De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 5 maart pagina 11

5 maart 1921 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

?iw 5 Maart '21. No. 2280 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 HET GEMEENTELIJK PROGRAMMA VAN DEN AMSTERDAMSCHEN VRIJHEIDSBOND T tekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek De politieke volière tegen den pronktijd. iivmiiMM'iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Voor wie hooge etschen stelt aan kwaliteit, construc tie en afwerking is de FONGERS het aangewezen rijwiel. De uitstekende naam, die het F O H O E R S-R1JWIEL alom verworven heeft, dankt het aan zijne goede hoedanigheden. OBBroningirliwiiimfibriiklFOUElS HtrimnütrFiruiriirMiiiiiMiiiiiiiiiiiitHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiii Concertgebouw-Sextet Er was een nieuw werk van Willem Pijper, een Septet, verleden jaar speciaal voor het Concertgebouw-Sextet geschreven, en met prijzenswaardige voortvarendheid door dit «nsemble, voor deze gelegenheid versterkt met ?den contrabassist Hendrik Stips, in studie genomen. p Men mag veronderstellen, dat er hard ge werkt is voor deze rste-uitvoering. Elk der zeven spelers leek volstrekt zeker van zijn zaak. En vervuld van ijver, om de bedoelingen van den componist te benaderen. En zoo kregen we een zér moderne muziek te hooren,die mij, en velen mét mij, niet be vredigd heeft. Pleit dat tegen ons, pleit dat tegen den componist? Is onze zin voor het moderne te weinig ontwikkeld, is er roeke loosheid in de manier, waarop de auteur de bekende ultra-moderne middelen aanwendt, is er iets geforceerds in het algemeen-artistiek standpunt, waarop hij zich plaatst, is er iets ongezonds in de sfeer, die hij ons wenscht binnen te leiden? Het zijn niet alleen deze vragen, die in betrekking tot eene eerste auditie als de hier vermelde, als verschijnsel, hél moeilijk te beantwoorden zijn. Ik weet wel, dat ik met al den goeden wil, die in mij is, de uitvoering heb aangehoord, -al mijn best doende, zooveel mogelijk uit het werk in mij op te nemen. Ik weet ook, dat mij nochtans vél moet zijn ontgaan. Ik schaam mij niet, te verklaren, dat, wanneer ik een dergelijk stuk in rste-uitvoering hoor, zonder mogelijkheid van volgen in de partituur, zonder gelegenheid de partituur vooraf in te zien, er mij vél ontgaat Maar, al kom ik dan niet tot een klaar over zicht van den bouw, ik merk toch, dat er met veel zorg gebouwd is, en met bekwaam heid, en artistiek naar eer en geweten. Ik kan er nu verder alleen nog maar dit van zeggen, dat ik tegen dergelijk compo neeren overwegend bezwaar heb. De componist heeft het recht te verlangen reeds Bach heeft dezen eisch gesteld , dat er horizontaal" en niet slechts verti caal" zal worden gehoord ; stemmen, en niet alleen accoordjes ; doch er zijn grenzen, die men niet straffeloos overschrijdt. Muziek, waarin cacophonie, of althans vaagheid en grilligheid van samenklinken, gemaakt is tot onvermurwbaar systeem, zulke muziek is voor mij geen muziek meer. Wat het ,,kleur"-principe aangaat, wie zal het op zichzelf niet waardeeren ! Maar Pijper heeft een voorliefde voor leelijke kleur, en deze voorliefde deel ik niet. Hij zal waar schijnlijk meenen, dat ik in 't algemeen, en zeker op 't punt van kleur, mooi" en leeHjk" niet zuiver weet te onderscheiden. Het is mogelijk, dat hij gelijk heeft; dat mijn voelen en denken zich niet weet los te maken van conventioneele normen. Ik ben 't me niet bewust, en 't is volkomen natuurlijk, dat ik 't me niet bewust ben, als het met mijn voelen en denken inderdaad zoo gesteld is. Er valt verder niet te praten, we moeten nu maar tegenover elkaar blijven staan, zooals we staan. Scherp tegenover elkaar. Ik vind het een gruwel, de instrumenten zoo te misbruiken, als Pijper het in dit nieuwe werk herhaaldelijk doet. Voornamelijk heb ik hierbij den Hoorn op 't oog. De componist ontziet zich niet, dit instrument zijn adel te ontrooven. Con sordino snerpen is in deze partij schering en inslag, en als er eindelijk, in den Epiloog", wat breed-deinende tonen komen, dan gaat het meteen brutaal de hoogte in, met een maxjmum-kans op overslaan. Misbruikt, althans verkeerd gebruikt, wordt, vind ik, ook de fagot. De dingen, die het van nature zoo mooi kan, krijgt het instrument niet te doen ; Pijper voelt niets voor dergelijk mooi", hij staat daarboven, pok acht hij het blijkbaar beneden zich, partij te trekken van het contrast tusschen Hobo en Engelsch Hoorn. (Zózeg ik het ; hij zal zeggen : ik heb het wel degelijk gedaan, maar op een fijnere manier, zonder de bekende opdringerig heid.) De Contrabas heeft alle mannelijkheid afgezworen, helpt overigens op bijzonder ver dienstelijke wijze mee bij het voor-den-dag-' tooveren van allerlei schimmigs. De Fluit eindelijk klinkt herhaaldelijk zeer geforceerd. iiiililiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiit HUI l POPPENMORAAL Voor Lizzy Ansingh (Een poppenstand, 10 maal vergroot. Een Jtoning en een schooier. Een poppenbord niet j^'de rekensom: 3x3 = 0.) De koning : Zwaar slaat mij het Noodlot. Ik zou toch eigenlijk moeten heerschen, naar mijn uiterlijk. Waarom heb ik hier anders een scepter en een rijksappel en waarom hebben ze me een kroon gezet op mijn haren, die altijd, van mijn prille jeugd afaan, al grijs en eer biedwaardig zijn. Toch niet voor spot? De rekensom : Och 't is een grap, geloof me toch. De schooier: Ja Sire,'t is eengrap. Dat wezen vart twee dimensies heeft weer gelijk. Ze is zelf een grap, alles is een grap, voor het ver maak van zekere wezens van hoogere orde. Maar er zijn misplaatste en geslaagde aardig heden. Ik zelf ben bijvoorbeeld buitengewoon geslaagd, als grap wel te verstaan. Want moest ik feitelijk naar mijn uitzicht en con.structie niet zwerven en bedelen en armoe lijden en in de koude nachtlucht verblijven, en leun ik niet in waarheid, nu al sedert on heugelijke tijden, tegen een donzen cosy, mijn voeten op de schouders van een Oostersch prinsesje en mijn onsmakelijk hoofd in ?den schoot van een verfijnden Pierrot. Als we maar steeds blijven bedenken, dat we grapjes ?en grillen zijn, dan kunnen we op dat mis plaatst" of geslaagd" gerust een heele serieuse moraal bouwen. De rekensom : Ja, ja. Ik wou, dat ik maar minder wist. De koning : Wat weet je dan allemaal, dat je zoo bezwaart, en hoe komt liet, dat juist jij zooveel weet? De rekensom: Och, mijn hemel, dat is .heel eenvoudig. Dat komt omdat ik zoo een voudig ben. Ik mis een van jullie ergste ficties, de ruimte, en zie jullie allen zooals je volgens mijn inzichten waarlijk bent: alleen door een lijntje van je omgeving gescheiden. Ik weet dat jullie het anders ziet en je verbeeldt dat je zooiets als ruimte inneemt en dat de wereld iets anders zou zijn dan eeneenvoudigprojectiedoek en ik weet ook, dat de punt achter mijn negen het nog beter inziet, maar dat valt alles buiten mijn gezichtskring. Om mijn punt te begrijpen heb ik een te lange sleep absolute waarheden mee te dragen en om volkomen in te zien wat jullie bedoelen heb ik er weer te weinig. Ik vermoed, dat ik het midden houd tusschen de exaktheid van de punt en de mindere exaktheid van jullie, driedimensionalen. Pardon Majesteit.... |i De koning : Ja, dat was je waarachtig gerajen ook. s me dat een geleuter voor mijn aangezicht! Ik zou alleen door een lijntje van mijn omgeving zijn gescheiden? En mijn man tel dan, die is van zwaar hermelijne-bont en mijn scepter is van verduiveld zwaar goud. Ik had je er bijna een slag mee gegeven als ik niet wist dat ik jou toch niet raak maar een gat in het bord zou slaan. Je bent trouwens lucht voor me. De schooier (tot de rekensom): Laten we hem sparen uit eerbied voor zijn mantel. De rekensom (tot den schooier): En voor het goud van zijn scepter. Jij bent wijzer omdat je zijn kleur mist. Je bent heerlijk grauw. Zoodra je wit wordt als ik en die malle ruimte van je opgeeft zul je het alles nog veel beter zien. (Zij neuriet:) Ach, waren we allen als een punt en daarbij zonder tint, De wereld was een zonnig dal. Nu is ze niets dan wind. Hoe zeg ik dat? De schooier: Doe niet zoo overmoedig. En denk om het Noodlot. De koning : (verschrikt) Wat zeg je toch? De schooier: We hebben niet het recht zoo vroolijk te zijn. Het kan alles opeens verkeeren Voor mij niet zoo gauw, omdat ik maar een schooier ben. Maar ze hoeven die Pierrot maar weg te nemen of mijn prinsesje uit haar sofa te lichten en mijn voeten vallen omlaag en mijn arm hooid op de houten planken. Laat ons voorzichtig zijn. ||gypj| WOON TOP-TH-713 LilDSCHESTR.73 SPECIALE AANBIEDING: [AMEUBLEMENT VOOR] SLAAPKAMER MODEL 1921 UITVOERING x 'IVOIRE OF GROEN LAQUE COMPLEET MET DRIEDEELIGE K.A5T f.95O 'T ECHEC-WEISS Teekening voor de \Amsterdammer" van Jonlaan Wijnkoop: , ,-rel. wees niet ontmoedigd... er steekt 'n pracht van 'n communist in je!' D? .nlioud van hnt stuk? Ja geef daar maar icns een omschrijving van ! Ik acht hut zeker niet < nwanrschijnlijk, dat P. per ivj'. absurd vindt,-bij een muziek stuk van ,,inhoud" te spreken. Wat z cli i..er a \ mij ;ii: . nhnud" presenteert, l? een: aaneeiu'.haki'Iin'; van grilii^hcden voor 't m_\rendeel ?/??mdcr Innerlijk verband en UT:t rarcasme als '??'?ofdtoon. Zoo nu en dan lr:'o ,:: hél even ie; ' verhevene liet pe!u:den ccmplex hooren ot \oelui dooivicideren. Herimnringen aan Debiissr ontbraken o-"k d. f mr-. niet, en er was boven J'en het een in ander waarmee de jongelui uit d: ' eho .1' van S-henberg met ingenomenheid kenn «7,-uJen Hebren gemaakt. Ten slotte moge ik hier herha' i, wat ik al meer dan eens beweerd heb : het is niet zoo heel moeilijk, op deze manier en naar deze beginselen te componeeren. Onder meer omdat het zeker niet moeilijk is, met motieven en thema's polyphoon te werken, als men maar eerst den eiscli overboord gooit, dat alles behoorlijken, indien mogelijk, mooi zal samenklinken Het zal wel voornamelijk aan Evert Cornelis' kunstzinnige leiding te danken zijn, dat de kamermuziek-vereeniging van naam, waartoe Het Concertgebouw-Sextet" zich ontwikkeld heeft, ijverig voortgaat met ons, naast moderne composities van landgenoot en vreemdeling, allerlei minder-bekend klassiek werk te doen liooren. Zooals ditmaal Mozart's Trio Es gr. t. (K. V. 408) en de Serenade Op. 25 van Beethoven. Had de altist J. Kerkhoff zich wat minder op den achtergrond gehouden, dan zouden we, dunkt me, een volmaakte uitvoering van Mozart's verrukkelijk Trio hebben beleefd. Cornelis droeg de dankbare piano-partij met vee! warmte en de alJersierlijkste vfotheid voor, en P. Swager hield met groot succes de reputatie der klarinet hoog : onuitputtelijke bron van ziel-en-zinnen-streelende welluidendheid. Vooral de betoovering van het derde deel, het lachende, lichtvoetige Allegretto, zal mij nog lang bijblijven. En stellig her inneren zich ook alle hoorders van dezen avond niet innig welbehagen het samenvloeien der kostbare timbres van alt-viool en klarinet in allereenvoudigste tweestemmigheid. Na Mozart kwam Pijper, en toen kregen we de pauze, om ons voor te bereiden op den loe.-ozegden terugkeer van de aardsche naar Ce l ovenaardsche kunst. Beethoven's Serenade voor Fluit, Viool en Alt! Wat we daar te hooren kregen, van die drie instrumenten, aan rhythmisch leven, aan idealen stemmenloop, aan geniale vormgeving, aan fijnheid van vinding in de variaties, aan uit het hart geweiden zang in heerlijke verscheidenheid van stemming, aan ver edelde snaakschheid, aan glanzende en stra lende kleur, ??ik moet afzien van iedere poging om het nader te omschrijven. Voor ons was het een tot gelukzaligheid opvoerend besluit van den avond, voor Klasen en Helmann en Kerkhoff werd het een der schoonste triomfen, die voor ernstige, onvermoeid naar hooger strevende kunste naars zijn weggelegd. H. J. DEN HERTOG De koning: (bijgeloovig, fluisterend) Ja, laat ons voorzichtig zijn. Gisteren alleen ben ik tienmaal weggenomen en in een wereld gebracht waar ik niets van begreep. Reuzegroote poppen, ongeveer zooals ik, maar veel grooter, die aiiemaal door nog grootere pop pen werden bewogen, zoo groot, dat ik ze niet eens kon zien. Er was een gedoezel van kleuren en verschietende lijnen en het geluid, dat hier niet onaangenaam klinkt, was als een helsch gedonder om me heen. Er was fel licht uit een vierkant vlak, dat gedeeltelijk blauw was IIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIII11IIIII11IIIIMIIIIIIIII Inhoud van de Maart-Tïjdschrften Groot-Nederland: Cyriel Buysse, Jan Bron. Dorothee Buys, De vrouw die wachtte. G. J. M. Simons, Narren-liefde. A. Pit, Denken en Beelden. P. Valkhoff, De jeugd van Flaubert. Jan van Nijlen, Buitenlandsche Literatuur." F. C., Literatuur. Vragen des Tijds: Mr. B. C. J. Loder, Het permanente Hof van Internationale Justitie. Dr. W. W. v. d. Meulen, Over heidstoezicht op de Bioscopen. Mr. B. Teilegen, Grondwetsherziening. Dr. J. E. Enklaar, Wetenschap en Geloof. Mr. E. v. Raalte. Binnenlandsch Overzicht. en gedeeltelijk bewogen werd. En ik werd ge knepen en geslagen en op mijn mantel kwam een vieze vlek. En dan werd ik weer met een bons op mijn troon gezet. Tienmaal gisteren alleen De rekensom : Nu ja, ik denk, dat ze in de Hemel Sinterklaas gaan vieren. De koning en de schooier: Wat is dat? De rekensom : O niets voor jullie. Dat is een van hun hemelsche feesten. De koning : Ik huiver en ik ril van dit alles, dat ons bedreigt. Ik wou, dat ik maar geen koning was. De schooier : En ik wou, dat ik nooit was gemaakt, al ben ik ook maar een schooier. De rekensom lacht. De koning (toornig) Ben jij dan niet bang, vreemdsoortig raadsel? De rekensom : Och nee. Ik kan alleen maar worden uitgewischt en dat doet geen pijn en is ook geen verlies. Ik blijf waarheid ook als ik niet meer zichtbaar ben: 3 X 3 9 punt. Maar jullie bent bang om je ruimte te ver liezen, en dat maakt jullie leven tot een voort durende bedreiging. (Het wordt erg donker. Er dondert een onbestemd geluid door de kleine ruimte en een reusachtige hand daalt op den koning) De koning : O God, daar is het weer. Ayez pitiéde moi'et de moti pauvre peuple.... (De hand aarzelt even en trekt zich dan terug. Het wordt weer licht en alles zit nog op zijn oude plaats). De koning (zuchtend) : Ditmaal is de beker aan mij voorbijgegaan. Laat ons danken, kinderen. De schooier: Wien? De rekensom : Ik geef mijn raad voor wat ie waard i? : dank de goden onzer goden (voor zichzelf :) Wat zal ik ze dankbaar zijn als ik eens bewijzen kan, dat ook mijn waarheid geen waarheid is en ik rustig kan sterven tol den staat van mijn gelukzalige punt. En dan staat het nog te bezien of die de wijsheid in pacht heeft. De stem van den koning : Schooier ! De schooier : Wat verlangt Uwe doorluchte Majesteit? (DOEK) J O II. C. P. A L B E R T S F1SK I) 39 Automobielbanden zijn in het gebruik nog steeds de goedkoopste, omdat de levensduur buitenge woon lang is en de afme tingen van alle maten in verhouding tot andere fabrikaten zeer groot zijn. Niet tevergeefs wordt de FISK band door vak lieden betiteld als de forsche band". Een verge lijking zal U dit bewijzen. Generaal Agentuur voor Nederland: N.V. R.A.M,I." (v/h fa. Nauta) LEEUWARDEN. Tel. 232 Telegram- en briefadres RAMI. Den Haag, Kon. Emmakade 180. Tel. 7144 Amsterdam, Weteringschans 201 TEL. N. 2IO3 Arnhem, Utrechtschestr. 24. Tel. 1020 Stocks door geheel Nederland

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl