Historisch Archief 1877-1940
19 Febr. '21. - No. 2278
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Brieven uit Italië
Met teekemngen van de schrijfster
Kerstmis in Rome
O sprookje allerteederste verzoening
met de harde werkelijkheid zou het leven
te leven zijn zonder zijn bekoring? O het zoete
sprookje dat ook de dagelijksche dingen een
eigen stem geeft, ook het brood en het water
en de gewone kleeren en de bekende meubels
en een bloem in een verbleekt behang
o het sprookje dat oneindigheid legt in het ge
murmel van een klein volkskind naar haar
voddenpop !
_ In dezen tijd van oude feesten is het om ons,
overal ! Het is in den stillen maannacht over
de slapende stad, als de klokken de Kerstmis
Op alle treden zijn er uitstallingen van
poppetjes, van toeters en andere waren
luiden en in het lawaai om de kenniskraamp
jes. Het is in het zachte licht van de kerken
waar, ver van ons, een kardinaal wordt uit
gekleed en aangekleed door knieknikkende
priesters in een lange rij; een hangt hem den
mantel om, n draagt er de stola en n den
hoogen mijter, eerbiedig tegen een witte doek
voor zijn borst en hij zélf zit star, onbeweeglijk
als een oostersch afgodsbeeld in de blauwende
wierookwolken en onzichtbaar zingt het koor.
Het is in de naïeve kribbetjes, met de
mooigekleede herdertjes en de papieren huisjes
en de wollige schaapjes, dat lieve kinderspel
waarnaar het hart der groote inenschcn gaat.
En het is ook lachend en een beetje ondeu
gend in de allervreemdste engeltjes met de
gemeene gezichtjes en de hardrose lijfjes, die
aan wippende elastiekjes schommelen in de
kraampjes van de Piazza Navona. Het is
vooral in de St. Maria in Aracoeli met de
heiligste Bambino, goudflonkerend tusschen
de vele kaarsen ! Zonder het sprookje zouden
wij het misschien mal vinden, dat wonderlijke
houten wikkelkind in zijn pantser van gouden
ringen en banden, met zijn zware gouden
kroon en flonkerende steenen ! Maar het
sprookje hult hem in een gouden schijn,
zachter dan van de brandende kaarsen, en we
vinden het niet meer vreemd dat de menschen
zich verdringen voor het kribbetje en dat de
kleine kinderen kushandjes werpen van ver
o carino !
Op de steile trappen naar de kerk is het
volledig kermis met een oorverdoovend lawaai
van fluitjes en trompetjes en toeters. Op alle
treden zijn er uitstallingen van poppetjes
en paardjes en geweertjes en vooral zooals
wij onze traditioneele paaschkip hebben een
bambino in een papieren mandje, met een
roestbruin veegje haar en twee willekeurige
oogstippen op zijn witte, suikeren gezichtje.
En wij bestijgen moeizaam de eindelooze
treden, waar de tallooze peuters op en af klau
teren zonder zelfs te kijken waar zij loopen en
wij houden ons hart vast voor de kinderen die
een levende bambino dragen, op en af, in dat
gewoel, de lijfjes dubbel geknakt onder het
gewicht, maar lustig toeterend op een
tromTH.FïMENvü«n
Hofleverancier - Amsterdam
ULVEISTRUT Zlfi ?:? IlllEMSPAHiEB 8
TEL Ho*. 2040-1881 TEL Ho. 1793 Zuid
KOUDE EN WARME SCHOTELS !
DE OLIEMEEUWTJES
Sedert eenigen tijd heeft een troepje kok
meeuwen de groote vijver van het Vondel
park gekozen als winter-kwartier. Ze hebben
misschien genoeg van de vuile stadsgrachten
en vinden in dezen vorstloozen winter wel
gemakkelijk hun voedsel in het park zelf of
op het land in de nabijheid. Ze zijn er zeer
welkom, want ze geven wat levendigheid
aan de nog aitijd tamelijk doodsche water
partijen van ons park. Die behoefden lang
zoo doodsch niet te zijn, want het Hollandsen
binnenwater is van nature rijk en schilder
achtig genoeg. Wilt ge van de mogelijkheden
een denkbeeld krijgen, bezoek dan slechts
even het ^ waterpartijtje aan het begin van
den Nieuwen Wandelweg van den
Buitenveldert naar den Amstel. Als aanleg zelf is
het huiveringwekkend, met al die rustieke"
bruggetjes en het uitverkoop-rommeltje van
heesters. Doch de oevers van de plasjes
vertoonen den echten plantengroei van de laag
veenstreken en worden van dag tot dag
ver, levendigd met afwisseling van allerlei gedierte.
Zoo kon het in het Vondelpark ook zijn.
Intusschen hebben wij er nu al vast die
meeuwtjes. Verleden week zaten ze wal Ie
rusten aan den vijverzoom, een twintigtal
blanke gestalten. Er leken twee vreemde
TRIPLE SEC. GOMBIEI
Importépar SCHMITZ & Co., Utrecht
" VAN ALLES WAT
Ons Kookboek
De rijkste Bambino van de wereld
petje. Kinderen kinderen kinderen ! Ze
wikken en wegen lang en aandachtig wat te
koopen voor hun geldje, het suikeren poppetje
of een horloge aan een bandje en zien het
sprookje wenken in een wiegelend vogeltje
met een roode, een blauwe en een gele veer.
En koopen dan ten slotte een toeter of een
fluitje of wat het meeste leven maakt.
In de kerk zelf is de processie juist begonnen
en het heilige kindeken met zijn gouden ver
siersels (de rijkste Bambino van de wereld
zeggen trots de Romeinen) is van zijn
plaats op het altaar gehaald en wordt met
veel ceremonieel gedragen naar het kribbetje.
De menschen dringen,de kinderen daartusschen
met hun poppetjes en suikerdingetjes die ze
ter sluiks bekijken of torsend hun
babybroertjes en zusjes, alles dringt naar het
kribbetje dat door een ijzeren hek en wat sol
daten tegen al te veel gedrang beschermd
wordt. De figuren zijn bijna levensgroot. We
zien Maria die een beetje verwonderd kijkt
naar dat goudstralend zoontje en Jozef met
een staf waaraan witte lelies bloeien. Er zijn
de herdertjes en vrouwtjes met mandjes vol
keurig gestapelde oranjes en glimmende ap
peltjes. Een koor van papieren engelen zingt
en jubileert hovende rotsen van het landschap,
Bello" zeggen uit de volheid van hun hart
de menschen en zij tillen de kleinste hummels
om ook te zien. Bello".
In den hoek tegenover het kribbetje
is er een nieuw gedrang. Een groepje kinderen
wriemelt er op een verhevenheid en nu en
dan wringt er zich een naar voren en zegt een
vers met veel gebaren, zich wendend tot het
Een vrouwtje bidt star kijkend
Jezüken. Van tijd tot tijd dringt door de
opengaande deur het klaterend lawaai van
de kermis buiten en te gelijk is er aan 't
ander einde van de overvolle kerk een mis in
vollen gang. Een vrouwtje bidt er, onverschil
lig voor het donderend lawaai, prevelt, star
kijkend, een drenzerig kindje wiegend onder
wijl. En stralend in zijn kleine kribbetje,
tusschen den blauwen mantel van Maria en de
felle oranges en de glanzende appeltjes ligt
er de allerheiligste Bambino ? o zoete sprook
je, op allerteederste verzoening met de harde
werkelijkheid! RIE C R A M E R
Van Vrouwelijk Doen en Denken
Op een van onze mooie middagen heb
ik langen tijd zitten kijken naar 't spel
der kinderen op een van onze stads
pleinen, en toen ik eindelijk opstond om huis
toe te gaan realiseerde ik, dat ouders en
opvoeders eigenlijk veel te weinig aandacht
geven aan het spel van het kind. Het kind
speelt, nu ja, dan is 't zoet, het houdt zich
bezig, gelukkig, en we hebben
paedagogische boekjes gelezen, dat het spel van het
kind zijn spieren oefent, dat het zijn ver
beelding prikkelt, dat wc dus zoo weinig
mogelijk het kind daarin mogen storen; ook
Dr. Montessori leerde ons dit, doch ik geloof,
dat eigenlijk weinigen beseffen hoezeer 't
ménschje in zijn spel werkt aan eigen be
wustwording, vooral wanneer het kind met
artderen speelt. In het kind van heden kennen
wij den mensen van straks en in de kinder
maatschappij gaat het niet zooveel anders
toe, dan in de groote menschen-maatschappij.
Alleen heb ik dit opgemerkt, dat de tucht in
het spel een betere is, omdat zij vrijwillig is,
omdat er alleen dwang ontstaat door anderen
indien n van de medespelers door gebrek
aan tucht den boel in de war dreigt te sturen.
Op' het plein speelden verscheidene groepjes
kinderen, en met kleine varianten in de details
heb ik bij allen hetzelfde waargenomen.
De sterkste krijgt de leiding, niet de physiek
sterkste, maar degeen van wien overwicht uit
gaat op de anderen. Na eenig overleg wordt
die leider door het groepje zelf gekozen.
Soms is er strijd, als een andere speler
zich ook krachtig voelt en de leiding zou
wenschen. Dan hoor je : ik doe er niet van,"
maar van hem wordt geen notitie meer ge
nomen, de anderen onderwerpen zich, de
weerspannige sluit zich eindelijk aan. Onver
wijld wordt de aanvoerder gehoorzaamd. Hij
beveelt, hij organiseert, hij prijst en laakt.
En de anderen laten /ich willig leiden. Zoo
stijgt de zelfbewustheid van den sterkste.
-Hij voelt zijn overmacht op de kameraden,
hij voelt, dat hij iets kan, wat zij niet kunnen.
Als 't spel wat ingewikkeld wordt, stelt hij
bij 't andere einde der groep een waarnemer
aan, en hij peilt de macht van zijn mede
bestuurder. Het is allergrappigst om te
merken hoezeer zij hun eigen krachten
peilen, en hoe de tweede aanvoerder tracht
het voetspoor van den hoofdleider te volgen,
instinktmatig voelende, dat 't dan goed is.
Het spel is een uitstekende krachtmeter voor
de kinderen zelf en als zoodanig een middel
ter opvoeding dat we niet mogen onder
schatten.
Vele kinderen weten eerst hun eigen kracht,
indien zij die hebben mogen uitvieren: dan
pas komt hun zelfvertrouwen en zelfbewustzijn.
Ik heb een jongen gekend, die nooit vocht.
Op de school was vechten streng verboden,
en wie hem plaagde ging hij uit den weg,
zoodat hij eigenlijk voor laf werd gehouden.
Dat bemerkten de anderen n het school
hoofd n zij besloten samen den jongen eens
te laten vechten, om te weten of hij wer
kelijk laf was. Zoo werd hem dan verteld,
dat hij zich verweren mocht, indien men hem
weder plaagde.
En in het vrij kwartier gebeulde het, dat
ee:i van de grootere belhamels hem sarde.
Even liet hij 't gaan, en toen. . . . sloeg hij
toe, zoo hard en zoo raak, dat het den
anderen groen eu geel voor de oogen werd.
Er on'stond een gevecht, waarin de nieuwe
ling glorierijk overwinnaar bleef. Van dien
dag af.... werd hij ontzien. Hij was zich
zijn kracht bewust geworden. Later werd hij
bij het gezamenlijk spel de graag erkende
leider.
Als twee spelgroepen tegenover elkaar staan,
wordt er beraadslaagd en vol verwachting
vertrouwen de spelenden op het be'eid en
ae handigheid van de leiders. Ik heb dat
waargenomen bij graafwerk in de zandhoop
vlak bij in aanbouw zijnde huizen, ik heb 't
gezien bij 't sturen van een klompenvloot in
een groote duinpias, ik heb het opgemerkt
bij een geïmproviseerd voetbalspel, en bij
een door jongens georganiseerde
worstclweds rijd op een stadsplein, of bij gelegenheid
EflU B. COLOGNE
D. CMRRB/=\
vogels bij te zijn, zoo groot als de meeuwen zelf,
maar aan de onderzijde heel anders gekleurd,
warm bruin of zwartig, niet alleen buik en
borst, maar ook keel en kin. Daar stak dan
het wit van den bovennek heel vreemd tegen
af. We hebben daar een poosje uit de verte
naar staan kijken, uitcijferend wat dat wel
voor vreemde vogels konden zijn. Er bestaan
niet veel vogels of andere dieren, die aan
de onderzijde donkerder gekleurd zijn dan aan
den bovenkant. Toen er nu een van die twee
ging vliegen en zijn vleugels net bewoog als
een doodgewone meeuw, begrepen we al
spoedig, dat we hier te doen hadden met
een der droevigste manifestaties van den
jongsten tijd: een oliemeeuw. Later zagen
wij er in de stad nog meer, ook van zeer
nabij: echte vieze en armzalige dieren, de
veeren verward en kluiterig, doortrokken
van vuile olie, bekleefd met allerlei veront
reiniging. Geen wonder, dat die dieren, waar
zij maar kunnen, uren en uren bezig zijn
met zich weer schoon te pluizen. Die vogels
van het Vondelpark deden zoowat den heelen
dag niets anders.
Ze mogen ook wel, want hun leven is er
mee gemoeid. De veeren, met olie gedrenkt.
verliezen al de deugden van hun merkwaardig
weefsel van baarden en baardjes en haakjes,
die met elkaar een beschermende stille lucht
laag in stand houden. Zoodra het daarmee
niet in orde raakt, verliezen zij drijfvermogen
en vooral bescherming tegen afkoeling.
Eigenlijk zijn die dieren dan ook ter dood
veroordeeld, want met al hun gepik en
gepluis krijgen ze die veeren toch niet schoon
en 't duurt nog maanden, eer de rui hun
eeu nieuw kleed geeft. De voorjaarsrui is
slechts gedeeltelijk, die vernieuwt alleen de
veeren van den kop, en geeft den vogel zijn
bruine zomerkapje.
Het is wel goed, dat wij deze arme dieren
nu ook eens midden in de stad te zien krijgen.
Wie veel langs de stranden wandelt, kent het
verschijnsel al sedert eenige jaren. Keer op
keer gebeurt het, dat er doode vogels van
allerlei soort aanspoelen, haast niet te her
kennen, doordat het vieze oliekleed ze ver
kleurd en misvormd heeft. Snavels en pooten
helpen ons op streek en zoo herkennen we
dan meeuwen en zeekoeten, papegaaiduikers,
misschien ook een enkele Jan van Gent en
een stormvogel. Gedurende den oorlog werd
zoo'n ongeval in verband gebracht met een
gezonken duikboot, die zijn olievoorraad liet
ontsnappen of ook wel met getorpedeerde
schepen. De oliemassa breidt zich uit als een
groote vlek aan het zee-oppervlak. De vogels
die er door worden bereikt of die er in
neerstrijken, hebben wel in hun gevederte
bewonderenswaardige inrichtingen die hen
vrijwaren tegen bevochtiging door water,
maar zijn om zoo te zeggen op olie in het
geheel niet berekend en zoo wordt hun
vleugelkleed dan op eens volkomen onbruik
baar. Ze kunnen al heel spoedig noch duiken,
noch vliegen en komen jammerlijk om het
leven. Vooral op de Kngeische Noordzeekust
heeft men de cadavers van die vogels bij
honderden tegelijk aangetroffen.
Helaas is het er na den oorlog niet beter
op geworden. Wel is het voorloopig gedaan
met duikbooten en torpedeeren, maar het
gebruik van stookolie is buitengewoon sterk
toegenomen en die lekt nu dag en nacht i it
reservoirs en machines, de havens en de zee
verontreinigend, een gevaar voor hel leven
op aarde. Het gaat hier namelijk om veel
van een kunstrijder!)' met fietsen om een
lantaarnpaal, die midden op een rond-point
stond.
Overal kan men dit verschijnsel zien, dat
het kind niet alleen in de gedwongen schooi
en leestucht, maar in de vrije tuchtoefening
van het spel zijn eigen kracht leert kennen
en stalen, dat hij leert beseffen hoe groot
de invloed is, die er van hem op anderen
uitgaat. Daarom verwacht ik meer van den
veredelenden invloed van het vrije spel, dan
van het spelen op bev 1.
Hoe meer de kinderen on de vrije mid
dagen kunnen spelen met anderen, hoe beter;
het is minstens even noodig, even leerzaam
en even onontbeerlijk voor hen als het
eeuwige lessen leeren en huiswerk maken,
dat de mees'e ouders zoo na aan 't hart gaat.
Het spel maakt van de kinderen menschen
met karakters, want al hun eigenschappen,
goede en kwade, komen juist hier tot hun
volle ontplooiing.
H. C. v. d. M.
tiiiHiiiiiimimiiiiiiiiiimiiitmi
Voorbeeld en Navolging
Op een der laatste mooie ochtenden van het
afgeloopen badscizoen wandelde er over het
strand een juffrouw in een mantel van z
sterksprekend blokpatroon, dat zii in de
heerschende ruitenmode een record scheen te
willen slaan.
Plotseling stonden tegenover haar twee
jongens van een jaar of twaalf, naar hun spraak
het zuiverste kenmerk te oordeelen, van
goeden huize ; en de dapperste der twee zei
op beleefden toon :
Juffrouw, mogen we een half uurtje uw
mantel te leen hebben, om voor dambord te
gebruiken ?
De draagster van 't bewuste kleedingstuk
stond eerst een paar seconden erg verbouwe
reerd. Daarna riep zij met luider stemme :
,,Jullie ellendige apen, ik zal jelui !" Zij
trok eeu gezicht, zooals een mijner oudooms
placht te zeggen als een oorwurm", (ofschoon
ik niet geloof dat hij van de fysionomie
dier dieren ooit bijzondere studie gemaakt
had.)
Maar de aapjcs waren ondertussc.hen
zonder antwoord af te wachten in de drukte
verdwenen. Bovendien hadden /ij de lachende
omstanders kostelijk op hun hand.
Dit tafereeltje lokte een gesprek uit over
grootruitige mantels en nog wat.
Ken der dames vond groote ruiten niet mooi
en verklaarde ze daarom nooit te dragen.
Ken andere stemde toe, ze ook niet mooi
te vinden, maar voegde er dadelijk bij, dat dit
geen reden was om ze niet te dragen, als ze
in de mode zijn.
Tot ze uit cie mode raken."
Ja, dat is het lastige. Dan kan je er niet
meer in rondloopen."
Wat doe je er dan mee?"
Eén stem sprak van verven. Maar dan
blijft heel licht het ruitmotief zichtbaar.
Ken tweede placht in zoo'n geval haar
kleeren te verkoopen. 't Is waar, je krijgt er
maar bil ter weinig voor, in vergelijking van
hetgeen ze een maand of wat geleden gekost
hebben.
Een derde meende, dat men onder familie
en kennissen altijd wel candidaten voor af
leggers had.
Wat is een aflegger'' ?
Antwoord : iets wat of versleten of uit de
mode geraakt is. Welbe/ien vonden alle spreek
sters dat het laatste erger is dan het eerste.
Op slijtage weet de naald, vooral van een han
dige huisnaaister, nog heel lang raad ; doch
voor een stof, waaraan de bekoring van den
modestempel is 011(1101111'!;, - - zoo'n
ruitenmasï'a bij voorbeeld a.s. jaar?
Ja, maar zoolang de mode het gebood,
heb je er dan toch plezier van gehad...."
Ken goedmoedig luisteraar, die sinds een
menschenleeftijd dit liedje, met refrein en al,
kende, glimlachte daar eventjes over, maar
deed er hè1 zwijgen toe.
Doch toen, een dag later, de meest welspre
kende bepleitstcr van het modeverband,
zich hoofdschuddend verbaasde : dat de
meiden tegenwoordig het grootste deel van
haar verhoogde loonen besteden aan mode
ambitie, -- toen kon genoemde luisteraar
niet laten te opperen :
Hè! vindt jij dat zoo verbazend en zoo
hoofdschud L! en s-waardig"?"
i: E R T R U l D A C A K E L S 10 N
VlERKLEUR-PUDDING
Kook roode griesmeel in bessensap, verder
gewone griesmeel, in melk met vanille en
een citroenschilletje, koffie-pudding en cho
colade-pudding, beide met maizena. Alles op
de gewone wijze.
Plaats in een flinke ronde kom, twee door
elkaar gestoken passende halve cirkels van
karton (bijv. taartenkarton). Vul nu ieder
der vakjes met een der vier puddingsoorten,
n voor n, het volgende vakje steeds als
het vorige ongeveer is afgekoeld. Met het
omkeeren moet men zeer voorzichtig te werk
gaan. De kartons laat men er natuurlijk in.
Gameer met gekleurde schuimpjes.
E. H.-v. B.
Vrouwenbelangen
Bij monde van Mevr. Sonnenborn-Grönleh,
penningmeesteresse van de Afd. Samarang
van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht
in Ned. Indië, werd tijdens de
Hoofdbestuursvcrgadering in Januari aan de NCO. Ver.
van Staatsburgeressen aangeboden e MI prach
tige Javaansche Gong, in djatihout gevat en in
Japaraasch snijwerk uitgevoerd. Dit geschenk
werd aangeboden als blijk van waardeering
voor den arbeid, die de Nederl. Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht ook voor de vrouwen
op Java heeft verricht en als bewijs van
dankbaarheid voor den steun en voorlichting
aan de Javaansche afdeelingen.
De presidente aanvaardde dankbaar dit
fraaie geschenk en hoopt de eerstvolgende
algemeene vergadering te openen met een
gongslag, opdat de leden den schoonen, diepen
klank zullen kunnen bewonderen.
In de Gereformeerde Kerk van Utrecht
hebben thans ook de zusters het recht namen
op te geven voor de groslijst, bij een
predikantsvcrkiczing Zij mogen echter nog geen
deel nemen aan de verkiezing zelve. Zij mogen
:chter wel tegenwoordig zijn, als de broeders
dit werk verrichten. Les idees marchent !
De Nieuwe Courant maakt melding van
het feit, dat te Philadelfia een bank zal
worden geopend, waaraan uitsluitend vrou
welijk personeel zal werkzaam zijn, en die
zich uitsluitend zal toeleggen op het drijven
van handel .
In de Fransche Kamer heeft de Afgevaar
digde Proust een wetsontwerp ingediend
hetwelk beoogt,- het ambt van notaris open
te stellen ook voor vrouwen. Volgens het
Journal" is dit wetsontwerp in de Kamer,
alsmede in de notariswereld gunstig ontvangen
Aan het Bulletin van het Nationaal Bureau
voor Vrouwenarbeid ontleenen wij het be
richt dat voortaan bij den dienst der H. I J.
S. M. vcor vrouwelijke arbeidskrachten, geen
plaats meer is, dan allén voor die
betrekkipggeu die uit den aard door vrouwen worden
vervuld."
Om toelichting gevraagd, antwoord 'e de
Directie dat de vrouwen slechts in aanmer
king kunnen komen voor leerlingklerk en
wachteres.
Op de vraag, wat er met de vrouwelijke
leerling-klerk zou geschieden, nadat de leer
tijd verstreken was, was het antwoord dat
een leerling-klerk uit den aard der zaak voor
bevordeing tot klerk in aanmerking blijft
komen."
Deze berichten spreken elkaar tegen. Het
nationaal bureau voor Vrouwenarbeid meent
aan meisjes te moeten ontraden, dezen,
overigens toch zoo weinig loonenden werk
kring te kiezen. Daar de directie weinig
geneigd is vrouwelijk personeel aan te stellen
en niet geneigd, dat personeel tot de hoogere
rangen (adjunct-commies, commies, hoofd
commies....) toe te laten, zijn de vooruit
zichten bij dezen tak van dienst voor de vrou
wen zeker niet aanlokkelijk te noemen.
C. S. G R o o T.
meer, dan om het leven van enkele honderd
tallen of duizendtallen van zeevogels, maar
om het heele leven der zee, het heele leven
op aarde. Lord Rayleigh deelt mede, dat een
samenhangend olievlies al kan bestaan bij
een dikte van slechts 'i,()00(!025 m.M. en dat
er om de heele Oceaan te bedekken dan met
."O I.OIMJ ton olie zou kunnen worden volstaan.
Daardoor zou de ademhaling van de zee
vernietigd zijn en alles ging dood.
Nu kan het lang duren; eer er zooveel is
uitgelekt en van de goede oliesoorten ver
dampt er misschien ook nog wel een beetje,
maar dat neemt niet weg, dat op verscheidene
plaatsen de ontwikkeling van de velerlei
kleine wezentjes, die de zee bevolken en wier
bestaan de grondslag vormt voor het leven
der grootere dieren, ernstig wordt bedreigt.
De olielang vernietigt zoodoende alle leven.
Ook in onze binnenwateren ziet men hetzelfde
gebeuren, niet alleen door de stookolie van
motorschepen, maar ook door het carbolineum,
dat tot allerlei doeleinden wordt gebruikt.
Menig visscher bederft zijn vischwater door
zijn netten te drenken in carbolineum, dat
gedurende den oorlog het ouderwetsche taan
heeft verdrongen. Als hij daarbij wat vluchtig
en kwistig te werk gaat, geeft iedere fuik
een laagje op het water ondoordringbaar voor
lucht en daaronder sterven dan niet alleen
de muggeiilarven, maar letterlijk alles, vooral
als die vettigheid samendrijft in een stille
bocht.
Bij al de ellende van watervervuiling,
waaronder wij reeds langen tijd en in het
bijzonder gedurende de laatste kwarteeuw te
lijden hadden, komt nu o-ik nog de olieplaag,
die gelukkig den ernst van hel geval nog
duidelijker aan hel licht brengt en die er
wellicht toe zal bijdragen, dat eindelijk
krachtige en doeltreffende maatregelen
worden genomen. Anders vergaat de
menschhcid in haar eigen vuil.
J A c. P. TH ij s s 10
CORK. Een lezer vraagt, hoe de over
winterende muggen verdelgd moeten worden.
Neem een schoon drinkglas, spoel het om
met petroleum, zoodat het aan de binnenzijde
met een laagje olie bedekt is. Stulp het dan
over de mug, die aan den wand zit. Zij
valt er meteen bedwelmd in en blij,t aan
het glas kleven. Wie zoo zijn huis en stal
dag aan dag behandelt, bewijst een dienst
niet alleen aan zichzelf, maar aan de ge
meenschap. Beter vandaag beginnen dan
morgen, want de winter is haast voorbij.
Ik heb er met een en hetzelfde glas wel
meer dan honderd binnen het half uur ge
vangen. T,
Illlllllllllllllll "?lllllllllllllfMIIIIIIIIIIMIIIIIIlmillllliilllHKi.tflimtii,,!
n minimum MUI n j, ,, ,,, nlll
| MOERHEIM"geeft adviezen l
| jjMOERHEIIVI maakt begrootingen i
| MOERHEIm 'ontwerpt plannen |
,,MOERHEIM"legt tuinen aan
!MMOERHEIM" I
l DEDEMSVAART: