Historisch Archief 1877-1940
12 Maart '21. .No. 2281
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Nieuwe
Engelse Boeken
LEER- EN ZWERF-JAREN.
Development, A Novel by W. BRYHER.
Constable. 1920. 7/6.
Sfl/f, by CHARLES G. NORRIS. Constable
1920. -9/..
The Amateur, by CHARLES G. NORRIS.
Constable. 1920. 8/6.
Ze zijn tegenwoordig biezonder in de mode,
en het genre is zo, dat iedereen die z'n pen 'n
beetje hanteren kan en die z'n jeugd 'n beetje
intens heeft doorleefd, daarin wat drageliks
kan leveren. De een vat het al wat tragieser
op dan de ander; de een is 'n ietsje langer
van stof dan de ander daar zijn er bij,
naast wie Vader Cats (vrede zij z'n asse !)
'n indruk van pittigheid zou maken ;
de een zoekt het meer in de sensaties en de
ander in de idees; de een liefhebbert meer in
entourage en de ander in psycho-analyse....
en als letterkunde, als things of beauty en
joys for ever, kan 't merendeel me grif
gestolen worden en ik zal m'n hoofd schudden
over degene die Hou de dief!" roept. Laat
er maar een goeie dief komen, 'n synthetiese
dief, 'n dief zoals Shakespeare d'r een was,
'n dief die alles steelt wat los en vast en bruik
baar is tot verwezenliking van zijn idees,
'n dief bij de gratie Gods, 'n dief die de
bestolenen ten onrechte zo genoemd !
op hun blote knieën dienen te danken....
De W in W. Bryher" staat voor Winifred,
geen mansnaam, maar 'n meisjesnaam, en
'n zeer sjieke meisjesnaam, daar de schuts
patrones van de meisjes van Wales zo heet..
Wales, dat is 'n Kelties" deel van
GrootBrittannië, en al is de naam Winifred
etymologies niet Kelties, dat doet er niet toe,
hij ruikt naar Keltenheim
Zijt gij amber?" sprak een wijsgeer
Tot een nietig klompjen stof
Dat door zoeten geur hem trof;
Neen," was 't antwoord van het klompjen,
,.Maar ik woonde een korte poos
In gezelschap van de roos." 1).
What's in a name?" vroeg Shakespeare,
maar z'n landslui van tegenwoordig denken
er niet zo over. Die willen allemaal Kelten
zijn, en noemen hun kinderen 'n naam
als William is niettegenstaande William
Shakespeare, William Blake, William
Wordsworth, William Morris en William Makepeace
Thackeray uit den booze ! Angus of Nigel
of Donald of Alan. Toen ik dus, na 'n paar
bladzijden van Development gelezen te hebben,
begreep dat 'n vrouwehand ze had geschreven,
stond het bij me vast, dat, als W. Bryher"
geen pseudoniem was, de W. 'n
onmiddellike beschermelinge van de Welse heilige
moest aanduiden, en werkelik zag ik, 'n paar
weken later, door 'n advertentie in de Times
Literary Supplement, m'n vermoeden be
waarheid. Misschien vindt de lezer dit niet
zo biezonder interessant, maar laat ie me nu
deze kleine voldoening gunnen : heb ik niet
voor zijn plezier het onderhavige boek aan
dachtig doorgelezen?
Voor zijn plezier, niet voor 't mijne.
Natuurlik kan men over '?Deyelopment" niet
met twee woorden 'n vonnis uitspreken
over welk modern boek kan men dat?
Natuurlik is de schrijfster niet zonder talent welke
schrijfster is dat? En natuurlik zullen voor
wie met oordeel leest zelfs inferieure boeken
medewerken ten goede. De bestede tijd is niet
verloren, maar was toch misschien aan
iets anders, aan 'n kuier of aan 'n muziek
avondje b.v., beter besteed geweest.
Mijn bezwaren zijn deze: ten eerste leest
*) Ik citeer deze regels uit het hoofd; ik
meen, dat ze van Bilderdijk zijn, maar die
had ze dan uit 'n Engelse vertaling van 'n
Perzies boek. ,Bilderdijk was geen dief zoals
door mij bedoeld, al stal ie enorm veel.
UMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllMlltlllllllllllllulllllllUlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll1»"11' Illlllllllllllll
men 'n boek als Development" niet om 't
verhaal, want als zodanig heeft het niets
om 't lijf. Nu schaam ik me niet om, met Sir
Philip Sidney, te verklaren, dat ik zeer
gesteld ben op A tale whicli holdeth children
from play and old men jrom the chimney corner,
maar ik zal de eerste zijn om te erkennen
dat er andere dingen zijn, die 'n boek waarde
verlenen. B.v. karakter-groepering en karak
terbotsing. Deze nu zijn hier afwezig, en al
heet het boek Development", daarmee kan
bezwaarlik karakter-ontwikkeling" bedoeld
zijn. Es bildet sich ein Charakter im Strom
der Welt," fiat, maar bij Nancy" valt er
toch van zo'n stroom niet veel te bespeuren.
Dat zij 't kind is van zeer rijke lui, en de
halve wereld heeft rondgereisd vór d'r twaalf
de jaar, heeft natuurlik invloed op 'r karakter,
en maakt 'r, na 'n veelbelovend begin als
opgewonden standje, vroegtijdig geblaseerd ;
daarmee houdt dan evenwel de karakter
vorming op. En aangezien er in 'n boek,
waarin men met zevenmijlslaarzen stapt van
't ene hotel naar 't andere, en van museum A
naar museum B, van milieuschildering geen
sprake kan zijn, schiet ons alleen de
intelIcMuele ontwikkeling van de heldin over om
aan 't boek belangrijkheid te verlenen.
Maar Nancy's intellectuele ontwikkeling
is iets zeer exceptioneels d'r hele jeugd is,
om zo te zeggen, een schoolreisje ! en nu
van tweeën een : f het boek is zuiver
autobiografies, f het is het niet. !n liet eerste
geval levert het welkome gegevens en ma
teriaal voor psychologen en opvoeders, in het
tweede zal het voor deze rubriek lezers pas
van waarde worden als men de inhoud aan
de werkelike feiten toetsen kan. En het moet,
dunkt mij, de gewone lezer vrij onverschillig
laten, of Nancy op zeven- of op achtjarige
leeftijd het land had aan Michel Angelo,
of ze negen of tien jaar was, toen ze Pope's
vertaling van de Ilias verslond, of ze dertien
was of veertien toen ze begon te merken, dat
rijmende gedichten d'r artistieke oortjens
onaangenaam aandeden, of ze vijftien was of
zestien, toen ze ontdekte dat Arthur
Rimbaud het met de kleur van z'n vokalen
jammerlik mis had ; dat vokalen in
werkelikheid geen bepaalde kleur hadden, maar dat
daarentegen de medeklinkers aan 'n bladzij
druks de levendige kleuren van 'n zons
ondergang verleenden.... Ziehier 'n
pathologies geval dat ik opdraag aan bevoegder
handen dan de mijne. Adieu, Winifred-Nancy,
'n volgend boek dat de naam W. Bryher"
draagt hoop ik ongelezen te laten. Overigens
beveel ik Development" aan als 'n kleur
rijk Baedeker-surrogaat, 'n gids voor Egypte,
Griekenland, Italië en andere buitenplaatsen.
De andere twee boeken, waaraan ik stof
ontleen voor dit mijn sermoen, zijn van geheel
andere aard. Er gebeurt wat in ; ze bevatten
karaktergroeperingen ; het is 'n lichte moeite
en 'n gewillig werk, mee te leven met de
hoofdpersoon; en dat, niettegenstaande de
Amerikaanse maatschappij waarin we worden
binnengeleid, in allerlei opzichten zo ver
schilt " van de onze. Salt" en The
Amateur" zijn romans in de echte zin des
woords. Het zijn geen volmaakte produkten,
hier en daar zijn de scharnieren te duidelik
zichtbaar; 'n enkel stijl-slordigheidje is er
ook wel in. Maar niemand zal ze vervelend
of onbelangrijk noemen ; ieder zal ze tot het
eind uitlezen, om dan te verklaren, dat z'n
tijd goed besteed is geweest.
"ik meen , dat Salt" het oudste boek van
Huize J, ZOMERDIJK BUSSINK
PaïilioenVontielpafUel.Zuiil4190enï595
Restaurant a la carte
Lunch, Aflernoon-tea, Diners en Soupers
Dagelijks muziek door het Huis-orkest
DE VERKEERDE STEMPEL
Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiniiiiiiiiii
IIIIIIIIIMIIIIIIII
de twee is ; te merken aan innerlike" gege
vens is 't m.i. niet : de boeken staan vrijwel
op een hoogte, en ik beveel ze beide aan in
de aandacht van Nederlandse bewonde
raars van de Verenigde Staten, van derzelver
opvoedingsystemen en wat dies meer zij.
Dergelijke bewondering is geen ongewoon
verschijnsel en grotere figuren dan schrijver
dezes hebben er zich aan bezondigd. Ibsen
b.v. laat z'n frisse (in tegenstelling met z'n
bestoven) figuren nog al 'ns naar Amerika
gaan, en er met 'n verschot van frisse idees
weer vandaan komen. Jammer, dat ie dood
is.... Enfin, ik zou toch geen kans hebben
gehad z'n gezicht te zien na 'n eventueel
doorlezen van Salt". Maar apostels van
Nederlandse onderwijsvernieuwing a l'am
ricaine zullen toch goed doen als ze van'
dit hoek kennis nemen. Er is zo'n neiging
bij Europeanen om aan zelf-kleinering te
doen, dat ze geredelik 'n Amerikaan geloven
die als Hannibal Chollop in Martin
Chuzzlewit" zonder blikken of blozen
verklaart: We are the-intellect and virtue
of the earth, the cream of huinan nature,
and the flower of moral force...."
De held van Salt" is ruim tien jaar als
ie leerling wordt van 'n met ijzeren streng
heid geleide Military Academy, waar
cachotstraffen schering en inslag zijn. Hij ont
vlucht, wordt weer opgevangen, heeft later
onaangename ervaringen op andere scholen.
Dan bezoekt ie 'n Amerikaanse universiteit
en verbeuzelt en verboemelt uren, dagen,
maanden, jaren. Om lid te worden van 'n
studenten-broederschap" moet ie 'n
ontgroeningsproces doormaken, waarbij iemand
de haren te berge rijzen. En 't hele systeem is,
in plaats van karakters te kweken, er op ge
richt 'n jonge man te leren doen wat de grote
massa doet. O tempora, o mores; o educatjo,
o Henrik Ibsen !
Later raakt ie z'n erfdeeltje kwijt, en moet
op eigen wieken drijven. Z'n opleiding is
'm van twijfelachtig nut. Hij wordt klerk
bij 'n spoorwegmaatschappij. Iedereen heeft
daar speciale foefjes voor 't spekken van
eigen zak, ieder doet er''aan graft"
hij doet mee. Op 'n goeie dag wordt de
Augias-stal gereinigd, ? hij gaat mee, w
ggebezemd met het andere vuü.... Maar toch
zit er 'n goeie kern in 'm, en die goeie kern
krijgt mi 'n kansje. Griffith leert 'n vak,
leert z'n handen gebruiken. En trouwt 'n
flinke vrouw, die 'r eigen brood rijkelik
waard is. En hij neemt zich heilig voor zijn
kinderen te laten opgroeien in 'n gezonde
omgeving, Waar 't evangelie'van de arbeid
wordt nageleefd. Nooit zullen zij naar 'n
snobproducerende school ^'(jo^aagsta^nde
millionairs-bij-erfrecht,
3'iL;C$vThe Amateur" heeft 'n soortgelijke strek
king en ,eindigt met 'rfesoorigeKjik effekt, maar
speelt in de Atnerika,SnseJicïmsJ9riaarswereld.
Toch is 't vrij wat minder aesthcterig dan
Development", al horen we nog al 't een
(Door de \Te;i. Rank zijn eenige bankbiljetten
van veertig gul en irfomloop gebracht waarvan
de hoekcijfers inlplaats van 40, het cijfer 60
vermelden. Dagbladbericht.)
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIHIIIMMIHIMMIIIII1 '?"
en ander over artistieke foefjes en" artistiek
geld-stukslaan, en de ontoerekenbare zotheden
van 'n tijdelik-bezeten publiek. Het heeft,
evenals Salt", 'n aannemelike, ofschoon
totaal verschillende, held ; zit eveneens goed
in mekaar, met verscheidene uitstekend
geschreven hoofdstukken en ook wel 'n paar
iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiliiiiiiii
iiiiiiiimiftiAiiiiiiiiiiiniii
OELOF flITRQEN
KALVERSTRAAT 1 ? DEN HAAG - PLAATS 23
U
KALVERSTRAAT
Amsterdam
OPGERICHT 185O
TELEFOON 658 N.
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BR| LLANTEN
Goud. Zilver erf Horloges
U its uitend eerste kwaliteit
Vrije Heerenhuizen
TE KOOP
ie Amsterdam
Direct te aanvaarden
*' Omtrek Overtoom
N.V. Bouw- en Exploi
tatie Mij. Philomena"
Hoofdweg 13 H. Sloten «.-H.
verveloze scharniertjcs mitsgaders 'n
doodenkel clichétje in zinsbouw en woordekeus.
Charles Norris heeft blijkbaar veel waarne
mingsvermogen. In z'n karaktertyperingcn
ten minste waar het z'n sekse-genoten
geldt herhaalt ie zich niet, en hij geeft
met milde hand. Er zullen nog wel meer
romans van 'm volgen, en ook z'n volgende
boek zal in mij 'n bereidwillig lezer vinden.
W i i. i. r: M v A N DOORN
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii 'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitniHiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiini
BOUWKUNST
VAN SCHRIJF- EN BOUWKUNST.
Carpe diem.
Het zal nu een tiental jaren geleden zijn,
dat, na afloop eener vergdering van het
genootschap Architectura et Amicitia", de
architecten nu wijlen van der Pek, Berlage
en ondergeteekende afscheid van elkander
namen. Zonder eenige aanleiding zei v.d. Pek
daarbij plotseling tot mij : Zeg l waarom
schrijf je tegenwoordig toch niet meer?
Je schreef toch zoo goed. Bepaald jammer
vind ik het, dat we den laatsten tijd niets meer
van je te lezen krijgen."
Mijneven spontaan antwoord op die woorden
was : Het werd hoog tijd dat ik met dat
geschrijf ophield. Er is nog wel wat anders
te doen. Ik ben niet om te schrijven, iraar
om te bouwen op de wereld gekomen."
Dit tamelijk bitse antwoord, gegeven op
woorden, zoo wél bedoeld, welde zoo maar
niet voor niets in mij op. Want het gaf uiting
aan een reeds lang in mij omwoelend gevoel,
een gemoedsstemming, het best te omschrijven,
als : de eindelijke bewustwording mijner inner
lijke roeping.
Ik zou er mij wel voor wachten, U met de
vermelding van dit korte gesprek bezig te
houden, ware het niet, dat het verhalen
ervan rnij de beste en minst omslachtige
methode lijkt, om een inzicht te geven in de
verhouding van den huidigen architect tot
de hedendaagsche literatuur en tot de
Bouwkunst-beschouwing en kritiek in 't bijzonder.
!r. .eeenst' Hing met de in dit opzicht veel
inip-li ..*' mkelijke beoefenaars ' der Vrije
beeldende kunsten : de Schilderkunst, de
Beeldhouwkunst, enz., behoeft de architect
tot verwezenlijking zijner scheppingen ver
schillende, vaak zeer kostbare werkkrachten
en bouwstoffen, zonder welke de verwezenlij
king zijner ideeën in de Stof onmogelijk is.
Overbodig zal het zijn hierover uit te weiden ;
het ontzaglijk verschil van de Bouwkunst
met de andere kunsten in dit opzicht is vol
doende bekend.
Buitendien zijn er nog zoo vele maatschappe
lijke bijfactoren, die den architect in de verwe
zenlijking zijner idealen belemmeren, dat men
met een gerust hart zeggen kan, dat de
richtige uitoefening van zijn beroep wel de moei
lijkste aller kunsten is, zoodat er, wel velen
geroepen, maar weingen uitverkoren zijn"!
Bij geen enkelen tak der Beeldende Kunsten
is de strijd om zich vrij te kunnen uilen z
groot als in de Bouwkunst.
Een van zelf sprekend gevolg hiervan is,
dat, meer dan hun kunstbroeders, de
Bouwkunstenaars er door deze natuurlijke ver
houdingen als van zelf toe gedreven worden,
zich, naast hun scheppingen op papier (hun
papieren kinderen", gelijk zij deze vol
galgenhumor noemen), ook in Woord en
Schrift te uiten, om aldus de beginselen
uiteen te zetten waarvan hunne ideeën en
ontwerpen de uitvloeisels zijn. Om kort te
gaan : dit is een der eerste natuurlijke oor
zaken welke verklaart, waarom zoovele
architecten, hetzij in populaire voordrachten,
in kunsttijdschriften of in de pers, zich
met houwkunst-beschouwing en kritiek be
zighouden.
In den aard van zijn wezen ligt het, dat een
Bouwkunstontwerp in den ruirnsten zin
verklaring, toelichting, uitleg behoeft. Ieder
ontwerp toch is slechts de schematische
weergave, de projectie op het platte vlak,
van wat in de Ruimte gedacht werd. Slechts
ne afmeting moet hier de drie
ruimteafmetingen vervangen. Wel verschafte de
Perspectief een gewaardeerd hulpmiddel voor
een duidelijker en natuurlijker voorstelling ;
toch ook zij blijft in haar werking onvolkomen,
daar zij de schepping in de werkelijkheid
slechts van uit een bepaald aantal gezichts
punten bezien doet.
Alleen de Maquette (het verkleinde model
van het bouwwerk) is in staat, mér dan pro
jectie en perspectief te geven ; doch ook zij
blijft steeds nog onvolkomen, omdat de ware
afmeting eraan ontbreekt, d.w.z. de werkelijke
verhouding van het kunstwerk tot den aan
schouwer. De Maquette blijft hierdoor
nrtuurlijk steeds het popperige, het
kinderspeelgoedachtige behouden, wat aan haar
verkleinde schaal onafscheidelijk verbonden
is.
Volkomen begrijpelijk wordt het hierdoor,
dat het een noodzaak voor de
Bouwkunstenaars is, hun ontwerpen, hetzij door woord
of schrift, voor den niet deskundige te ver
duidelijken en toe te lichten.
De ontzaglijke maatschappelijke vooruit
gang na de groote Fransche Revolutie en
het Napoleontische tijdperk deed zich, gelijk
op elk ander gebied van Kunsten en Weten
schappen, op de eerste plaats ook in de Archi
tectuur gevoelen. Geen kunst als de Bouw
kunst, de maatschappelijke evolutie zóna
staand ; zóinnig ermede vervlochten ; geen
Kunst, waar de toepassing der nieuwere
wetenschappen en de daarmede gepaard gaan
de uitvinding van nieuwe eonstnictiewijzen
en materialen zoo vele mogelijkheden braclil
tot liet scheppen van tot nu toe ongekende
Kunstwerken van Grootheid eu Kracht.
Onafzienbaar, even ingewikkeld als oneindig
verscheiden werd door deze verstandelijke
en materieele evolutie het arbeidsveld van den
scheppenden bouwkunstenaar.
Dat hij de kracht miste, deze tallooze
mogelijkheden zoo maar dadelijk in zich te
verwerken of zelfs maar te 'overzien, is even
natuurlijk als begrijpelijk.?; Jaren en jaren,
van ontwikkeling, van intense studie, zullen
noodig zijn, om deze Chaos van gegevens
in zijn brein tot een gestadig zich ontplooiende
Eenheid te doen wassen. De Bouwkunst, uit
den aard van haar gecompliceerd wezenzelf,
kan niet anders dan de laatste der beeldende
kunsten zijn, zich, op eene haar waardige
wijze, volkomen ontplooiend.
Zoo spreekt het vanzelf, dat de nieuwere
inzichten, de huidige denkbeelden der Archi
tectuur, ook uiting moesten zoeken in
Woord en Schrift. Die nieuwere denkbeelden
openbaarden zich in de grootste verscheiden
heid, in temperamentvolle en daardoor vaak
scherpe, ja heftige woorden. Strijd ontstond,
strijd allerwege, strijd tnsschen de meest
uiteenloopende inzichten en ideeën. Alle
conventioneele opvattingen over Schoonheid
en Stijl worden weggevaagd, alle verouderde
begrippen omtrent wat zómoet wezen en
niet anders kan", worden met de maatschap
pelijke stervende vooroordeelen overwonnen.
De kern alleen, het onvergankelijk wezen van
menschelijkheid en Schoonheid ontluikt weer
in jonge kracht.
De schoonste bloem van menschelijkheid
is Kunst. Kunst stierf nooit, evenmin als
menschelijkheid. Evenals de mensen-zelf slui
mert zij, soms in lange, lange perioden, die
dan eindeloos lijken. Maar dat geschiedt, om
straks weer te jonger en te frisscher op te
staan. Zij weent soms, om daarna des te
hartelijker te lachen !
Om kort te gaan de architecten leekenen
en ontwerpen niet alleen, «nik spreken en
schrijven zij over hun kunst, en dit, naar ik
hoop aangetoond te hebben, niet zonder reden.
Ook hier in Holland hebben de
nouwkunstenaars, waaronder de besten, sinds jaar
en dag hun mond geroerd eu hun pen gevoerd,
en dit, dikwijls op een wijze, alsof hun leven
ervan afhing, en als golden het wapenen met
wier scherpte en kracht zij de wereld moesten
veroveren.
Sedert de laatste jaren echter verminderde
de bouwkunstkritiek zeer. De beste terzake
kundige schrijvers en sprekers eclipseerden
zoo gaandeweg uit on/e bladenen periodieken ;
zij Irokken er mei de stille trom vandoor;
/oo nu en dan slechts hooi'l men van hen
nog 'n enkel nageluid. Van systematische
bouwkunstkritiek is echter geen sprake meer.
Dit nu geschiedde niet /onder reden; en de
oorzaak daarvan werd in den aanvang dezer
beschouwing toegelicht
De architect zal immers steeds
amateurspreker of schrijver blijven ; en dit om de een
voudige reden, dat hij niet om te spreken of te
schrijven, maar om te bouwen op de wereld
gekomen is. Beide eerste zijn middel, bouwen
doel. Amateur zal hij in dit opzicht dus steeds
blijven, hetgeen echter nog wat anders
beteekcnt dan dilettant.
De groote welvaart in ons land in de
laatste jaren van vór den oorlog bracht
ook voor onze bekende architecten veel werk
aan den winkel ; het is dus een vanzelf spre
kend feit, dat zij voor systematische bouw
kunstkritiek niet meer voldoende gelegenheid
vonden en gaandeweg minder schrijven gingen.
Doch dit is de eenige oorzaak niet. Want
ware dit uitsluitend liet geval geweest
de achteruitgang van werk gedurende de
crisisjaren zou de bouwkunstkritiek er na
tuurlijk van zelf weer bovenop geholpen heb
ben. Neen, er was een meer gegronde reden,
en wel deze :
Ideeën waren er de laatste jaren meer dan
genoeg verkondigd. Met smart wachtten zij
nu op verwerkelijking. En gaandeweg werd
er in de nieuw opgerichte bouwwerken merk
bare verbetering bespeurd. Zoo deden onze
bekende kriticic er wel aan, de ontwikkeling
haar eigen natuurlijken loop te laten. Zij
hebben bij zichzelven gezegd : We moeten de
zaak nu maar eens aanzien ; laat de nieuwe
denkbeelden zich nu maar eens rustig ont
wikkelen, zonder te veel kritiek, zonder bet
weterij. Denkbeelden genoeg zijn er geuit.
De jonggeboornen moeten nu groeien kunnen,
en dit zonder te veel bakers en doctoren !
Doch deze sympathieke overwegingen slui
ten geen gegronde bespreking uit. Aldus
zouden we op den duur de kans beloopen,
van het eene uiterste in het andere te ver
vallen. Want, waar de maatschappelijke voor
uitgang in latere jaren vele voorname
bouwkunstsclieppingen noodzakelijk maakte, en er
nu, na de crisis, zeer vele in voorbereiding
zijn, is het niet alleen gewensdit, maar is het
plicht voor hen die daartoe in staat zijn, het
algemeen met hun kennis en inzicht voor
te lichten. De belangstellende niet-deskundige
dient ingelicht te worden omtrent de meer
of mindere waarde van belangrijke bouw
werken. En waar het een kunst betreft, zoo
veelzijdig en gecompliceerd als de Archi
tectuur, heeft de wereld er recht op door
terzake kundigen voorgelicht te worden. In
derdaad ! dit is een recht dal men kan doen
gelden. En de bouwkiinsteiuiar, die zich
instaat gevoelt voorlichting te geven, maar
dat niet doet, pleegt verzuim.
Om slechts enkele voorname werken van
algemeen belang hier in Holland uit den
jongsten tijd, welke noodzakelijk bespreking
eisenen, te noemen :
Het nieuwe Raadhuis van Rotterdam.
De ontwerpen voor het Kunstmuseum te
den Haag. Het Stadhuis en de nieuwe Par
lementsgebouwen idem. Het
Rijksacademiegebouw voor beeldende kunsten, het Kolo
niaal Instituut, de vele in de toekomst noodige
gebouwen voor Onderwijs, Ziekenzorg, Spoor
wegen, Posterijen ; in het algemeen alle
stichtingen ter bevordering van Wetenschap
en Kunst, en vooral ook het plan tot stich
ting van een nieuw Stadhuis voor de Hoofd
stad. En, last not least, de toekomstige
stedenuitbreidingen, deze mede in verband niet
het allerwege aanhangige vraagstuk van de
verbetering der Volkshuisvesting. Enz. Enz.
Al deze ontwerpen van algemeen maat
schappelijk welzijn vragen, ja eisenen
zaakkundige bespreking, en dit voornamelijk hier
om, omdat het met de oprichting van derge
lijke belangrijke bouwwerken ook in ons
land in vele gevallen nog droevig gesteld is.
Gedachtig de wijze spreuk : ,,Qui trop
embrasse mal treint", wensch ik wat mij
betreft, althans voorloopig, de beide eerste
scheppingen voor m'n rekening te nemen,
in de hoop dat andere collega's dit voorbeeld
zullen volgen.
In een der eerstkomende nummers van dit
weekblad hoop ik aan te vangen met de
beschouwing van Bcrlage's ontwerp voor
het Kunstmuseum in de Residentie.
Voorwaar een aangename taak ! Want
boven verwachting geslaagd acht ik dit
ontwerp.
Is het niet een geluk, dit te kunnen zeggen?
H. I. M. W A i. E N K A M P. Cz.
tPADOX
KN HAAG,
WARMOND
IKANTÖQR f OCDCRIK tlENDONUAANÖSJ
JEN HAAQ - TP.JNUQ1256O236I
LCVECT OE/VtPLANCD IMZEER KORTCN
TUD ALLE. MOUTCON/TRUCTlEy
Al_y
LANDHUIZEN
" "* SCHOOLGEBOUWEN
JACHTHUIZEN
ZIEKENHUIZEN
INLICHTINGEN OP AANVRAAG