Historisch Archief 1877-1940
12 Maart '21. No. 2281
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
DE GEMEENTELIJKE MELKVOORZIENING TE AMSTERDAM
Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
e Stedemaagd: Als dat juk mij maar niet te zwaar valt!"
iMiiiiiiiiiiiiiMMiimiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimi
GEMENGDE BERICHTEN
EEN ERNSTIG WOORD TOT BAARD-DRAGENDEN.
Wij meerien een ernstig woord te moeten
spreken tof allen onder onze lezers die een
baard dragen.
Zij loopen ernstig gevaar gehavend te
zullen worden.
Wat toch is het geval :
Dezer dagen vervoegde zich bij den secre
taris van directie der N. V. Philips
Gloeilampenfabriek een gebaard persoon, die
naar zijn zeggen uitvirdigen te koop had.
Aanvankelijk werd hij welwillend te woord
gestaan door den secretaris en eenig technisch
personeel.
Gedurende het beschouwen echter, van
eenige teekeningen, schijnt ee i der ingenieurs
de verleiding niet te hebben kunnen weer
staan den bezoeker ain den baard te trekken.
Nu zal ieder moeten erkennen dat hem
honderdmaal in zijn leven de handen gejeukt
hebben om iemand eens fiksch aan zijn baard
te trekken ; een goW-gekamde niet te korte
baard lokt daar als het ware toe uit.
De meesten onzer echter hebben zich op
zulk een oogenblik door schaamte gedrongen
gevoeld deze baldadige neiging te onderdruk
ken. Schrijver dezer althans heeft er nimmer
aan toegegeven.
De ingenieur aan de N. V. Philips
Gloeilampenfabriek echter niet alzoo ; als gezegd
rukte hij den bezoeker zonder eenige inlei
ding of voorafgaande verklaring krachtig
aan den baard.
In de meeste gevallen zou zulk een daad,
en ten stelligste op een kaï.toor, aanleiding
geworden zijn tot krakeel of erger. Menschen
met baarden verstaan op dit punt geen scherts.
In dit geval echter heeft het toeval den
ingenieur geholpen. De baard liet los en
bleek een kaalgeschoren indringer tot ver
momming te dienen.
Nu gaat het den mensen veelal zó, dat
hij in een welgeslaagde daad aanleiding
ziet tot veider krachtsvertoon.
Dit bleek ook hier het geval.
Aangemoedigd door dit aanvankelijk succes
begonnen de gastheeren thans ook aan de
snorren van den bezoeker te rukken.
Dit nu had hen verderfelijk kunnen worden
Want, zoo de snorren natuurlijk geweest
waren, dan zou men hen vervolgd kunnen
hebben wegens mishandeling.
Maar ook thans bleek het toeval hen gunstig.
Ook de snorren lieten los en bleken valsch.
Dit geval nu geeft ons aanleiding een ernstig
woord van waarschuwing te richten tot allen
die baarden en snorren dragen.
Zij moeten bij eventueele sollicitatie- en
handelsbezoeken op hun hoede zijn.
Het incident aan de N. V. Philips
Gloeilampenfabriek heeft n.l. een rilling doen gaan
door onze geheele indnstrieele handels- en
scheepvaartwereld.
Reeds zijn ons gevallen bekend van niets
vermoedende handelsreizigers en vreemde
lingen die in privé-kantoren en zelfs van achter
toonbanken krachtig aan hun baard zijn ge
rukt. Zij hadden dan, bij hun protest, altijd
hetzelfde excuus lan te hooren.
Jawel, zoo zeide men dan tot hen, u kan
nou schreeuwen zoo hard als n wil, maar
wij willen het risico niet loopen ! Dan moet
n maar geen baard dragen, maar ir// willen
absolute zekerheid."
Het schijnt dat de vereeniging voor
menschlievend hulpbetoon thans op het denkbeeld
is gekomen om z.g. baardcertificaten te
verleenen aan eiken als bona fide bekend
staanden baard-dragende die zulks verlangt en
bewijzen k:ip overleggen dat zijn baard hem
belemmert in het uitoefenen van zijn beroep.
Hst werd dan ook mér dan tijd.
Bij de Amsterdamsche politie zijn 314
gevallen bekend van baard-rukkerijen met
bloedigen afloop, voor het meerendeel ter
goeder trouw gepleegd in cargadoors- en
reoderskantoren.
Zelfs is een vrouw-inet-de-baard" in
zorgelijken toestand opgenomen in het binnen
gasthuis te Amsterdam en aldaar aan de
gevolgen van een noodlottig misverstand,
waarvan /.ij het slachtoffer is geworden,
overleden.
DI-: DEENSCIII-: UOTKR.
De redactie van Het Volk" ontving onder
staand schrijven :
'M. H. ! !
Hierbij doe ik u ter beoordeeling
een monster Deensche boter toe
komen.
De prijs is inklusief vracht ? 2.72.1
per Kilo, terwijl de Hollandsche
boter 'n den groothandel / 3.18
noteerde.
Het ligt in de bedoeling van B.
en W. den kieinhanael in de gelegen
heid te stellen, door bemiddeling
van 'den Levcnsmiddelendienst deze
boter tegen den laagsten prijs, uit
Denemarken te betrekken, zoolang
de Hollandsche boter hooger in
prijs is.
Ik stel prijs op uw openbaar oor
deel, ook omtrent de konsekwenties
voor de Nederlandsche Zuivel
industrie.
De Wethouder voor de
Levensmiddelen,
D E MIRANDA
Aanstonds heeft de redactie de boter ge
proefd; de geheele oplaag zat dien avond
meer dan schandelijk vol met vetvlekken
en het grootste deel was er door onleesbaar.
Volgens hun eigen getuigenis was het een
ongehoorde smulpartij en liet eenstemmige
oordeel der redactieleden was ze smaakt fijn".
Voor wie hooie eischen
stelt aan kwaliteit, construc
tie en afwerking is de
FONGERS
het aangewezen rijwiel.
De uitstekende naam, die
het FONG ERS-RljWlEL
alom verworven heef*,
dankt het aan zijne goede
hoedanigheden.
'"in" "i '" >i iiiiiiiin ui iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Over de konstkwentie van de Nederlandschf
Zuivelindustrie" is met geen woord gerept
of geantwoord. Het is blijkbaar een echte
boterfuif geworden, zoo-maar, ge-improviseerd
en zonder veel complimenten.
Mogen we onzen zegsman gelooven, dan
heeft QC heer Ankcrsmit hsei alleen voor
/ 5.45 boter gegeten (d.w.z. 2 kilo inclusief
vracht). De heer Troelstra, hoewel telegrafisch
uitgenoodigd, heeft Weenen niet meer tijdig
kunn.ii verlaten om nog mee te smullen.
Hij moet zich trouwens na de
Novetnbercrisis wat matig houden.
Inmiddels is ons bekend dat binnenkort
een aantal nieuwe aanbiedingen het stadhuis
zal verlaten, en wij stellen er prijs op
er reeds eenige te verklappen.
B. v. deze :
Mevrouw ! !
Thans kunnen wij u zeer
voordeclig aanbieder. Panische Haarspfldfn,
waarvan hierbij e:n proefpakketje.
I)e prijs, inclusijf vracht, is ? 0.24 per
pakje, terwijl de Hollandsche
haarspclden in den groothandel / ().?7!
per pakje noteeren.
De Wethouder der
Gemeentebedrijven,
en
geld terug.
Vraagt
gratis inlichtingen bij
lllllllHIMIIIIIIIIIIIMimilllltlllllllllllllMIIIIIIIIIIII Illllllllllllimilllllllllllllllllllllllll IHIHIIIIMIMIII liiiuiliiiil
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiniiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiniiiiiin
INGERAH
(Een Javaansch Sprookje)
door INDRI WINI.
In de kleine dessa Tringgi op de hellingen
van het gebergte, leefde een zeer oude J; vaan,
Ingerah geheeten. Iets afgezonderd van het
dorp, in zijn klein, vervallen bamboehuisje
woonde hij daar sinds jaren. Heel de dessa
kende den ouden Ingerah en meer nog dan
Alimoen, den dorpsgeestelijke, veel meer dan
Pa-Warid, het dessahoofd, werd hij door het
volk geëerd. De eenvoudige dessamenschen
zagen in hem, dien afgeleefden grijsaard met
zijn zilver-witte haren, zijn dor, rimpelig
gezicht en zijn gebogen gestalte, een heilige,
iemand die in zich had de tooverkracht van
Allah. En wanneer Ingerah op weg was naai
de dessa en ze zijn welbekende gestalte zagen
aankomen in de verte, fluisterden de lieden
tot elkaar : Daar komt de oude Ingerah."
Dan hielden zij stil langs den kant van den weg,
en durfden nauwelijks meers preken. Wach
tende tot hij langs kwam en neerknielend in
het stof, riepen ze hem toe : Heil ! Heil U,
Ingerah !" Dan groette de grijsaard terug met
een opgeheven arm en sprak hun enkele
woorden toe.
Geen wonder, dat Ingerah zóin eer stond
bij het volk van Tringgi. Hoeveel malen had
hij de dessa niet geholpen met zijn geheime
toovermacht.
Daar was de zoon van Dar ma, die zoo lang
had ziekgelegen en daarbij hevige pijnen leed.
Vruchteloos had de doekoen al zijn middelen
toegepast. Hier hielpen geen kruiden, noch
ceremoniën. Het knaapje bleef ziek en was
reeds stervende. Toen was Darina, ten einde
raad, naar Ingerah gegaan, die een vriend was
geweest van zijn vader en had den grijsaard
gesmeekt zijn zoon te redden. En Ingerah was
Darma gevolgd naar de dessa. Den geheelen
dag was hij aan de zijde gebleven van het
zieke kereltje, had steeds stil voor zich uitge
keken en slechts r u en dan enkele onver
staanbare woorden gepreveld. Zijn oogen
hadden een vreemd licht gehad vertelde
Darma later, zoodat hij een oogenblik bang
was geworden van den ouden zonderling.
Maar den volgenden dag was zijn zoon gene
zen en even stil, even kalm als altijd, was
Ingerah huiswaarts gekeerd.
Heel kort'geleden was de dessa in grooten
angst geweest, want herhaaldelijk hadden zij
last van tijgers, die hun vee verslonden en
zelfs waren er onder de dessabewoners eenige
slachtoffers gevallen. Men had rijst en vele
kostbaarheden geofferd en de priester had
vurige gebeden gezonden tot Allah, om de
roofdieren te verjagen. Maar niets had gebaat.
Toen vroeg men Ingerah om te helpen. Van
een bamboe had toen de oude vier dunne
stokken gemaakt en die besneden met vreemde,
grillige figuren. Die had hij geplant rondom
het dorp, aan elk der vier windstreken n.
Dat was alles geweest, maar sindsdien had
nooit meer een roofdier het dorp betreden. . . .
Op een morgen, heel in de vroegte, toen de
dessa nog in diepe rust lag, klonken luid-op
jammerklachten van den ouden Pa-Kanten.
Hartverscheurend was zijn geroep, zoodat het
volk er door ontwaakte en half-gekleed gesneld
kwam uit de huizen. Daar zagen ze Pa-Kanten
loopen als een waanzinnige ir et de armen uit
gestrekt ten hemel, zijn lange haren, die uit
de wrong waren losgevallcn, in de grootste
wanorde. En hij schreeuwde het uit, zoodal
iedereen het hoorde, den naam van zijn dochter
,,Kanten i" Het volk, nieuwsgierig, kwam
toegeloopen, vormde een kring om hem heen.
En zij vroegen :
Wat is er dan, Pa-Kanten, gebeurd met je
dochter?"
Met een schor stemgeluid vertelde hij het
hun, snikkend als een kind, dat Kanten was
verdwenen uit zijn huis.
De dessalieden ontstelden /.eer, toen zij dit
hoorden uit den mond van den ouden man,
want Kanten was heel bemind onder de
bevolking, omdat zij mooi en lief was en een
bijzonder ijverige vrouw. En zij hielpen hem
zoeken, ze zochten in de huizen, in het bosch,
op de bouwvelden, overal, maar ze vonden
haar niet. Wél was de oude Pa-Kanten /waar
beproefd door het verlies van zijn eenigst
kind en liet volk treurde niet hem mee, ver
wonderd en beangst over dit vreemd gebeuren.
Toen dachten zij aan Ingerah, den heilige.
De heele dessa trok mee naar zijn woning.
Toen zij vlakbij waren, nauwelijks een honderd
stappen van af het huis, slaakte Pa-Kanten,
die voorop liep, plotseling een luiden kreet.
Hij stond stil en wees met zijn vinger naar
het huis van Ingeiah. Op zijn gezicht lag een
uitdrukking van afgrijzen en zijn oogen, die
tuurden in n zelfde richting puilden uit van
angst. Daar, daar !" gilde hij ontzet. Toen
snelde hij voort en de dessalieden volgden hem,
beklemd. Daar, voor het huis van Ingerah.
onder een boom, lag het lichaam uitgestrekt
van Kanten. Zij was dood, vermoord. In haar
lichaam stak nog een kris. Haar gezicht was
bleek en strak getrokken, haar mond met de
bloedlooze lippen was half geopend. Sprakeloos
keek het volk naar dit afschuwelijk tooneel
en 't was of er een rilling van afgrijzen liep
door al die zwijgende menschen.
Toen klonk vreemd-luid in die stilte
PaKanten's geroep : Kanten, mijn kind....
Allah, wie heeft haar vermoord?"
Wie heeft haar vermoord?" klonk het nu
ook uit het volk.
Op dit geluid verscheen Ingerah voor zijn
woning en de menschen bogen voor hem neer.
Wat valt er hier voor?" vroeg hij met zijn
kalme, zachte stem.
Heer, mijn dochter ligt hier dood voor uw
huis.... vermoord !" zei Pa-Kanten. Zijn
stem beefde, toen, terwijl hij een stap achter
uit deed en Ingerah aankeek met wijd-open
oogen: Hebt gij....?" Hij durfde niet uit
spreken en plots drong die veronderstelling
door tot de dessalieden. Had Ingerah....?"
Maar zij zwegen allen, luisterend, wat Ingerah
zeggen zou.
Neen, waarom zou ik?" En hij schudde
langzaam het witte hoofd.
Maar dat is de kris van Ingerah '" riep er
toen n en ook anderen herkenden nu het
wapen. Fluisterend vijandig klonk het toen :
't Is Ingerah's kris. Ingerah heeft haar
gedood."
En de oude knikte : Het is mijn kris."
Waarom dan, vermoordet gij haar?" klonk
Pa-Ranten's rauwe stem.
Maar Ingerah schudde hei hoofd.
Ik deed het niet !" zei hij luid, gaat nu
allen terug naar de dessa en wacht."
't Volk, ofschoon hem niet geloovend, ging
zonder tegenwerpingen, want nog was Inge
rah's macht over hen groot en zij durfden niet
tegen zijn wil handelen.. Doch, naar huis
gaande, fluisterden ze:
't Is Ingerah, die Kanten gedood iieeft."
Toen Ingerah den volgenden dag naar
Tringgi ging, om zijn geregeld bezoek te
leest men elders b.v. Duys, Wijnkoop,
Duymaer van Twist of Braat.
Daar voelen wij alles voor, want, ziet,
het is tenslotte niet de naam van den afge
vaardigde die voor ons gewicht in den schaal
legt, het zijn veeleer zijn ijiialiteiten.
En dit nu is de grootste lof die wij den heer
Rijnders kunnen toezwaaien : hij noemt ons
niet de namen van hen die eventueel door
zijn partij naar voren gebracht kunnen
worden. Zij zouden ons niets zeggen. Wie
herinnert zich niet de strijdvraag wit
is Jansen?" (Inmiddels is uitgelekt dat het
niemand minder dan zekere Jansen was,
die naar Rusland ging....).
Neen, namen zeggen ons niets.
Wij willen '.igenschappen....
En die noemt ons even openhartig als
waarschuwend de heer Rijnders:
herriemakers, saboteurs, ongeloollijke lastposten,
stukken blamage.... het is de inventaris van
zijn partij.
'Welke partij volgt?
Ik ken er verschilljnde die mannen,
vrouwen, kortom die de grootste konsternatie
teweeg brengen" geregeld opbrengen, doch
zich daaromtrent in den verkiezingstijd in
de grootste bescheidenheid hullen
MELIS S T o K E
IIIIMIIIIIIIIIIII .1111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111
Redacteur: Dr. A. G. OLLAND
A. R. Falckstraat 5, Utrecht
A'le berichten,deze rubriekbetreffende,gelieve
men te adresseeren aan bovenstaand adres
PROBLEEM No. 135
VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM
Eerste publ'icatie
ZWART
onderstaande :
Hoofdpijn, /.enuwen, constipalie
Meeren en dames leidende ;ian
bovenstaande ongemakken wijzen
wij op het door ons uit '\> tugal
geïmporteerde patent-middel.
El ivius
Beslist onmiddellijk;: werking ge
garandeerd. Irdien geen resultaat,
B. en W. van Amsterdam
Stadhuis Kamer W.
Eiken dag v. 3-- 4 h.m.
VKKKIE/.INGSIIAR TSTOCMTLN.
De zee der verkiezingshartstochten gaat
weer hoog. ' Alle partij-organen beloven
gouden bergen.
Als eenige sobere uitzondering noemen wij
,,De Vrije Soctplist". Daarin geeft de redakteur
Rijnders aan zijn geestverwanten in over
weging om, als protest tegen een stemdwang,
den straatzwcrver Had fe me maar" kandi
daat te stellen en, voor het geval hij mocht
bedanken, verder op de kandidatenlijst
te plaatsen : een herriemaker, een saboteur,
een ongelooflijke lastpost en stuk blamage,
een man of vrouw, kortom, die de grootste
konsternatie teweeg- brengt".
Het eigenaardige nu van deze verkiezirigs
propaganda is, dat de candidaten niet bij
hun naatr genoemd worden,maar omschreven.
Terwijl men bij een andere partij b.v.
ronduit zou zeggen Treub", zegt de heer
Rijnders Had-je-me-maar", en waar andere
propagandisten er zich toe laten verleiden te
schrijven : een herriemaker, een saboteur,
een ongelooflijke lastpost en een stuk blamage,
f 8
a b c d e
WIT
Wit: Khl, Dd7, Ta3, Td2, Lc7, Ph3,
pionnen b6 en f2.
Zwart: Ke4, Pb3, Pe5, pionnen a4, b7,
c6, f5 en h2.
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossing volgende rubriek.
OPLOSSING PROBLEEM No. 133
VAN O. NIELSEN
1. Te7?e8, Kf3?g4, 2. Pd3
eS-jh5 (h4), 3. Te8?h8f.
1...., Pelxd3, 2. TeS?e4, Kf3xe4,
3. Lfl?g2f.
l ..... Pel?c2, 2. Pd3?e5f Kf3?e4,
3. Lfl?g2f.
Goede oplossingen ontvingen we van :
M. Dolman te Zeist, J. Rietman te Dieren,
H. Mendes da Costa te A'dam, J. S. te Zeist,
A. H. Wefers Bettink te Sappemeer.
brengen aan Malin, die stervende lag, zag hij
dadelijk, dat het volk van Tringgi hem niet
gunstig gezind was. Buiten het dorp ontmoette
hij een jonge vrouw, maar niet, zooals anders,
wachtte ze aan den kant van den weg om een
sembah te maken,.als hij voorbijkwam, doch
zij liep hem snel voorbij zonder een groet.
Wirtje !" riep hij, maar zij deed, of ze hem
niet hoorde. Even stond Ingerah stil en Keek
haar na, zijn donkere oogen lichtend als in
toorn, toen ging hij voort, gebogen.
Alle gezichten keken hem aan kort, maar
vijandig en niemand groette hem. ... 't Volk
leed onder het verlies van Kanten....
Dicht bij Malin's woning stond een groepje
Javanen, waaronder Alimoen en Pa-Warid, het
dorpshoofd. Zij spraken fluisterend en Ingerah
begreep, dat zij het over hem hadden. Zoo nu en
dan keken ze naar hem met donkere oogen
Hij strompelde voort, recht voor zich
uit' kijkend.
Opeens sprong een jonge man op hem at.
't Was Jadir, die met Kanten in het huwelijk
zou zijn getreden. In zijn jong, gebruind gezicht
fonkelden zijn oogen van woesten toorn en hij
had zijn kris getrokken. Ademloos keken de
dessalieden toe. Zij zagen Ingerah stilstaan mei
een ruk, zijn gebogen gestalte rechtte zich,
zijn oogen met een vreemden glans gericht
op den jongen J'idir. . . . En toen stond ook
Jadir stil. zijn krachtig gespierd lichaam trilde.
Hij hijgde opeens, zijn arm /akte langzaam
omlaag en de kris viel kletterend op den grond.
Met de armen slap langs zijn lichaam, stond
hij daar voor den grijsaard. . . . machteloos.. .
tot niets in staat.
F.n luide uitroepen klonken uit de monden
van de Javanen, die getuigen waren van dit
wonderlijk voorval. Mannen en vrouwen, ook
de kinderen van Tringgi, kwamen nu
toegeloopcn en toen /.ij hoorden, wat er gebeurd
was, bog«'ii zij zich neer als de anderen en
riepen :
,,Heil Ingerah i"
Staat op, gij ondankbaren," klonk hard en
vreemd nu Ingerah's stem en zij allen gehoor
zaamden oogen b H kke lij k.
Gij allen verdacht mij van den moord op
Kanten. . . . ik, die L! hielp 'n tijden van nood
en die slechts het goede bedoelde, dij geloofdet
mij niet op mijn woord.... Daarvoor zal ik
U straffen. En ziet nu. wie de moordenaars
zijn van Kanten. Zij zullen bij mij komen om
hun straf te ontvangen...."
En zij kwamen van uit het volk. Het waren
Alimoen en Pa-Warid. Afgunstig op Ingerah's
invloed en op de hooge eer, die hij genoot bij
de bevolking van Tringgi, hadden zij een boos
plan gevormd. Zij ontstalen Ingerah zijn kris,
die iedereen in Tringgi ken de aan haar vreemden
vorm en zij vermoordden hiermee de jonge
Rantcn, die zij toen brachten naar Ingerah's
huis. Zówilden zij de vereering van het volk
doen veranderen in haat. Zij stookten bij de
dessalieden en hitsten Jadir op, om Ingerah
te dooden.
De hoofden gebogen, kwamen zij langzaam
naar Ingerah toe en stonden voor hem stil.
't Was of een macht, waartegen zij geen weer
stand konden bieden hen hiertoe dwong.
't Volk keek toe in angstig verwachten. De
twee moordenaars s*onden naast elkaar en
Ingerah, naar hen toegaand, hield zijn magere
handen boven hun hoofden. Toen gebeurde er
iets wonderlijke.... Luid kermden de twee
Javanen met van pijn verwrongen gezichten.
Zij leden ondragelijk, zij voelden 't in zich
branden en gloeien, als waren hun lichamen
gevuld met een kokende vloeistof. En zij
konden niet weg, ze waren als vastgenageld
aan den grond. Ze riepen om genade, bekenden
hun schuld. . . . Maar de pijnen bleven voort
duren t n de oude Ingerah stond bewegingloos
voor hen met een effen gezicht. De
dessataewoners genoten van dit wreede, maar recht
vaardige spel.... Zwakker klonk het geroep
van Alimoen en Pa-Warid, het rumoer onder
het volk verstomde.... Zij zagen plotseling
de lichamen der twee Javanen grijs worden....
toen wankelden beiden en vielen ze tegen de
aarde, waar hun lichamen stuksloegen tot
gruis en stof.. . .
Stomgeslagen met wijd opengesperde oogen
keken de bewoners van Tringgi toe. Toen lieten
zij /ich neervallen op hun knieën en kusten
den grond.
Heil U, Ingerah!" klonk het sidderend.
De oude heilige zweeg en keerde langzaam
huiswaarts.
Ingerah kwam niet meer in de dessa. En de
menschen van Tringgi wachten bang op de
straf, die komen zou. Maar er gebeurde niets.
Eindelijk durfden ze het dorp uittrekken, om
te zien of Ingerah nog in zijn huisje woonde...
Daar, voor het huis, vonden zij Kanten....
n zij leefde. Groot was de vreugde, die er
heerschte. Maar den ouden Ingerah zagen zij
niet. Hij was heengegaan. Dit was hun straf.