De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 19 februari pagina 5

19 februari 1921 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

19 Febr. '21. - No. 2278 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Brieven uit Italië Met teekemngen van de schrijfster Kerstmis in Rome O sprookje allerteederste verzoening met de harde werkelijkheid zou het leven te leven zijn zonder zijn bekoring? O het zoete sprookje dat ook de dagelijksche dingen een eigen stem geeft, ook het brood en het water en de gewone kleeren en de bekende meubels en een bloem in een verbleekt behang o het sprookje dat oneindigheid legt in het ge murmel van een klein volkskind naar haar voddenpop ! _ In dezen tijd van oude feesten is het om ons, overal ! Het is in den stillen maannacht over de slapende stad, als de klokken de Kerstmis Op alle treden zijn er uitstallingen van poppetjes, van toeters en andere waren luiden en in het lawaai om de kenniskraamp jes. Het is in het zachte licht van de kerken waar, ver van ons, een kardinaal wordt uit gekleed en aangekleed door knieknikkende priesters in een lange rij; een hangt hem den mantel om, n draagt er de stola en n den hoogen mijter, eerbiedig tegen een witte doek voor zijn borst en hij zélf zit star, onbeweeglijk als een oostersch afgodsbeeld in de blauwende wierookwolken en onzichtbaar zingt het koor. Het is in de naïeve kribbetjes, met de mooigekleede herdertjes en de papieren huisjes en de wollige schaapjes, dat lieve kinderspel waarnaar het hart der groote inenschcn gaat. En het is ook lachend en een beetje ondeu gend in de allervreemdste engeltjes met de gemeene gezichtjes en de hardrose lijfjes, die aan wippende elastiekjes schommelen in de kraampjes van de Piazza Navona. Het is vooral in de St. Maria in Aracoeli met de heiligste Bambino, goudflonkerend tusschen de vele kaarsen ! Zonder het sprookje zouden wij het misschien mal vinden, dat wonderlijke houten wikkelkind in zijn pantser van gouden ringen en banden, met zijn zware gouden kroon en flonkerende steenen ! Maar het sprookje hult hem in een gouden schijn, zachter dan van de brandende kaarsen, en we vinden het niet meer vreemd dat de menschen zich verdringen voor het kribbetje en dat de kleine kinderen kushandjes werpen van ver o carino ! Op de steile trappen naar de kerk is het volledig kermis met een oorverdoovend lawaai van fluitjes en trompetjes en toeters. Op alle treden zijn er uitstallingen van poppetjes en paardjes en geweertjes en vooral zooals wij onze traditioneele paaschkip hebben een bambino in een papieren mandje, met een roestbruin veegje haar en twee willekeurige oogstippen op zijn witte, suikeren gezichtje. En wij bestijgen moeizaam de eindelooze treden, waar de tallooze peuters op en af klau teren zonder zelfs te kijken waar zij loopen en wij houden ons hart vast voor de kinderen die een levende bambino dragen, op en af, in dat gewoel, de lijfjes dubbel geknakt onder het gewicht, maar lustig toeterend op een tromTH.FïMENvü«n Hofleverancier - Amsterdam ULVEISTRUT Zlfi ?:? IlllEMSPAHiEB 8 TEL Ho*. 2040-1881 TEL Ho. 1793 Zuid KOUDE EN WARME SCHOTELS ! DE OLIEMEEUWTJES Sedert eenigen tijd heeft een troepje kok meeuwen de groote vijver van het Vondel park gekozen als winter-kwartier. Ze hebben misschien genoeg van de vuile stadsgrachten en vinden in dezen vorstloozen winter wel gemakkelijk hun voedsel in het park zelf of op het land in de nabijheid. Ze zijn er zeer welkom, want ze geven wat levendigheid aan de nog aitijd tamelijk doodsche water partijen van ons park. Die behoefden lang zoo doodsch niet te zijn, want het Hollandsen binnenwater is van nature rijk en schilder achtig genoeg. Wilt ge van de mogelijkheden een denkbeeld krijgen, bezoek dan slechts even het ^ waterpartijtje aan het begin van den Nieuwen Wandelweg van den Buitenveldert naar den Amstel. Als aanleg zelf is het huiveringwekkend, met al die rustieke" bruggetjes en het