De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 19 februari pagina 2

19 februari 1921 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VUUR NEDERLAND 19 Febr. '21. - No. 2278 ROEPING Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jordaan HMT CI1TIS TOEZEIOIII UI 'VAN DER HOOP' MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ. AMSTERDAM TELEFOOM IISTEIOIII , Tmpttrut IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIlflIIIHIIIIIIIll Illlltlllllllltllllllllllllllll Leze' en skrijfe' en zoo ken ik niet best, meester. Maar zou dit niks voor de' Gemeenteraad weze' ?" imiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiitiii tiiiiiiiiiiilMliiiiiiimiiilMHiiiimiiiiiiiiiii zoodat dit pogen is mislukt. Toch blijkt hier uit welk een juisten kijk het genootschap reeds toen had op datgene, wat uit het oog punt van goede armenverzorging noodig is. Al was dan ook deze poging niet geslaagd, toch hee.t het genootschap in 1887 een gele genheid opengesteld voor allen die bedel brieven wenschten te doen onderzoeken, ter wijl het ook mogelijk werd gemaakt, dat men 'een som gelds beschikbaar stelde, voor het ?geval hulp noodig bleek. Langzamerhand 'heeft deze afdeeling zich uitgebreid, doordat tal van personen ook giften beschikbaar «telden, ten einde die verstandig te verdeelen. In 1919 zien wij dan daarvoor een bsdrag van f 37,500.?door het genootschap besteed. Ook hier dus waarlijk leiding van het werk. Naast genoemde afdeelingen zien wij die der werkverschaffing ontstaan; een eerstt poging tot arbeidsbemiddeiing door publi'caties is de courant. Om het persoonlijk contact met den onder steunde beter tot zijn recht te doen komen, ?werd intusschen in de jaren 1891-92 het ge*^p p. do»25 et. p. tube 50 et. orlandpasta Voorkomt tancUteanvorming. imillllllllllllllllillllllllllHIIIIIIIIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIIHII fllllllllllllltllll nootschap gereorganiseerd. De stad werd in 34 districten) verdeeld met het z.g. Elberfelder stelsel dat in Duitscliland te dier tijde voor de burgerlijke armenzorg werd ingevoerd en dat berust op persoonlijk contact en per soonlijke beslissing van de armbezoekers, zij het in overleg met het districtshoofd. De hoop, dat dit systeem ook hier door het Burgerlijk armbestuur zou worden overge nomen, is niet verwezenlijkt, onderhandelin gen, die er in 1893 op gericht waren, dat L. N. V. in dezen zin zijn medewerking aan het Burgerlijk armbestuur zou verleenen, mislukten. Intusschen heeft het stelsel in het genootschap zelve goed voldaan. Zien wij dus, als het er op aankomt, L. N. V. steeds vooraan staan om nieuwe en betere methoden te toetsen, zoo mogelijk aan te wijzen op het gebied van onderzoek en onder steuning der armen, ook in algemeenen zin gaf het blijk in te zien wat voor een goede armverzorging noodig was. Het begreep dat daartoe allen moesten samenwerken, die zich op dit gebied bewogen en dat het niet goed is, wanneer de een naast de ander (soms in het zelfde gezin) werkt zonder dat men van elkander iets afweet. De krachten worden daardoor versnipperd, veel werk dubbel, soms veelvoudig,dus overbodig gedaan; dikwijls steun verleend in gevallen waarin in den nood reeds is voorzien, waardoor niet alleen materieel doch ook moreel schade ontstaat. «mmiiniiiiiiimimu iiiut i i i i IIIIIIIBII u, nmimi iiiiiiiiniiiiiiiii nul iiiinii In de Fransche kamer was deze stemming zeer duidelijk merkbaar. Daar werd de teleur stelling over het resultaat der Parijsche con ferentie als een stortbad op de eerste vreugde gevolgd in booze redevoeringen verwerkt en als men Briand niet tot zonde bok maakte, maar hij ook ditmaal uit het strijdperk wist te komen met een vertrouwens votum van 387 tegen 125, dan kwam dit zeker allereerst door zijn parlementaire slagvaardig heid, maar daarnaast vermoedelijk in hoofd zaak doordat men hem nog een kans wil geven in Londen en zoo kort na zijn op treden hem het vertrouwen niet onttrekken wil, maar zeker niet omdat men voldaan is over 't door hem in Parijs bereikte. Aldus gaat Briand naar Londen met gebonden han den, d.i. met de stellige opdracht om geen enkele nieuwe concessie aan de Duitschers te doen, maar pal te staan voor de 226 milliard gouden marken in 42 jaar en de twee milliard na n jaar en de 12 % op den Duitschen invoer, en anders de toe passing van scherpe sancties te eischen, want reeds déze bedragen worden in Frankrijk als een aanmerkelijke concessie aan den verslagen vijand beschouwd. Ziet Briand geen kans om deze Parijsche minimum-eischen in Londen door te drijven tegen den weerstand der Duitschers, dan dreigt hem bij zijn terugkeer in Parijs bijna zeker een echec en Poincar staat gereed om hem op te volgen en de sancties toe te passen, ....desnoods zonder de bondgenooten. Ja waarlijk, wie de uiterst levendige werkzaamheid van den oud-presi dent der republiek in de laatste weken sedert Briand's ambtsaanvaarding?gevolgd heeft, wie van zijn Matin-, Temps- en Revue artikelen, zijn voordrachten over de oorzaken van den oorlog, kennis heeft genomen, moet wel den indruk krijgen, dat Poincarézelfs deze consequentie zal aanvaarden; dat, als Engeland en Italië verder willen gaan op den weg van overleg met Duitschland, Frankrijk zelfstandig zou overgaan tot be zetting van het Roer-bekken en wie weet waartoe nog meer, om de Duitsche schuld op eenigerlei wijze af te dwingen. Natuurlijk zal er nog veel moeten gebeuren eer het zoover komt, maar deze stok-achter-de-deur waarmee Briand zelf bedreigd wordt, sterkt zijn positie in Londen, want Lloyd Oeorge wil immers nog steeds een breuk in de Entente voorkomen. Aldus Frankrijk's houding in 't gezicht der Londensche vergadering. Die van Duitsch land schijnt even vastberaden. Von Simons heeft het eenige dagen geleden in een rede voering te Stuttgart nog eens duidelijk en onomwonden gezegd: Duitschland aanvaardt de beslissing van Parijs niet. Het weigert. Reeds in 1877 noodigde het genootschap de voornaamste Diaconieën en zustervereenigingen, benevens het Burgerlijk Armbestuur, op zijn jaarvergadering, ten einde over deze zaken te spreken. Veel meer dan een betere verstandhouding was hiervan niet het gevolg. In 1888 werd de poging herhaald. Eerst in 1899 gelukte het met behulp van anderen door het oprichten van de bekende vereeniging van Armbesturen het gewenschte doel te benaderen. Wij zien ook hier een helder doorzicht, van hetgeen noodig is, vele pogingen bijtijds aan gewend mislukken, totdat eindelijk toch de waarheid doorbreekt en het geduldig voortwerken wordt beloond. Na de oprichting van de Vereeniging van armbesturen'was het pleit gewonnen. De vereenigingen zetten hun aan vankelijke, door wederzijdsch gebrek aan ver trouwen ontstane, mindere geneigdheid tot samenwerking op zijde en zoo is de betere g°est van verstandhouding gekomen, die ten slotte voerde tot de instelling der armen raden door het rijk, waardoor op vruchtbare samenwerking thans over het geheele land veel meer kans bestaat. Hetzelfde succes kan worden geboekstaafd ten opzichte van de ondersteuning der armen. pnmers de opname, bij de laatste herziening in de armenwet van artikel 29', is zeker mede te danken aan het werken van Liefdadigheid Naar Vermogen, dat zoolang de waarde van het opheffend karakter der armenzorg had aangetoond, tot ook van over heidswege die waarde ten volle werd erkend. Veel meer zou van deze eerwaardige instelling zijn mede te deelen en men moet zich inder daad herinneren dat men een artikel van beperkten omvang schrijft om na te laten meer belangwekkende historische gegevens mede te deelen. Ik heb mij echter in dit opstel slechts tot taak gesteld de beteekenis van deze vereeniging voor onze armenverzorging te schetsen en dan kan het,geloof ik, bij het ver melden van bovenstaande feiten blijven. Het ideaal dat Liefdadigheid Naar Vermogen zich heeft gesteld, n.l. het innemen van een leidende, in den goeden zin des woords overheerschende, plaats in de stedelijke armen zorg, is zonder eenigen twijfel niet in vervulling gegaan. Integendeel heeft men in de laatste jaren, zeker mede ten gevolge van een ruime toepassing van het zooeven vermelde art 29', maar ook door veel mildere opvatting bij de ondersteuning, een stijgenden en overheerschenden invloed van het Burgerlijk armbe stuur kunnen waarnemen. Indien men de cijfers der ondersteuningen in hunne verhou ding ziet, lijkt het dat kerkelijke en parti culiere armenverzorging het niet zoover zullen kunnen brengen, dat het Burgerlijk armbestuur zich ook maar eenigermate zal kunnen terugtrekken. Juist blijkt, dat hoe meer men armenzorg gaat zien als een sociaal instituut van maatschappelijk hulpbetoon, hoe meer procentsgewijs de burgerlijke over heid zal moeten bijdragen. Doch al is dan ook het ideaal niet bereikt, al heeft, gelijk beschreven, de particuliere armenzorg de leiding niet kunnen nemen, en al heeft zelfs Liefdadigheid Naar Vermogen, na het instellen van den armenraad veel van zijn centralen invloed verloren, toch geloof ik dat er voor dit genootschap nog belangrijk werk in de toekomst ligt, waarover het thans niet de tijd is uitvoerig te spreken, maar wat men toch bij wijze van aanmoediging vermelden kan. Zoo weinig wij echter in dezen in de toe komst kunnen zien, zoo zeker kunnen wij dit vaststellen, dat het genootschap Liefdadig heid Naar Vermogen in de 50 jaar van zijn bestaan is geweest: een belangrijke vereeniging voor de juiste uitvoering van het werk der barmhartigheid eii dat het, steeds goed voor uitziende en geleid door bekwame mannen, richting heeft gegeven aan datgene wat te dien opzichte langzamerhand in gansch het land is ontstaan en gesticht. Als overheidspersoon, wien de belangen der armen in onze stad meer in 't bijzonder zijn toevertrouwd, moge het mij vergund zijn dit vast te stellen en de vereeniging te danken voor al het belangrijke werk dat zij heeft verricht. Het verleden legt haar de verplichting op te zorgen, dat zij haren goeden naam in de toe komst behoude; daaraan twijfel ik dus niet. ?Illllllllllllllllllllllll Illlllll IIIIIIUIIMIIfl Illlll IIIIIIIIIIIIIIIM MEER WILSKRACHT De kennis wordt opgehoopt, zonder dat men aan elk individu leert om het aan zijne behoeften aan te passen. De wil, de energie en de ondernemingsgeest worden slechts in het voorbijgaan gekweekt. De tegenwoor dige Staat rekent ze niet tot de zaken die waardig zijn om onderwezen te worden. Dit wordt duur betaald ; geheele naties zwichten onder het gewicht van individueele slapte en karakterzwakte. De oorlog heeft bewezen, welke schatten van energie, van volharding, van vinding rijkheid er in de volkeren sluimeren. Waarom dus deze slechts te gebruiken in momenten van uiterst gevaar? Wanneer wij een gebie dende stem in ons hooren roepen : Het moet ! waartoe zijn wij dan wel niet in staat! Dan voelen wij dat wij werkelijke en sublieme menscheliike mogelijkheden kunnen benaderen. O, trotsche homo sapiens ! Zoudt gij niet de behoefte en de liefde moeten kweeken tot intens en blij werken, zonder de zweepslag der noodzakelijkheid af te wachten, zelfs zonder rekening te houden met de kans om van honger te sterven of verslagen te worden door een meedogenloozen vijand. Alles, zelfs de neiging tot uitvinden en het scheppen van nieuwe middelen zouden zich machtig ontwikke'en, wanneer de ideeën over de opvoeding van den wil meer verspreid waren, want elk menschelijk wezen heeft een of andere aanleg die, ontwikkeld, diensten aan de menschheid zou kunnen bewijzen. Duizende menschen zouden beroemde uit vinders zijn geworden, als zij methodisch hun aanleg tot scheppende gedachten hadden ontwikkeld. Uitvinden kan worden geleerd, wanneer men deze 3 essentieele eigenschappen bezit : eerzucht, energie en krachtige verbeelding, zegt Edison, maar wel te verstaan, kan deze MÏEBANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-GRAVENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWIJK, UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO. Agentschappen in Indië: BATAVIA, SOERABAYA, SEMARANG, BANÜOENG, MEDAN en WELTEVREDEN. Illlllllllllllllllllllllll IIIIIIMIIIIIIIIIMUIIIIIIIIIIIIHIII Illlllllllllllllll Er worden voor de conferentie in Londen op groote schaal voorbereidende maatregelen getroffen. Men spreekt van meer dan twee honderd buitenlandsche diplomaten die bij deze gelegenheid de gastvrijheid der Londen sche hotelhouders zullen inroepen, en van een aantal leiders der Europeesche politiek staat de komst reeds vast. Natuurlijk komt in de eerste plaats Briand, dan Sforza, de Italiaansche minister van buitenlandsche zaken, Jaspar en Theunis voor België, von Simons in hoogst eigen persoon, zal Duitschland ver tegenwoordigen, Kalegeropoelis, de Grieksche premier, komt voor zijn land en voorts van Turkschen kant twee deputaties, een uit Konstantinopol en een uit Angora, want Moestafa Kemal schijnt zijn dreigement om weg te blijven als de regeering in Konstan tinopol niet bij voorbaat van alle macht af zag, niet gestand te doen. Natuurlijk komen er in 't gezelschap van al deze grooten der aarde secretarissen, tolken en deskundigen mee en zoo komt men gemakkelijk tot het getal tweehonderd. Kortom, de Londensche conferentie wordt weer een soort vredesconferentie, net zooals die in Spa en zooals sommigen gehoopt hadden dat de bespreking in Parijs worden zou, en als men reeds van deze laatste verwachtte dat ze wereldhistorische beteekenis" hebben zou, van de Londsche bijeenkomst moet dit dan zooveel te meer verwacht worden. Helaas is gaande weg gebleken, dat het overleg in Parijs in 't geheel niet wereldhistorisch geweest is, ja, dat het eigenlijk zoowat heelegaar geen be teekenis gehad heeft, omdat als Duitsch land er bij blijft het daar vastgestelde bedrag aan schadeloosstelling niet te willen betalen, men toch weer in 't verdrag van Versailles moet zoeken om te weten wat er dan ge daan dient te worden, en aldus ziet men thans de Londensche vergadering met nog meer spanning tegemoet dan een maand ge leden die van Parijs. Inderdaad spant het in deze dagen zeer in de internationale poli tiek en al brengen de bladen nog geen be richten over schokkende gebeurtenissen, men kan toch 't gevoel niet van zich afzetten, dat wij in het tijdperk vór den storm verkeeren die in de laatste jaren elk voorjaar de gemoedsrust van Europa komt storen. Het zal in Londen komen met tegenvoor stellen, met nieuwe cijfers (waarover hij zich niet nader uitliet) en het hoopt de Entente te overtuigen dat die Duitsche cijfers praktisch en juist zijn en dat die van Parijs een onmatig en oninbaar bedrag weergeven, 't Is niet waar, zegt hij, dat de Duitschers minder belast worden dan Engelschen en Franschen; dat lijkt wel zoo als men de marken die zij per hoofd betalen gaat omzetten in ponden, maar zoo mag men niet rekenen, want de Duitscher heeft volgens die berekening ook een veel lager inkomen dan de Brit en Franschman, en als men het percentage van 't inkomen dat een Duitscher gemiddeld aan belasting betaalt, vergelijkt met dat wat de Franschman opbrengt, dan is dat van den Duitscher meer dan anderhalf maal zoo hoog. Dus kan Duitschland dat geweldige in Parijs genoemde bedrag niet opbrengen en 't zal een redelijk tegenvoorstel doen en bewijzen dat dit tegenvoorstel in overeenstemming is met de Duitsche draagkracht. Zoo is het gesteld met het grootste en gewichtigste probleem der West-Europeesche politiek en als men 't zoo bekijkt, dan houdt men ziin hart vast voor de Londensche vergadering. Want Frankrijk en Duitschland staan mijlen ver van elkaar, kunnen moeilijk een van beiden hun standpunt verlaten, en als dit niet geschiedt, dan is er geen andere uitweg dan een botsing die leidt tot toe passing der sancties", d. i. misschien be zetting van het Roerbekken en zeker beslag op de douanen aan den linker Rijn-oever, beide zaken die het zoo noodige herstel der goede betrekkingen aanmerkelijk zullen be lemmeren. Vermoedelijk zullen de Britsche staatslieden en de Italiaansche alles doen wat zij kunnen om dezen funesten gang van zaken te voorkomen en het eenige hoopvolle teeken dat wij in de berichten der laatste dagen bespeurd hebben, is de komst van den heer Bergmann in Parijs met nieuwe cijfers en instructies uit Berlijn. Bergmann is, zooals men weet, de man geweest die in de December-besprekingen te Brussel met den Fran schen gedelegeerde Seydoux den goeden weg wist te vinden en ons met zoete hoop vulde dat de economische toenadering gevonden zou worden, die weer den weg zou banen voor een verbetering der politieke verhouding. De conferent'e in Parijs evenwel haalde een streep door dit werk en we moeten nu zien of dit na Londen hervat kan worden.Daarom is een directe bespreking tusschen Bergman?! en de groote financiers in Parijs van veel gewicht en we hebben een klein weinigje hoop dat hij Franschen en Duitschers ietwat tot elkander brengen kan vór de bespreking in Londen begint. Natuurlijk wordt in Londen ook de ontwapenings-quaestie besproken. Heeft Duitschland in deze volledig toegegeven en worden de beloften ook werkelijk uitgevoerd? Het verzet van Beieren schijnt gebroken, want al blijft de Beiersche regeering erbij, dat de ontwapening der burgerwachten een hoogst gevaarlijk experiment zal zijn, zij verzet zich niet langer en werpt de verantwoordelijkheid voor de gevolgen op de regeering van het rijk. Duitschland zal dus ontwapend worden en we zullen hopen, dat de geallieerden er geen berouw over zullen hebben, als straks mis schien de Russen Polen onder den voet loopen en voor de Duitsche grens verschijnen. Nog immer kan niemand met eenigen grond voor spellen of dit gebeuren zal, ja of neen. Polen en Russen zijn nog steeds aan het onder handelen in Riga over den definitieven vrede en nu eens lezen we een bericht, dat beiden het eens geworden zijn, dan weer dat het heelemaal mis is tengevolge van een dwazen eisch der Russen. Maar de mogelijkheid blijft bestaan en de vraag schijnt geheel beheerscht te worden door den toestand in de Sovjet republiek zelf.... waaromtrent wij niets hoegenaamd weten. Indirect kan de Londensche conferentie ook van hoog belang worden voor de Rus sische quaestie, namelijk in verband met de regeling van Turkije's lot. Nu Griekenland, Konstantinopel en de Kemalisten in Londen vertegenwoordigd worden, ligt 't voor de hand, dat de Britsche diplomaten, die daar vanzelf de leiding hebben, zullen aansturen op een minnelijke regeling der Klein-Aziati sche quaesties en het feit reeds, dat al die machten zich laten vertegenwoordigen, is een bewijs, dat zij er wel ooren naar hebben. Dat wordt dan natuurlijk een regeling die mede, of hoofdzakelijk, in 't belang van Groot Brittanje zal zijn, dus gericht tegen het streven der Bolsjewisten, thans Kemals bond genooten. Anders gezegd, Engeland zal de vriendschap der Kemalisten, hun hulp tegen de Russen, moeten koopen en Griekenland en 't oude Turkije zullen daarvoor moeten betalen. Zal het lukken? Onwaarschijnlijke berichten ever spanning tusschen de Vereenigde Staten en Engeland hebben verleden week de ronde gedaan en zijn ijlings weersproken en opgehelderd. Maar toch is men niet gerust aan wejrszijden van den Oceaan. In Amerika is men boos over allerlei wat door Engeland gedaan is over Ierland b.v. en in Engeland neemt men het den Amerikanen erg kwalijk, dat zij de oorlogs schuld niet willen kwijt schelden, want zegt men die schuld is in aller belang aangegaan en Engeland zou bij de kwijtTeekening voor de Amsterdammer" van J. H. Speenhoff ARMOEDZAAIER ' Alida, de ronde werkster. Diende in het Rechtsgebouw, Waar een meester in de rechten Haar wel gaarne huwen zou. Als zij naarstig vloeren veegde, Werd zij meer dan eens geplaagd. En door den geleerden vrijer Schuw ten huwelijk gevraagd. ,,Word de mijne, lieve juffer, Ik bemin u, trouw met mij." Maar dan zei ze: ,, Ar moedzaaier Ik verdien nog meer aan jij! Dacht jij, dat ik van jou armoe Naar behoor en leven kan? Ik ga tr-ouwen advocaatje Met een kloeken opperman. Dame spelen in jou stand? Daarvoor muffe pennelikker Ben ik veel te bij de hand. Neen, ik neem mijn metselaartje, Elke week maakt hij me rijk." Allen die dit rijmpje lezen Geven Alida gelijk. J. H. S PE EN HOF F IIIIIIMIIIIIIIIIIMIttllllMI schelding niets winnen maar eer verliezen. want als Amerika Engeland kwijt scheldt. dan doet Engeland 't Frankrijk en de andere bondgenooten en daardoor zou het geld ver liezen. De redeneering is juist... van Britsch standpunt, niet van Amerikaansch, want de debiteuren van Engeland zijn veel minder solvent dan Engeland zelf daarom juist leenden de L . S. A. aan Engeland en niet direct aan b.v. Servië en dus zou door de kwijtschelding Amerika een vrij vaste bate verliezen, Engeland daarentegen een dubieuze en in elk geval al zou het Vereenigd Ko ninkrijk moeten toeleggen op de transactie, de LI. S. A. zouden 't niet minder moeten doen. en waaróm zouden ze 't doen! De gedachtengang is geheel die van een zakenman en niet van een trouw bondgenoot in den strijd voor het recht en daarom zegt men in de geallieerde landen boos te zijn. Daar komt dan de vloot-quaestie bij. Harding loopt met plannen tot beperking van den vlootbouw rond, maar Japan is heel weinig toeschietelijk en als er niets van komt, gaat onvermijdelijk Amerika zoo geweldig bouwen, dat Engeland zich zou ruineeren door ertegenop te werken. Wat dan? De liberale pers in Engeland zegt: niet met Amerika concurreeren, want het is waanzin te denken dat we met de l'. S. A. oorlog zouden voeren; maar niettemin schijnt het voor een Brit zulk een hatelijk denkbeeld te zijn dat een ander, wie ook, een grootere vloot zou bezitten dan hij, dat reeds dit vooruitzicht de verhouding troebel maakt. Met dat al: Amerika en Engeland zijn toch nog goede vrienden en Engeland is Japan's bondgenoot; zou het nu werkelijk onmogelijk zijn tot overeenstemming te komen ten einde den onzinnigen wedloop die dreigt, te ontgaan? in Ierland is de toestand wanhopiger dan ooit. Sinn Fein heeft zijn campagne met nieuwe kracht heropend en de reprisals" zijn meedoogenloos en wreedaardig als.... die van de Duitschers in België. Nu brengt Sinn Fein de worsteling weer naar Engeland over: tien groote fabrieken of pakhuizen bij Manchester zijn in brand gestoken. De liberale pers in Engeland wijst als tegenstelling op Zuid-Afrika dat door Camp bell Bannerman's rechtvaardige politiek tot een loyal" kolonie werd gemaakt, zoodat Smuts nu weer een groote stembusoverwinning heeft behaald op de Nationalisten, dat zijn de Afrikaanders die los van Engeland willen. J. C. VAN OVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl