De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 5 februari pagina 3

5 februari 1921 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

5 Febr. '21. No. 2276 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND EL S T U N QE1MBRANDTPLEHN -4 " IXTERDAM HANOrft VLEUGELS Koninklijke Meubeltransport Maatschappij DE GRUYTER & Co." Gevestigd sedert 1881 AMSTERDAM Fr. v. Mierisstraat 90 Tel. Z. 822 DEN HAAG Westeinde 48 Tel. H. 2924 ARNHEM Parkstraat 52 Tel. 61 VERGUIZINGEN Bergplaatsen voor inboedels. Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zijn prachtige heuvel achtige BOSCHTERREINEN te koop In het OOSTERPARK te Lage prijzen, mooie wegen, electr. licht, water. N.V. Maatschappij tot Eiploit. vin Het Ootterpirt Dii.). l. STOIMANS S M SCHULZ Tel. Int. 38 & 48 FLICK's BOOMSCHORS Hit fliiiiiiiurd Fibrlkui KOUDE! Is Chocolade In een vormenvan een samen stelling als In geen ander Fabrikaat wordt teruggevonden. OVERHEERLIJK VAN S»AAK! EIVEI USP1I FUCI ? Opiirlikt 1741 liflniniiliri iutird Spoors WA spoorjr_ Culemborq ?liülül HEEIEH MODE-ARTIKELEN ; HEERENSTRAAT12.GRONINGEN | l Telefoon 1083 l COMPLETE 5ODTEERING NIEUWSTE - MODELLEN ZooWEL'lN HET EENVOUDIGE ALS LUXE GENRE KETTNEPL-AMJTERPAM UfDJÈCHt MtlLI&EWEG CHOORSTRMT HILVERTUM STATIONSPLEIN EllllllllllllllliauillllllHHIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIlIllllllllllllllllllllllllMIIMIIIIIIIIIMIIIIIIHIIIIIIllllllllllllllllllllHIUIIMIIllMMI. [ STARK'S OXYDOL" ; i (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) [ L Vmn. STARK & Co. - Clumltclu Fabriek 'i-HABT', '«-OravMihag* | f lj^mitM<IMilllMMMttMMm»H«MHII*miMMtmiMmiH1lll*MlllltMM«MMmitllHIMHHItnmittnHIMmtlMt««ltllllHt5 f Zijt U van plan in Wassenaar te gaan wonen? Zoo ja, schrijft ons hoeveel bouwgrond U zoekt; of U duinterrein, bosch-, vlak of ander terrein wenscht. N. V. Expl. Mij. RIJKSDORP" SCHOUWWEG 34 WASSENAAR IIIIIIHI1IIIIIIIIII IIIIIIIII1IIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIU ?ftlllllllllllllllll, IIIIIIIIIIIIIIII postw' bij RIËNTS BALT- Haa8- Monden schrift- ondSnilschnit RIENTS Zelfond. 98 Gent fr. In den Boekh. en na Geregeld moet ik met Uw stenografie ook Engolsche dictaten opnemen." (w.g.) Mej. E. te R. m SPECIALITEIT in | KRlMPVRIjE l l GEZONDHEIDSONDERGOEDEREN f fëO * ' HET M ' ?H Nederlandsch Fabrikaat TRICOTHUIS AMSTERDAM HAARLEM fteg. Breestraat 35 Gr. Houtstraat 143 yg TEL. MOORD BOOS, TELEFOON 146& ff. 20 LEIOSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON N. 5812 HEMDEN HAAR MAAT DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 6.25 per half Jaar IFIATI ipen cfinport AUTOMOBIELEN in alle modellen uit voorraad leverbaar. De Importeur: J.LEONARDLANG imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiii HET ROODE LAMPJE II VAN GOED EN KWAAD Signifische Gepeinzen (28). Vreugde, de hoogste Oods-vreugde, moet gebooren worden uit pijn en ongemak. Hoe kunnen wij dit beeter verstaan ? Wat maakt het ons waarschijnlijk ? Wij zien lijden en smart ooveral, als een feit. Maar in ons rijst steeds de vraag : is het wel noodig, en waarom ? Kan een almachtig Schepper niet een waereld maken, waarin het leelijke, pijnlijke en slechte niet voorkomt ? Het antwoord is eenvoudig, maar ondanks de eenvoud en de volkoomen afdoendheid,. blijft het voor den vrager onbevreedigend omdat hij een mensen is en uit menschelijk gezichtspunt schouwt. Men onderzoeke signifisch deeze woorden pijn", kwaad," leelijkheid" en men zal bevinden, dat het niet anders -zijn als wegwijzers, die een richting aanduiden, welke de mensen heeft te gaan om tot zijn einddoel te koomen. Die wjjorden en begrippen vooronderstellen een zoekend, steeds veran derend menschengeslacht. Vanuit een ander beschouwingspunt gezien, is het kwade eeven noodig als het goede, omdat beide samen werken tot de volmaakte Harmonie, tot de volkoomen odsvreugde. Maar wij menscheu voelen het kwade als afschuwelijk, onnoodig en verwerpelijk omdat wij den weg nog zoeken en de gansche Harmonie niet kunnen begrij pen. Het kwade is noodig voor ons, om ons af te schrikken en op den juisten weg ter vol making te leiden. Het is de onmisbare keer zijde van het goede. Het kwade insluitend waan, leugen, zonde, leelijkheid, smart is datgeene wat wij niet willen, en dat ons dus in tegenge stelde richting drijft. In de richting van waar heid, deugd, schoonheid, vreugde. Maar zoodra wij eenmaal zijn aangeland dan is dat drijven onnoodig geworden, en dan voelen wij het niet meer als hinderlijk en ondragelijk, dan bemerken wij dat het nuttig en noodig was. Om dit te erkennen, moeten wij ook besef fen, dat ons beschouwingspunt veranderen kan, en steeds verandert. Wij hebben de wonderbare eigenschap, deeze verandering te kunnen bemerken. Wij neemen waar, dat de waereld ons iederen dag anders voorkomt, dat wij groeven, ontwikkelen, wijder schouwen en dat wat wij heeden ontwaren verge lijken wij met hetgeen gisteren ons bood, en met wat morgen ons brengen zal. Dat noemen wij toenadering tot God ; en met recht, walmeer wij onder dien naam het hoogste geluk en de zuiverste harmonie en volkoomenheid begrijpen. Illlllllllllllltllllllllllltllllllllllllllt Gedaponeerd Handelsmerk Dit mark op Uwe rookartikelen garan deert U kwaliteit. VOOR ENQROS: IAK AARNOUTSE DEN HAAG En eeven als het kwade zijn beteekenis verliest door ons stijgen op een hooger beschouwings-punt zoo wordt ook de smart tot vreugde, als wij, de tweede tendens volgend, tot de Goddelijkheid naderen. Voor de martelaren was het lijden een verheeven vreugde en veelen onzer zullen uit ervaring weeten, dat men in heevige lichaamssmart toch voldoening kan gevoelen. ledere moeder, die gebaard heeft, weet het. En Michel-Agniolo zeide het teegen 't eind van zijn zwaar en lang leeven, dat hij geluk kig was in en door zijn smarten. In lichaamspijn gelukkig zijn dat hebben veelen getoond te kunnen, wanneer hun gemoed vreedig en rustig was. Het zwaarst is, voldoening en vreede te gevoelen in de vreesselijke hel der melancholie, het vagevuur van naargeestigheid en twijfel. Maar ook deeze voldoening is altijd bereik baar als wij goed begrijpen, dat wij de eerste tendens, de natuurlijke begeerte, moeten teegen gaan en verloochenen. Uit die verzakingssmart stijgt dan de Gods vreugde op, als uit het groenende land de blanke stille dauw, die het zeegent en beschut. t (29). Ik stond op het verlaten kerkplein van Chartres, en keek op naar de kathedraal, die voor mij oprees in de blauwe lucht, met haar weelderige sieraden van steen, oud ivoor-kleurig, rank en sterk een machtige bloem van wijding en heiligheid, ontbloeycnd op vruchtbarcn geloofs-grond. Het was doodstil in het kleine stadje, een heete zoomerdag. Alles zweeg als om de plechtig-zware en machtige taal van het stecnen gewrocht niet te stooren. De kleine menschengroep, voortleevend rond dit wonderwerk, had haar schoonste woord gesprooken in steen. Nu zweeg ze stil, zich koesterend in de zoomerzon en eerbiedig haar werk opdragend aan de Macht wier zeegen zij bij 't bouwen in zich had gevoeld. En iederen zonnedag straalt weer het fonkelend licht oover het gevaarte, aan de oogen van vreemden het heilige besef ooverbrengend dat de bouwers bezielde. De toorens wijzen p en streeven hoog in blauwe ver-ijling het felle licht omsluit dit groote sieraad der aarde binnen is koele sclieemering. Dan heft dreunend klok gelui aan en verdrijft alle onheilige machten en gedachten uit dit gebied van vroome aan bidding. Ik stond midden op het stille, verlaten plein, alleen opstarend naar omhoog. En het licht drong dór tot in mijn innigste lijf en ziel. Ik voelde hoe het heete Licht mijn gansche lichaam doorboorde en vervulde met ongekende sterkte. Toen begreep ik Goed en Kwaad. De ongeloovige vraagt : Waarom is er kwaad, en wie deed het ontstaan" ? Maar het Licht antwoordt hem, en zegt : Wie het Licht kent, vraagt niet waarom er Duisternis is." Het Licht is begeerlijk - en wie naar de reeden der Duisternis vraagt, erkent de begeer lijkheid van het Licht. En wie de begeerlijkheid van het Licht erkent, erkent de noodzakelijkheid van het Duister, als niet-Licht. Licht en Duister zijn de symboolen van Goed en Kwaad. Duister is de afweezigheid van Licht, en de waarschuwende stem van het Licht roept elk mensch, ook den ongeloovigsten. Niemand kan het Licht verloochenen, ook al tracht hij het te doen door woorden van twijfel. De afweezigheid van Licht is nooit vol koomen, maar de volheid van het Licht is volkoomen. Ooverpeins de woorden Licht" en Don ker," in signifischen ernst en diepte. Zij bewijzen U, dat ij, zelfs onweetend en onwillend, aan Gods weezen en goedheid gelooft. Want het Licht is]Richting : Richting naar Volkoomenheid. Het Licht is geen ding, geen zaak, geen stoffelijk feit. Het is een symbool, het is een stem, die een woord spreekt. Het Licht zegt : Volgt mij, en zoekt mij omdat gij weet, dat ik begeerlijk ben. Gij toont het te weeten, door mij Licht te noemen en niet Duister." Het Licht doordringt alle schepselen. Het is nooit geheel afweezig. Zoo bereikt en doordringt Gods liefde alle schepselen, zij is nergens niet. Het goede wachten wij in volkoomenheid, maar het kwade is nergens volkoomen. Wie is zoo dwaas, dat hij het bestaan van Richting ontkent in ons weezen '> Ook het woord Richting" beteekent een symbool. Want Richting presumeert ruimte, en onze ziel is ruimte-loos. Maar ieder begrijpt dit symbool. Een macht is er, waardoor ons leeven, onze ziel en al ons doen en denken gericht wordt. Van Duisternis tot Licht, van Haat tut Liefde, van Kwaad tot Goed, van Waan tot Waarheid, van onrein tot rein.... dat alles is wijzende Richting. En in de koele sclieemering van ons wei felend weezen wenkt het lichtende roode Lampje, het symbool der altijd brandende en de goede richting wijzende Liefde Gods. (30). Zoo klein als het vlammetje in het Roode 'Lampje is -- zoo roept het ons toch eeven als de groote zon. Het is hetzelfde licht, hetzelfde vuur, waarmee - de zon ons zeegent. Alle vuur, allle Licht der Aarde komt van de zon, en het kleine vlammetje in het veelkleurig belichte scheemergewelt' is de menschelijke ziel, nog opgeslooteu en zwak, terwijl daarbuiten de oneindig veel grooter zon alles verwarmt en verlicht. Maar het is hetzelfde symbool, ons richtend met dezelfde krachten. LAUSANNE-PALACE FAMILIE-HOTEL VAN DEN ALLEREERSTEN RANG. Prosp. en inl. Reisbureau LINDEMAN, Den Haag, Arnhem, Groningen, Utrecht. En wij weeten,[hou al het wondere samenstel der schepping verbonden is door de zwaarte kracht. Ook deze is een symbool van Gods al-doorstroomende, ooveral werkende Liefde. Licht" schijnt mij toe wel zichtbare zwaartekracht" ie mnogen heeten. (31). Wie de twee voorige paragrafen goed geleezen heeft zal begrijpen, waarom wij zonde als zonde en smart als smart moeten gevoelen. Maar de blinden blijven natuurlijk blind en de dooven doof. Zij zijn nog te zeer in de eerste tendens gevangen. Een Heelal zonder zonde en zonder smart, zou zijn als een orkest waarvan alle instru menten maai' n toon en hetzelfde geluid gaven. Als een schilderij met maar n kleur en zonder schaduw. Als een waereld, waar alles eeven licht was, waar alle zwaarte kracht tot eevenwigt en tot stilstand was gekoomeii. Dus de volstrekte Dood. Zulk een waereld leeft alleen als een fan tasie-beeld in de voorstelling der kinderen, jong en oud. Ze droomen van een Paradijs met enkel deugd, waarheid en vreede. O ! als ze er eenige aeonen in geleefd hadden, hoe hunkerend zouden ze uitkijken naar den volgenden zondeval de herhaling van dien zondeval, dien ze op aarde eenmaal zoo bitterlijk hebbeu verwenscht en vervloekt. Welk een gedrang zou het zijn om uit het zondelooze smartelooze vreede-oord het eerst weer weg te koomen. De volgende gedachte, hoewel ietwat fantastisch, is wellicht voor natuurkundigen interessant. De zondeval, waarmee de Katholieken den oorsprong van het kwade verklaren, is het kosmische feit, dat in de physika genaamd zou worden een omkeer der onomkeerbare processen, en de uiterst onwaarschijnlijke stooring der toeneeinende entropie. Dit zou een gebeurtenis zijn, die zich rit misch herhaalde, met ontzachlijk lange perioden. In dit ritme zouden keerpunten zijn, waarbij het meest onwaarschijnlijke gebeurde, daar het in de oneindigheid toch ook gebeuren moet. Dan zouden de schep selen verweg, in de verste duisternis van laag droomleeven, zijn uitgezonden om eerst langzaam tusschen goed en kwaad den weg naar het hart van alle Weezen terug te vinden. Dit is maar een fantastisch denkbeeld. Maar het is beeter dan dat van een zonde val, die ns zou zijn geschied van uit een zondeloozen staat, tengevolge van een sata nische kwaadwilligheid, die geheel onverklaar baar blijft, en toch weer op reekeniug moet gesteld worden van den Almachtig en Alwijs genaamden Schepper. (32). Ik was bij Carl Spitteler, den grooteu Zwitserschen Dichter, die het gewaagd heeft Anangkè's opperheerschappij te loochenen en die Frometheus teegenoover Epimetheus heeft gesteld. En wij spraken oover pacifisme, oover strijd en vreede. Toen zei Spitteler : Als een aantal mensclien een bond vormen, met het doel om den Dood af te schaffen, en zij koomen bij mij om mijn handteekeniiig en mijn moreelen steun, dau zeg ik, Uw Boud is mij zeer sym pathiek en zal ongetwijfeld om haar hoog idealisme algemeen worden gepreezen, maar mijn handteekeniiig en moreelen steun kan ik U niet geeven eer mij door U getoond is, hoe de Dood afgeschaft zal worden." In denzelfden geest spreek ik teegeu de welmeenende menschen, die een bond voor den vreede en teegeu den strijd hebben gesticht." Ondanks deeze wijze woorden kan men er zeeker van zijn, dat Carl Spitteler zoo zorg vuldig moogelijk den Dood uit den weg gaat en zelfs bekampt. Hij is er trots op, met zijn 75 jaren, ouder te zijn geworden dan eenig ander Zwitsersch Dichter. Zoo zal hij ook zeeker den oorlog niet zoeken of prijzen. Maar wie, die begrijpt wat ik zeide omtrent den eersten tendens, en het opgroeven van planten-, dieren- en menschen-geslachteii, kan meenen, dat leeven moogelijk is zonder strijd en sterven ? De eerste tendens is een verbitterde kamp tot het einde, zonder rust of genade. Dat de mensch afkeerig is geworden van strijd, en verschrikt door de zeekerheid van te moeten sterven dat is het gevolg van zijn besef van den tweeden tendens. Die tweede tendens drijft ons tot ontstijgen aan den strijd, tot ooverwinnen van den Dood en tot nadering aan een volkoomenheid, waarbij de Dood zijn verschrikking verliest en strijd plaats maakt voor vreede en liefde. Dus toch een zondelooze heemel, vol vreede? Ja, voor het schepsel, dat in God is opgegaan. Niet zoolang het zelfstandig schepsel is. En wij verglijden gestadig van onzen schepsel-toestand eerste tendens tot onzen goddelijker! toestand --- tweede ten dens En naarmate wij in dien «overgang vor deren, worden strijd en haat verzacht, ver geestelijkt en verijdeld. Dit is geen fantasie, maar ecu voor ieder onzer duidelijk tastbaar feit. DEN HAAG i VARMOND \ HOUTBOUW JKANTOOR FBCD08K, hENDOHUAANfiö] JEN HA,A(j- TCL LtVtBT DC/VEH.ANCD INZEER K.ORTCN TUD ALLE HOUTCONSTRUCTIES AL/ LANDHUIZEN SCHOOLGEBOUWEN JACHTHUIZEN ZIEKENHUIZEN INLICHTINGEN OP AANVRAAG

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl