijpelijkerwijze de neiging ontstaan
om zich de kaas niet van het brood te laten
eten en toenadering te toonen tot het land
waarvan het zooveel geleden heeft. Anders
gezegd, België zou zich gaan orienteeren meer
volgens de Engelsche dan de Fransche poli
tiek tegenover D.ütschland en daarmede het
gevaar voor isoleering van Frankrijk
vergrooten.
Bestaat er gevaar dat op deze wijze de
Entente vaneenscheurt? Men ziet dat gevaar
nu al zo > lang dreigen, dat men het minder
duchten gaat En inderdaad, ook Engeland
heeft nog zooveel be'ang bij een warme vriend
schap met Frankrijk, dat het uiteenvallen
der alliantie zeker nog wel voor de deur
staat. De vlo'jtplannen van A-nerika en Japan
bedreigen Engeland's overmacht ter zee der
mate, dat het zijn bondgeno >ten niet missen
kan en de Fransche vloot is immers nog
altijd heel sterk.
Of dan de wedloop in vlootbouw tusschen
Amerika en Japan onvermijdelijk is? Er
worden in de U. S. A. pogingen tot ont
wapeningsbesprekingen in 't werk gesteld en
men zegt zelfs dat Harding zoodra hij op
treedt, de naties der wereld naar Washington
zal uitnoodigen om daar het ontwapenings
probleem ter hand te nemen. Waarom niet
liever in Génfcve ? Wel, omdat Harding ge
kozen is als anti-volkenbonds-candidaat.
Tot slot: Ierland. Lloyd George en pater
O'Flannagan hebben gepraat en de Valera
schijnt in Ierland te zijn en vrijgeleide te
kunnen krijgen om eveneens in Londen te
komen onderhandelen. Dit klinkt vrij hoop
vol, edoch het gesprek met O'Flannagan
schijnt niets te hebben opgeleverd,omdat L.G.,
al 'is hij misschien tot eenige concessie
bereid, er niet aan denkt toe te stemmen in
de vorming van een onafhankelijk Ierland.
En daarbij woedt de burgeroorlog in Ierland
voort: eenige dagen geleden nog werd in
Dublin een auto, waarin een officier met zijn
vrouw zat formeel bestookt do ar een ge
wapende lersche bende, midden op straat,
terwijl alleen de handigheid van den chauf
feur de inzittenden redde.
J. C. VAX OVEN