Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19 Febr. '21. - No. 2278
Nedorl. Munt
Hollands bosto W cent mlgmmr
iiiiiitiiiiiiiiiin
SCHILDERKLNST-KRONIEK
HENRICUS (1867?1921) IN MEMORIAM
Ik kende Henricus goed, toen hij op den
Zuid Westbinnensingel woonde, aan een der
grachten in den Haag. Hij was toen niet
meer in de volle fleur van zijn jeugdige
kracht; zijn gespierde lichaam begon te nijgen
naar zwaarte. Ik herinner mij zijn goedhar
tigheid, en zijn rauwheid, die daar, en overal
elders, onstuimige vormen kon aannemen;
vooral na een feestelijker! maaltijd kon zijn
opgewondenheid de buitensporigheid van
vrool'kc Batavieren aannemen. En ik vrees
altijd, dat die groote kracht meer een groot
gevaar voor hem geweest is, dan dat zij hem
baet bracht, en zekerheid. Zij dreef hem
veel dingen te bestaan, die hij beter in zijn
werk had bestaan. Want hij was" een talent,
dat alleen niet gebracht heeft wat er van te
verwachten was. Want noch zijne wand
schilderingen, noch zijn zolderbeschildering
in den Haagschen Schouwburg zijn van dien
aard, dat ze hem met recht verdedigen zullen.
Alle vaardigheid, zonder meer, is voorbij
gaande, en ik weet, dat hier veel vaardigheid
alleen is. Ook vindt ge deze in zijn Heer
Halewijn, waaraan hij juist werkte toen ik hem
kende. Hij toekende dien in die voordracht,
die decoratief genoemd is, omdat zij met een
dubbelen doorgaanden vorm de figuur nog
eens om-ving (fransche invloed). Hij was
een bekwaam arrangeur van Studentenfeesten.
Hij heeft vlot en bekwaam (maar meer niet)
vele gezichten uit Tunis geteekend. Dat kon
hij. In dit alles zal echter niet het werk te
vinden zijn, dat hem naar zijn waarde doet
zien. Vroegere schilderijen zullen daarvoor
gevonden moeten worden; er zijn er al ge
vonden (Haagsen Museum). Met deze zal hij
hun, die hem niet kenden, de overtuiging
kunnen bijbrengen, waarom en wat wij van
hem verwacht hebben.
RIENT VAN SANTEN (BIJ MEÏTES, DEN HAAG)
Ik heb een aantal lieden dikwijls zien
schrijven, of liever achterbaks hooren be
weren, dat de waardeering van Th. van
Hoytema meer gedragen werd door de vriend
schap, die men den mensen van Hoytema
toedroeg, dan door de waarde van zijn kunst.
De mensch van Hoytema was zeker meer
dan ongewoon. Deze pientere mannelijkheid,
deze lichte rauwheid, die veel teederheid
verborg, de slagreèheid van zijn geest, waren
zeker dingen, die men zelden zoo aangenaam
bijeengegaard op de wegen van zijn leven
vindt. Maar de tijd begint uit te wijzen
voor wie aarzelden "daaromtrent, of het nog
niet wisten, hoe groot de kracht van zijn
teederheid is geweest; zijne lithographiën
wie heeft zij tot nu toe geëvenaard, deze
perfecte steenteekeningen en wie heeft in
bekoring de menschelijkheid zijner dieren
overtroffen, of in eenvoud met grootheid zijn
grooten dooden neerhangenden vogel? Wie
heeft frisscher een leven, en een leven vol
immer gerecde ironie neergeschreven in veel
prentenboeken? Sam van Beek overtrof hem
niet, hoc wel hij veel h a d, dat op van Hoytema
geleek, (in zijn laatsten tijd wordt van Beek
stellig ineer eigen). Sam van Beek evenaarde
van Hoytema niet; hij was een eind zijn
mindere; de Leguanen bewijzen, dat
Hoytema's karakter mannelijker was, en met
meer inhoud. En de vogels, en wat er meer is,
van den zanger-teekenaar Rient van
Santen zullen evenmin Van Hoytema doen
vergeten. Integendeel. Achterdeze
vriendelijkbedoelde pogingen van een beschaafde stijgen
de dieren van Van Hoytema hooger op dan
te voor; ze wijzen uit, dat beschaving spaart
voor een aan'tal dingen, maar dat de kunste
naar alleen maken kan een ander aantal
dingen.
P L A SSC II A E R T
Huize J. ZOMERDIJK BUSSINK
DE MALAISE EN DE PRIJSDALING
Teekening voor de Amsterdammer" van Qeorge van Raemlonck
llllllllltfllllllllllllllll
Navigatie en Mooi-Nederland
DE ELITE-SIGARENMERKEN
Verkrijgbaar bij de voornaamste winkeliers
Fabr.: Firma RAPPARD & POTT ? Tiel
P. KROPOTKIN f
Mijn goede, hartelijke, eedele vriend is
heengegaan. Hij had ouder kunnen worden
als de jaren gevangenschap zijn gestel niet
hadden verzwakt. In de Peter en
l'aulsvesting had hij al zijn tanden verlooren, en
in 't oopenbaar spreeken kon hij sints lang
uiet meer.
Ik weet niet precies meer waar en wanneer
onze eerste kennismaking plaats vond, maar
het was kort na zijn uitwijzing uit Frankrijk
en Zwitserland, in 't begin van de dertig
jaren die hij in Engeland heeft doorgebracht.
In Brussel had ik zijn geestverwanten ontmoet,
Cobden Sanderson, de vriend van William
Morris en Elie Reclus.
Het was ongeveer de tijd dat eorge
Kennan zijn boek oover de russische gevange
nen publiceerde. Het maakte zooveel indruk
op me dat ik een oopen brief aan den Tsar
aller Russen schreef. Ik weet niet of de Tsar
dien geleezen heeft. Ik heb er geen antwoord
op gehad. Maar Kropotkin kende het stuk.
Het Fatum heeft geantwoord.
Er was toen een tamelijk talrijke kolonie
van russische uitgeweekenen in Londen, meest
allen gevestigd in St. John's wood. Daarvan
was Kropotkin's wooning het middelpunt,
en in zijn huis kwamen gasten uit alle
oorden der waereld.
Ik maakte ieder jaar tochten naar Londen
en op een deezer tochten bezocht ik mevrouw
Blavatsky, en den russischeii uitgeweekene
Felix Volkofsky, bekend uit Kennan's boek.
Mevrouw Blavatsky wilde niets van Kro
potkin 01' Volkofsky weeten. Ze noemde hen
schamper ? revolutionairen" en beweerde
dat Volkovsky geen rus kon zijn maar een
Pool.
Restaurant a la carte
Lunch,Afternoon-tea.DinersenSoupers
Dagelijks muziek door het Huls-orkest
Volkovsky introduceerde mij in de kleine
wooning van Kropotkin, een van de grauwe,
schoonheidlooze huisjes van St. Johnswood,
typisch voor de russische bannelingen, een
verblijf waar men zich als zwerveling tijdelijk
vestigt, maar niet zich met liefde aan het te huis
vast voelt groeyeri. Het was een zeer eenvou
dig, banaal huisje, waar veel kranten en tijd»..
schriften zwierven, waar ook nog een goede
bibliotheek was, en waar voortdurend be
zoekers af en aan liepen.
Behalve Volkovsky ontmoette ik er
Tschaikovsky den broeder van den componist, en toen
feitelijk de practische leider der revolutio
nairen. Behalve mevrouw Kropotkin en
Sascha, Kropotkins eenig kind toen bijna
volwassen, zag ik er de vrouw van Stepniak.
En ook een boeddhistisch priester Anagarika
Darmapala, in zijn geel-zijden gewaad. Later
bezocht deeze mij ook in Holland. Een
Elsasser Willem, die ik later op Qoernsey zou
ontmoeten.
De Hongaren Tarrida de Malor en Odon
Por. Ook de grootmoeder" van de Revolutie
zag ik er in Februari 1904.
Kropotkin hoorde van mij door zijn nicht,
ik meen dat ze Poloftsov heette, een dame aan
het russische hof die Hollandsch leerde van een
Hollandsch predikant, en de kleine Johannes
uit 't oorspronkelijke vertaald had.
Ik verzuimde nooit als ik in Londen kwam
het vriendelijk huisgezin te bezoeken, en
meestal was er maaltijd en bed voor mij beschik
baar.
Men kan zich geen hartelijker, eenvoudiger
en prettiger huisgezin denken. Kropotkin
was een leevendig causeur, die eeven vloeyend
Fransch als Engelsch sprak en hij had zulk
een onuitputtelijke voorraad weetenschap en
ervaring beschikbaar.
Waren er Russen in 't gezelschap dan werd
er geharreward. Waar drie Russen zijn, daar
zijn ook drie sociale systeemen, of drie
wijsgeerige stelsels. Het kon er warm toegaan in het
kleine huisje. Maar het eindigde meestal in
vreede en vriendschap.
Er was geen zachtzinniger, goedhartiger,
neederiger en eenvoudiger mensch denkbaar,
dan Peter Kropotkin. P. beteekent Peter,
uiet Prins, /ei hij. In sociale kwesties waren wij
het eens. In wijsgeerig opzicht niet. Hij was
een man uit het midden der negentiende eeuw,
en was oover kerk en godsdienst niet best te
spreeken. En zijn vrouw nog minder.
Maar nooit heb ik een onheusch of schamper
woord gehoord ten opzichte van mijn reli
gieuze waereldbeschouwing, die ik toch niet
verborg.
Kropotkin te hooren vertellen oover zijn
ondervindingen was een groot genot. Hij was
altijd bereid om mee te deelen wat men van
hem weeten wilde. Hij had geen pretensie
hoegenaamd, en gaf zich gaarne in volle
oopenhartigheid teegenover ieder die zich zijn
Hij komt toch !
IIIIIIUIIIIIIIIMlIIMMMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMMIMIIIIIIIMIIIItMIIlllllllIlllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMMIIIIIIIIItllllMlIIIII
J.S.MEUWSEH, Hofleverancier, A'DAM?R'DAM
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
iilitmiiiiiiliill
TE KOOP
te Amsterdam
Direct te aanvaarden
Omtrek Overtoom
N.V. Bouw- en Exploi
tatie Mij. Philomena"
Hoofdweg 73 H. Sloten N.-H.
vriend toonde of noemde.
En men had moeite om zich te realiseeren
dat deeze kleine man met den grooten baard.
die zeeker meer op een vriendelijk wijsgeer of
prcediker geleek dan op een garde-officier,
zulke aangrijpende avonturen had door
staan, zooals de merkwaardige en welgeslaag
de ontvluchting uit de Peter en Pauls-vesting.
Ik was bij hem ten tijde van den boeren
oorlog en Kropotkin was vol sympathie voor
de boeren en vol vertrouwen in hun
ooverwinning.
Toen de eerste revolutie i/i Rusland uit
brak en men vertrouwde op amnestie, wilde
Kropotkin absoluut naar Rusland toe. Wij
allen, zijn vrienden, waarschuwden hem en
rieden hem af te gaan. Wij voorzagen dat hij
weinig zou kunnen uitrichten daar hij
niet in staat meer was reede-voeringen te
houden. En wij vreesden de onbetrouwbaar
heid der russische machthebbers. Later bleek
hoezeer met recht, daar Tschaikuwsky die ook
op goed vertrouwen ging, gevangen werd
genomen en stierf.
Kropotkin woonde toen op
Mushwellhill in HigJigate, en ik herinner mij met aan
doening het blijk van vertrouwen dat hij mij
gaf door mij te verzoeken zorg te dragen
voor Sascha, zijn eenig dochtertje als hem
soms iets ooverkoomen mocht bij zijn terug
keer in Rusland.
Ik beloofde gaarne aan die opdracht te
voldoen maar het wasonnoodig daar Kropotkin
niet naar Rusland terugkeerde vór den val
van het Tsarisme, en Sascha intusschen huwde
met den heer Lebedef.
Het laatst sprak ik Kropotkin in
Brighton, zijn laatste woonplaats in Engeland.
Mijn bezoek was een jaar vór den oorlog.
Wij spraken "toen oover het feminisme, en
Kropotkin maakte de .opmerking dat de
vrouwe-beweeging voor 't stemrecht in En
geland door de conservatieven werd aange
vuurd, omdat stellig de liberale regeering er
door vallen zou, als de vrouwen stemrecht
kreegen en het aantal kiezers verdubbelde.
De primrose-league achtte hij een zeer sterke
macht.
Kropotkin was altijd merkwaardig goed
ingelicht oover allerlei dingen, al bedroog
hij zich dikwijls in menschen, door zijn al
te goed vertrouwen, zijn onverstoorbaar ge
loof in menschelijke goedheid. Dit teekent
den eedelen, dór en dór goedhartigen
mensch en den blijmoediger! optimist. Hoe
blijmoedig optimistisch is zijn ,,conquète
du pain," en hoe wonderbaar vrij van haat
of bitterheid zijn de gedenkschriften" waar
in toch van zooveel grimmige mishandeling
en onduldbaar onrecht wordt gewaagd.
Hij was een eerlijk en eedel strijder zooals
er nog maar weinig leeven en zijn dadenrijk
leeven zal ter ontzondiging strekken bij Hem
dien hij niet met den mond beleed maar
door zijn daden heeft geëerd.
!?' K i; D E R l K VAN E E D E N
iiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiim
iillimililllilii
VARMOND
LEVERT DE/VEPLANCD INZEER KORTEN
TUD ALLE HOUTCON/TRUCTIEX
AL/
LANDHUIZEN
! /CHOOLCEBOUWEN
JACHTHUIZEN
ZIEKENHUIZEN
INLICHTINGEN OPAANVPAAC,
MiiiiimiiMiiiin
iiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiii uu in miimiinii
miiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiMitiiiiiiiiii
N. V. HüFSTADTOONEF.I.. :
Antik' vtnt /it's.
De stukken, waarop haar tengere jeugd
vooralsnog is aangewezen, behooren ook bij
de dramatische rekening en verantwoording
van het seizoen tot de overschotjes", doch
ik zou intusschen niet gaarne den schijn wek
ken het spel van Mevrouw van der Lugt
Melsert, dat tot het beste behoort dat wij in
ons land kennen, licht te schatten. Want
hoe weinigen kunnen ten slotte wat zij kan :
een stuk dragen", middelpunt-figuur zijn.
niet alleen uit hoofde van haar rol, maar dooi
de kracht van haar persoonlijkheid ; hoe zeld
zaam zijn in het algemeen de
tooneelspeelsters, die, nadat in het eerste bedrijf de beko
ring van haar bevallige verschijning is afge
keken, onze aandacht vasthouden tot het
einde. Als een roman, die ongemerkt uit de
hand valt, ontglippen ze ons, en we betrappen
ons dan op eens met schrik en iets van schuld
besef, dat we niet meer luisteren, naar alles
keken behalve naar de heldin van het stuk.
Annie van Ees ontglipt mij nooit. Zij heeft het
fascineerende, léven-wekkende, de gave der
bewust-making. Voor wie dat heeft, in het
groote, zooals mevrouw Manu, in het fijne,
zooals Annie van Ees, komt het stuk er altijd
minder op aan dan we deuken. Het wonder
kind doet wonderen, en deze zijn voor een
groot deel haar persoonlijk eigendom. Ook
voor wie het bezit, blijft talent een
tempteerend geheim, er valt niet over te praten,
maar scherp speurt in de schouwburgzaal de
publieke intuïtie of dit geheim aanwezig is
of niet. Eu zóoverwegend werkt op de menig
te het persoonlijk vermogen van den
tooneelkunstenaar, dat nog altijd boven de belang
rijkheid van het stuk, het spel trekt".
Vijftig maal ging het Overschot je" van Dario
Nicodemi en vijftigmaal liep de zaal vol om
Annie van Ees. Jan Feit h schreef vojjr haar
een gegeven," meer is het eigenlijk niet,
een eenvoudig spel van een, boven zijn krach
ten geëxploiteerd kind, en zij maakte daarvan,
door wat zij er in droomde, de incarnatie van
den genegen geest bij al zwakker physieke
vermogens. Die sterk-gecouceiitreerik'
levensliefde was in het schrale rugje zooals het over
het schaakbord boog, in het voorzichtig
handje dat de pionnen schier liefkoozend ver
schoof, in het trouwhartig, wel tien maal her
haald : dag grootvader, dag grootmoeder ! in
den ernstigen, toegewijden oogopslag naar den
machtigen impressario. De waardigheid van
het genie, dat al het omringende hooger aan
slaat dan 'net in werkelijkheid is, hoe wist Annie
van Ees haar geestelijken stand op te houden
in het livrei-jasje van den groven piccolo,
dat haar lichaampje tot een carricatiuir der
dienstbaarheid maakte. Er is, bij veel opper
vlakkigheid, stellig ook veel liefs in de twee
eerste bedrijven van dit, uit een warm hart
opgeteekend geval," en waarom zouden we
de poëzie, die wij in Daudet, in Dickens, in
Hector Malot waardeeren, minder gaarne
hebben van |au Feit h l Maar het bijzondere
blijft hier toch de vertolking, het zuiver en
subtiel van-binnen-uit suggereeren vau een
vreemde, rijpe wijsheid bij volkomen kinder
lijkheid. Het sterkst trof dit in het tweede
bedrijf, daar waar het maniak oud heertje,
dat een kind gebleven is, een schaakspel van
chocola en marsepein ten geschenke bood
aan het kind, dat al lang een mensch was. Die
misslag, de belachelijke en kwetsende onder
schatting van het heiligste --?pionnen, ecu
Koningin, van suikergoed ! -- geen spier van
Paultje's welwillend wit gezicht vertrok,
maar hoe afdoende begrepen wij de zwijgende
verachting vau een kind voor een
grootmensch van dit gehalte, die een vreemdeling
is in zijn Jeruzalem. Heel juist bereidt dit
kleine incident, ook dank zij den schrijver, de
ineenstorting voor. Wat de liefde voor groot
vader eu grootmoeder beveiligde, wat de
impoueerende p'oertigheid vau den impressario,
tot wiens ware wezen Paul's menschenkennis
nog niet reikt, uiet verstoorde --- het wereldje
van goede gezindheid waarin hij leeft en
streeft -- dat vernielt de dwaas, die meende
zijn talent, zijn ziel, te kunnen koopeii. Deze
tegenstander" ontneemt hem zijn geloof in
menschen en dingen, deze dilettant stoot het
kleine genie in een werkelijkheid, waar hij
zich niet verweren kan. Als een sluier van
vermoeidheid viel de melancholie eener on
doorgrondelijke vijandigheid over het kind
tijdens dit bezoek, eu wij zagen hem aan, dat
deze onzinnigheid, deze gemeenheid" :
een spel voor geld te moeten verliezen, niet
alleen het schaakgenie, maar ook het lieve
menschcnkind zijn kroon ontrukte, eu dat deze
gewelddaad voor hem dooilelijk moest zijn.
f let sterven-zelf, in het derde vrijwel mislukte
bedrijf, maakte geen indruk, maar onverge
telijk heeft Annie van Ees in II den moreelen
dood van het ventje, als streek op eenmaal een
schaduw over het tooneel, voelbaar gemaakt.
Het vooropgezet dramatische gaat dit natuur
lijk talent, voor zoover we het dan nu kennen,
nooit best af.Het onwillekeurige is haar kracht.
En vermoedelijk is het juist dit wat haar, in
onzen overbewusten tijd, onderscheidt, me
vrouw van der Lugt, in allen eenvoud,
maakt tot een kunstenares om wie wij"
o, criterium van alle critische beschouwing
naar de komedie gaan."
Het Voorbeeld, door Suze la
Chapelle--R o o b o 1.
inderdaad, men kan uiet voorzichtig genoeg
zijn in de keuze zijner ouders. Omdat in
mevrouw de Grave, die om oenen man bey
haar kinders gaf," de Badeloch niet de sterk
ste bleek, meent zij in het lot harer dochter te
mogen ingrijpen, op het oogenblik dat ook
deze, gelijk zij vór vijftien jaar, voor de keuze
staat: levenslang aan de zijde van eeu te
weinig beminden man moeder" zijn, of
vrouw" worden in de armen van den, meer
naar deu eisch beminden ander." De schrijf
ster van Het hoogste recht" is in haar
jotigsteu, teederen droom over dit verscheurend
pleit (?Aan den overkant") zeer ver gegaan,
zij heeft doen beseffen, dat voor de absolute
vrouw zelfs de kinderen uit eeu huwelijk zonder
liefde van geringer waarde zijn, dat zij in elk
geval niet die gevoelens in haar wekken, wel
ke haar, afgezien vau menschelijke goedheid
en plichtsbetrachting, tot een moeder"
maken in den waren en volstrekten zin
v'an het woord. Mevrouw La Chapelle kwam
in HetVoorbeeld" tot deze fijnere onderschei
ding niet, zij stelde Tine's moederliefde in een
mariage de raison, als een voldongen, en op
zichzelf verheven feit, tegenover de a priori
als minderwaardig veroordeelde gevoelens,
die haar naar een anderen man en vader zou
den kunnen drijven. Wat ons bij dezen
opzet hindert is de stelligheid, waarmee de
schrijfster, zich beroepend op n geval,
op haar doel : boven eigen levenskans het
vermeend geluk der kinderen, aanstreeft. En
minder dan deze stelling, met haar braaf ge
opperde tegenstellingen, die zoolang de
wereld draait niet verouderen kunnen zijn
het de bijomstandigheden, welke ons al te
eenvoudig, en niet meer van onzen tijd toe
schijnen. Argumenten, die een vijfentwintig
jaar geleden, in Lotos", het Goudvischje",
later ook in Een boete" van mevouw La
Chapelle eeu steik-eenzijdig gesteld conflict,
voor ou/.r toenmalige gevoelens, overtuigend
oplosten, zijn met de jaren geworden tot plom
pe conventies, waarnaast zich een meer
individucele fatsoensleer baan brak. Het openen
van een, vooreen ander bestemden brief bijv.
achten wij een vergrijp tegen de goede zeden,
dat door geen moederlijk doel geheiligd wordt,
terwijl de onwettige kus in sommige gevallen
niet meer onverbiddelijk tot de erfzouden
wordt gerekend. De uitkomst van het con
flict kan desniettemin dezelfde blijven, ook
in Aan den overkant" keert ten slotte de
moeder tot de kinderen terug, doch de over
wegingen en omstandigheden, die tot dit be
sluit leiden, getuigen daar vau een oprechter
en verdiepte menschelijkheid. De middelen,
die Mevrouw de Grave niet ontziet" om haar
dochter te redden" zij waarschuwt Tine's
echtgenoot en geeft uit louter moederlijke
bezorgdheid voor haar geluk", den ecnigen
man, die haar wellicht ietwat geluk zou kunnen
geven, als een schooljongen zijn afscheid
maken haar voorbeeld voor ons niet zoo voor
beeldig als de schrijfster verwacht. Welbe
schouwd zou in dit stuk de geheele explosie
tot een geval van vrouwelijke bemoeizucht en
slecht humeur terug te brengen zijn. Had de
moeder, vanaf den dag dat zij den'man harer
liefde volgde aan verleide vrouwen ge
loof ik niet recht zich dit duur gekocht ge
luk eenigermate waardig getoond, in plaats
bij den tweeden man nu weer te dreinen om
wat zij bij deu eersten achterliet, en van haar
berouwvolle moederliefde niet altijd den mond
vol gehad, de dochter, volwassen en in het
zelfde dilemna als zij, zou haar niet in krib
bigheid hebben achtervolgd met verwijten
over een daad, waaraan meer kanten zijn dan
alleen het leed der kinderen. Een
prachtvrouw had ze desondanks kunnen zijn, met
diep in haar ziel de wond om het noodgedwon
gen verloochend moederschap, een vriendin,
wier geheele wezen vanzelf voor de jongere
een spiegel bleek. Doch wat was er ook aan
deze dochter verbeurd, die al op haar twin
tigste jaar meende dat slechts een rijke oude
man haar toevlucht kou zijn, om voor al het
overige haar moeder die haar niet tot
steun" was tot zondenbok harer misdra
gingen te maken. Van een ingeschapen
natuur wil de schrijfster blijkbaar niet wcteu,
doch dit belet ons uiet te betwijfelen of de
kinderen Rijtsma aan deze Mama zooals
er dertien in een dozijn gaan wel zooveel
verloren zouden hebben? Niets is zoo teleur
stellend in de wereld als het ietwat barbaarsch
begrip onzer onmisbaarheid, eu de stem des
bloeds wij herinneren aan Schnitzler's
Eenzame weg" - spreekt in de verhouding
tusschen ouders en kinderen niet altijd de
zelfde taal. Beter dan de misbarige vrouwen
voldeden ons in dit oorspronkelijk
tooneelspel de beide mannen, redelijk, goedhartig en
gelaten in hun bescheiden positie van wettigen
echtgenoot. Met mannelijken tred schreden
zij over de graven hunner illusies. Een prach
tig gewoon-mensen was Hermann Schwab als
meneer de Grave", en ook Vrolijk wist van
den heer Rijtsma eeu aannemelijke figuur te
maken. De verleider, in de gedaante van
Jan van Ees. leek ons meer geschikt voor zijn
eerste Communie dan voor het rendez-vous.
Stellig gaf mevrouw Schwab-Welman ver
dienstelijk spel als de moeder, maar het
majesteitelijke, haar persoon eigen, verhoogde
onze sympathie voor deze boetvaardige nu
juist niet. En hetzelfde geldt eigenlijk voor
Mien Vermeulen, als Tine. Was dit intelligent
spel van door haar zenuwen geplaagde, maar
aan den anderen kant beminde en verwende
jonge vrouw niet te droog, te scherp voor een
stuk dat op ons meegevoel voor de heldin be
rekend is ?
In de Socialistische Gid<" i« mij, welwillend,
de opmerking gemaakt, dat ik mijn zusters in
'Je litteratuur" zooveel belangstelling bewijs
in deze rubriek. Ik zou bijna vragen : kau ik
het helpen? Het schrijven van
tooneelstukken schijnt in ons land eeu bij uitstek vrou
welijke bezigheid. En met eenige fierheid mo
gen we dan uu toch op mevrouw Yssel de
Schepper wijzen, die met haar Laatste
Stadium" de eer van onze home-made dra
maturgie over de geheele linie ophoudt.
T o i' N A i: i- r
Verschenen g
Dramatische Kroniek
Eerste en tweede bundel
door
TOP NAEFF
UltgvanVANHOLKEMA&WARENDCRF
AMSTERDAM