Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
12 Febr. '21. - No. 2277
DE HAAGSCHE SCHOUWBURGKWESTIE
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
VERMOUTH Dl TORIHO
la qualiteit. f 1.60 per flesch.
WIJNHANDEL DE BARBANSON Amstjl 51
Lyceum-Programma wel wat beters vinden
dan het woord Herfstvakantie om juist dit
over te nemen, buiten de samenhang en los
van beperkingen.
Hij zou de Rector kunnen machtigen om,
wanneer het einde Oktober eens een heel mooie
dag is, die middag de school te sluiten om
gezamenlik of in groepen eruit te trek
ken. Er zullen wel altijd leraren zijn die
uit hoofde van het groote belang van zulk een
samenzijn, zich als geleiders beschikbaar
stellen. Ze zijn zo mooi die herfstmiddagen !
En zo een middag buiten als een verrassing
de kinderen geschonken geeft frisheid en
ontspanning, zoals een middag voor
ijsvermaak gewaardeerd wordt. Maar datjis
heel wat anders dan een Herfstvakantie,
die naar de kalender, niet j naar de om
standigheden vooraf bepaald, als een recht
beschouwd wordt en de waan wekt, dat er
zo^hard gewerkt wordt door die arme
stumpers van kinderen.
KREKEJLZANGEN
Teekening voor de Amsterdammer" van J. H. Speenhofl
Utrecht
D K. E. SLIJPER
DE HOOFDELIJKE OMSLAG
IN DE HERVORMDE KERK
door dr. J. R. SLOTEMAKER DE BRUINE
HET DUITSCHE VOLK
De Maecenas: 't Schilderij bevalt me al staat er nog niet1: anders dan de... haiidteekening!" ?
zijn nog altijd de meerderheid ; zo een pauze
middenin met slecht weer, wordt een bron
van verveling en ellende ; ik hoor het al :
was je", zelfs: was ik maar weer op school!"
Bestond er nu een band buiten de
schoolwerkzaamheden tusschen leraren en leerlingen,
dan zou de herfstvakantie, zooals op het Ly
ceum, gevuld kunnen worden met een
schoolreisje of met de laatste voorbereiding voor een
muziek- of toneeluitvoering. Maar de Leraar
is ambtenaar met een bepaalde werktijd
en een vast voorschreven taak binnen de
school. Er mag ook al eens een muziekale leraar
zijn, die de leiding van een strijkje op zich
neemt (als de Direkteur het hem niet tracht te
beletten, wat ook voorkomt), dit is uitzon
dering ; in het algemeen zullen leraren zich
niet geroepen gevoelen buiten de hun opge
legde taak zich met de leerlingen bezig te
houden. Men kan dit betreuren en de inrich
ting verkiezen, waar het tegenovergestelde
regel is : er zijn ook ouders, die inmenging
afwijzen, die van de leraar niets meer eisen
dan dat hij voor zijn deel hun kind brengt naar
het begeerde doel, het eindexamen-papier.
En die ouders vormen niet een minderheid.
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L E M"
Wilsonsplein 11
DJ? VOORDEELIOSTE TARIEVEN
VRAAGTs
SI-FA-KO
S IQARE H
Hot voornaamste .Sorlemofk
Stel u voor, dat hij een reiskas ging vormen
om samen eens een paar dagen eruit te gaan !
Trouwens, hier moet de leraar heel voorzich
tig zijn om de financiële draagkracht
deiouders. Wat op een standenschool kan, een
reiskas waaruit de begeleidende leraar b
likerwijze zijn onkosten vergoed krijgt, dat is
op een openbare school vrij wel ondenkbaar.
Hier kan het gebeuren, dat een leraar een
gezamenlik fietstochtje met de klas niet durft
voorstellen, omdat hij van tevoren weet, dat
een stuk of wat kinderen geen fiets bezitten.
Die zouden dan tuis moeten blijven, wat het
verschil nog sterker accentueert.
Aan zulke fietstochtjes of wanneer de streek
er zich toe leent, aan wandeltochten hechten
veel leraren terecht hoge waarde ; men leert
zijn klas beter kennen, wanneer ze buiten de
school in vrijheid speelt en ravot. Men leert
te voren niet vermoede eigenschappen waar
deren, van wier aanwezigheid de leraar
gebruik kan maken om de jongen of het meisje
te helpen zijn doel te bereiken. De verhouding
tussen de leerlingen onderling wordt beter ;
die klasse is "de beste, die zich het krachtigst
als een samenhangend geheel voelt;
gezamenlike uitstapjes bevorderen die
saamgehorigheid. Wanneer nu een Wethouder van Onder
wijs door verandering verbetering brengen wil
in de gang van zaken, dan kan hij in een
De opgewonden vreugde die in de
Ententelanden, en vooral in Frankrijk, gewekt was
door het slagen der Parijsche conferentie,
is gevolgd door een zekere katterigheid,
ontstaan uit de nuchtere overweging dat de
dans der milliarden gouden marken voors
hands een toekomstdroom is. Het waren
fantastische cijfers, die 226 milliard in 42
jaar en twee milliard over n jaar, waar
mede Briand uit de vergaderzaal te voor
schijn trad en al rekende de nationalis
tische pers voor, dat ze eigenlijk nog veel
te laag waren en dat het gat in 't budget
der Fransche republiek in de eerste jaren
zelfs bij de meest nauwgezette betaling door
Duitschland, niet gedicht zou zijn ; al betoogde
Tardieu in de kamer, dat Frankrijk veertig
percent van zijn vordering aan den vijand,
die toch waarlijk geen clementie verdiende,
kwijtschold, toch was het vooruitzicht om
deze kolossale sommen te beuren, aanlokke
lijk genoeg om de stemming in de eerste da
gen dankbaar en gelukkig te maken. Even
wel de reactie was reeds ingetreden, toen
Briand voor de kamer verscheen en zoo kwam
het, dat zijn mededeeling over 't resultaat der
conferentie eerst vrij koel ontvangen werd en
dat ontevredenen als Tardieu meer succes
oogstten dan de man die op de conferentie
Lloyd George verslagen heette te hebben.
Maar hij overwon in tweede instantie toch
ook weer op dit terrein, vertelde, dat de con
ferentie werkelijk bijna mislukt was na die
fameuze verklaring van Doumer en Lloyd
George's boos antwoord en toen waren de
kamerleden tevreden en Briand zag zijn posi
tie versterkt.
Thans echter breekt de katterigheid vol
ledig door en meent men tot de ontdekking
te komen, dat men zich blij gemaakt heeft met
den klassieken dooden musch en dat de be
spreking in Parijs Frankrijk ten slotte geen
stap verder gebracht heeft, 't Was er immers
om te doen geweest, nu ereis eens en vooral vast
te stellen wat Duitschland betalen zou. doch
nu dit na vele moeilijkheden en wrijvingen
met de Engelschen gelukt is, komt uit Duitsch
land de zeer stellige verklaring, dat de
Duitschers er niet aan denken deze som op te
brengen maar met tegenvoorstellen zullen
komen, en inplaats van deze vrijpostigheid
van den verslagen vijand te beantwoorden
met de mededeeling van dwangmaatregelen
houdt daar Lloyd eorge in Birmingham wel
een mooie rede over de Duitschers die moe
ten en zullen betalen, maar vlak daarop laat
hij volgen, dat de tegenvoorstellen van minis
ter Simons ernstig onderzocht zullen worden.
Derhalve, de schijnbaar door Briand bekeerde
of verslagen Britsche premier is in waarheid
in 't geheel niet bekeerd of verslagen t n de
Franschen zullen hun strijd van de Parijsche
conferentie nog eens moeten over-striiden,
maar nu in tegenwoordigheid van Duitsche
vertegenwoordigers op de conferentie die
tegen Maart in Londen beraamd is ! Waarom
geen dadelijke dwangmaatregelen? Waarom
geen beslag op de douanen aan den
LinkerRijnoever? Heeft Keynes dan gelijk, als hij
schrijft dat die slimme Lloyd eorge in Parijs
alleen maar zijn goedkeuring gehecht heeft
aan besluiten die toekomstmuziek en volle
dig onuitvoerbaar zijn, terwijl hu zijn veto
uitsprak over de dadelijk uitvoerbare dwang
maatregelen? Duitschbnd weigert en zijn
regeering wordt in haar weigering gesteund
door alle partijen behalve de onafhankelijker!
en communisten ,,ce ne sont décidément
pas eux qui payeront!" roept de Ternps"
smartelijk uit en nu het op dwang aankomt,
laat Engeland den bondgenoot in den steek.
Hoe zullen nu de milliarden komen in wier
glans de Fransche belastingbetaler zich reeds
meende te koesteren? Men vraagt 't zich af
en Briand's papieren dalen.
De zaak is, dat Lloyd George in zijn land
front te maken heeft tegen een oppositie van
juist de tegengestelde richting als die welke
In de Hervormde kerk is er scheiding van
bestuur en helieer. De zorg voor het bestuur
der gemeente en voor baar geestelijke be
langen in zeer breeder, zin, berust bij een ander
college dan de zorgvoorde kerkelijke goederen
en de voorziening in de kosten van den eere
dienst. De twee colleges hebben geen enkel
officieel verband.
't Vormt een toestand, die tot velerlei op
merking van dogmatischer! en historischen
aard zou kunnen aanleiding geven. Dogma
tisch, omdat men het leerstuk omtrent de
Kerk" hier prachtig in betrekken kan en
eigenlijk ook wel zou moeten betrekken ;
historisch, omdat de zonderlinge toestand na
tuurlijk zijn historische verklaring vinden
moet in de toestanden tijdens en vór de repu
bliek.
Maar we zullen het in dit artikel zoo diep
en zoo ver m'et zoeken.
De scheiding van befUmr en beheer heeft,
gelijk men licht vermoedt, ook eenige
practische zijden en br.-ngt ook 'n stel practische
vrager, mede !
Die met het bestuur belast is, is leiuer ;
oie de beurs houdt, wil graag ook wa' zeggen.
De toestand wordt niet oneigenaardig gety
peerd door het spraakgebruik. In fatsoenlijke
kerksche kringen spreekt men van
heerert"kerkvoogden en broeaers"-ouderlingen. Nu
staan de heeren altijd iets boven de broeders ;
maar in regelmatige verhoudingen staan de
bestuurders iets boven de beheerders.
Dat klopt dus niet. Het hangt dikwijls van
humeur en beschaving af, hoeveel botsingen
vermeden worden. Dat bij zulk een regeling
herzegge regeling" botsingen het nor
male zijn, springt in het oog. Want de
kerkeraad en die alleen moet het weten ; maar de
kerkvoogden \\illen het weten. En de heeren"
zijn zelden content met de ondergeschikte
positie van beheerder.
Ook voor 'n alledaagsch gemeentelid,
vooral voor 'n alledaagsch gemeentelid is het
nauwlijks doenlijk om buiten < e verwarring
te blijven. Denk aan de klacht, dat de kerk
wel iemands beurs kan vinden i och niet aan
diens ziel denkt," aangeheven in een gemeente,
waar een aangeslagene rechtzinnig en de
dominee vrijzinnig is of omgekeerd. Wien
*).foh. de Breuk, De Kerkelijke hoofde
lijke omslag in de praüijk. Uitgave eer Ver.
van Kerkvoogden 1920; 24 en 16 blz.
UTENlUllli i FDLMEI
laag ?:? Huijgenspark 22.
SPECIALITEIT:
Verhuizingen onder Garantie
Bergplaatsen voor Inboedels
Briand het leven moeilijk maakt. De Britsche
industrie is tamelijk onverschillig over de
milliarden gouden marken waarmede eerst
Frankrijk en België gelaafd zullen worden en
dan eerst Engeland, maar ze geeft er zeer veel
om, dat Duitschland weer afnemer van haar
producten wordt en vandaar dat L.(i. die,
woordkunstenaar als hij is, imnrjr de mooie
formule weet te vinden, allen tevreden meen
de te stellen door in zijn rede te Birmingham
de leuze te lanceeren : Duitschland moet
betalen, maar het mag niet betalen in
goedkoope producten." De Engelsche liberale pers
evenwel lieert terstond aangetoond dat dit
een fraze is zonder zin : als Duitschland
betalen moet, dan moet 't doen f in goud of
in goederen ; goud heeft het niet en di'.s moet
het in goederen gebeuren, maar dan moeten
die goederen of kosteloos geleverd worden of
tegen lagen prijs, want anders is het geen af
betalen maar leveren tegen contra-praestatie.
De redeneering klopt als een bus en leidt tot
een simpele gevolgtrekking : Duitschland
moet beginnen met niet te betalen doch te
verkoopen en als het dan op deze wijze veel ver
diend heeft kan het gaan betalen. Maar dit
is een gevolgtrekking die in 't geheel niet naar
den zin kan zijn van de Frar.sche ministers
van financiën, want zij stelt de betaling en dus
het herstel der Fransche geldzaken uit tot in
een vage toekomst en dwingt aldus de
Franschen, zelf hun begrooting in evenwicht te
brengen, d.w.z. de Fransche burgers zwaarder
te belasten, waartoe naar men in Parijs zegt,
geen mogelijkheid bestaat. Het is duidelijk
hoe diametraal tegenovergesteld het Britsche
en het Fransche belang zijn en daardoor be
grijpelijk, dat Lloyd eorge, die het
eenheidsfront der Entente 't koste wat het wil wenscht
te bewaren, zich ais een cameleon moet
metamorphoseeren als hij van Parijs naar zijn
eigen land reist. Of hier ten slotte nog een
tusschenweg tusschen de verschillende be
langen gevonden zal worden, dan wel Frankrijk
zich gewonnen zal moeten geven, w!i wagen
't niet te voorspellen. Misschien dat de
Londesche conferentie eenige klaarheid brengen
zal, maar al te hoog zullen wij onze verwach
tingen niet kunnen spannen : ons vertrouwen
Duitschland heeft zich scherp te zetten
Want zijn grootste tijd vangt aan.
Nimmer was de toekomst klaarder
Voor den nijveren Germaan.
Welk een ongeschokt vertrouwen
Wordt er in zijn kracht gesteld....
Want voorziet hij niet de wereld
Van milliarden levensgeld ?
Naarstig zal hij weer gaan werken
En betalend wordt hij rij L.
Met haar eisch geeft de Entente
Van verstandig inzicht blijk.
Zwoegend en zich lel verzettend,
Door den Volkrenbond geprest,
Wordt de nu berooide Duitscher
Weer de sterkste op het lest.
Juist de vijand maakt hem machtig
Door zijn harden arbeidsdwang.
En zijn ongemeten welvaart
Wordt een Europeesch belang.
Als hij niets had te betalen
Was zijn levenskracht gedaan....
Nu hij staan moet voor zijn leven
Vangt zijn wondertoekomst aan!
J. H. SPE EN HO F F
IIIMIII iiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiminiiiiiii
dringt het daar tot de hersens door, dat deze
constructie niet deugt, omdat ae kerk"
hier niets doet, maar beheer" aanslaat en
bestuur" den predikant kiest?!
Dit alles is inleiding om te geraken tut een
bespreking van de brochure- de Breuk. *)
Wart ik moet toch een oogpunt hebben,
vanwamiit ik die in dit orgaan bezien kan.
Technisch? Neen. Theoretisch?Neen. Hoe dan?
'k Ben er: bestuur en beheer.
Want dit twee zijn wel gescheiden, maar
ze hebben natuurlijk voortdurend met el
kander van doen. Zullen ze elkaar negceren?
Dan gaat het mis. Zullen ze elkaar inde wiïlen
rijden? Dan gaat het ook mis. Wat dan?
De heer cie Breuk schrijft als kerkvoogd
eu de hoofdelijke omslag gaat over het geld
voor den eeredienst. Dat is dus: beheer!
Heeft de schrijver de juiste verhouding tot
het bestuur in het oog gevat en gehouden?
Dat is 'n mooi uitgangspunt voor de be
spreking. Te meer, daar het antwoord zoo bont
moet luiden, als gij voor variatie maar
begeeren kunt : te weinig, precies goed, te veel.
Dat zijn drie antwoorden? De brochure
bestaat ook uit drie deelen !
Het eerste deel handelt over den
hoofdelijken omslag. Hier is alleen het beheer aan
het woord.
Natuurlijk staan er beste dingen in. Over
de techniek van den omslag ; over de verorde
ning ; over het kohier ; over de invordering.
De dertien bladzijden met modellen zijn voor
'n kerkelijke administratie waardevol.
Hier is het verhaal, hoe men aan kohieren
moet komen, als de plaatselijke belastingko
hieren niet ter beschikking worden gesteld.
Heel gemakkelijk is het dan niet. Hier wor
den goede dingen gezegd over de weinige offer
vaardigheid bij de Hervormden voor het
kerkezakje ; hoewel het toch onbevredigend is,
dat de schrijver hier niet wat historisch heeft
gewerkt. Zulk een verschijnsel bij menschen,
die overigens toch veel toewijding toonen, vergt
natuurlijk een verklaring ; en de historie doet
deze onfeilbaar aan de hand.
Nu ben ik meteen, waar ik wezen moet: in
dit eerste stuk is alles technisch en practisch,
maar zonder in-leven in de geestelijke moei
lijkheden, die er zijn. Lees, wat hier ver
haald wordt over het bedanken van menschen,
die den aanslag niet wilden ; bedanken
namelijk voor hun kerk, wat heel iets anders
MiiiiiimiHtiiiiMMH nimiiiiMiiiiiiiMiMMiiii' iiniii
in conferenties is door de ondervinding van
twee jaren belangrijk verzwakt. Op z'n hoogst
mag men hopen dat de schrikbarende cijfers
die de Duitschers te hoop deden loopen, toch
tot uitwerking zullen hebben, dat de regeering
aldaar haar geldverdienende onderdanen wat
krasser aanpakt en dat op deze wijze de aller
eerste nood der Fransche schatkist gelenigd
worden zal. Vermoedelijk is men daartoe in
Berlijn bereid en daarom zien wij thans met
spanning minister Simons' tegenvoorstellen
tegemoet.
Niet alleen de schadeloosstelling, ook het
andere resultaat der Parijsche samenkomst,
de ontwapening van Duitschland, hangt in
de lucht. De regeering in Berlijn wil wel naar
't schijnt, want ze is blijkbaar beducht voor
de sancties" waaromtrent te dezer zake de
geallieerden het wel zoowat eens schijnen te
zijn, maar hier komt nu de vraag of zij kan.
Beieren weigert en een conflict Berlijn-M
nchen dreigt of is reeds aan den dag getreden
on de bijeenkomst der regeeringen van de
Duitsche bondsstaten.
Misschien is deze aangelegenheid nog wel
van meer belang dan de
sehadeloosstellingsquaestie. Deze laatste bevindt zich nog immer
in de periode van praten en ten slotte voelt
men zich in Duitschland heel sterk staan,
omdat men toch niet meer betaalt dan men
zelf meent te kunnen betalen zoolang de ge
allieerden het niet eens zijn over de dwang
maatregelen. Maar met de ontwapening is
het Frankrijk zoo bittere ernst en hier wordt
het sinds Parijs door Engeland zoo trouw ge
steund, dat op dit stuk gevaren dreigen als
de wil der overwinnaars niet gevolgd wordt.
En hier nu voelt zich de regeering in Berlijn
juist uitermate zwak. Tegenover de Entente
durft zij de ontwapening niet nalaten maar
jegens de binnenlandsche vijanden durft ze
haar niet doordrijven, gesteld dat ze er toe
in staat was, en zoo moet haar verzet tegen de
Beiersche regeering, als deze medewerking
weigert, vanzelf zwak zijn.
Heeft München gelijk als het de ontwape
ning der regeerings-trouwc, maar in waar
heid conservatieve troepen weigert uit vrees
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen ia Nederland:
's-GRAVENHiGE, TILBURG,
LEEUWAHDEV, OISTERWIJK,
UDENHÜT, LOCHE1 en BüRCÜLO.
Agentschappen in Indië:
BATAYIA, SOER4BAYA,
8EMARANG, BANUOENG, MEDAN en
WELTEVREDEN.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIHIIIHH1IIIIIIIIIIIIIII
dan een maatregel van orde of administratie
is! Lees de rustig neergeschreven woorden,
dat als het noodig was kerkvoogden onge
twijfeld tot executie zouden overgaan."
Jawel ; maar er zijn nog meer vragen !
Heeft in Haarlem beheer niet met bestuur
gepraat over degenen, die zich laten schrap
pen"? Daar heeft de kcrkeraad toch ook
nog wel iets te doen !
Het tweede deel is oneindig veel bevredigen
der. Niet technisch ; want hoe goed het ook
is in dit opzicht, in dit opzicht is het eerste
even goeci. Maar hier weet het beheer van de
taak en de behoeften der bestuurders!
't Gaat namelijk over een kerkelijk be
volkingsregister.
Dat is natuurlijk noodig voor den aanslag,
dus voor het beheer. Maar het is even onmis
baar voor het herderlijk werk, dus voor het
bestuur. Weet de schrijver dat?
Hij weet het!
Lees maar :
Al spoedig bleek de wenschelijkheid, dat
ook een straatregister werd samengesteld,
waardoor straalsgewijze kon worden nagezien,
in welke perceelen Ned. Hervormden wonen.
Vooral voor de Predikanten, met het oog
op hun huisbezoek, is dit van veel belang. Uit
dat register kunnen dan voor iederen Predi
kant, eveneens straalsgewijze en op kaarten,
opgaven worden verstrekt van t'e leaen in
voor communistische revolutiepogingen in
het voorjaar? Wie zal durven volhouden dat
ze ongelijk heeft? Wie weet wat er in 't voor
jaar uit den Russischen hoek dreigt? Wie weet
of Polen bestand zal zijn tegen een nieuwen
Russischen vloedgolf, gesteld dat deze komt?
Wij als buitenstaanden kunnen nog altijd
maar niet hegrijpen, dat de geallieerden zoo
gerust op dit alles zijn; dat zij dit gevaar lich
ter tellen dan dat van een bewapening v;m
Duitschland. Maar nu dit eenmaal een feit
is, wordt di' positie der Duitsche regeering,
die niet gerust is, in dit probleem wel buiten
gewoon moeilijk.
Voor de Duitschers moet het daarom een
geruststelling geweest zijn, te lezen in een
wel is waar zeer weinig betrouwbaar
Moskousch bericht, dat daar een samen
komst van communisten uit verschillende
landen gehouden is over de vraag of in 't voor
jaar de wereldrevolutie ontketend zou kunnen
worden en dat daarbij toen door de Duitsche
afgevaardigden verzekerd werd, dat het in
Duitschland nog niet gaan zal. Daartegen
over staat dat het ook voor Duitschland niet
prettig zal zijn als een poging van dien aard
in Polen en Hongarije wel mocht slagen, en
dit zou juist de meening geweest zijn van de
afgevaardigden uit die landen.
Of de Londensche conferentie nut zal op
leveren in zake het oostersche vraagstuk
hangt evenzeer in de lucht als de vraag of zij
het Duitsche probleem verder zal brengen.
Kemal Pasja stelt zulke dwaze eisenen voor
deelneming zoo b.v. dat de Sultan eigenlijk
nog slechts heerscher in naam zal zijn en
Angora als de eenige Turksche regeerines
zetel erkend zal worden dat men van hem
niet voel hopen mag. En op welke wijze zal
Griekenland verschijnen? Komt er iets van
een verzoening tusschen Konstantijn en
Venizelos? Uit een interview met dezen
laatste krijgt men den indruk, dat hij wel
zou willen.
l. C. v A N O v E N