uitverkoop-rommeltje van heesters. Doch de oevers van de plasjes vertoonen den echten plantengroei van de laag veenstreken en worden van dag tot dag ver, levendigd met afwisseling van allerlei gedierte. Zoo kon het in het Vondelpark ook zijn. Intusschen hebben wij er nu al vast die meeuwtjes. Verleden week zaten ze wal Ie rusten aan den vijverzoom, een twintigtal blanke gestalten. Er leken twee vreemde TRIPLE SEC. GOMBIEI Importépar SCHMITZ & Co., Utrecht " VAN ALLES WAT Ons Kookboek De rijkste Bambino van de wereld petje. Kinderen kinderen kinderen ! Ze wikken en wegen lang en aandachtig wat te koopen voor hun geldje, het suikeren poppetje of een horloge aan een bandje en zien het sprookje wenken in een wiegelend vogeltje met een roode, een blauwe en een gele veer. En koopen dan ten slotte een toeter of een fluitje of wat het meeste leven maakt. In de kerk zelf is de processie juist begonnen en het heilige kindeken met zijn gouden ver siersels (de rijkste Bambino van de wereld zeggen trots de Romeinen) is van zijn plaats op het altaar gehaald en wordt met veel ceremonieel gedragen naar het kribbetje. De menschen dringen,de kinderen daartusschen met hun poppetjes en suikerdingetjes die ze ter sluiks bekijken of torsend hun babybroertjes en zusjes, alles dringt naar het kribbetje dat door een ijzeren hek en wat sol daten tegen al te veel gedrang beschermd wordt. De figuren zijn bijna levensgroot. We zien Maria die een beetje verwonderd kijkt naar dat goudstralend zoontje en Jozef met een staf waaraan witte lelies bloeien. Er zijn de herdertjes en vrouwtjes met mandjes vol keurig gestapelde oranjes en glimmende ap peltjes. Een koor van papieren engelen zingt en jubileert hovende rotsen van het landschap, Bello" zeggen uit de volheid van hun hart de menschen en zij tillen de kleinste hummels om ook te zien. Bello". In den hoek tegenover het kribbetje is er een nieuw gedrang. Een groepje kinderen wriemelt er op een verhevenheid en nu en dan wringt er zich een naar voren en zegt een vers met veel gebaren, zich wendend tot het Een vrouwtje bidt star kijkend Jezüken. Van tijd tot tijd dringt door de opengaande deur het klaterend lawaai van de kermis buiten en te gelijk is er aan 't ander einde van de overvolle kerk een mis in vollen gang. Een vrouwtje bidt er, onverschil lig voor het donderend lawaai, prevelt, star kijkend, een drenzerig kindje wiegend onder wijl. En stralend in zijn kleine kribbetje, tusschen den blauwen mantel van Maria en de felle oranges en de glanzende appeltjes ligt er de allerheiligste Bambino ? o zoete sprook je, op allerteederste verzoening met de harde werkelijkheid! RIE C R A M E R Van Vrouwelijk Doen en Denken Op een van onze mooie middagen heb ik langen tijd zitten kijken naar 't spel der kinderen op een van onze stads pleinen, en toen ik eindelijk opstond om huis toe te gaan realiseerde ik, dat ouders en opvoeders eigenlijk veel te weinig aandacht geven aan het spel van het kind. Het kind speelt, nu ja, dan is 't zoet, het houdt zich bezig, gelukkig, en we hebben paedagogische boekjes gelezen, dat het spel van het kind zijn spieren oefent, dat het zijn ver beelding prikkelt, dat wc dus zoo weinig mogelijk het kind daarin mogen storen; ook Dr. Montessori leerde ons dit, doch ik geloof, dat eigenlijk weinigen beseffen hoezeer 't ménschje in zijn spel werkt aan eigen be wustwording, vooral wanneer het kind met artderen speelt. In het kind van heden kennen wij den mensen van straks en in de kinder maatschappij gaat het niet zooveel anders toe, dan in de groote menschen-maatschappij. Alleen heb ik dit opgemerkt, dat de tucht in het spel een betere is, omdat zij vrijwillig is, omdat er alleen dwang ontstaat door anderen indien n van de medespelers door gebrek aan tucht den boel in de war dreigt te sturen. Op' het plein speelden verscheidene groepjes kinderen, en met kleine varianten in de details heb ik bij allen hetzelfde waargenomen. De sterkste krijgt de leiding, niet de physiek sterkste, maar degeen van wien overwicht uit gaat op de anderen. Na eenig overleg wordt die leider door het groepje zelf gekozen. Soms is er strijd, als een andere speler zich ook krachtig voelt en de leiding zou wenschen. Dan hoor je : ik doe er niet van," maar van hem wordt geen notitie meer ge nomen, de anderen onderwerpen zich, de weerspannige sluit zich eindelijk aan. Onver wijld wordt de aanvoerder gehoorzaamd. Hij beveelt, hij organiseert, hij prijst en laakt. En de anderen laten /ich willig leiden. Zoo stijgt de zelfbewustheid van den sterkste. -Hij voelt zijn overmacht op de kameraden, hij voelt, dat hij iets kan, wat zij niet kunnen. Als 't spel wat ingewikkeld wordt, stelt hij bij 't andere einde der groep een waarnemer aan, en hij peilt de macht van zijn mede bestuurder. Het is allergrappigst om te merken hoezeer zij hun eigen krachten peilen, en hoe de tweede aanvoerder tracht het voetspoor van den hoofdleider te volgen, instinktmatig voelende, dat 't dan goed is. Het spel is een uitstekende krachtmeter voor de kinderen zelf en als zoodanig een middel ter opvoeding dat we niet mogen onder schatten. Vele kinderen weten eerst hun eigen kracht, indien zij die hebben mogen uitvieren: dan pas komt hun zelfvertrouwen en zelfbewustzijn. Ik heb een jongen gekend, die nooit vocht. Op de school was vechten streng verboden, en wie hem plaagde ging hij uit den weg, zoodat hij eigenlijk voor laf werd gehouden. Dat bemerkten de anderen n het school hoofd n zij besloten samen den jongen eens te laten vechten, om te weten of hij wer kelijk laf was. Zoo werd hem dan verteld, dat hij zich verweren mocht, indien men hem weder plaagde. En in het vrij kwartier gebeulde het, dat ee:i van de grootere belhamels hem sarde. Even liet hij 't gaan, en toen. . . . sloeg hij toe, zoo hard en zoo raak, dat het den anderen groen eu geel voor de oogen werd. Er on'stond een gevecht, waarin de nieuwe ling glorierijk overwinnaar bleef. Van dien dag af.... werd hij ontzien. Hij was zich zijn kracht bewust geworden. Later werd hij bij het gezamenlijk spel de graag erkende leider. Als twee spelgroepen tegenover elkaar staan, wordt er beraadslaagd en vol verwachting vertrouwen de spelenden op het be'eid en ae handigheid van de leiders. Ik heb dat waargenomen bij graafwerk in de zandhoop vlak bij in aanbouw zijnde huizen, ik heb 't gezien bij 't sturen van een klompenvloot in een groote duinpias, ik heb het opgemerkt bij een geïmproviseerd voetbalspel, en bij een door jongens georganiseerde worstclweds rijd op een stadsplein, of bij gelegenheid EflU B. COLOGNE D. CMRRB/=\ vogels bij te zijn, zoo groot als de meeuwen zelf, maar aan de onderzijde heel anders gekleurd, warm bruin of zwartig, niet alleen buik en borst, maar ook keel en kin. Daar stak dan het wit van den bovennek heel vreemd tegen af. We hebben daar een poosje uit de verte naar staan kijken, uitcijferend wat dat wel voor vreemde vogels konden zijn. Er bestaan niet veel vogels of andere dieren, die aan de onderzijde donkerder gekleurd zijn dan aan den bovenkant. Toen er nu een van die twee ging vliegen en zijn vleugels net bewoog als een doodgewone meeuw, begrepen we al spoedig, dat we hier te doen hadden met een der droevigste manifestaties van den jongsten tijd: een oliemeeuw. Later zagen wij er in de stad nog meer, ook van zeer nabij: echte vieze en armzalige dieren, de veeren verward en kluiterig, doortrokken van vuile olie, bekleefd met allerlei veront reiniging. Geen wonder, dat die dieren, waar zij maar kunnen, uren en uren bezig zijn met zich weer schoon te pluizen. Die vogels van het Vondelpark deden zoowat den heelen dag niets anders. Ze mogen ook wel, want hun leven is er mee gemoeid. De veeren, met olie gedrenkt. verliezen al de deugden van hun merkwaardig weefsel van baarden en baardjes en haakjes, die met elkaar een beschermende stille lucht laag in stand houden. Zoodra het daarmee niet in orde raakt, verliezen zij drijfvermogen en vooral bescherming tegen afkoeling. Eigenlijk zijn die dieren dan ook ter dood veroordeeld, want met al hun gepik en gepluis krijgen ze die veeren toch niet schoon en 't duurt nog maanden, eer de rui hun eeu nieuw kleed geeft. De voorjaarsrui is slechts gedeeltelijk, die vernieuwt alleen de veeren van den kop, en geeft den vogel zijn bruine zomerkapje. Het is wel goed, dat wij deze arme dieren nu ook eens midden in de stad te zien krijgen. Wie veel langs de stranden wandelt, kent het verschijnsel al sedert eenige jaren. Keer op keer gebeurt het, dat er doode vogels van allerlei soort aanspoelen, haast niet te her kennen, doordat het vieze oliekleed ze ver kleurd en misvormd heeft. Snavels en pooten helpen ons op streek en zoo herkennen we dan meeuwen en zeekoeten, papegaaiduikers, misschien ook een enkele Jan van Gent en een stormvogel. Gedurende den oorlog werd zoo'n ongeval in verband gebracht met een gezonken duikboot, die zijn olievoorraad liet ontsnappen of ook wel met getorpedeerde schepen. De oliemassa breidt zich uit als een groote vlek aan het zee-oppervlak. De vogels die er door worden bereikt of die er in neerstrijken, hebben wel in hun gevederte bewonderenswaardige inrichtingen die hen vrijwaren tegen bevochtiging door water, maar zijn om zoo te zeggen op olie in het geheel niet berekend en zoo wordt hun vleugelkleed dan op eens volkomen onbruik baar. Ze kunnen al heel spoedig noch duiken, noch vliegen en komen jammerlijk om het leven. Vooral op de Kngeische Noordzeekust heeft men de cadavers van die vogels bij honderden tegelijk aangetroffen. Helaas is het er na den oorlog niet beter op geworden. Wel is het voorloopig gedaan met duikbooten en torpedeeren, maar het gebruik van stookolie is buitengewoon sterk toegenomen en die lekt nu dag en nacht i it reservoirs en machines, de havens en de zee verontreinigend, een gevaar voor hel leven op aarde. Het gaat hier namelijk om veel van een kunstrijder!)' met fietsen om een lantaarnpaal, die midden op een rond-point stond. Overal kan men dit verschijnsel zien, dat het kind niet alleen in de gedwongen schooi en leestucht, maar in de vrije tuchtoefening van het spel zijn eigen kracht leert kennen en stalen, dat hij leert beseffen hoe groot de invloed is, die er van hem op anderen uitgaat. Daarom verwacht ik meer van den veredelenden invloed van het vrije spel, dan van het spelen op bev 1. Hoe meer de kinderen on de vrije mid dagen kunnen spelen met anderen, hoe beter; het is minstens even noodig, even leerzaam en even onontbeerlijk voor hen als het eeuwige lessen leeren en huiswerk maken, dat de mees'e ouders zoo na aan 't hart gaat. Het spel maakt van de kinderen menschen met karakters, want al hun eigenschappen, goede en kwade, komen juist hier tot hun volle ontplooiing. H. C. v. d. M. tiiiHiiiiiimimiiiiiiiiiimiiitmi Voorbeeld en Navolging Op een der laatste mooie ochtenden van het afgeloopen badscizoen wandelde er over het strand een juffrouw in een mantel van z sterksprekend blokpatroon, dat zii in de heerschende ruitenmode een record scheen te willen slaan. Plotseling stonden tegenover haar twee jongens van een jaar of twaalf, naar hun spraak het zuiverste kenmerk te oordeelen, van goeden huize ; en de dapperste der twee zei op beleefden toon : Juffrouw, mogen we een half uurtje uw mantel te leen hebben, om voor dambord te gebruiken ? De draagster van 't bewuste kleedingstuk stond eerst een paar seconden erg verbouwe reerd. Daarna riep zij met luider stemme : ,,Jullie ellendige apen, ik zal jelui !" Zij trok eeu gezicht, zooals een mijner oudooms placht te zeggen als een oorwurm", (ofschoon ik niet geloof dat hij van de fysionomie dier dieren ooit bijzondere studie gemaakt had.) Maar de aapjcs waren ondertussc.hen zonder antwoord af te wachten in de drukte verdwenen. Bovendien hadden /ij de lachende omstanders kostelijk op hun hand. Dit tafereeltje lokte een gesprek uit over grootruitige mantels en nog wat. Ken der dames vond groote ruiten niet mooi en verklaarde ze daarom nooit te dragen. Ken andere stemde toe, ze ook niet mooi te vinden, maar voegde er dadelijk bij, dat dit geen reden was om ze niet te dragen, als ze in de mode zijn. Tot ze uit cie mode raken." Ja, dat is het lastige. Dan kan je er niet meer in rondloopen." Wat doe je er dan mee?" Eén stem sprak van verven. Maar dan blijft heel licht het ruitmotief zichtbaar. Ken tweede placht in zoo'n geval haar kleeren te verkoopen. 't Is waar, je krijgt er maar bil ter weinig voor, in vergelijking van hetgeen ze een maand of wat geleden gekost hebben. Een derde meende, dat men onder familie en kennissen altijd wel candidaten voor af leggers had. Wat is een aflegger'' ? Antwoord : iets wat of versleten of uit de mode geraakt is. Welbe/ien vonden alle spreek sters dat het laatste erger is dan het eerste. Op slijtage weet de naald, vooral van een han dige huisnaaister, nog heel lang raad ; doch voor een stof, waaraan de bekoring van den modestempel is 011(1101111'!;, - - zoo'n ruitenmasï'a bij voorbeeld a.s. jaar? Ja, maar zoolang de mode het gebood, heb je er dan toch plezier van gehad...." Ken goedmoedig luisteraar, die sinds een menschenleeftijd dit liedje, met refrein en al, kende, glimlachte daar eventjes over, maar deed er hè1 zwijgen toe. Doch toen, een dag later, de meest welspre kende bepleitstcr van het modeverband, zich hoofdschuddend verbaasde : dat de meiden tegenwoordig het grootste deel van haar verhoogde loonen besteden aan mode ambitie, -- toen kon genoemde luisteraar niet laten te opperen : Hè! vindt jij dat zoo verbazend en zoo hoofdschud L! en s-waardig"?" i: E R T R U l D A C A K E L S 10 N VlERKLEUR-PUDDING Kook roode griesmeel in bessensap, verder gewone griesmeel, in melk met vanille en een citroenschilletje, koffie-pudding en cho colade-pudding, beide met maizena. Alles op de gewone wijze. Plaats in een flinke ronde kom, twee door elkaar gestoken passende halve cirkels van karton (bijv. taartenkarton). Vul nu ieder der vakjes met een der vier puddingsoorten, n voor n, het volgende vakje steeds als het vorige ongeveer is afgekoeld. Met het omkeeren moet men zeer voorzichtig te werk gaan. De kartons laat men er natuurlijk in. Gameer met gekleurde schuimpjes. E. H.-v. B. Vrouwenbelangen Bij monde van Mevr. Sonnenborn-Grönleh, penningmeesteresse van de Afd. Samarang van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht in Ned. Indië, werd tijdens de Hoofdbestuursvcrgadering in Januari aan de NCO. Ver. van Staatsburgeressen aangeboden e MI prach tige Javaansche Gong, in djatihout gevat en in Japaraasch snijwerk uitgevoerd. Dit geschenk werd aangeboden als blijk van waardeering voor den arbeid, die de Nederl. Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht ook voor de vrouwen op Java heeft verricht en als bewijs van dankbaarheid voor den steun en voorlichting aan de Javaansche afdeelingen. De presidente aanvaardde dankbaar dit fraaie geschenk en hoopt de eerstvolgende algemeene vergadering te openen met een gongslag, opdat de leden den schoonen, diepen klank zullen kunnen bewonderen. In de Gereformeerde Kerk van Utrecht hebben thans ook de zusters het recht namen op te geven voor de groslijst, bij een predikantsvcrkiczing Zij mogen echter nog geen deel nemen aan de verkiezing zelve. Zij mogen :chter wel tegenwoordig zijn, als de broeders dit werk verrichten. Les idees marchent ! De Nieuwe Courant maakt melding van het feit, dat te Philadelfia een bank zal worden geopend, waaraan uitsluitend vrou welijk personeel zal werkzaam zijn, en die zich uitsluitend zal toeleggen op het drijven van handel . In de Fransche Kamer heeft de Afgevaar digde Proust een wetsontwerp ingediend hetwelk beoogt,- het ambt van notaris open te stellen ook voor vrouwen. Volgens het Journal" is dit wetsontwerp in de Kamer, alsmede in de notariswereld gunstig ontvangen Aan het Bulletin van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid ontleenen wij het be richt dat voortaan bij den dienst der H. I J. S. M. vcor vrouwelijke arbeidskrachten, geen plaats meer is, dan allén voor die betrekkipggeu die uit den aard door vrouwen worden vervuld." Om toelichting gevraagd, antwoord 'e de Directie dat de vrouwen slechts in aanmer king kunnen komen voor leerlingklerk en wachteres. Op de vraag, wat er met de vrouwelijke leerling-klerk zou geschieden, nadat de leer tijd verstreken was, was het antwoord dat een leerling-klerk uit den aard der zaak voor bevordeing tot klerk in aanmerking blijft komen." Deze berichten spreken elkaar tegen. Het nationaal bureau voor Vrouwenarbeid meent aan meisjes te moeten ontraden, dezen, overigens toch zoo weinig loonenden werk kring te kiezen. Daar de directie weinig geneigd is vrouwelijk personeel aan te stellen en niet geneigd, dat personeel tot de hoogere rangen (adjunct-commies, commies, hoofd commies....) toe te laten, zijn de vooruit zichten bij dezen tak van dienst voor de vrou wen zeker niet aanlokkelijk te noemen. C. S. G R o o T. meer, dan om het leven van enkele honderd tallen of duizendtallen van zeevogels, maar om het heele leven der zee, het heele leven op aarde. Lord Rayleigh deelt mede, dat een samenhangend olievlies al kan bestaan bij een dikte van slechts 'i,()00(!025 m.M. en dat er om de heele Oceaan te bedekken dan met ."O I.OIMJ ton olie zou kunnen worden volstaan. Daardoor zou de ademhaling van de zee vernietigd zijn en alles ging dood. Nu kan het lang duren; eer er zooveel is uitgelekt en van de goede oliesoorten ver dampt er misschien ook nog wel een beetje, maar dat neemt niet weg, dat op verscheidene plaatsen de ontwikkeling van de velerlei kleine wezentjes, die de zee bevolken en wier bestaan de grondslag vormt voor het leven der grootere dieren, ernstig wordt bedreigt. De olielang vernietigt zoodoende alle leven. Ook in onze binnenwateren ziet men hetzelfde gebeuren, niet alleen door de stookolie van motorschepen, maar ook door het carbolineum, dat tot allerlei doeleinden wordt gebruikt. Menig visscher bederft zijn vischwater door zijn netten te drenken in carbolineum, dat gedurende den oorlog het ouderwetsche taan heeft verdrongen. Als hij daarbij wat vluchtig en kwistig te werk gaat, geeft iedere fuik een laagje op het water ondoordringbaar voor lucht en daaronder sterven dan niet alleen de muggeiilarven, maar letterlijk alles, vooral als die vettigheid samendrijft in een stille bocht. Bij al de ellende van watervervuiling, waaronder wij reeds langen tijd en in het bijzonder gedurende de laatste kwarteeuw te lijden hadden, komt nu o-ik nog de olieplaag, die gelukkig den ernst van hel geval nog duidelijker aan hel licht brengt en die er wellicht toe zal bijdragen, dat eindelijk krachtige en doeltreffende maatregelen worden genomen. Anders vergaat de menschhcid in haar eigen vuil. J A c. P. TH ij s s 10 CORK. Een lezer vraagt, hoe de over winterende muggen verdelgd moeten worden. Neem een schoon drinkglas, spoel het om met petroleum, zoodat het aan de binnenzijde met een laagje olie bedekt is. Stulp het dan over de mug, die aan den wand zit. Zij valt er meteen bedwelmd in en blij,t aan het glas kleven. Wie zoo zijn huis en stal dag aan dag behandelt, bewijst een dienst niet alleen aan zichzelf, maar aan de ge meenschap. Beter vandaag beginnen dan morgen, want de winter is haast voorbij. Ik heb er met een en hetzelfde glas wel meer dan honderd binnen het half uur ge vangen. T, Illlllllllllllllll "?lllllllllllllfMIIIIIIIIIIMIIIIIIlmillllliilllHKi.tflimtii,,! n minimum MUI n j, ,, ,,, nlll | MOERHEIM"geeft adviezen l | jjMOERHEIIVI maakt begrootingen i | MOERHEIm 'ontwerpt plannen | ,,MOERHEIM"legt tuinen aan !MMOERHEIM" I l DEDEMSVAART:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl