De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 19 februari pagina 8

19 februari 1921 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 19 Febr. '21. - No. 2278 Nedorl. Munt Hollands bosto W cent mlgmmr iiiiiitiiiiiiiiiin SCHILDERKLNST-KRONIEK HENRICUS (1867?1921) IN MEMORIAM Ik kende Henricus goed, toen hij op den Zuid Westbinnensingel woonde, aan een der grachten in den Haag. Hij was toen niet meer in de volle fleur van zijn jeugdige kracht; zijn gespierde lichaam begon te nijgen naar zwaarte. Ik herinner mij zijn goedhar tigheid, en zijn rauwheid, die daar, en overal elders, onstuimige vormen kon aannemen; vooral na een feestelijker! maaltijd kon zijn opgewondenheid de buitensporigheid van vrool'kc Batavieren aannemen. En ik vrees altijd, dat die groote kracht meer een groot gevaar voor hem geweest is, dan dat zij hem baet bracht, en zekerheid. Zij dreef hem veel dingen te bestaan, die hij beter in zijn werk had bestaan. Want hij was" een talent, dat alleen niet gebracht heeft wat er van te verwachten was. Want noch zijne wand schilderingen, noch zijn zolderbeschildering in den Haagschen Schouwburg zijn van dien aard, dat ze hem met recht verdedigen zullen. Alle vaardigheid, zonder meer, is voorbij gaande, en ik weet, dat hier veel vaardigheid alleen is. Ook vindt ge deze in zijn Heer Halewijn, waaraan hij juist werkte toen ik hem kende. Hij toekende dien in die voordracht, die decoratief genoemd is, omdat zij met een dubbelen doorgaanden vorm de figuur nog eens om-ving (fransche invloed). Hij was een bekwaam arrangeur van Studentenfeesten. Hij heeft vlot en bekwaam (maar meer niet) vele gezichten uit Tunis geteekend. Dat kon hij. In dit alles zal echter niet het werk te vinden zijn, dat hem naar zijn waarde doet zien. Vroegere schilderijen zullen daarvoor gevonden moeten worden; er zijn er al ge vonden (Haagsen Museum). Met deze zal hij hun, die hem niet kenden, de overtuiging kunnen bijbrengen, waarom en wat wij van hem verwacht hebben. RIENT VAN SANTEN (BIJ MEÏTES, DEN HAAG) Ik heb een aantal lieden dikwijls zien schrijven, of liever achterbaks hooren be weren, dat de waardeering van Th. van Hoytema meer gedragen werd door de vriend schap, die men den mensen van Hoytema toedroeg, dan door de waarde van zijn kunst. De mensch van Hoytema was zeker meer dan ongewoon. Deze pientere mannelijkheid, deze lichte rauwheid, die veel teederheid verborg, de slagreèheid van zijn geest, waren zeker dingen, die men zelden zoo aangenaam bijeengegaard op de wegen van zijn leven vindt. Maar de tijd begint uit te wijzen voor wie aarzelden "daaromtrent, of het nog niet wisten, hoe groot de kracht van zijn teederheid is geweest; zijne lithographiën wie heeft zij tot nu toe geëvenaard, deze perfecte steenteekeningen en wie heeft in bekoring de menschelijkheid zijner dieren overtroffen, of in eenvoud met grootheid zijn grooten dooden neerhangenden vogel? Wie heeft frisscher een leven, en een leven vol immer gerecde ironie neergeschreven in veel prentenboeken? Sam van Beek overtrof hem niet, hoc wel hij veel h a d, dat op van Hoytema geleek, (in zijn laatsten tijd wordt van Beek stellig ineer eigen). Sam van Beek evenaarde van Hoytema niet; hij was een eind zijn mindere; de Leguanen bewijzen, dat Hoytema's karakter mannelijker was, en met meer inhoud. En de vogels, en wat er meer is, van den zanger-teekenaar Rient van Santen zullen evenmin Van Hoytema doen vergeten. Integendeel. Achterdeze vriendelijkbedoelde pogingen van een beschaafde stijgen de dieren van Van Hoytema hooger op dan te voor; ze wijzen uit, dat beschaving spaart voor een aan'tal dingen, maar dat de kunste naar alleen maken kan een ander aantal dingen. P L A SSC II A E R T Huize J. ZOMERDIJK BUSSINK DE MALAISE EN DE PRIJSDALING Teekening voor de Amsterdammer" van Qeorge van Raemlonck llllllllltfllllllllllllllll Navigatie en Mooi-Nederland DE ELITE-SIGARENMERKEN Verkrijgbaar bij de voornaamste winkeliers Fabr.: Firma RAPPARD & POTT ? Tiel P. KROPOTKIN f Mijn goede, hartelijke, eedele vriend is heengegaan. Hij had ouder kunnen worden als de jaren gevangenschap zijn gestel niet hadden verzwakt. In de Peter en l'aulsvesting had hij al zijn tanden verlooren, en in 't oopenbaar spreeken kon hij sints lang uiet meer. Ik weet niet precies meer waar en wanneer onze eerste kennismaking plaats vond, maar het was kort na zijn uitwijzing uit Frankrijk en Zwitserland, in 't begin van de dertig jaren die hij in Engeland heeft doorgebracht. In Brussel had ik zijn geestverwanten ontmoet, Cobden Sanderson, de vriend van William Morris en Elie Reclus. Het was ongeveer de tijd dat eorge Kennan zijn boek oover de russische gevange nen publiceerde. Het maakte zooveel indruk op me dat ik een oopen brief aan den Tsar aller Russen schreef. Ik weet niet of de Tsar dien geleezen heeft. Ik heb er geen antwoord op gehad. Maar Kropotkin kende het stuk. Het Fatum heeft geantwoord. Er was toen een tamelijk talrijke kolonie van russische uitgeweekenen in Londen, meest allen gevestigd in St. John's wood. Daarvan was Kropotkin's wooning het middelpunt, en in zijn huis kwamen gasten uit alle oorden der waereld. Ik maakte ieder jaar tochten naar Londen en op een deezer tochten bezocht ik mevrouw Blavatsky, en den russischeii uitgeweekene Felix Volkofsky, bekend uit Kennan's boek. Mevrouw Blavatsky wilde niets van Kro potkin 01' Volkofsky weeten. Ze noemde hen schamper ? revolutionairen" en beweerde dat Volkovsky geen rus kon zijn maar een Pool. Restaurant a la carte Lunch,Afternoon-tea.DinersenSoupers Dagelijks muziek door het Huls-orkest Volkovsky introduceerde mij in de kleine wooning van Kropotkin, een van de grauwe, schoonheidlooze huisjes van St. Johnswood, typisch voor de russische bannelingen, een verblijf waar men zich als zwerveling tijdelijk vestigt, maar niet zich met liefde aan het te huis vast voelt groeyeri. Het was een zeer eenvou dig, banaal huisje, waar veel kranten en tijd».. schriften zwierven, waar ook nog een goede bibliotheek was, en waar voortdurend be zoekers af en aan liepen. Behalve Volkovsky ontmoette ik er Tschaikovsky den broeder van den componist, en toen feitelijk de practische leider der revolutio nairen. Behalve mevrouw Kropotkin en Sascha, Kropotkins eenig kind toen bijna volwassen, zag ik er de vrouw van Stepniak. En ook een boeddhistisch priester Anagarika Darmapala, in zijn geel-zijden gewaad. Later bezocht deeze mij ook in Holland. Een Elsasser Willem, die ik later op Qoernsey zou ontmoeten. De Hongaren Tarrida de Malor en Odon Por. Ook de grootmoeder" van de Revolutie zag ik er in Februari 1904. Kropotkin hoorde van mij door zijn nicht, ik meen dat ze Poloftsov heette, een dame aan het russische hof die Hollandsch leerde van een Hollandsch predikant, en de kleine Johannes uit 't oorspronkelijke vertaald had. Ik verzuimde nooit als ik in Londen kwam het vriendelijk huisgezin te bezoeken, en meestal was er maaltijd en bed voor mij beschik baar. Men kan zich geen hartelijker, eenvoudiger en prettiger huisgezin denken. Kropotkin was een leevendig causeur, die eeven vloeyend Fransch als Engelsch sprak en hij had zulk een onuitputtelijke voorraad weetenschap en ervaring beschikbaar. Waren er Russen in 't gezelschap dan werd er geharreward. Waar drie Russen zijn, daar zijn ook drie sociale systeemen, of drie wijsgeerige stelsels. Het kon er warm toegaan in het kleine huisje. Maar het eindigde meestal in vreede en vriendschap. Er was geen zachtzinniger, goedhartiger, neederiger en eenvoudiger mensch denkbaar, dan Peter Kropotkin. P. beteekent Peter, uiet Prins, /ei hij. In sociale kwesties waren