De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 12 maart pagina 13

12 maart 1921 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

12 Maart '21. No. 2281 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 DE GEMEENTELIJKE MELKVOORZIENING TE AMSTERDAM Teekening voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek e Stedemaagd: Als dat juk mij maar niet te zwaar valt!" iMiiiiiiiiiiiiiMMiimiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimi GEMENGDE BERICHTEN EEN ERNSTIG WOORD TOT BAARD-DRAGENDEN. Wij meerien een ernstig woord te moeten spreken tof allen onder onze lezers die een baard dragen. Zij loopen ernstig gevaar gehavend te zullen worden. Wat toch is het geval : Dezer dagen vervoegde zich bij den secre taris van directie der N. V. Philips Gloeilampenfabriek een gebaard persoon, die naar zijn zeggen uitvirdigen te koop had. Aanvankelijk werd hij welwillend te woord gestaan door den secretaris en eenig technisch personeel. Gedurende het beschouwen echter, van eenige teekeningen, schijnt ee i der ingenieurs de verleiding niet te hebben kunnen weer staan den bezoeker ain den baard te trekken. Nu zal ieder moeten erkennen dat hem honderdmaal in zijn leven de handen gejeukt hebben om iemand eens fiksch aan zijn baard te trekken ; een goW-gekamde niet te korte baard lokt daar als het ware toe uit. De meesten onzer echter hebben zich op zulk een oogenblik door schaamte gedrongen gevoeld deze baldadige neiging te onderdruk ken. Schrijver dezer althans heeft er nimmer aan toegegeven. De ingenieur aan de N. V. Philips Gloeilampenfabriek echter niet alzoo ; als gezegd rukte hij den bezoeker zonder eenige inlei ding of voorafgaande verklaring krachtig aan den baard. In de meeste gevallen zou zulk een daad, en ten stelligste op een kaï.toor, aanleiding geworden zijn tot krakeel of erger. Menschen met baarden verstaan op dit punt geen scherts. In dit geval echter heeft het toeval den ingenieur geholpen. De baard liet los en bleek een kaalgeschoren indringer tot ver momming te dienen. Nu gaat het den mensen veelal zó, dat hij in een welgeslaagde daad aanleiding ziet tot veider krachtsvertoon. Dit bleek ook hier het geval. Aangemoedigd door dit aanvankelijk succes begonnen de gastheeren thans ook aan de snorren van den bezoeker te rukken. Dit nu had hen verderfelijk kunnen worden Want, zoo de snorren natuurlijk geweest waren, dan zou men hen vervolgd kunnen hebben wegens mishandeling. Maar ook thans bleek het toeval hen gunstig. Ook de snorren lieten los en bleken valsch. Dit geval nu geeft ons aanleiding een ernstig woord van waarschuwing te richten tot allen die baarden en snorren dragen. Zij moeten bij eventueele sollicitatie- en handelsbezoeken op hun hoede zijn. Het incident aan de N. V. Philips Gloeilampenfabriek heeft n.l. een rilling doen gaan door onze geheele indnstrieele handels- en scheepvaartwereld. Reeds zijn ons gevallen bekend van niets vermoedende handelsreizigers en vreemde lingen die in privé-kantoren en zelfs van achter toonbanken krachtig aan hun baard zijn ge rukt. Zij hadden dan, bij hun protest, altijd hetzelfde excuus lan te hooren. Jawel, zoo zeide men dan tot hen, u kan nou schreeuwen zoo hard als n wil, maar wij willen het risico niet loopen ! Dan moet n maar geen baard dragen, maar ir// willen absolute zekerheid." Het schijnt dat de vereeniging voor menschlievend hulpbetoon thans op het denkbeeld is gekomen om z.g. baardcertificaten te verleenen aan eiken als bona fide bekend staanden baard-dragende die zulks verlangt en bewijzen k:ip overleggen dat zijn baard hem belemmert in het uitoefenen van zijn beroep. Hst werd dan ook mér dan tijd. Bij de Amsterdamsche politie zijn 314 gevallen bekend van baard-rukkerijen met bloedigen afloop, voor het meerendeel ter goeder trouw gepleegd in cargadoors- en reoderskantoren. Zelfs is een vrouw-inet-de-baard" in zorgelijken toestand opgenomen in het binnen gasthuis te Amsterdam en aldaar aan de gevolgen van een noodlottig misverstand, waarvan /.ij het slachtoffer is geworden, overleden. DI-: DEENSCIII-: UOTKR. De redactie van Het Volk" ontving onder staand schrijven : 'M. H. ! ! Hierbij doe ik u ter beoordeeling een monster Deensche boter toe komen. De prijs is inklusief vracht ? 2.72.1 per Kilo, terwijl de Hollandsche boter 'n den groothandel / 3.18 noteerde. Het ligt in de bedoeling van B. en W. den kieinhanael in de gelegen heid te stellen, door bemiddeling van 'den Levcnsmiddelendienst deze boter tegen den laagsten prijs, uit Denemarken te betrekken, zoolang de Hollandsche boter hooger in prijs is. Ik stel prijs op uw openbaar oor deel, ook omtrent de konsekwenties voor de Nederlandsche Zuivel industrie. De Wethouder voor de Levensmiddelen, D E MIRANDA Aanstonds heeft de redactie de boter ge proefd; de geheele oplaag zat dien avond meer dan schandelijk vol met vetvlekken en het grootste deel was er door onleesbaar. Volgens hun eigen getuigenis was het een ongehoorde smulpartij en liet eenstemmige oordeel der redactieleden was ze smaakt fijn". Voor wie hooie eischen stelt aan kwaliteit, construc tie en afwerking is de FONGERS het aangewezen rijwiel. De uitstekende naam, die het FONG ERS-RljWlEL alom verworven heef*, dankt het aan zijne goede hoedanigheden. '"in" "i '" >i iiiiiiiin ui iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Over de konstkwentie van de Nederlandschf Zuivelindustrie" is met geen woord gerept of geantwoord. Het is blijkbaar een echte boterfuif geworden, zoo-maar, ge-improviseerd en zonder veel complimenten. Mogen we onzen zegsman gelooven, dan heeft QC heer Ankcrsmit hsei alleen voor / 5.45 boter gegeten (d.w.z. 2 kilo inclusief vracht). De heer Troelstra, hoewel telegrafisch uitgenoodigd, heeft Weenen niet meer tijdig kunn.ii verlaten om nog mee te smullen. Hij moet zich trouwens na de Novetnbercrisis wat matig houden. Inmiddels is ons bekend dat binnenkort een aantal nieuwe aanbiedingen het stadhuis zal verlaten, en wij stellen er prijs op er reeds eenige te verklappen. B. v. deze : Mevrouw ! ! Thans kunnen wij u zeer voordeclig aanbieder. Panische Haarspfldfn, waarvan hierbij e:n proefpakketje. I)e prijs, inclusijf vracht, is ? 0.24 per pakje, terwijl de Hollandsche haarspclden in den groothandel / ().?7! per pakje noteeren. De Wethouder der Gemeentebedrijven, en geld terug. Vraagt gratis inlichtingen bij lllllllHIMIIIIIIIIIIIMimilllltlllllllllllllMIIIIIIIIIIII Illllllllllllimilllllllllllllllllllllllll IHIHIIIIMIMIII liiiuiliiiil iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiniiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiniiiiiin INGERAH (Een Javaansch Sprookje) door INDRI WINI. In de kleine dessa Tringgi op de hellingen van het gebergte, leefde een zeer oude J; vaan, Ingerah geheeten. Iets afgezonderd van het dorp, in zijn klein, vervallen bamboehuisje woonde hij daar sinds jaren. Heel de dessa kende den ouden Ingerah en meer nog dan Alimoen, den dorpsgeestelijke, veel meer dan Pa-Warid, het dessahoofd, werd hij door het volk geëerd. De eenvoudige dessamenschen zagen in hem, dien afgeleefden grijsaard met zijn zilver-witte haren, zijn dor, rimpelig gezicht en zijn gebogen gestalte, een heilige, iemand die in zich had de tooverkracht van Allah. En wanneer Ingerah op weg was naai de dessa en ze zijn welbekende gestalte zagen aankomen in de verte, fluisterden de lieden tot elkaar : Daar komt de oude Ingerah." Dan hielden zij stil langs den kant van den weg, en durfden nauwelijks meers preken. Wach tende tot hij langs kwam en neerknielend in het stof, riepen ze hem toe : Heil ! Heil U, Ingerah !" Dan groette de grijsaard terug met een opgeheven arm en sprak hun enkele woorden toe. Geen wonder, dat Ingerah zóin eer stond bij het volk van Tringgi. Hoeveel malen had hij de dessa niet geholpen met zijn geheime toovermacht. Daar was de zoon van Dar ma, die zoo lang had ziekgelegen en daarbij hevige pijnen leed. Vruchteloos had de doekoen al zijn middelen toegepast. Hier hielpen geen kruiden, noch ceremoniën. Het knaapje bleef ziek en was reeds stervende. Toen was Darina, ten einde raad, naar Ingerah gegaan, die een vriend was geweest van zijn vader en had den grijsaard gesmeekt zijn zoon te redden. En Ingerah was Darma gevolgd naar de dessa. Den geheelen dag was hij aan de zijde gebleven van het zieke kereltje, had steeds stil voor zich uitge keken en slechts r u en dan enkele onver staanbare woorden gepreveld. Zijn oogen hadden een vreemd licht gehad vertelde Darma later, zoodat hij een oogenblik bang was geworden van den ouden zonderling. Maar den volgenden dag was zijn zoon gene zen en even stil, even kalm als altijd, was Ingerah huiswaarts gekeerd. Heel kort'geleden was de dessa in grooten angst geweest, want herhaaldelijk hadden zij last van tijgers, die hun vee verslonden en zelfs waren er onder de dessabewoners eenige slachtoffers gevallen. Men had rijst en vele kostbaarheden geofferd en de priester had vurige gebeden gezonden tot Allah, om de roofdieren te verjagen. Maar niets had gebaat. Toen vroeg men Ingerah om te helpen. Van een bamboe had toen de oude vier dunne stokken gemaakt en die besneden met vreemde, grillige figuren. Die had hij geplant rondom het dorp, aan elk der vier windstreken n. Dat was alles geweest, maar sindsdien had nooit meer een roofdier het dorp betreden. . . . Op een morgen, heel in de vroegte, toen de dessa nog in diepe rust lag, klonken luid-op jammerklachten van den ouden Pa-Kanten. Hartverscheurend was zijn geroep, zoodat het volk er door ontwaakte en half-gekleed gesneld kwam uit de huizen. Daar zagen ze Pa-Kanten loopen als een waanzinnige ir et de armen uit gestrekt ten hemel, zijn lange haren, die uit de wrong waren losgevallcn, in de grootste wanorde. En hij schreeuwde het uit, zoodal iedereen het hoorde, den naam van zijn dochter ,,Kanten i" Het volk, nieuwsgierig, kwam toegeloopen, vormde een kring om hem heen. En zij vroegen : Wat is er dan, Pa-Kanten, gebeurd met je dochter?" Met een schor stemgeluid vertelde hij het hun, snikkend als een kind, dat Kanten was verdwenen uit zijn huis. De dessalieden ontstelden /.eer, toen zij dit hoorden uit den mond van den ouden man, want Kanten was heel bemind onder de bevolking, omdat zij mooi en lief was en een bijzonder ijverige vrouw. En zij hielpen hem zoeken, ze zochten in de huizen, in het bosch, op de bouwvelden, overal, maar ze vonden haar niet. Wél was de oude Pa-Kanten /waar beproefd door het verlies van zijn eenigst kind en liet volk treurde niet hem mee, ver wonderd en beangst over dit vreemd gebeuren. Toen dachten zij aan Ingerah, den heilige. De heele dessa trok mee naar zijn woning. Toen zij vlakbij waren, nauwelijks een honderd stappen van af het huis, slaakte Pa-Kanten, die voorop liep, plotseling een luiden kreet. Hij stond stil en wees met zijn vinger naar het huis van Ingeiah. Op zijn gezicht lag een uitdrukking van afgrijzen en zijn oogen, die tuurden in n zelfde richting puilden uit van angst. Daar, daar !" gilde hij ontzet. Toen snelde hij voort en de dessalieden volgden hem, beklemd. Daar, voor het huis van Ingerah. onder een boom, lag het lichaam uitgestrekt van Kanten. Zij was dood, vermoord. In haar lichaam stak nog een kris. Haar gezicht was bleek en strak getrokken, haar mond met de bloedlooze lippen was half geopend. Sprakeloos keek het volk naar dit afschuwelijk tooneel en 't was of er een rilling van afgrijzen liep door al die zwijgende menschen. Toen klonk vreemd-luid in die stilte PaKanten's geroep : Kanten, mijn kind.... Allah, wie heeft haar vermoord?" Wie heeft haar vermoord?" klonk het nu ook uit het volk. Op dit geluid verscheen Ingerah voor zijn woning en de menschen bogen voor hem neer. Wat valt er hier voor?" vroeg hij met zijn kalme, zachte stem. Heer, mijn dochter ligt hier dood voor uw huis.... vermoord !" zei Pa-Kanten. Zijn stem beefde, toen, terwijl hij een stap achter uit deed en Ingerah aankeek met wijd-open oogen: Hebt gij....?" Hij durfde niet uit spreken en plots drong die veronderstelling door tot de dessalieden. Had Ingerah....?" Maar zij zwegen allen, luisterend, wat Ingerah zeggen zou. Neen, waarom zou ik?" En hij schudde langzaam het witte hoofd. Maar dat is de kris van Ingerah '" riep er toen n en ook anderen herkenden nu het wapen. Fluisterend vijandig klonk het toen : 't Is Ingerah's kris. Ingerah heeft haar gedood." En de oude knikte : Het is mijn kris." Waarom dan, vermoordet gij haar?" klonk Pa-Ranten's rauwe stem. Maar Ingerah schudde hei hoofd. Ik deed het niet !" zei hij luid, gaat nu allen terug naar de dessa en wacht." 't Volk, ofschoon hem niet geloovend, ging zonder tegenwerpingen, want nog was Inge rah's macht over hen groot en zij durfden niet tegen zijn wil handelen.. Doch, naar huis gaande, fluisterden ze: 't Is Ingerah, die Kanten gedood iieeft." Toen Ingerah den volgenden dag naar Tringgi ging, om zijn geregeld bezoek te leest men elders b.v. Duys, Wijnkoop, Duymaer van Twist of Braat. Daar voelen wij alles voor, want, ziet, het is tenslotte niet de naam van den afge vaardigde die voor ons gewicht in den schaal legt, het zijn veeleer zijn ijiialiteiten. En dit nu is de grootste lof die wij den heer Rijnders kunnen toezwaaien : hij noemt ons niet de namen van hen die eventueel door zijn partij naar voren gebracht kunnen worden. Zij zouden ons niets zeggen. Wie herinnert zich niet de strijdvraag wit is Jansen?" (Inmiddels is uitgelekt dat het niemand minder dan zekere Jansen was, die naar Rusland ging....). Neen, namen zeggen ons niets. Wij willen '.igenschappen.... En die noemt ons even openhartig als waarschuwend de heer Rijnders: herriemakers, saboteurs, ongeloollijke lastposten, stukken blamage.... het is de inventaris van zijn partij. 'Welke partij volgt? Ik ken er verschilljnde die mannen, vrouwen, kortom die de grootste konsternatie teweeg brengen" geregeld opbrengen, doch zich daaromtrent in den verkiezingstijd in de grootste bescheidenheid hullen MELIS S T o K E IIIIMIIIIIIIIIIII .1111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111 Redacteur: Dr. A. G. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht A'le berichten,deze rubriekbetreffende,gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres PROBLEEM No. 135 VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM Eerste publ'icatie ZWART onderstaande : Hoofdpijn, /.enuwen, constipalie Meeren en dames leidende ;ian bovenstaande ongemakken wijzen wij op het door ons uit '\> tugal geïmporteerde patent-middel. El ivius Beslist onmiddellijk;: werking ge garandeerd. Irdien geen resultaat, B. en W. van Amsterdam Stadhuis Kamer W. Eiken dag v. 3-- 4 h.m. VKKKIE/.INGSIIAR TSTOCMTLN. De zee der verkiezingshartstochten gaat weer hoog. ' Alle partij-organen beloven gouden bergen. Als eenige sobere uitzondering noemen wij ,,De Vrije Soctplist". Daarin geeft de redakteur Rijnders aan zijn geestverwanten in over weging om, als protest tegen een stemdwang, den straatzwcrver Had fe me maar" kandi daat te stellen en, voor het geval hij mocht bedanken, verder op de kandidatenlijst te plaatsen : een herriemaker, een saboteur, een ongelooflijke lastpost en stuk blamage, een man of vrouw, kortom, die de grootste konsternatie teweeg- brengt". Het eigenaardige nu van deze verkiezirigs propaganda is, dat de candidaten niet bij hun naatr genoemd worden,maar omschreven. Terwijl men bij een andere partij b.v. ronduit zou zeggen Treub", zegt de heer Rijnders Had-je-me-maar", en waar andere propagandisten er zich toe laten verleiden te schrijven : een herriemaker, een saboteur, een ongelooflijke lastpost en een stuk blamage, f 8 a b c d e WIT Wit: Khl, Dd7, Ta3, Td2, Lc7, Ph3, pionnen b6 en f2. Zwart: Ke4, Pb3, Pe5, pionnen a4, b7, c6, f5 en h2. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing volgende rubriek. OPLOSSING PROBLEEM No. 133 VAN O. NIELSEN 1. Te7?e8, Kf3?g4, 2. Pd3 eS-jh5 (h4), 3. Te8?h8f. 1...., Pelxd3, 2. TeS?e4, Kf3xe4, 3. Lfl?g2f. l ..... Pel?c2, 2. Pd3?e5f Kf3?e4, 3. Lfl?g2f. Goede oplossingen ontvingen we van : M. Dolman te Zeist, J. Rietman te Dieren, H. Mendes da Costa te A'dam, J. S. te Zeist, A. H. Wefers Bettink te Sappemeer. brengen aan Malin, die stervende lag, zag hij dadelijk, dat het volk van Tringgi hem niet gunstig gezind was. Buiten het dorp ontmoette hij een jonge vrouw, maar niet, zooals anders, wachtte ze aan den kant van den weg om een sembah te maken,.als hij voorbijkwam, doch zij liep hem snel voorbij zonder een groet. Wirtje !" riep hij, maar zij deed, of ze hem niet hoorde. Even stond Ingerah stil en Keek haar na, zijn donkere oogen lichtend als in toorn, toen ging hij voort, gebogen. Alle gezichten keken hem aan kort, maar vijandig en niemand groette hem. ... 't Volk leed onder het verlies van Kanten.... Dicht bij Malin's woning stond een groepje Javanen, waaronder Alimoen en Pa-Warid, het dorpshoofd. Zij spraken fluisterend en Ingerah begreep, dat zij het over hem hadden. Zoo nu en dan keken ze naar hem met donkere oogen Hij strompelde voort, recht voor zich uit' kijkend. Opeens sprong een jonge man op hem at. 't Was Jadir, die met Kanten in het huwelijk zou zijn getreden. In zijn jong, gebruind gezicht fonkelden zijn oogen van woesten toorn en hij had zijn kris getrokken. Ademloos keken de dessalieden toe. Zij zagen Ingerah stilstaan mei een ruk, zijn gebogen gestalte rechtte zich, zijn oogen met een vreemden glans gericht op den jongen J'idir. . . . En toen stond ook Jadir stil. zijn krachtig gespierd lichaam trilde. Hij hijgde opeens, zijn arm /akte langzaam omlaag en de kris viel kletterend op den grond. Met de armen slap langs zijn lichaam, stond hij daar voor den grijsaard. . . . machteloos.. . tot niets in staat. F.n luide uitroepen klonken uit de monden van de Javanen, die getuigen waren van dit wonderlijk voorval. Mannen en vrouwen, ook de kinderen van Tringgi, kwamen nu toegeloopcn en toen /.ij hoorden, wat er gebeurd was, bog«'ii zij zich neer als de anderen en riepen : ,,Heil Ingerah i" Staat op, gij ondankbaren," klonk hard en vreemd nu Ingerah's stem en zij allen gehoor zaamden oogen b H kke lij k. Gij allen verdacht mij van den moord op Kanten. . . . ik, die L! hielp 'n tijden van nood en die slechts het goede bedoelde, dij geloofdet mij niet op mijn woord.... Daarvoor zal ik U straffen. En ziet nu. wie de moordenaars zijn van Kanten. Zij zullen bij mij komen om hun straf te ontvangen...." En zij kwamen van uit het volk. Het waren Alimoen en Pa-Warid. Afgunstig op Ingerah's invloed en op de hooge eer, die hij genoot bij de bevolking van Tringgi, hadden zij een boos plan gevormd. Zij ontstalen Ingerah zijn kris, die iedereen in Tringgi ken de aan haar vreemden vorm en zij vermoordden hiermee de jonge Rantcn, die zij toen brachten naar Ingerah's huis. Zówilden zij de vereering van het volk doen veranderen in haat. Zij stookten bij de dessalieden en hitsten Jadir op, om Ingerah te dooden. De hoofden gebogen, kwamen zij langzaam naar Ingerah toe en stonden voor hem stil. 't Was of een macht, waartegen zij geen weer stand konden bieden hen hiertoe dwong. 't Volk keek toe in angstig verwachten. De twee moordenaars s*onden naast elkaar en Ingerah, naar hen toegaand, hield zijn magere handen boven hun hoofden. Toen gebeurde er iets wonderlijke.... Luid kermden de twee Javanen met van pijn verwrongen gezichten. Zij leden ondragelijk, zij voelden 't in zich branden en gloeien, als waren hun lichamen gevuld met een kokende vloeistof. En zij konden niet weg, ze waren als vastgenageld aan den grond. Ze riepen om genade, bekenden hun schuld. . . . Maar de pijnen bleven voort duren t n de oude Ingerah stond bewegingloos voor hen met een effen gezicht. De dessataewoners genoten van dit wreede, maar recht vaardige spel.... Zwakker klonk het geroep van Alimoen en Pa-Warid, het rumoer onder het volk verstomde.... Zij zagen plotseling de lichamen der twee Javanen grijs worden.... toen wankelden beiden en vielen ze tegen de aarde, waar hun lichamen stuksloegen tot gruis en stof.. . . Stomgeslagen met wijd opengesperde oogen keken de bewoners van Tringgi toe. Toen lieten zij /ich neervallen op hun knieën en kusten den grond. Heil U, Ingerah!" klonk het sidderend. De oude heilige zweeg en keerde langzaam huiswaarts. Ingerah kwam niet meer in de dessa. En de menschen van Tringgi wachten bang op de straf, die komen zou. Maar er gebeurde niets. Eindelijk durfden ze het dorp uittrekken, om te zien of Ingerah nog in zijn huisje woonde... Daar, voor het huis, vonden zij Kanten.... n zij leefde. Groot was de vreugde, die er heerschte. Maar den ouden Ingerah zagen zij niet. Hij was heengegaan. Dit was hun straf.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl