Historisch Archief 1877-1940
NV2239
Zaterdag 26 Februari
A°. 19S1
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN K A MP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel plus 10 cent dispositiekosten
INHOUD: 1. De verkiezingen in Pruisen,
doorProf.Dr. Q.W.Kernkamp.?Tijdgenooten,
door Dr. W. G. C. Byvanck. Het algemeen
vormend karakter der Hoogere Handels
scholen, door S. Elzinga 2.
Engelsch-Russische toenadering, teekening van Jordaan.
Krekelzang, door J. H. Speenhoff.?Buitenl.
Overzicht, door Prof. Mr. J. C. van Oven.
3. Het Roode Lampje, door Dr. F. van Eeden.
5. Voor vrouwen (red. Elis M. Rogge)
Een koloniale _school voor meisjes, door
W. Idealen van de 'jeugd, teekening van
Maddy Vegtel.?Brief uit Zweden, door L.M.
C. W. Uit de Natuur : Dotterbloemen,
door Jac, P. Thijsse. 7. De
bantengkaarten van de S. I. - Schilderkunstkroniek,
door A. Plasschaert. Vaste koers, teekening
van George van Raemdonck. Boekbespre
king, door C. A. B. van Herwerden en Herman
Middendorp 8. Een opzienbarend
tooneelstuk, door Emmy van Lokhorst. Finantiën
en Economie : De beweging van het peil der
prijzen', door Jhr. Mr. H. Smissaert; De
kentering in de beleggingsmarkt, door J. D.
Santilhano. Feuilleton : Nachtdienst, door
F. de Sinclair, met teekeningen van Is. van
Mens 10. Uit het kladschrift van Jantje.
Ruize Rijmen, met teekeningen van Jor
daan. Charivaria, door Charivarius.
Prijsvraag: Het 16 fouten verhaal, door
Melis Stokè11. De Universeelspecialist,
teekening van Joh Braakensiek. Spreekzaal:
De Fiscus en wij, door D. Pimentel 12.
Damrubriek, red. K- C. de Jonge. De Groene
Ruize-held, door H. Petermeijer. - Bijvoegsel:
Het wetsontwerp betreffende verzekerings
maatschappijen, teekening van Joh. Braa
kensiek.
DE VERKIEZINGEN IN
PRUISEN
In het revolutiejaar 1848, in de
maand Juli, verscheen het eerste num
mer van het orgaan der conservatieve
partij in Pruisen, de Neue Preussische
Zeitung," meestal Kreuz-zeitung" ge
noemd, naar het ijzeren kruis in den kop
van het blad. Anders dan de liberalen,
die reeds lang vór 1848 hunne partij
bijeenkomsten en partijorganen hadden,
waren de conservatieven bij het uit
breken van de omwenteling nog niet
georganiseerd; eerst de ure des
gevaars maakte hen mobiel. Met God,
voor Koning en Vaderland" was de
leus, die zij aanhieven tegen de revo
lutionaire ideeën; die spreuk prijk
te ook op hunne krant.
Zeventig jaar later, in November
1918, werd de vlag gestreken. Na het
uitroepen van de republiek vonden de
conservatieven het vermoedelijk minder
aangenaam, dagelijks ook door hunne
krant te worden herinnerd aan de
gulden dagen van het koningschap.
Maar hunne monarchale gezindheid
was niet veranderd en zij durfden er
ook voor uitkomen. In hun verkiezings
manifest van December 1918 verkon
digden zij : wij zijn overtuigd, dat ook
bij den nieuwen, democratischen
iiiiiiimiiimmiiiim
IjyOGENGOTEN
SIXTUS VAN BOURBON
Ook hij! ook hij heeft zijn bijdrage
tot de geschiedenis van den dag niet willen
achterhouden, en het is een dik boek van
meer dan vierhonderd Wadzijden geworden
onder den titel van L'offre de paix s
parée de l'Autriche.
De naam door Prins Sixtus van Bourbon
aan zijn geschrift gegeven dekt niet precies
de lading van zijn inhoud. Het aanbod van
een afzonderlijken vrede, door Karl van
Oostenrijk-Hongarije in het voorjaar van 1917
aan de Entente gedaan, onder bemiddeling
van zijn zwager, duidt meer den wil en de
opkomende gedachte aan van den keizer,
van zijn vrouw en van zijn schoonmoeder
dan een vast beraamd en omlijnd plan van
Oostenrijk. Het heeft iets van een gril.
Een aantal personen zoekt dat voornemen
te midden der geweldige realiteit van den
oorlog, in hun belang, tot een mogelijkheid
en een werkelijkheid te maken. Maar het
mag hun niet gelukken.
Dit is het vermoeiende, het teleurstellende
en . laat ons het duidelijk zeggen ook
het bedriegelijke van het opgevulde boek.
Terwijl het een klaar verhaal heette geven,
door meedeeling van brieven en opsomming
van stukken en protocollen van gesprekken,
kan het zijn leegte en zijn ongegrondheid
nieT anders verbergen dan door aanklachten
van valscheid en verraderij tegen de mannen
die de onwezenlijkheid van het vredesaanbod
hebben ingezien. <-.
Dat zijn Czernin, de Oostenrijker, Ribot,
de Franschman,, Sonnino, de Ita.iaan : Prins
Sixtus' booze mannen.
Neen, waarlijk, hij is geen bedrieger Prins
Sixtus, hij is een groot heer en esn heer".
Hij heeft met een enthousiast hart een taak
regeeringsvorm van Duitschland de
monarchie, als een boven de partijen
staande factor van bestendigheid in
het politieke leven, beantwoordt niet
alleen aan het in den loop der eeuwen
gevormde karakter van ons volk, maar
ook aan de politieke doelmatigheid".
Ook in den nieuwen naam, dien de
conservatieve partij aannam, gaf zij te
kennen, dat zij zich als vertegenwoor
digster van het oude Duitschland be
schouwde. Duitsch-nationale volkspar
tij, zoo heette zij voortaan. Zij was niet
de eenige, die den naam volkspartij
ging voeren ; de nationaal-liberalen
lieten zich omdoopen tot Duitsche volks
partij ; ook het centrum offerde aan
deze mode en koos den naam : christe
lijke volkspartij, een naam, die thans
reeds in onbruik schijnt te zijn geraakt
en weer door den vroegeren vervangen.
Maar alleen de conservatieven zetten
op hun muts de veer nationaal", wat
slechts kon beteekenen want anders
zou het een dwaasheid zijn, beslag te
leggen op dien naam een verwijt aan
de andere partijen, die de republiek
voorstonden of zich althans bij den
republikeinschen regeeringsvorm neer
legden, dat zij het ware nationaal be
lang met voeten traden.
De nationaal-liberalen, alias Duitsche
volkspartij, waren altijd iets minder
conservatief geweest dan de conser
vatieven in Pruisen en heel wat minder
liberaal dan hunne naamgenooten in
andere landen. Het onderscheid tusschen
hen en de conservatieven lag minder
in hunne beginselen, dan in de be
langen, die door beide partijen werden
vertegenwoordigd ; de conservatieven
kwamen op voor agrarische belangen en
bestonden dan ook voor een goed
deel uit jonkers, de nationaal-liberalen
vonden hun aanhangers in de kringen
van den groothandel, de industrie en
de haute finance.
Bij de verkiezingen, die in Januari
1919 voor den Pruisischen landdag
werden gehouden, kwamen de natio
naal-liberalen er slecht af; zij verkregen
slechts 23 zetels, terwijl de
Duitschnationale volkspartij er 50 behaalde ;
klaarblijkelijk was een deel van de na
tionaal-liberalen overgeloopen naar de
conservatieven, een ander en grooter
naar de democraten. Het gezamenlijk
aantal van 73 zetels voor conservatie
ven en nationaal-liberalen deed heel
scherp uitkomen, welk een ommekeer
zich in Pruisen had voltrokken. Vroeger
beschikten zij tezamen over de meer
derheid ; bij de vorige verkiezing, in
Mei 1913, toen het beruchte
drieklassen-kiesrecht nog gold, waren van
de 443 zetels er 200 ten deel gevallen
aan de conservatieven en 74 aan de
nationaal-liberalen ; tijdens den oorlog
waren er natuurlijk geen verkiezingen
gehouden.
Was er tusschen 1913 en 1919 heel
wat in Pruisen veranderd, ook in de
beide laatste jaren is er een wijziging
in de verhouding der getalsterkte van
de politieke partijen gekomen. Dat blijkt
uit den uitslag der verkiezingen, die
Zondag U. voor den Landdag zijn ge
houden.
Wij laten hieronder volgen een lijstje
der partijen, met het aantal zetels,
dat zij verwierven ; tusschen haakjes
zijn daarachter geplaatst de getallen
der mandaten, die zij bij de vorige ver
kiezing, in Januari 1919, behaalden.
De laatste ontleenen wij aan
Egelhaafs Historisch-politische
Jahresbersicht für 1919; de eerste worden
vermeld in de jongste telegrammen.
Bij de vergelijking der getallen
houde men in het oog, dat het aantal
leden van den Landdag van 400 is
geklommen tot 414; deze vermeerde
ring is voornamelijk het gevolg van de
omstandigheid, dat in 1919 in sommige
districten (Sleeswijk, Oost-Pruisen) geen
verkiezingen konden worden gehouden,
omdat het toen nog niet vaststond, dat
zij tot Pruisen zouden blijven behooren. ?
Ook dient bij de partij der onafhan
kelijker! te worden opgemerkt, dat deze
in 1920 zich in tweeën heeft gesplitst;
van de 24 leden, waaruit de partij
bestond, gingen er toen 10 over tot
de communisten. De laatste partij
heeft de vorige week voor het eerst
deel genomen aan de verkiezingen voor
den Pruisischen Landdag.
Conserv. of Duitsch-nationa
le volkspartij 73 (50)
Nation. liber. of Duitsche
volkspartij 56 (23)
Democraten 25 (65)
Centrum 83 (94)
Meerderheids soc. clemocr. 111 (144)
Onafhankel. 28 (24)
Communisten 30
Uit dit lijstje blijkt in de eerste
plaats, dat de partijen, die tot dusverre
samen de regeering vormden in Pruisen
zooals men weet, waren dit:
meerderheids-sociaal-democraten, centrum
en democraten, anders dan in het Duit
sche Rijk, waar de
meerderheids-sociaaldemocraten zich hebben onttrokken
aan de regeering, zoodat deze daar
nu bestaat uit centrum -?- democraten
4 Duitsche volkspartij dat deze
regeeringspartijen nog maar ternau
wernood over een meerderheid in den
Landdag beschikken ; van de 414 zetels
hebben zij er 219. Het is dus niet on
mogelijk, dat in de
regeeringscombinatie de Duitsche volkspartij zal worden
opgenomen ; met de beslissing hierover
zal echter wel worden gewacht tot na
den afloop der conferentie te Londen ;
de besluiten die daar zullen vallen,
kunnen gewichtige gevolgen hebben
voor de binnenlandsche politiek zoowel
in Pruisen als in liet Duitsche Rijk.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIII
op zich genomen veel te drukkend voor zijn
idealisme, en hij wijt het aan anderen wan
neer zijn illusies neergaan in het niet. Gewoon,
misschien verontschuldigbaar, verschijnsel.
Hij behoorde tot het huis van Frankrijk,
hij gevoelde zich Franschman. Sinds het
begin van de eeuw woonde hij in Parijs, hij
had daar zijn opvoeding voltooid. Een ernstige
jonge man, niet zoo heel sterk lichamelijk
geloof ik.
Tegen den zomer van 1914 maakte hij het
plan met zijn jongeren broeder Xaverius een
tocht in denCaucasuste ondernemen;, tevoren,
in Juli, brachten de beiden een
afscheidsbezoek aan hun moeder in Neder-Oostenrijk;
daar overviel hen het bericht der oorlogs
verklaring. Hun besluit stond dadelijk vast
aan de zijde van Frankrijk te gaan strijden.
De oude prinses, Franschgezind in haar
hart, kon hun stemming begrijpen, niettegen
staande haar dochter Zita onlangs door den
dood van den aartshertog Frans Ferdinand
de erfgename was geworden van de
Habsburgsche kroon. Ook Zita had haar bepaalde
neiging en zij wist haar echtgenoot, aarts
hertog Karel, te bewegen om bij den ouden
Frans Jozef een woord te doen ten gunste
van haar beide broeders. Zoo konden /.ij
onbemerkt in Augustus over Zwitserland naar
Frankrijk vertrekken.
Het was de sombere eerste maand van den
oorlog, de dagen Van het terugtrekken na
den slag bij Charleroi, maar ook de dagen
van het eerste krijgsenthousiasme.
,,Wij willen uw lot deelen," was het woord
van de twee broeders, bij hun aankomst in
Parijs.
Maar Frankrijk wenschte hen niet in zijn
legers, ook Engeland gaf hun geen toegang
tot zijn armee.