wij het eens. In wijsgeerig opzicht niet. Hij was een man uit het midden der negentiende eeuw, en was oover kerk en godsdienst niet best te spreeken. En zijn vrouw nog minder. Maar nooit heb ik een onheusch of schamper woord gehoord ten opzichte van mijn reli gieuze waereldbeschouwing, die ik toch niet verborg. Kropotkin te hooren vertellen oover zijn ondervindingen was een groot genot. Hij was altijd bereid om mee te deelen wat men van hem weeten wilde. Hij had geen pretensie hoegenaamd, en gaf zich gaarne in volle oopenhartigheid teegenover ieder die zich zijn Hij komt toch ! IIIIIIUIIIIIIIIMlIIMMMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMMIMIIIIIIIMIIIItMIIlllllllIlllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMMIIIIIIIIItllllMlIIIII J.S.MEUWSEH, Hofleverancier, A'DAM?R'DAM DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND iilitmiiiiiiliill TE KOOP te Amsterdam Direct te aanvaarden Omtrek Overtoom N.V. Bouw- en Exploi tatie Mij. Philomena" Hoofdweg 73 H. Sloten N.-H. vriend toonde of noemde. En men had moeite om zich te realiseeren dat deeze kleine man met den grooten baard. die zeeker meer op een vriendelijk wijsgeer of prcediker geleek dan op een garde-officier, zulke aangrijpende avonturen had door staan, zooals de merkwaardige en welgeslaag de ontvluchting uit de Peter en Pauls-vesting. Ik was bij hem ten tijde van den boeren oorlog en Kropotkin was vol sympathie voor de boeren en vol vertrouwen in hun ooverwinning. Toen de eerste revolutie i/i Rusland uit brak en men vertrouwde op amnestie, wilde Kropotkin absoluut naar Rusland toe. Wij allen, zijn vrienden, waarschuwden hem en rieden hem af te gaan. Wij voorzagen dat hij weinig zou kunnen uitrichten daar hij niet in staat meer was reede-voeringen te houden. En wij vreesden de onbetrouwbaar heid der russische machthebbers. Later bleek hoezeer met recht, daar Tschaikuwsky die ook op goed vertrouwen ging, gevangen werd genomen en stierf. Kropotkin woonde toen op Mushwellhill in HigJigate, en ik herinner mij met aan doening het blijk van vertrouwen dat hij mij gaf door mij te verzoeken zorg te dragen voor Sascha, zijn eenig dochtertje als hem soms iets ooverkoomen mocht bij zijn terug keer in Rusland. Ik beloofde gaarne aan die opdracht te voldoen maar het wasonnoodig daar Kropotkin niet naar Rusland terugkeerde vór den val van het Tsarisme, en Sascha intusschen huwde met den heer Lebedef. Het laatst sprak ik Kropotkin in Brighton, zijn laatste woonplaats in Engeland. Mijn bezoek was een jaar vór den oorlog. Wij spraken "toen oover het feminisme, en Kropotkin maakte de .opmerking dat de vrouwe-beweeging voor 't stemrecht in En geland door de conservatieven werd aange vuurd, omdat stellig de liberale regeering er door vallen zou, als de vrouwen stemrecht kreegen en het aantal kiezers verdubbelde. De primrose-league achtte hij een zeer sterke macht. Kropotkin was altijd merkwaardig goed ingelicht oover allerlei dingen, al bedroog hij zich dikwijls in menschen, door zijn al te goed vertrouwen, zijn onverstoorbaar ge loof in menschelijke goedheid. Dit teekent den eedelen, dór en dór goedhartigen mensch en den blijmoediger! optimist. Hoe blijmoedig optimistisch is zijn ,,conquète du pain," en hoe wonderbaar vrij van haat of bitterheid zijn de gedenkschriften" waar in toch van zooveel grimmige mishandeling en onduldbaar onrecht wordt gewaagd. Hij was een eerlijk en eedel strijder zooals er nog maar weinig leeven en zijn dadenrijk leeven zal ter ontzondiging strekken bij Hem dien hij niet met den mond beleed maar door zijn daden heeft geëerd. !?' K i; D E R l K VAN E E D E N iiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiim iillimililllilii VARMOND LEVERT DE/VEPLANCD INZEER KORTEN TUD ALLE HOUTCON/TRUCTIEX AL/ LANDHUIZEN ! /CHOOLCEBOUWEN JACHTHUIZEN ZIEKENHUIZEN INLICHTINGEN OPAANVPAAC, MiiiiimiiMiiiin iiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiii uu in miimiinii miiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiMitiiiiiiiiii N. V. HüFSTADTOONEF.I.. : Antik' vtnt /it's. De stukken, waarop haar tengere jeugd vooralsnog is aangewezen, behooren ook bij de dramatische rekening en verantwoording van het seizoen tot de overschotjes", doch ik zou intusschen niet gaarne den schijn wek ken het spel van Mevrouw van der Lugt Melsert, dat tot het beste behoort dat wij in ons land kennen, licht te schatten. Want hoe weinigen kunnen ten slotte wat zij kan : een stuk dragen", middelpunt-figuur zijn. niet alleen uit hoofde van haar rol, maar dooi de kracht van haar persoonlijkheid ; hoe zeld zaam zijn in het algemeen de tooneelspeelsters, die, nadat in het eerste bedrijf de beko ring van haar bevallige verschijning is afge keken, onze aandacht vasthouden tot het einde. Als een roman, die ongemerkt uit de hand valt, ontglippen ze ons, en we betrappen ons dan op eens met schrik en iets van schuld besef, dat we niet meer luisteren, naar alles keken behalve naar de heldin van het stuk. Annie van Ees ontglipt mij nooit. Zij heeft het fascineerende, léven-wekkende, de gave der bewust-making. Voor wie dat heeft, in het groote, zooals mevrouw Manu, in het fijne, zooals Annie van Ees, komt het stuk er altijd minder op aan dan we deuken. Het wonder kind doet wonderen, en deze zijn voor een groot deel haar persoonlijk eigendom. Ook voor wie het bezit, blijft talent een tempteerend geheim, er valt niet over te praten, maar scherp speurt in de schouwburgzaal de publieke intuïtie of dit geheim aanwezig is of niet. Eu zóoverwegend werkt op de menig te het persoonlijk vermogen van den tooneelkunstenaar, dat nog altijd boven de belang rijkheid van het stuk, het spel trekt". Vijftig maal ging het Overschot je" van Dario Nicodemi en vijftigmaal liep de zaal vol om Annie van Ees. Jan Feit h schreef vojjr haar een gegeven," meer is het eigenlijk niet, een eenvoudig spel van een, boven zijn krach ten geëxploiteerd kind, en zij maakte daarvan, door wat zij er in droomde, de incarnatie van den genegen geest bij al zwakker physieke vermogens. Die sterk-gecouceiitreerik' levensliefde was in het schrale rugje zooals het over het schaakbord boog, in het voorzichtig handje dat de pionnen schier liefkoozend ver schoof, in het trouwhartig, wel tien maal her haald : dag grootvader, dag grootmoeder ! in den ernstigen, toegewijden oogopslag naar den machtigen impressario. De waardigheid van het genie, dat al het omringende hooger aan slaat dan 'net in werkelijkheid is, hoe wist Annie van Ees haar geestelijken stand op te houden in het livrei-jasje van den groven piccolo, dat haar lichaampje tot een carricatiuir der dienstbaarheid maakte. Er is, bij veel opper vlakkigheid, stellig ook veel liefs in de twee eerste bedrijven van dit, uit een warm hart opgeteekend geval," en waarom zouden we de poëzie, die wij in Daudet, in Dickens, in Hector Malot waardeeren, minder gaarne hebben van |au Feit h l Maar het bijzondere blijft hier toch de vertolking, het zuiver en subtiel van-binnen-uit suggereeren vau een vreemde, rijpe wijsheid bij volkomen kinder lijkheid. Het sterkst trof dit in het tweede bedrijf, daar waar het maniak oud heertje, dat een kind gebleven is, een schaakspel van chocola en marsepein ten geschenke bood aan het kind, dat al lang een mensch was. Die misslag, de belachelijke en kwetsende onder schatting van het heiligste --?pionnen, ecu Koningin, van suikergoed ! -- geen spier van Paultje's welwillend wit gezicht vertrok, maar hoe afdoende begrepen wij de zwijgende verachting vau een kind voor een grootmensch van dit gehalte, die een vreemdeling is in zijn Jeruzalem. Heel juist bereidt dit kleine incident, ook dank zij den schrijver, de ineenstorting voor. Wat de liefde voor groot vader eu grootmoeder beveiligde, wat de impoueerende p'oertigheid vau den impressario, tot wiens ware wezen Paul's menschenkennis nog niet reikt, uiet verstoorde --- het wereldje van goede gezindheid waarin hij leeft en streeft -- dat vernielt de dwaas, die meende zijn talent, zijn ziel, te kunnen koopeii. Deze tegenstander" ontneemt hem zijn geloof in menschen en dingen, deze dilettant stoot het kleine genie in een werkelijkheid, waar hij zich niet verweren kan. Als een sluier van vermoeidheid viel de melancholie eener on doorgrondelijke vijandigheid over het kind tijdens dit bezoek, eu wij zagen hem aan, dat deze onzinnigheid, deze gemeenheid" : een spel voor geld te moeten verliezen, niet alleen het schaakgenie, maar ook het lieve menschcnkind zijn kroon ontrukte, eu dat deze gewelddaad voor hem dooilelijk moest zijn. f let sterven-zelf, in het derde vrijwel mislukte bedrijf, maakte geen indruk, maar onverge telijk heeft Annie van Ees in II den moreelen dood van het ventje, als streek op eenmaal een schaduw over het tooneel, voelbaar gemaakt. Het vooropgezet dramatische gaat dit natuur lijk talent, voor zoover we het dan nu kennen, nooit best af.Het onwillekeurige is haar kracht. En vermoedelijk is het juist dit wat haar, in onzen overbewusten tijd, onderscheidt, me vrouw van der Lugt, in allen eenvoud, maakt tot een kunstenares om wie wij" o, criterium van alle critische beschouwing naar de komedie gaan." Het Voorbeeld, door Suze la Chapelle--R o o b o 1. inderdaad, men kan uiet voorzichtig genoeg zijn in de keuze zijner ouders. Omdat in mevrouw de Grave, die om oenen man bey haar kinders gaf," de Badeloch niet de sterk ste bleek, meent zij in het lot harer dochter te mogen ingrijpen, op het oogenblik dat ook deze, gelijk zij vór vijftien jaar, voor de keuze staat: levenslang aan de zijde van eeu te weinig beminden man moeder" zijn, of vrouw" worden in de armen van den, meer naar deu eisch beminden ander." De schrijf ster van Het hoogste recht" is in haar jotigsteu, teederen droom over dit verscheurend pleit (?Aan den overkant") zeer ver gegaan, zij heeft doen beseffen, dat voor de absolute vrouw zelfs de kinderen uit eeu huwelijk zonder liefde van geringer waarde zijn, dat zij in elk geval niet die gevoelens in haar wekken, wel ke haar, afgezien vau menschelijke goedheid en plichtsbetrachting, tot een moeder" maken in den waren en volstrekten zin v'an het woord. Mevrouw La Chapelle kwam in HetVoorbeeld" tot deze fijnere onderschei ding niet, zij stelde Tine's moederliefde in een mariage de raison, als een voldongen, en op zichzelf verheven feit, tegenover de a priori als minderwaardig veroordeelde gevoelens, die haar naar een anderen man en vader zou den kunnen drijven. Wat ons bij dezen opzet hindert is de stelligheid, waarmee de schrijfster, zich beroepend op n geval, op haar doel : boven eigen levenskans het vermeend geluk der kinderen, aanstreeft. En minder dan deze stelling, met haar braaf ge opperde tegenstellingen, die zoolang de wereld draait niet verouderen kunnen zijn het de bijomstandigheden, welke ons al te eenvoudig, en niet meer van onzen tijd toe schijnen. Argumenten, die een vijfentwintig jaar geleden, in Lotos", het Goudvischje", later ook in Een boete" van mevouw La Chapelle eeu steik-eenzijdig gesteld conflict, voor ou/.r toenmalige gevoelens, overtuigend oplosten, zijn met de jaren geworden tot plom pe conventies, waarnaast zich een meer individucele fatsoensleer baan brak. Het openen van een, vooreen ander bestemden brief bijv. achten wij een vergrijp tegen de goede zeden, dat door geen moederlijk doel geheiligd wordt, terwijl de onwettige kus in sommige gevallen niet meer onverbiddelijk tot de erfzouden wordt gerekend. De uitkomst van het con flict kan desniettemin dezelfde blijven, ook in Aan den overkant" keert ten slotte de moeder tot de kinderen terug, doch de over wegingen en omstandigheden, die tot dit be sluit leiden, getuigen daar vau een oprechter en verdiepte menschelijkheid. De middelen, die Mevrouw de Grave niet ontziet" om haar dochter te redden" zij waarschuwt Tine's echtgenoot en geeft uit louter moederlijke bezorgdheid voor haar geluk", den ecnigen man, die haar wellicht ietwat geluk zou kunnen geven, als een schooljongen zijn afscheid maken haar voorbeeld voor ons niet zoo voor beeldig als de schrijfster verwacht. Welbe schouwd zou in dit stuk de geheele explosie tot een geval van vrouwelijke bemoeizucht en slecht humeur terug te brengen zijn. Had de moeder, vanaf den dag dat zij den'man harer liefde volgde aan verleide vrouwen ge loof ik niet recht zich dit duur gekocht ge luk eenigermate waardig getoond, in plaats bij den tweeden man nu weer te dreinen om wat zij bij deu eersten achterliet, en van haar berouwvolle moederliefde niet altijd den mond vol gehad, de dochter, volwassen en in het zelfde dilemna als zij, zou haar niet in krib bigheid hebben achtervolgd met verwijten over een daad, waaraan meer kanten zijn dan alleen het leed der kinderen. Een prachtvrouw had ze desondanks kunnen zijn, met diep in haar ziel de wond om het noodgedwon gen verloochend moederschap, een vriendin, wier geheele wezen vanzelf voor de jongere een spiegel bleek. Doch wat was er ook aan deze dochter verbeurd, die al op haar twin tigste jaar meende dat slechts een rijke oude man haar toevlucht kou zijn, om voor al het overige haar moeder die haar niet tot steun" was tot zondenbok harer misdra gingen te maken. Van een ingeschapen natuur wil de schrijfster blijkbaar niet wcteu, doch dit belet ons uiet te betwijfelen of de kinderen Rijtsma aan deze Mama zooals er dertien in een dozijn gaan wel zooveel verloren zouden hebben? Niets is zoo teleur stellend in de wereld als het ietwat barbaarsch begrip onzer onmisbaarheid, eu de stem des bloeds wij herinneren aan Schnitzler's Eenzame weg" - spreekt in de verhouding tusschen ouders en kinderen niet altijd de zelfde taal. Beter dan de misbarige vrouwen voldeden ons in dit oorspronkelijk tooneelspel de beide mannen, redelijk, goedhartig en gelaten in hun bescheiden positie van wettigen echtgenoot. Met mannelijken tred schreden zij over de graven hunner illusies. Een prach tig gewoon-mensen was Hermann Schwab als meneer de Grave", en ook Vrolijk wist van den heer Rijtsma eeu aannemelijke figuur te maken. De verleider, in de gedaante van Jan van Ees. leek ons meer geschikt voor zijn eerste Communie dan voor het rendez-vous. Stellig gaf mevrouw Schwab-Welman ver dienstelijk spel als de moeder, maar het majesteitelijke, haar persoon eigen, verhoogde onze sympathie voor deze boetvaardige nu juist niet. En hetzelfde geldt eigenlijk voor Mien Vermeulen, als Tine. Was dit intelligent spel van door haar zenuwen geplaagde, maar aan den anderen kant beminde en verwende jonge vrouw niet te droog, te scherp voor een stuk dat op ons meegevoel voor de heldin be rekend is ? In de Socialistische Gid<" i« mij, welwillend, de opmerking gemaakt, dat ik mijn zusters in 'Je litteratuur" zooveel belangstelling bewijs in deze rubriek. Ik zou bijna vragen : kau ik het helpen? Het schrijven van tooneelstukken schijnt in ons land eeu bij uitstek vrou welijke bezigheid. En met eenige fierheid mo gen we dan uu toch op mevrouw Yssel de Schepper wijzen, die met haar Laatste Stadium" de eer van onze home-made dra maturgie over de geheele linie ophoudt. T o i' N A i: i- r Verschenen g Dramatische Kroniek Eerste en tweede bundel door TOP NAEFF UltgvanVANHOLKEMA&WARENDCRF AMSTERDAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl