Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
26 Febr. '21. - No. 2279
ENGELSCH-RUSSISCHE TOENADERING
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
f
*
VRAAOTs
Si-F A-K O
S IQ ARE M
Hot vooi*namnt8l0
John Buil: (zichzelf moed insprekend): Kom-kom!
niet als hij er uit ziet!"
Hij is nog zoo kwaad
MlllllllllllUIM
geëischt. Dit onderwijs vraagt uiteraard veel
van het geheugen van den leerling, doch ont
wikkelt niet zijn doorzicht, beeldend vermogen
en combinatiekracht. En dit laatste is juist
voor aanstaande bedrijfsleiders noodig. Nu
hebben de leerlingen, die met goed gevolg
hun studie aan de Hoogere Handelsschool
hebben beëindigd, tot nog toe vaak leidende
posities in het bedrijfsleven verworven. Het
gedenkboek der Amsterdamsche Handels
school legt er getuigenis van af.
Wat heeft de bedrijfsleider aan technische
vaardigheid alleen, als zijn gezichtskring be
grensd, zijn kennis oppervlakkig, zijn inzicht
beperkt is? De vaardigheid zal hij zich zoo
noodig met weinig inspanning verwerven,
de geestesontwikkeling zal op zijn heele verder
leven een stempel zetten.
Bij de regeling van het voorbereidend
hooger onderwijs is het probleem vak- of algemeen
vormend onderwijs opnieuw naar voren
gekomen. Het is duidelijk, dat aan abituriën
ten derHoogere Handelsschool geen jus promo
vendi mag worden gegeven, indien het onder
wijs aan dit instituut vakonderwijs in boven
bedoelden zin is, maar dat het hun niet kan
Zondagmorgen om acht uur is Briand in
Londen aangekomen en aan het station be
groet door Lloyd George en Lord Curzon.
Hoe hij daarop den dag heeft doorgebracht,
de berichten hebben 't niet gemeld, maar
Maandagmorgen verscheen de Engelsche
ambtgenoot reeds aan het ontbijt van den
Franschen premier en onder het gezamenlijk
nuttigen van ham and eggs of bacon hebben
zij de conferentie, onofficieel, geopend. Blijk
baar heeft dus Lloyd George een mondje
Fransch geleerd of Briand wat Engelsen.
Aan dat ontbijt is volgens de Fransche pers
reeds vruchtbaar werk" verricht, in 't
bijzonder omdat de beide diplomaten afge
sproken zouden hebben de discussies niet
door onderlinge oneenigheid te vertroebelen",
een besluit, dat makkelijker genomen dan
uitgevoerd wordt, vooral daar de conferentie
in Londen juist noodig is omdat Frankrijk
en Engeland het niet eens zijn. Na dit
ontbijt dan is Lloyd George naar huis ge
wandeld en eenigen tijd iater verscheen
Briand in een auto, zoodat Maandagmorgen
om half twaalf de historische conferentie van
Londen begon. D. i. t. z. de eigenlijk gezegde
vergadering werd toen natuurlijk nog niet
geopend, want de Duitschers zijn nog niet
eens in Londen, maar wel de
voor-vergadering, te houden door den zoogenaamden
Oppersten Raad, het uit den oorlog over
gebleven instituut waarin de leiders der
groote Entente-naties vereenigd zijn en dat
de politiek der Entente en zoo mogelijk van
de rest der wereld beheerscht. Vandaar dat
de Grieksche premier Kalogeropoelis niet
toegelaten kon worden en alleen maar even
een beleefdheidsbezoekje brengen mocht,
toen hij, juist terwijl de andere heeren aan
't vergaderen waren, aankwam.
Deze Grieksche premier belooft in de eerste
dagen der vergadering een man van gewicht
te zijn, want het plan is, dat de vergadering
eerst de Oostersche quaestie zal behan
delen en dan pas het gewichtige Duitsche
schadeloosstellings-probleem. En bij de be
handelingder Oostersche nauestiezal Grieken
land een hoofdrol spelen, hoe boos de Fran
schen ook mogen zijn, dat Konstantijn in
Athene gekomen is en er blijft. Briand heeft
worden onthouden, wanneer het die
algemeene vorming biedt, welke daar is aange
wezen. In het volgende wil ik trachten aan te
toonen, dat de H. H. S. voor de ontwikkeling
van den geest even groote voordeelen biedt
als andere onderwijsinstituten, waarvan het
algemeen vormend karakter door niemand
wordt ontkend.
Het handelsonderwijs ontstond in de I9e
eeuw als gevolg van de groote omkeering op
maatschappelijk gebied, veroorzaakt door de
technische uitvindingen aan 't eind der 18e
eeuw.
Was het vroeger niet noodzakelijk geweest
voor de eenyoudige verhoudingen een theo
retische opleiding te geven, meer en meer
bleek, dat dit vooral voor de leidende per
sonen in de moderne bedrijven dringend noo
dig was. Dit bleek daar het eerst en het duide
lijkst, waar de financiering en de admini
streering van het moderne goederenverkeer
de grootste afmetingen aannam.
In Nederland was dit het geval in de haven
steden.
Het is duidelyk, dat daar de behoefte
aan een onderwijs moest worden gevoeld,
dat voorbereidde voor leidende posities in het
handelsverkeer. Dit onderwijs hield zich in
de eerste plaats bezig met de administreering
van het goederentransport in den ruimsten
zin. Boekhouden, handelsrekenen en moderne
talen werden daardoor zijn voornaamste
vakken.
Bij dit handelsonderwijs werd aanvankelijk
de technische kant naar voren gebracht en
sommigen meenen, dat het dit stadium nog
niet is ontgroeid.
Voortgekomen uit de maatschappelijke
behoefte van een bepaalden kring, had het
nog niet de aansluiting gevonden bij de
geestelijke sfeer, waarin dieper nadenken en
dieper onderzoek het weldra zou plaatsen en
die door voortreffelijke geleerden reeds was
voorbereid.
Intusschen bleek wel uit den snellen groei
van het handelsonderwijs in de meeste landen
van West-Europa, dat men met een algemeen
verschijnsel te doen had en dat een nieuwe
onderwijsstrooming opkwam.
De H.B.S. met 5 j.c., die naar de meening
van den wetgever ook aan de behoefte naar
economische vorming zou voldoen, bleek
hiertoe weldra niet in staat. Deze school toch,
die op uitstekende wijze voorbereidt voor na
tuurwetenschappelijke studiën, kan het niet
tegelijkertijd in dezelfde mate voor econo
mische doen.
In den loop der eeuwen hadden verschil
lende schrijvers zich met maatschappelijke
vraagstukken bezig gehouden.
Met Adam Smith begint de wetenschappe
lijke studie ervan. Zij kwam meer en meer
op naast de studie der natuurwetenschappen,
die sedert Bacon van Verulam van zelfstandige
beteekenis was geworden naast de klassieke
studiën.
De maatschappij werd tot object van onder
zoek gemaakt, en een rij van wetenschappen
werden alom als de speciaal economische
erkend. Zij konden weliswaar geen volkomen
beeld geven van alle maatschappelijke uitin
gen, maar vertegenwoordigden in den kring
van het menschelijk weten een zelfstandig
geheel.
Van deze wetenschappen kwam de eco
nomie in het middelpunt en het lijkt mij van
het hoogste belang, dat bij het algemeen
vormend handelsonderwijs dit vak de cen
trale plaats krijgt of behoudt.
Daarnaast was de studie van het privaat
recht van veel belang, een studie, die in vroeger
tijden reeds eenige vergoeding had
gesc^honken voor het tekort aan maatschappelijke
vorming, toen klassiek en natuurwetenschap
pelijk onderwijs weinig economische vorming
brachten. Andere wetenschappen kregen
een nieuwe beteekenis. De geographie, in de
18e en 19e eeuw tot physische gegroeid,
werd nu uit economisch oogpunt beschouwd,
wat haar nieuw leven gaf. Dit was ook het
geval met de geschiedenis, die een geschiede
nis van militaire conflicten en dynastieke op
volging geweest was, maar door de nieuwe
richting een historie van economische evolutie
werd.
Ook de natuurwetenschappen kregen in de
technologie een nieuw terrein. De studie der
bedrijfsleer begon op te komen.
Andere onderwijsvakken, waarbij technische
ontwikkeling op den voorgrond stond, ver
diepten zich onder invloed der algemeene
evolutie, b.v. boekhouden, handelsrekenen.
Op 't oogenblik kunnen we reeds zeggen, dat
de economische richting in het denken, zich
uitend in het economisch onderwijs, als zelf
standige richting naast de natuurwetenschap
pelijke en de klassieke bestaat. Het is voor
onzte maatschappij van het hoogste belang,
dat deze richting zich vrij kunne ontwikkelen.
De kennis toch van de maatschappij en de
wetten, die haar beheerschen,is voor de
menschheid van groot gewicht. Het is niet te ont
kennen, dat de studie heel moeilijk is en vaak
minder positieve uitkomsten geeft dan de
natuurwetenschappelijke, maar zeker is tevens
dat reeds groote resultaten zijn bereikt.
Voor de maatschappij is meer economische
ontwikkeling ook in zooverre van belang, dat
ze de geleidelijke maatschappelijke evolutie
bevordert.
Hij, die voldoende inzicht heeft inde waarde
der economische verschijnselen, die in de
schijnbare onregelmatigheid het vaste en het
variabele heeft leeren meten, zal een rustige
ontwikkeling der maatschappij, waarbij de
historische lijn in 't oog wordt gehouden,
bevorderen.
Deze studie is tevens niet zonder ideëele
beteekenis. Zij leert den mensch in de eerste
plaats zien als maatschappelijk wezen, zooals
de natuurwetenschappen hem als natuurschep
sel hebben beschouwd. Dit moet in den loop
der tijden het gemeenschapsgevoel bevorderen
en de naastenliefde ontwikkelen, als we in
't oog houden, dat de trek tot veredeling der
dingen een der primaire kanten der
menschelijke natuur is.
Dat de studie der economische wetenschap
pen behalve algemeen theoretisch vormende
ook praktische beteekenis heeft, kan toch
moeilijk als een fout worden aangemerkt.
Laten we niet vergeten, dat b.v. ook de
Leidsche hoogeschool met een practisch doel
werd gesticht. Elke nieuwe onderwijsrichting
begint, met in een onmiddellijke behoefte
te voorzien, om langzamerhand door dieper
studie zich te veralgemeenen en in het al
gemeen menschelijk weten haar vaste basis
te vinden.
De H.H.S. geeft dezelfde voorbereiding
voor de economische wetenschappen, die op
de hoogescholen worden gedoceerd, als de
H.B.S. met 5. j.c. geeft voor de natuurwe
tenschappen.
Economie en handelsrecht, economische
geschiedens en aardrijkskunde, kennis der
moderne talen met haar literatuur en corres
pondentie, kennis van het bedrijfswezen,-de
financieele verantwoording van het bedrijf,
waarbij vooral scherp inzicht een vereischte
is, de technologie, dit alles maakt de abitu
riënten dezer scholen volkomen geschikt tot
de zelfstandige wetenschappelijke studie aan
onze hoogescholen. Uiteraard mag op dezen
leeftijd het verschil in onderwijsrichting niet
te scherp worden geteekend. Het is zeker juist
gezien, om ook wis- en natuurkundige vakken
in het programma op te nemen, al is het niet
noodig, deze studie hier zoo breed op te vatten
als op de H.B.S. met 5 j. c.
Het is gewoonte, om aan de abituriënten
van gymnasia en Hoogere Burgerscholen met
5j.c. de studie aan handelshoogescholen toe te
staan. Toch zal vooral aan de eersten de
overgang in een zoo geheel verschillende
gedachtensfeer vaak moeilijk vallen, doch zij
zullen veelal de moeilijkheden te boven ko
men, omdat ze naar alle waarschijnlijkheid
een sterken trek tot de nieuw ingeslagen
studierichting hebben. Hetzelfde kan op de
abituriënten der Hoogere Handelsscholen
worden toegepast. Het grootste aantal zal
niet afwijken van de eens ingeslagen richting.
Zij, die dit wel doen, zullen door een sterke
neiging tot de andere onderwijsrichting, de
energie vinden om hun tekort aan kennis aan
te vullen.
Bij het verlaten der school is echter de
basis van ontwikkeling gelegd en het moet aan
de abituriënten der drie onderwijsrichtingen
vergund zijn, om vrij de keuze van het studie
vak te doen.
Men zegt misschien terecht, dat bij de studie
der wis- en natuurkundige vakken, het ver
mogen tot scherpe logische redencering ont
wikkeld wordt, wat zeker belangrijk bij we
tenschappelijke studie is.
Bij de studie der economische wetenschap
pen zal daarentegen veel van het
verbeeldingsHET SPOOKT
Verkade staat weer in de k^ant,
Wat spookt hij angstig door ons land
En door de heftige kritiek
Beschouwt hem het verschrikt publiek
Als soort van Bolsjewiek.
Zijn roovershol is in den Haag,
Daar mocht men hem toch altijd graag,
Na heel wat zorgen, leed en hoon
Verlangt het Haagje ongewoon
Naar zijn' vei hren zoon.
De Haagsche meisjes zijn ,,épris"
Hij is: the topic of the tea."
Hoe menig kloppend dameshart
Verwacht met stilgestemde smart
Dien slanken Eduard.
Als regisseur" is hij bekend,
Als zegger heeft hij veel talent,
Als leider is hij een genie,
Zijn weerkomst is toch peeverdrie
Een kranig stuk regie.
Het is voor van der Lugt een slag,
Dien men toch even gaarne mag;
,,Je rnaintiendrai!" roept kloeke Kees,
Hij kent met Annie zijn van Ees
Nog geen Verkade-vrees.
Verkade is weer wat van plan
Als kunstenaar en zakenman,
Hij stelde ons nog nooit teleur
En wordt tot slot van het gezeur
Zijn mede-directeur.
J. H. SPEENHOFF
MiiMiiMi«mmiiiiiiiiiM»iiiiiiiiiiiiiimi»Miiiimii*mimiiiiiMiiiMiiiiiim«
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRAVENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWLJK,
UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO.
Agentschappen in Indië:
BATAVIA. SOERABAYA,
8EMARANG, BANDOENG, MEDAN en
WELTEVREDEN.
vermogen der ziel worden geëischt.
Is dit hij voortgezette studie van minder
belang?
Het is mijn doel geweest, aan te toonen,
dat de leerlingen der Hoogtre Handelsscho
len, een, wat geestesvorming betreft, gelijk
waardig onderwijs genieten, als die leerlingen,
welke aan andere onderwijsinrichtingen (met
name H.B.S. met 5.j.c., Gymnasium, Lyceum)
studeeren, dat bedoeld handelsonderwijs even
goed voorbereidt voor verdere studie en dat
er voor de toekomst onzer maatschappij veel
van mag worden verwacht, wanneer het zich
zonder "belemmering kan ontwikkelen.
S. E L z i N u A
H a a r l e m
het voor zijn vertrek duidelijk gezegd:
Frankrijk ratificeert 't verdrag van Sèvres
niet, zoolang als Konstantijn daar tronen
blijft, en dus zal dit verdrag in elk geval
op sommige punten gewijzigd moeten worden,
maar of zijn essentie ele kern zal worden
prijs gegeven, dit is hoogst twijfelachtig.
Gewijzigd wordt het verdrag, want anders
had Lloyd George niet en de Grieken, n de
vertegenwoordigers van den Sultan n de
Kemalisten laten komen, en deze laatsten
zouden ook niet gekomen zijn als ze er niet
zeker van waren, dat Turkije iets te winnen
heeft bij deze nieuwe vredesconferentie. Al
dadelijk immers is een doel, dat door allen
wordt nagestreefd: de vereeniging van Kema
listen en de eigenlijk gezegde Turksche regee
ring tot n geheel, anders gezegd, het herstel
van een zelfstandig Turkije, geregeerd van uit
Konstantinopel en om dit van de geallieerden
gedaan te krijgen heeft Kemal Pasja op het
juiste oogenblik laten bekend maken, dat hij
wel is waar een goede verhouding tot de
Russische bolsjewisten wil, maar allerminst
Bolsjewisme als zoodanig. Met andere woorden:
Kemal wil gaarne een soort brug tusschen
de Entente en de Russen in Oost-Europa
en West-Azie vormen, als men zijn partij
maar in Konstantinopel wil laten regeeren,
de Entente afstand wil doen van haar voogdij
aldaar en dus den Sultan onder zijn, Kemal's,
patronaat stellen. Zooals men weet hebben
de Franschen reeds lang ooren naar zulk een
schikking, ofschoon Kemal's partij
grootendeels dezelfde is als die van F.nver Pasja,
den Pro-Duitscher, en nu Lloyd George de
Kemalisten in Londen heeft laten komen en
ze met opzet onder dak heeft gebracht in
hetzelfde hotel als de afgevaardigden uit
Konstantinopel naar verluidt met het
verlangde gevolg ligt het voor de hand
dat ook Groot-Brittanië wel bereid zal zijn
de macht ook formeel aan de Turksche
nationalisten over te dragen, mits er slechts
gewaakt worde voor de vrijheid der
Dardanellen. De regeling dezer quaestie zou dus
van een leien dakje kunnen gaan, als er geen
rekening gehouden moest worden met Grie
kenland, dat naar men weet volgens het
verdrag van Sèvres een al'esoverheerschcnde
positie in de Levant verkrijgen zou en dat
niet voornemens is die positie op te geven
omdat Frankrijk boos is over de terugkeer
van zijn Koning. Kemal Pasja evenwel zal
zeker niet bereid zijn vrede te sluiten met
de geallieerden als men Smvrna, Tracië, de
Egëische kust en wat al niet aan de Grieken
laat, en zoo staan de geallieerden hier voor
een moeilijke beslissing, waarover zij 't
onderling oneens zijn, wat ook Lloyd George
en Briand aan het ontbijt besloten mogen
hebben, want Frankrijk en Italië willen
Griekenland opofferen, Engeland was tot
dusverre daartoe niet geneigd. Misschien zal
het er toe overgaan, als de Kemalisten erg
veel goeds beloven, maar het zal een
harde strijd zijn. En dan.... zelfs als
de Britsche diplomatie zich gewonnen geeft
tegenover de Fransche, dan is daar nog immer
Griekenland zelf, het eenige land, dat een
strijdbaar leger in deze streken onderhoudt
naast die der Kemalisten en Russen, en al
hebben deze Grieken in de afgeloopen maanden
zoo nu en dan eens wat slaag gekregen, zij
schijnen nog immer bereid om den strijd
met de ,,Turksche horden" op te nemen.
De Griek?che soldaten schijnen wel
vechtensmoede te zijn, maar tegen een Turk te
vechten heeft voor een Griek altijd wel zoo
veel bekoring, dat met wat goeden wil en
wat verkondiging van nationalistische leuzen
de regeering in Athene den moed er waar
schijnlijk wel in zal kunnen houden. En
daarom gelooven wij dat de heer
Kalogeropoelis een belangrijk persoon zal zijn in het
eerste bedrijf der Londensche -vergadering.
In de tweede akte dan treden er andere
belangrijke personen op, in de allereerste
plaats de Duitsche minister van
buitenlandsche zaken von Simons. Zal hij zijn
partij met hetzelfde succes spelen als ver
leden jaar in Spa, toen het er waarlijk naar
leek alsof hij en Lloyd (ïeorge als twee
nuchtere en rcëele zakenmannen de wereld
een eind vooruit zouden helpen? De proloog
die hij liet hooren in den rijksdag en op zijn
Zuid-Duitsche tournee belooft weinig goeds;
ze doet sterk denken aan het vanouds be
kende Duitsche gebaar: wij weigeren; durft
gij nu maar!" maar we mogen de hoop niet
prijs geven, dat in Londen andere d.i. lagere
toonen worden ge zongen en dat er ook van
Duitschen kant met redelijkheid gepraat en
niet met groote woorden geschetterd ?al
worden.
Overigens is 't maar het beste om in dezen
stand van zaken zich aan geen voorspel
lingen te wagen. Wij kennen Duitschland's
officieel weigerend standpunt en wij kennen
ook de officietle Fransche opvatting: de
Parijsche cijfers het minimum en als de
Duitschers die niet willen, dan maar dwangmaat
regelen. Dekt die officieele houding de werke
lijke en wijken geen van beiden, dan kan de
conferentie geen anderen uitslag hebben dan
toepassing dier sancties 't zij door de gansene
Entente, 't zij door Frankrijk alleen, hetgeen
een breuk in t'e Entente zou beteekcnen.
Maar of 't zoo ver komen zal? Niemand die
het zeggen kan, vooral omdat niemand weet
hoe Lloyd (ïeorge zal manoevreeren. Zijn
lagerhuis-leuze: Duitschland zal betalen,
niet wat het betalen moet, maar wat het
betalen kan," zegt natuurlijk niets hoege
naamd. Daarover is iedereen het eens, maai
de vraag is: wat kan Duitschland betalen?
Aldus wachten wij in spanning af en ver
slinden de lange berichten die ons dagelijks
uit Londen en Parijs worden gezonden.
Er zijn er die hoop hebben, dat de uit
slag der Pruisische verkiezingen gunstig zal
wcrke'i op de internationale verhouding.
Die verkiezingen hebben namelijk de positie
der regeering in Berlijn versterkt. Wel is
er een beweging naar rechts geweest, maar
ten slotte blijven de mannen van 1914
(zooals de Fransche pers de Duitsche con
servatieven en moiiarchisten noemt) sterk in
de minderheid, terwijl de
meerderheidssocialistcn, dus de sterkste der
regeeringstrouwe partijen gewonnen hebben en de
onafhankelijken en communisten samen verloren
schijnen te hebben. De regeering staat dus
weer vrij vast en de stemming heeft hewezen,
dat de meerderhei.l in het gevreesde Pruisen
noch een overheersching van het sabelregime
wenscht, noch een dictatuur van het prole
tariaat. Vermoedelijk is deze gunstige uitslag
een gevolg van den langzaamaan herlevenden
voorspoed in Duitschland en de Entente zou
gevaarlijk spel spelen, als zij daaraan nu
weer een einde ging maken door dwang
maatregelen of dergelijks. Althans zoo komt
het ons neutralen voor en waarschijnlijk ook
velen Engelschen, maar wellicht denken de
Franschen er heel anders over.
Dadelijk na de opening der nieuwe zitting
van 't Britsche lagerhuisis de lersche quaestie
ter sprake gebracht. Lloyd George zei waar
lijk alweer dat het beter ging in Ierland"
en zoowaar werd ook ditmaal zijn optimis
tische uitlating beantwoord door een nieuwe
opleving van den burgeroorlog, die inderdaad
stee .'s grooter afmetingen en gruwelijker
vormen schijnt aan te nemen. De liberalen
lieten 't er daarom niet bij zitten maar lan
ceerden een scherpe motie van afkeuring, die
natuurlijk verworpen werd, omdat de regee
ring een groote meerderheid in 't Huis heeft,
maar die intusschen een de.'at te voorschijn
riep waaruit duidelijk de onjuistheid van het
regeerings-optimisme bleek. Want om de
parlementaire overwinning te vergemakke
lijken produceerde de regeering een document,
gevonden bij de lersche republikeinen, waarin
niets minder ontworpen werd dan een terroris
tische aanslag op Oud-Engelantl zelf, het in de
lucht laten vliegen en in brand steken van
zoo veel mogelijk: hoogovens, centrales,
stations, fabrieken, pakhuizen,het doorsnijden
van telefoon- en telegraafdraden, vernieling
van schepen, waterleidingen, mijnen, welke
campagne zich dan zou moeten vereenigen
met een daadwerkelijke actie van commu
nisten en werkeloozen ten einde .aldus de
revolutie te ontketenen en Ierland vrij te
maken. Natuurlijk is heel Engeland hiervan
ten zeerste geschrokken en men kan 't een
regeering, die tegenover zulke gevaren staat,
niet euvel duiden als zij 't zijn de woor
den van Sir H. GreenwooJ, minister voor
Ierland zich niet aan deze menschen wil
overgeven, maar tegen hen vechten wil, doch
het protest van een groot deel der Britten
is niet gericht tegen het vechten zelf. maar
tegen de wijze waarop de regeering vecht en
die precies dezelfde is als het door de
Duitschers in België toegepaste systeem. En in
elk geval: beter gaat het zeker niet.
Nog twee belangrijke berichten bracht de/e
week: een over het Fransch-Poolsche defen
sieve verdrag en ren over de afkondiging
van den staat van beleg in Hongarije.
Frankrijk was feitelijk reeds met Polen ver
bonden door de gemeenschappelijke belangen,
maar is het nu ook formeel door een ver
bond, dat tot wederzijdsche hulp verplicht
in geval van een aanval door derden zonder
uitdaging. Die derden zijn natuurlijk Duitsch
land en Rusland en vooral wegens Duitsch
land gaat Frankrijk het verdrag aan, maar
het ontgaat aan de scherpzinnigheid der
Fransche pers niet, dat ten aanzien van
Rusland de Fransche en Poolsche belangen
heel niet identiek zijn, hetgeen immers den
vorigen zomer bleek, toen Polen's belang
scheen mede te brengen om vrede te sluiten
met Rusland en de Franschen wilden dat
Polen zou doorvechten. Bovendien .... als
Rusland weer eens van onder Lenin's macht
vandaan kwam, dan zou Frankrijk natuurlijk
veel liever Rusland tot bondgenoot hebben
dan Polen, maar dit zou zulk een Rusland
nog meer duchten dan het huidige.
Over Hongarije weten we niets anders
dan dat er de staat van beleg is afgekon
digd; de reden kennen we niet. Natuurlijk
dreigt er gevaar en dit kan moeilijk van
anderen kant komen dan van arbeiderszijde.
Heeft de witte terreur" communisten en
socialisten in elkanders armen geworpen en
bedreigt hun vereenigde macht de regeering
en de kapitalistische orde?
J. C. VAN OVEN