Het is onnoodig hun zwerftochten en hun
avonturen te verhalen : sinds den zomer van
1915 zijn zij als luitenants der artillerie voor
den duur van den oorlog geplaatst bij de
Belgische troepen, zij verwierven het Fransche
oorlogskruis en krijgen (September 1910) hun
eervolle vermelding : .,'-e xont mis spontan
inent au service d-.' In Ciiuse du droit.. . uut
donné, en toules circunstuiices, les prciives ct'un
dévouemenl et d'un mépris du danger absolus."
Zich goed te houden in het gevecht is
toch niet de eenige gedachte die hen, die
vooral Prins Sixtus van Bourbon bezielt.
Wanneer zij met verlof in Parijs zijn, hebben
zij een omgeving van enkele vrienden die
er hen op wijzen hoe zij door hun betrekking
tot het hof van Weenen bij het sluiten van
den vrede tot een rol kunnen zijn geroepen.
Sixtus heeft daarvan al lang de overtuiging.
Als Fransche prins denkt hij aan de toekomst
van Europa en ziet er, na een Franschen"
vrede, de macht van Frankrijk gevestigd;
maar eveneens verlangt hij naar een ver
sterking van het gezag van Oostenrijk als
tegenwicht tegen de overweldiging der
Hohenzollerns.
Daar gaan op het eind van het jaar 1910
allerlei ^vredesgeruchtcn over Europa. De
oude Frans Jozef sterft in November 1910.
Breekt er een nieuwe tijd aan?
Eh bien\ voilii de grands rèitementsl"
zegt Jules Cambon, de oud-gezant van Frank
rijk te Berlijn tot Prins Sixtus. ,,Persunne
plus que vous ne potirra «g/r, non pas
maintenant, mais au moment de la paix, sur votec
beatt-frcre."
Zooals men weet, het heeft niet langer
geduurd dan tot het begin van December
of er kwamen uit Oostenrijk roepstemmen
tot de prinsen om daarheen te komen, en reeds
in Januari 1917 maakten zij zich op weg.
Dit alles heeft dan geleid tot geheime samen
komsten van Prins Sixtus met zijn
schoonbroeder, Keizer Karl, en tot de in het diepste
geheim hem toevertrouwde brieven ter kennis
neming van de Fransche en lüigelsche regee
ring. Waarin de Keizer, onder erkenning der
rechtmatige aanspraken van Frankrijk op
Elzas Lotharingen, zijn wensen uitsprak naar
een vrede met Frankrijk : hij zal het steunen
bij zijn poging tot terug verkrijgen der ver
loren provincies.
Die brieven, waarvan in alle geval n,
de belangrijkste, uitsluitend is van den Kei/er
en de naaste keizerlijke familie, zijn begeleid
door nota's van Graaf Czernin, die het oog
houdt op een algemeencu eervollen vrede
voor geheel Europa. Maar Prins Sixtus.
Deze verzwakking der middelpar
tijen gaat natuurlijk gepaard met een
versterking der uiterste partijen naar
rechts en naar links. Ook bij de ver
kiezingen voor den Rijksdag, die in
het vorige jaar zijn gehouden, had men
hetzelfde verschijnsel reeds opgemerkt
wanneer men den uitslag van die ver
kiezingen vergeleek met het stembus
resultaat van het vorige jaar ; ook op
6 Juni 1920 moesten zoowel de
meerderheids-socialisten als de democraten
een sterken achteruitgang boeken. Het
is het gewone lot van partijen, die in
tijden als Duitschland nu doorleeft de
regeeringsverantwoordelijkheid durven
aanvaarden, dat de ontevredenheid
van het volk over de bestaande
toe? standen zich op hen wreekt.
Met name de
meerderheids-sociaaldemocraten en de democraten hebben
dit nu in Pruisen weer ondervonden.
De eersten zijn achteruitgegaan,
omdat zij, alleen reeds door het feit
dat zij met leden van burgerlijke"
partijen zitting namen in de regeering,
de hooggespannen verwachtingen van
hunne aanhangers dat na de revolutie
ook diepingrijpende veranderingen in
het economische leven zouden worden
aangebracht, niet hebben kunnen ver
vullen. Wanneer men
meerderheidssociaal-democraten, onafhankelijke!! en
communisten te zamen neemt, tegen
over de burgerlijke" partijen, als de
revolutionaire partij, dan is haar aantal
zetels ongeveer hetzelfde gebleven als
in 1919 ; toen bedroeg het 168, nu
169. Maar in 1919 stonden naast 144
meerderheids-sociaaldemocraten slechts
24 onafhankelijke!! ; thans tellen de
onafhankelijke!! nog 28 zetels, wat fei
telijk een vooruitgang beteekent van
14 zetels, omdat er, na de splitsing der
partij in liet vorige jaar, slechts 14 leden
in den Landdag waren overgebleven ;
de communisten, die toen met 10 man
daten begonnen, hebben er nu 30 ge
kregen.
Maar vooral de democraten hebben,
evenals het vorige jaar bij de verkie
zingen voor den Rijksdag, zoo ook
thans weer bij die voor den Pruisischen
Landdag het loodje gelegd.
Vlak na de revolutie stond hun koren
te bloeien. Maar wie toen op hen
stemden, deden dit niet uit democra
tische overtuiging, maar omdat zij
begrepen, dat alleen een democratische
regeering na de omverstorting van de
van oudsher bestaande machten den
weg kon banen tot geordende toestan
den. Dit is clan ook de onschatbare
dienst geweest, dien de middelpartijen
aan het Duitsche volk hebben bewezen.
Nu zij zich van deze taak hebben ge
kweten, keert een groot deel der bur
gerij weer terug tot zijn oude liefde voor
de partijen van het behoud
Ook de omstandigheid, dat de
Entente kort te voren hare
schadevergoedingseischen had geformuleerd, is
aan de conservatieven en
nationaalliberalen ten goede gekomen. Zij toch
hebben zich het felst daartegen te
weer gesteld ; naar hen ziet men uit,
als het verweer met woorden zal moeten
worden vervangen door een verweer
met daden.
Op den dag der verkiezing heeft het
conversatieve partijorgaan de oude leus
weer in top geheschen : Met God,
voor Koning en Vaderland". Ver
moedelijk "is het den conservatieven
tegengevallen, dat zij slechts 23 man
daten er ,bij hebben gekregen ; de voor
uitgang van de nationaal-liberalen was
nog grooter.
En die laatste is ook het belang
rijkst. Hij geeft aan, dat onder de
Duitsche burgerij zich het proces vol
trekt, dat op revolutiejaren pleegt te
volgen : een versterking der partij van
het behoud. Een proces, waarvan men
de verschijnselen ook buiten Duitsch
land reeds kan opmerken. Aan voor
spellingen zullen wij ons niet wagen ;
maar verwonderen zal het ons niet,
wanneer bij de verkiezingen in 1922
blijkt, dat ook in Nederland de par
tijen van het behoud, met welken naam
zij zich dan ook mogen tooien, in
aanhang hebben gewonnen.
K E R N K A M p.
Illllllllllllllllll Illlllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllll
HET ALGEMEEN VORMEND
KARAKTER DER HOOGERE
HANDELSSCHOLEN
zonder zich te veel op te houden bij wat
hem niet aanstaat, denkt alleen aan zijn
paix francaise."
Hij verbeeldde zich de as te sturen waarom
Europa draaide, en de wijs waarop hij in
Frankrijk door Poincaréen in Engeland door
Lloyd George werd ontvangen, moest hem
in dat denkbeeld bevestigen. Maar zoodra
men tot een plan van uitvoering naderde,
doken de moeilijkheden en de onmogelijk
heden op. Dan zette de president van het
Fransche ministerie Ribot zijn gele bril op
en nam haar weer af en veegde haar schoon,
en wees op het geheel onpraktische der
projecten. - hoe Prins Sixtus die gele bril
heeft gehaat' ??- dan bleek Sidney Sonnino,
de Italiaansche minister van Italië, geheel
doof te zijn, wanneer men hem eenige tege
moetkoming naar de zijde van Oostenrijk
vroeg, - en dan ook was er de wankel
moedigheid van Keizer Karel, en de
greep van Duitschland. In den zomer van
1917 werden, met meer andere schoone
dingen, de plannen der bemiddeling van
Prins Sixtus begraven, en de allergeheiinste
brieven, welke de trouw van hot
Oostenrijksche hof compromitteerden, werden in
de verborgenste lade .weggesleten - niet
zonder dat er authentieke kopiën van be
stonden.
Maar zij werden uit hun graf te voorschijn
geroepen door een onvoorzichtige uitlating
van Graaf Czernin in de lente van het vol
gende jaar. Het sroote offensief van
Ludendorff tegen Frankrijk had plaats. Czernin in
een redevoering voer den Weener gemeente
raad, 2 April 1918, legde de verklaring af,
dat Oostenrijk, steeds vredelievend gezind,
nog onlangs door Frankrijk tot onderhande
ling aangezocht, met voorkennis van Duitsch
land a Ie vredesbemoeiing had moeten af
wijzen, omdat het zijn verlangen naar Elzas
Lotharingen nie' wilde opgeven.
On 'e legers zullen bewij/en dat die Fransche
aanspraken titopiën zijn welke "in een god
delijke wraak schreeuwen. De trouw aan de
boorden van den Donau doet niet onder
voor de Duitsche trouw."
in xiin kordaten stijl laat, op het bericht,
De Hoogere Handelsschool, het economisch
aecmivalent der H.B.S. met 5 j.c. is in haar
ontwikkeling gekomen bij een grenspaal.
Zij zal wettelijk worden geregeld. In de
meeste gevallen zou een dergelijke regeling
veel hebben van een registratie van het
bestaande met volle gelegenheid tot vrije
ontluiking in de toekomst. Er is echter ge
vaar, dat de komende wettelijke regeling
voor de Hoogere Handelsschool een groote
teruggang in hare ontwikkeling zal betee
kenen en de absolute onmogelijkheid om in de
toekomst iets van belang voor den
economischen groei van ons volk te doen. Met zijn
gewone helderheid heeft de Minister van Onder
wijs bij de jongste begrootingsdebatten de
kwestie in een paar woorden scherp gesteld :
Zal het handelsonderwijs algemeen vormend
of vakonderwijs zijn?"
Het is bekend, dat bij de mannen van de
praktijk vrijwel slechts n meening heerscht,
n.l. dat het onderwijs aan de Hoogere Handels
scholen algemeen vormend is ; niet opleidt
voor bepaalde beroepen, geen formeel karakter
draagt, maar die algemeen economische basis
tracht te leggen, waarop zoowel de practische
koopman als de econoom of jurist kan
bouwen.
Dat indeeling van dit onderwijs bij het z.g.
vakonderwijs alle perspectief voor de Hoogere
Handelsschool wegneemt, spreekt van zelf ;
het woord vakonderwijs immers is hier ge
nomen als tegenstelling van algemeen vor
mend onderwijs." Het woord doet daarom den
ken aan het leeren van veel vormen en ge
bruiken, waarvan de handel zich bedient,
aan het toepassen van bepaalde methodes,
waarbij veel van de vaardigheid en de accu
ratesse, weinig van de denkkracht wordt
Clemenceau eenvoudig door de pers ant
woorden: 11 a menti".
Maar te Parijs, ingelicht wat er een jaar
geleden is voorgevallen, maakt hij zich eerst
recht boos. Zal hij het geheim bewaren?
O, de Duitschers willen me kwijt zijn!"
zeide hij tegen zijn omgeving, Czernin liegt
in hun dienst. Men valt mij aan. Ik vind
een wapen. Ik heb het recht er van gebruik
te maken. Ik waarschuw den Keizer, wan
neer hij zijn minister den mond niet snoert,
dan hanteer ik het. Watdoethet er op 't
oogenblik ook toe ? Nu is het: er op of er onder !
Wij zijn overwinnaars of wij liggen aan hun
voeten. Maar zij komen er niet! Misschien
nog een vier of vijf harde knauwen, en des
ondanks, zij komen er niet, zij komen er
niet, zeg ik u."
Is het wel noodig er aan te herinneren,
hoe Czernin, van zijn kant slecht onderricht
en bedrogen, zich niet aan de waarschuwing
stoort en Clemenceau noopt den
allergeheimsten brief met de justes revendications
franc.aises" te publiceeren ? Waarop Czernin
voortgaat den brief voor vervalscht te ver
klaren, alsoi Prins Sixtus een falsaris was !
Die arme prinsen l Zij hebben in Februari
een verlof van drie maanden gekregen,
zij schijnen altoos in een koppel te trekken,
- om voor herstel van gezondheid naar
Marocco te gaan. Daar, te Marrakech, in de
eenzaamheid van Afrika, bereikt hen het
bericht, dat hun 'geheim uit zijn diepste
diepte is te voorschijn gehaald. Zij moeten
zich onderwerpen aan hun lot. F.n die dwinger
van een Clemenceau wil Prins Sixtus nopen,
dat hij ziin zwager, den Keizer voor een
leugenaar uitmaakt, nu hij hem laat beschul
digen van vervalsching ! Dit ernstigste, deze
blaam op alle prinsen en keizers is hem toch
bespaard gebleven. De acten van de zaak
waren gesloten, de zaak was beslist. Prins
Sixtus zocht en verkreeg het stilzwijgen.
Nu pas is hij gaan spreken.
\V. (i. C. B v v.\ N c K.