De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 26 februari pagina 2

26 februari 1921 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 26 Febr. '21. - No. 2279 ENGELSCH-RUSSISCHE TOENADERING Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan f * VRAAOTs Si-F A-K O S IQ ARE M Hot vooi*namnt8l0 John Buil: (zichzelf moed insprekend): Kom-kom! niet als hij er uit ziet!" Hij is nog zoo kwaad MlllllllllllUIM geëischt. Dit onderwijs vraagt uiteraard veel van het geheugen van den leerling, doch ont wikkelt niet zijn doorzicht, beeldend vermogen en combinatiekracht. En dit laatste is juist voor aanstaande bedrijfsleiders noodig. Nu hebben de leerlingen, die met goed gevolg hun studie aan de Hoogere Handelsschool hebben beëindigd, tot nog toe vaak leidende posities in het bedrijfsleven verworven. Het gedenkboek der Amsterdamsche Handels school legt er getuigenis van af. Wat heeft de bedrijfsleider aan technische vaardigheid alleen, als zijn gezichtskring be grensd, zijn kennis oppervlakkig, zijn inzicht beperkt is? De vaardigheid zal hij zich zoo noodig met weinig inspanning verwerven, de geestesontwikkeling zal op zijn heele verder leven een stempel zetten. Bij de regeling van het voorbereidend hooger onderwijs is het probleem vak- of algemeen vormend onderwijs opnieuw naar voren gekomen. Het is duidelijk, dat aan abituriën ten derHoogere Handelsschool geen jus promo vendi mag worden gegeven, indien het onder wijs aan dit instituut vakonderwijs in boven bedoelden zin is, maar dat het hun niet kan Zondagmorgen om acht uur is Briand in Londen aangekomen en aan het station be groet door Lloyd George en Lord Curzon. Hoe hij daarop den dag heeft doorgebracht, de berichten hebben 't niet gemeld, maar Maandagmorgen verscheen de Engelsche ambtgenoot reeds aan het ontbijt van den Franschen premier en onder het gezamenlijk nuttigen van ham and eggs of bacon hebben zij de conferentie, onofficieel, geopend. Blijk baar heeft dus Lloyd George een mondje Fransch geleerd of Briand wat Engelsen. Aan dat ontbijt is volgens de Fransche pers reeds vruchtbaar werk" verricht, in 't bijzonder omdat de beide diplomaten afge sproken zouden hebben de discussies niet door onderlinge oneenigheid te vertroebelen", een besluit, dat makkelijker genomen dan uitgevoerd wordt, vooral daar de conferentie in Londen juist noodig is omdat Frankrijk en Engeland het niet eens zijn. Na dit ontbijt dan is Lloyd George naar huis ge wandeld en eenigen tijd iater verscheen Briand in een auto, zoodat Maandagmorgen om half twaalf de historische conferentie van Londen begon. D. i. t. z. de eigenlijk gezegde vergadering werd toen natuurlijk nog niet geopend, want de Duitschers zijn nog niet eens in Londen, maar wel de voor-vergadering, te houden door den zoogenaamden Oppersten Raad, het uit den oorlog over gebleven instituut waarin de leiders der groote Entente-naties vereenigd zijn en dat de politiek der Entente en zoo mogelijk van de rest der wereld beheerscht. Vandaar dat de Grieksche premier Kalogeropoelis niet toegelaten kon worden en alleen maar even een beleefdheidsbezoekje brengen mocht, toen hij, juist terwijl de andere heeren aan 't vergaderen waren, aankwam. Deze Grieksche premier belooft in de eerste dagen der vergadering een man van gewicht te zijn, want het plan is, dat de vergadering eerst de Oostersche quaestie zal behan delen en dan pas het gewichtige Duitsche schadeloosstellings-probleem. En bij de be handelingder Oostersche nauestiezal Grieken land een hoofdrol spelen, hoe boos de Fran schen ook mogen zijn, dat Konstantijn in Athene gekomen is en er blijft. Briand heeft worden onthouden, wanneer het die algemeene vorming biedt, welke daar is aange wezen. In het volgende wil ik trachten aan te toonen, dat de H. H. S. voor de ontwikkeling van den geest even groote voordeelen biedt als andere onderwijsinstituten, waarvan het algemeen vormend karakter door niemand wordt ontkend. Het handelsonderwijs ontstond in de I9e eeuw als gevolg van de groote omkeering op maatschappelijk gebied, veroorzaakt door de technische uitvindingen aan 't eind der 18e eeuw. Was het vroeger niet noodzakelijk geweest voor de eenyoudige verhoudingen een theo retische opleiding te geven, meer en meer bleek, dat dit vooral voor de leidende per sonen in de moderne bedrijven dringend noo dig was. Dit bleek daar het eerst en het duide lijkst, waar de financiering en de admini streering van het moderne goederenverkeer de grootste afmetingen aannam. In Nederland was dit het geval in de haven steden. Het is duidelyk, dat daar de behoefte aan een onderwijs moest worden gevoeld, dat voorbereidde voor leidende posities in het handelsverkeer. Dit onderwijs hield zich in de eerste plaats bezig met de administreering van het goederentransport in den ruimsten zin. Boekhouden, handelsrekenen en moderne talen werden daardoor zijn voornaamste vakken. Bij dit handelsonderwijs werd aanvankelijk de technische kant naar voren gebracht en sommigen meenen, dat het dit stadium nog niet is ontgroeid. Voortgekomen uit de maatschappelijke behoefte van een bepaalden kring, had het nog niet de aansluiting gevonden bij de geestelijke sfeer, waarin dieper nadenken en dieper onderzoek het weldra zou plaatsen en die door voortreffelijke geleerden reeds was voorbereid. Intusschen bleek wel uit den snellen groei van het handelsonderwijs in de meeste landen van West-Europa, dat men met een algemeen verschijnsel te doen had en dat een nieuwe onderwijsstrooming opkwam. De H.B.S. met 5 j.c., die naar de meening van den wetgever ook aan de behoefte naar economische vorming zou voldoen, bleek hiertoe weldra niet in staat. Deze school toch, die op uitstekende wijze voorbereidt voor na tuurwetenschappelijke studiën, kan het niet tegelijkertijd in dezelfde mate voor econo mische doen. In den loop der eeuwen hadden verschil lende schrijvers zich met maatschappelijke vraagstukken bezig gehouden. Met Adam Smith begint de wetenschappe lijke studie ervan. Zij kwam meer en meer op naast de studie der natuurwetenschappen, die sedert Bacon van Verulam van zelfstandige beteekenis was geworden naast de klassieke studiën. De maatschappij werd tot object van onder zoek gemaakt, en een rij van wetenschappen werden alom als de speciaal economische erkend. Zij konden weliswaar geen volkomen beeld geven van alle maatschappelijke uitin gen, maar vertegenwoordigden in den kring van het menschelijk weten een zelfstandig geheel. Van deze wetenschappen kwam de eco nomie in het middelpunt en het lijkt mij van het hoogste belang, dat bij het algemeen vormend handelsonderwijs dit vak de cen trale plaats krijgt of behoudt. Daarnaast was de studie van het privaat recht van veel belang, een studie, die in vroeger tijden reeds eenige vergoeding had gesc^honken voor het tekort aan maatschappelijke vorming, toen klassiek en natuurwetenschap pelijk onderwijs weinig economische vorming brachten. Andere wetenschappen kregen een nieuwe beteekenis. De geographie, in de 18e en 19e eeuw tot physische gegroeid, werd nu uit economisch oogpunt beschouwd, wat haar nieuw leven gaf. Dit was ook het geval met de geschiedenis, die een geschiede nis van militaire conflicten en dynastieke op volging geweest was, maar door de nieuwe richting een historie van economische evolutie werd. Ook de natuurwetenschappen kregen in de technologie een nieuw terrein. De studie der bedrijfsleer begon op te komen. Andere onderwijsvakken, waarbij technische ontwikkeling op den voorgrond stond, ver diepten zich onder invloed der algemeene evolutie, b.v. boekhouden, handelsrekenen. Op 't oogenblik kunnen we reeds zeggen, dat de economische richting in het denken, zich uitend in het economisch onderwijs, als zelf standige richting naast de natuurwetenschap pelijke en de klassieke bestaat. Het is voor onzte maatschappij van het hoogste belang, dat deze richting zich vrij kunne ontwikkelen. De kennis toch van de maatschappij en de wetten, die haar beheerschen,is voor de menschheid van groot gewicht. Het is niet te ont kennen, dat de studie heel moeilijk is en vaak minder positieve uitkomsten geeft dan de natuurwetenschappelijke, maar zeker is tevens dat reeds groote resultaten zijn bereikt. Voor de maatschappij is meer economische ontwikkeling ook in zooverre van belang, dat ze de geleidelijke maatschappelijke evolutie bevordert. Hij, die voldoende inzicht heeft inde waarde der economische verschijnselen, die in de schijnbare onregelmatigheid het vaste en het variabele heeft leeren meten, zal een rustige ontwikkeling der maatschappij, waarbij de historische lijn in 't oog wordt gehouden, bevorderen. Deze studie is tevens niet zonder ideëele beteekenis. Zij leert den mensch in de eerste plaats zien als maatschappelijk wezen, zooals de natuurwetenschappen hem als natuurschep sel hebben beschouwd. Dit moet in den loop der tijden het gemeenschapsgevoel bevorderen en de naastenliefde ontwikkelen, als we in 't oog houden, dat de trek tot veredeling der dingen een der primaire kanten der menschelijke natuur is. Dat de studie der economische wetenschap pen behalve algemeen theoretisch vormende ook praktische beteekenis heeft, kan toch moeilijk als een fout worden aangemerkt. Laten we niet vergeten, dat b.v. ook de Leidsche hoogeschool met een practisch doel werd gesticht. Elke nieuwe onderwijsrichting begint, met in een onmiddellijke behoefte te voorzien, om langzamerhand door dieper studie zich te veralgemeenen en in het al gemeen menschelijk weten haar vaste basis te vinden. De H.H.S. geeft dezelfde voorbereiding voor de economische wetenschappen, die op de hoogescholen worden gedoceerd, als de H.B.S. met 5. j.c. geeft voor de natuurwe tenschappen. Economie en handelsrecht, economische geschiedens en aardrijkskunde, kennis der moderne talen met haar literatuur en corres pondentie, kennis van het bedrijfswezen,-de financieele verantwoording van het bedrijf, waarbij vooral scherp inzicht een vereischte is, de technologie, dit alles maakt de abitu riënten dezer scholen volkomen geschikt tot de zelfstandige wetenschappelijke studie aan onze hoogescholen. Uiteraard mag op dezen leeftijd het verschil in onderwijsrichting niet te scherp worden geteekend. Het is zeker juist gezien, om ook wis- en natuurkundige vakken in het programma op te nemen, al is het niet noodig, deze studie hier zoo breed op te vatten als op de H.B.S. met 5 j. c. Het is gewoonte, om aan de abituriënten van gymnasia en Hoogere Burgerscholen met 5j.c. de studie aan handelshoogescholen toe te staan. Toch zal vooral aan de eersten de overgang in een zoo geheel verschillende gedachtensfeer vaak moeilijk vallen, doch zij zullen veelal de moeilijkheden te boven ko men, omdat ze naar alle waarschijnlijkheid een sterken trek tot de nieuw ingeslagen studierichting hebben. Hetzelfde kan op de abituriënten der Hoogere Handelsscholen worden toegepast. Het grootste aantal zal niet afwijken van de eens ingeslagen richting. Zij, die dit wel doen, zullen door een sterke neiging tot de andere onderwijsrichting, de energie vinden om hun tekort aan kennis aan te vullen. Bij het verlaten der school is echter de basis van ontwikkeling gelegd en het moet aan de abituriënten der drie onderwijsrichtingen vergund zijn, om vrij de keuze van het studie vak te doen. Men zegt misschien terecht, dat bij de studie der wis- en natuurkundige vakken, het ver mogen tot scherpe logische redencering ont wikkeld wordt, wat zeker belangrijk bij we tenschappelijke studie is. Bij de studie der economische wetenschap pen zal daarentegen veel van het verbeeldingsHET SPOOKT Verkade staat weer in de k^ant, Wat spookt hij angstig door ons land En door de heftige kritiek Beschouwt hem het verschrikt publiek Als soort van Bolsjewiek. Zijn roovershol is in den Haag, Daar mocht men hem toch altijd graag, Na heel wat zorgen, leed en hoon Verlangt het Haagje ongewoon Naar zijn' vei hren zoon. De Haagsche meisjes zijn ,,épris" Hij is: the topic of the tea." Hoe menig kloppend dameshart Verwacht met stilgestemde smart Dien slanken Eduard. Als regisseur" is hij bekend, Als zegger heeft hij veel talent, Als leider is hij een genie, Zijn weerkomst is toch peeverdrie Een kranig stuk regie. Het is voor van der Lugt een slag, Dien men toch even gaarne mag; ,,Je rnaintiendrai!" roept kloeke Kees, Hij kent met Annie zijn van Ees Nog geen Verkade-vrees. Verkade is weer wat van plan Als kunstenaar en zakenman, Hij stelde ons nog nooit teleur En wordt tot slot van het gezeur Zijn mede-directeur. J. H. SPEENHOFF MiiMiiMi«mmiiiiiiiiiM»iiiiiiiiiiiiiimi»Miiiimii*mimiiiiiMiiiMiiiiiim« UNIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-GRAVENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWLJK, UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO. Agentschappen in Indië: BATAVIA. SOERABAYA, 8EMARANG, BANDOENG, MEDAN en WELTEVREDEN. vermogen der ziel worden geëischt. Is dit hij voortgezette studie van minder belang? Het is mijn doel geweest, aan te toonen, dat de leerlingen der Hoogtre Handelsscho len, een, wat geestesvorming betreft, gelijk waardig onderwijs genieten, als die leerlingen, welke aan andere onderwijsinrichtingen (met name H.B.S. met 5.j.c., Gymnasium, Lyceum) studeeren, dat bedoeld handelsonderwijs even goed voorbereidt voor verdere studie en dat er voor de toekomst onzer maatschappij veel van mag worden verwacht, wanneer het zich zonder "belemmering kan ontwikkelen. S. E L z i N u A H a a r l e m het voor zijn vertrek duidelijk gezegd: Frankrijk ratificeert 't verdrag van Sèvres niet, zoolang als Konstantijn daar tronen blijft, en dus zal dit verdrag in elk geval op sommige punten gewijzigd moeten worden, maar of zijn essentie ele kern zal worden prijs gegeven, dit is hoogst twijfelachtig. Gewijzigd wordt het verdrag, want anders had Lloyd George niet en de Grieken, n de vertegenwoordigers van den Sultan n de Kemalisten laten komen, en deze laatsten zouden ook niet gekomen zijn als ze er niet zeker van waren, dat Turkije iets te winnen heeft bij deze nieuwe vredesconferentie. Al dadelijk immers is een doel, dat door allen wordt nagestreefd: de vereeniging van Kema listen en de eigenlijk gezegde Turksche regee ring tot n geheel, anders gezegd, het herstel van een zelfstandig Turkije, geregeerd van uit Konstantinopel en om dit van de geallieerden gedaan te krijgen heeft Kemal Pasja op het juiste oogenblik laten bekend maken, dat hij wel is waar een goede verhouding tot de Russische bolsjewisten wil, maar allerminst Bolsjewisme als zoodanig. Met andere woorden: Kemal wil gaarne een soort brug tusschen de Entente en de Russen in Oost-Europa en West-Azie vormen, als men zijn partij maar in Konstantinopel wil laten regeeren, de Entente afstand wil doen van haar voogdij aldaar en dus den Sultan onder zijn, Kemal's, patronaat stellen. Zooals men weet hebben de Franschen reeds lang ooren naar zulk een schikking, ofschoon Kemal's partij grootendeels dezelfde is als die van F.nver Pasja, den Pro-Duitscher, en nu Lloyd George de Kemalisten in Londen heeft laten komen en ze met opzet onder dak heeft gebracht in hetzelfde hotel als de afgevaardigden uit Konstantinopel naar verluidt met het verlangde gevolg ligt het voor de hand dat ook Groot-Brittanië wel bereid zal zijn de macht ook formeel aan de Turksche nationalisten over te dragen, mits er slechts gewaakt worde voor de vrijheid der Dardanellen. De regeling dezer quaestie zou dus van een leien dakje kunnen gaan, als er geen rekening gehouden moest worden met Grie kenland, dat naar men weet volgens het verdrag van Sèvres een al'esoverheerschcnde positie in de Levant verkrijgen zou en dat niet voornemens is die positie op te geven omdat Frankrijk boos is over de terugkeer van zijn Koning. Kemal Pasja evenwel zal zeker niet bereid zijn vrede te sluiten met de geallieerden als men Smvrna, Tracië, de Egëische kust en wat al niet aan de Grieken laat, en zoo staan de geallieerden hier voor een moeilijke beslissing, waarover zij 't onderling oneens zijn, wat ook Lloyd George en Briand aan het ontbijt besloten mogen hebben, want Frankrijk en Italië willen Griekenland opofferen, Engeland was tot dusverre daartoe niet geneigd. Misschien zal het er toe overgaan, als de Kemalisten erg veel goeds beloven, maar het zal een harde strijd zijn. En dan.... zelfs als de Britsche diplomatie zich gewonnen geeft tegenover de Fransche, dan is daar nog immer Griekenland zelf, het eenige land, dat een strijdbaar leger in deze streken onderhoudt naast die der Kemalisten en Russen, en al hebben deze Grieken in de afgeloopen maanden zoo nu en dan eens wat slaag gekregen, zij schijnen nog immer bereid om den strijd met de ,,Turksche horden" op te nemen. De Griek?che soldaten schijnen wel vechtensmoede te zijn, maar tegen een Turk te vechten heeft voor een Griek altijd wel zoo veel bekoring, dat met wat goeden wil en wat verkondiging van nationalistische leuzen de regeering in Athene den moed er waar schijnlijk wel in zal kunnen houden. En daarom gelooven wij dat de heer Kalogeropoelis een belangrijk persoon zal zijn in het eerste bedrijf der Londensche -vergadering. In de tweede akte dan treden er andere belangrijke personen op, in de allereerste plaats de Duitsche minister van buitenlandsche zaken von Simons. Zal hij zijn partij met hetzelfde succes spelen als ver leden jaar in Spa, toen het er waarlijk naar leek alsof hij en Lloyd (ïeorge als twee nuchtere en rcëele zakenmannen de wereld een eind vooruit zouden helpen? De proloog die hij liet hooren in den rijksdag en op zijn Zuid-Duitsche tournee belooft weinig goeds; ze doet sterk denken aan het vanouds be kende Duitsche gebaar: wij weigeren; durft gij nu maar!" maar we mogen de hoop niet prijs geven, dat in Londen andere d.i. lagere toonen worden ge zongen en dat er ook van Duitschen kant met redelijkheid gepraat en niet met groote woorden geschetterd ?al worden. Overigens is 't maar het beste om in dezen stand van zaken zich aan geen voorspel lingen te wagen. Wij kennen Duitschland's officieel weigerend standpunt en wij kennen ook de officietle Fransche opvatting: de Parijsche cijfers het minimum en als de Duitschers die niet willen, dan maar dwangmaat regelen. Dekt die officieele houding de werke lijke en wijken geen van beiden, dan kan de conferentie geen anderen uitslag hebben dan toepassing dier sancties 't zij door de gansene Entente, 't zij door Frankrijk alleen, hetgeen een breuk in t'e Entente zou beteekcnen. Maar of 't zoo ver komen zal? Niemand die het zeggen kan, vooral omdat niemand weet hoe Lloyd (ïeorge zal manoevreeren. Zijn lagerhuis-leuze: Duitschland zal betalen, niet wat het betalen moet, maar wat het betalen kan," zegt natuurlijk niets hoege naamd. Daarover is iedereen het eens, maai de vraag is: wat kan Duitschland betalen? Aldus wachten wij in spanning af en ver slinden de lange berichten die ons dagelijks uit Londen en Parijs worden gezonden. Er zijn er die hoop hebben, dat de uit slag der Pruisische verkiezingen gunstig zal wcrke'i op de internationale verhouding. Die verkiezingen hebben namelijk de positie der regeering in Berlijn versterkt. Wel is er een beweging naar rechts geweest, maar ten slotte blijven de mannen van 1914 (zooals de Fransche pers de Duitsche con servatieven en moiiarchisten noemt) sterk in de minderheid, terwijl de meerderheidssocialistcn, dus de sterkste der regeeringstrouwe partijen gewonnen hebben en de onafhankelijken en communisten samen verloren schijnen te hebben. De regeering staat dus weer vrij vast en de stemming heeft hewezen, dat de meerderhei.l in het gevreesde Pruisen noch een overheersching van het sabelregime wenscht, noch een dictatuur van het prole tariaat. Vermoedelijk is deze gunstige uitslag een gevolg van den langzaamaan herlevenden voorspoed in Duitschland en de Entente zou gevaarlijk spel spelen, als zij daaraan nu weer een einde ging maken door dwang maatregelen of dergelijks. Althans zoo komt het ons neutralen voor en waarschijnlijk ook velen Engelschen, maar wellicht denken de Franschen er heel anders over. Dadelijk na de opening der nieuwe zitting van 't Britsche lagerhuisis de lersche quaestie ter sprake gebracht. Lloyd George zei waar lijk alweer dat het beter ging in Ierland" en zoowaar werd ook ditmaal zijn optimis tische uitlating beantwoord door een nieuwe opleving van den burgeroorlog, die inderdaad stee .'s grooter afmetingen en gruwelijker vormen schijnt aan te nemen. De liberalen lieten 't er daarom niet bij zitten maar lan ceerden een scherpe motie van afkeuring, die natuurlijk verworpen werd, omdat de regee ring een groote meerderheid in 't Huis heeft, maar die intusschen een de.'at te voorschijn riep waaruit duidelijk de onjuistheid van het regeerings-optimisme bleek. Want om de parlementaire overwinning te vergemakke lijken produceerde de regeering een document, gevonden bij de lersche republikeinen, waarin niets minder ontworpen werd dan een terroris tische aanslag op Oud-Engelantl zelf, het in de lucht laten vliegen en in brand steken van zoo veel mogelijk: hoogovens, centrales, stations, fabrieken, pakhuizen,het doorsnijden van telefoon- en telegraafdraden, vernieling van schepen, waterleidingen, mijnen, welke campagne zich dan zou moeten vereenigen met een daadwerkelijke actie van commu nisten en werkeloozen ten einde .aldus de revolutie te ontketenen en Ierland vrij te maken. Natuurlijk is heel Engeland hiervan ten zeerste geschrokken en men kan 't een regeering, die tegenover zulke gevaren staat, niet euvel duiden als zij 't zijn de woor den van Sir H. GreenwooJ, minister voor Ierland zich niet aan deze menschen wil overgeven, maar tegen hen vechten wil, doch het protest van een groot deel der Britten is niet gericht tegen het vechten zelf. maar tegen de wijze waarop de regeering vecht en die precies dezelfde is als het door de Duitschers in België toegepaste systeem. En in elk geval: beter gaat het zeker niet. Nog twee belangrijke berichten bracht de/e week: een over het Fransch-Poolsche defen sieve verdrag en ren over de afkondiging van den staat van beleg in Hongarije. Frankrijk was feitelijk reeds met Polen ver bonden door de gemeenschappelijke belangen, maar is het nu ook formeel door een ver bond, dat tot wederzijdsche hulp verplicht in geval van een aanval door derden zonder uitdaging. Die derden zijn natuurlijk Duitsch land en Rusland en vooral wegens Duitsch land gaat Frankrijk het verdrag aan, maar het ontgaat aan de scherpzinnigheid der Fransche pers niet, dat ten aanzien van Rusland de Fransche en Poolsche belangen heel niet identiek zijn, hetgeen immers den vorigen zomer bleek, toen Polen's belang scheen mede te brengen om vrede te sluiten met Rusland en de Franschen wilden dat Polen zou doorvechten. Bovendien .... als Rusland weer eens van onder Lenin's macht vandaan kwam, dan zou Frankrijk natuurlijk veel liever Rusland tot bondgenoot hebben dan Polen, maar dit zou zulk een Rusland nog meer duchten dan het huidige. Over Hongarije weten we niets anders dan dat er de staat van beleg is afgekon digd; de reden kennen we niet. Natuurlijk dreigt er gevaar en dit kan moeilijk van anderen kant komen dan van arbeiderszijde. Heeft de witte terreur" communisten en socialisten in elkanders armen geworpen en bedreigt hun vereenigde macht de regeering en de kapitalistische orde? J. C. VAN OVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl