Historisch Archief 1877-1940
,.1 ?
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19 Maart '21. No. 2282
VELDDIENST-OEFENING TE ZIERIKZEE
Teekening (voor de Amsterdammer" van Jordaan
L i
(Te Zierikzee is de eerste afdeeling vrouwelijke
landstorm opgericht. Dagbladbericht)
Op de plaats rust!
IIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII immuun iiimiiilliimiiilliilliiiiii
OVER REVOLUTIE IN HET
STRAFRECHT
Wie met revolutionaire menschen praat
over ons strafstelsel zal den grondslag
van het gesprek steeds kunnen terugbrengen,
eenerzijds tot een aanklacht tegen onze tegen
woordige cellulaire gevangenis, anderzijds tot
de bewering dat straf altijd uit den booze
is welke laatste bewering niet van een
voor de praktijk aannemelijke uitwerking
pleegt vergezeld te gaan. Men moet het mij,
een niet-revolutionair, niet -fal te kwalijk
nemen als ik telkens met eenig leedvermaak
waarneem dat die revolutionairen in hun
beschouwingen lang niet revolutionair ge
noeg zijn, omdat zij, behalve in maatschap
pelijke omwenteling, slechts in verbetering
van het gevangenisstelsel in denjgeest van
de Amerikaansche opvoedingsgevangenissen
het heil der strafrechterlijke toekomst zien,
en verder omdat zij, in hun hemelstormende
verblindheid, niet zien de werkelijk revolu
tionaire mogelijkheden, die de praktijk reeds
biedt en die ,wel zeker zullen rijpen en ge
oogst worden nog door dit en het volgend
geslacht. Niet verbetering van de gevangenis
(hoewel zeer noodig) is de meest revolutionaire
en meest belangrijke leuze op dit gebied,
maar vervanging van de gevangenis voor
alle gevallen waarin dat zonder gevaar voor
de maatschappij mogelijk is, ten deele door
straffen van andere soort, die het hatelijk
karakter der geheele vrijheidsberooving
mis?iiiiiiiiiiiiiiin.il
M* p.doo<22;ct. p. tube 40 et.
bl's landpasta
is aenig in kwaliteit.
INIIIIIIIIIIIIIIimitlimmilMINIIINIIIIIMIIMIIimillllNinimtHmillllMH
lllliiiillllllllliliiiiiiiiimiiliiilliiiiiiililiflMMimiMimiiMiMiifiiiiiii
sen, maar vooral en in de allervoornaamste
plaats vervanging door een aantal opbouwende
maatregelen 'aan wetsovertreders die in vrij
heid blijven maatregelen van zeer verschei
den aard, die reeds thans bezig zijn uit de
maatschappij zelve in aansluiting aan de
strafrechtspraa.k te ontstaan.
*«* Het is niet slechts theorie die ik hier ver
kondig. Het is werkelijkheid, die ik hier be
schrijf en die reeds in statistische gegevens
haar onaanvechtbare uitdrukking vindt. De
groote lijnen van ons toekomstig strafstelsel
zijn reeds zoo duidelijk zichtbaar in de tegen
woordige ontwikkeling daarvan, dat het bijna
ongelooflijk is, dat zij nog door zoo betrekkelijk
weinigen worden onderscheiden; onge
looflijk, dat de meesten, hetzij gebiologeerd
worden door het eenzijdig ideaal der nieuwe
Amerikaansche gevangenis, hetzij afgeleid
door maatschappelijke algemeenheden.
Ik moge u enkele cijfers en feiten geven
waarvan ik u de beteekenis nader zal uit
leggen. Zij brengen de werkzaamheid van een
onzer Rechtbanken in beeld in twee dicht
bij elkaar gelegen jaren en toonen aan hoe
zij in dit korte tijdverloop. haar stelsel wij
zigde.
Het aantal uitgesproken veroordeelingen
bedroeg in beide jaren niet ver van 500.
Daarvan waren: 1913 1920
boetes 52.6 % 64.2 %
voorwaardelijke veroordeeling 9.5
korte gevangenis (2 maanden
of minder) onvoorwaardelijk 27.2 9.7
langere gevangenis (meer dan
2 maanden) onvoorwaardel. 12.1 13.2 ,,
andere gestichtsstraffen (hech
tenis, Veenhuizen, tucht
school R. O. G.) 8.1 3.4
Dit beteekent, samengevat, het volgende.
In 1913 bedroegen boete en voorwaardelijke
veroordeeling 52.6 % van alle opgelegde
straffen, in 1920 73.7%. En in diezelfde
periode van 7 jaren verminderde dus het
mm
'lUTIS TOEZEigiH
UI
'VAN DER HOOP'
MEUBELBEWARINGEN TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
tAN HAAR LAATST
VERSCHENEN
TELEF03N
1ISTELOIJI
k. Imnpitriit
tl U ZUIB
aandeel van de vrijheidstraffen van 47.4 %
tot 26.3% van het'totaal aantal straffen.
t Wie deze cijfers overdenkt ziet daarin de
revolutie zij het niet de revolutie der
officieele"revolutionairen. De bestrijding der ge
vangenisstraf, speciaal van die van korten duur,
blijkt daaruit. Het aantal personen op wie
de pijnlijke en vernederende opsluiting werd
toegepast werd in 7 jaar tijd bijna tot de
helft 'verminderd. En toch moet men aller
minst denken, dat wij hier te doen hebben
met een verschijnsel van weekheid of senti
mentaliteit, want de cijfers wijzen uit, dat
de gevangenisstraffen van eenige beteekenis
eerder een kleine verhooging ondergingen.
Dat wil zeggen : waar het noodzakelijk wordt
geacht, wordt blijkbaar ingegrepen. En boven
dien : de boeten, die werden opgelegd in de
gevallen, waar vroeger tot korte gevangenis
straffen werd veroordeeld, werden tot hoogere
bedragen dan vroeger opgelegd (ook dit
blijkt uit de desbetreffende cijfers): ook hier
dus geen slapheid maar een verandering van
stelsel.
Wat is er nu in deze 7 jaar waarover
deze cijfers loopen gebeurd, dat de beschreven
revolutie verklaart? Twee dingen: in de
eerste plaats is de voorwaardelijke veroor
deeling ingevoerd en, vooral, de
reclasseering heeft zich ontwikkeld en heeft zoo
doende het positieve element in de ontwikkeling
gebracht, dat noodzakelijk was toen de eene
pijler van het vroegere stelsel, de gevangenis,
begon af te brokkelen. In dien tijd is in het
bedoelde arrondissement van
reclasseeringswege een heel netwerk van werkers, op
voeders, gespannen, die, tot in de kleinste
plaatsjes toe, zich namens de
reclasseeringsinstellingen belasten met de leiding der jeug
dige en volwassen wetsovertreders, die bij de
vroegere rechtsbedeeling in de gevangenis
zouden zijn terecht gekomen, maar die nu
in plaats daarvan aan hun opvoedende leiding
zijn overgegeven. Dit heele leger van plaat
selijke opvoeders werkt onder controle van
een bezoldigd particulier
reclasseerings-ambtenaar, een deskundige dus in de straf
rechterlijke opvoeding, die toeziet dat door
ieder opvoeder met tact of kracht naar gelang
het noodig is, wordt gewerkt en dat de
algemeene lijnen van dit nieuwe strafrecht (let
wel: het is nieuw strafrecht en niet maar zoo
persoonlijke goedigheid !) worden in het
oog gehouden. In 1919 stonden aldus 101
jeugdige personen, die anders allicht gestraft
zouden zijn, van Justitiewege onder
reclasseeringstoezicht en slechts 3 van dezen misdroe
gen zich opnieuw. Is dit een revolutie of niet
en is deze revolutie onpractisch of gevaar
lijk? Maar ook voor de meerderjarigen geldt
deze revolutie sinds de invoering der voor
waardelijke veroordeeling. In 1920 werden
in dat arrondissement bijna lOpCt. der ge
vangenisstraffen slechts voorwaardelijk op
gelegd en bijna in al deze gevallen heeft men
het tegenover de maatschappij en tegen de
wetsovertreders zelve niet verantwoord ge
acht hen zoo maar zonder meer met hun
voorwaardelijk vonnis te laten loopen. Bijna
al deze voorwaardelijk veroordeelden zijn
onder reclasseeringsleiding en toezicht ge
steld?en onze ervaring, gesteund
doordebuitenlandsche, leert dat op deze wijze minstens
SOpCt. terecht komt: SOpCt. dus, voor wie
de gevangenis vervangen is door een veel min
der pijnlijken, maar vee! meer doeltreffenden
maatregel.
Wat wij in de cijfers van deze ne Recht
bank aantoonden als een krachtig verschijn
sel, als een verandering van stelsel die in
korten tijd is tot stand gebracht dat staat
allerminst op zich zelf, maar dat zelfde vinden
wij, wellicht minder sterk, in de cijfers voor
ons heele land terug. De niet-revolutionaire
revolutie die daarmee beoogd wordt, heeft
dus de volgende grondslagen : zooveel moge
lijk vervanging van de gestichtsstraf door
reclasseeringsopvoeding, voorwaardelijke ver
oordeeling en door geldboete en, wanneer
wij te doen hebben met menschen, die wer
kelijk zoo wild of verwilderd zijn, dat zij
met opvoeding in de vrije maatschappij
niet in het spoor kunnen gehouden worden,
dan toepassing van de gevangenis voor
zoodanigen duur als noodig is. En voor deze
gevangenis zal dan als noodzakelijk gelden
wat door velen wordt beschouwd als de kern
van de hervorming van het strafstelsel maar
wat in het groote geheel dier hervorming
slechts het niet belangrijkste onderdeel is :
verandering van het celstelsel in een systeem
waarbij voor opvoeding dier gevangenen ruim
te is. ' N. M u L L E R.
SMIT&Co., Tailleurs
P. C. HOOFISTRAIIT 66, Engelsche Stoffen
iiiiiiiiiiiliuiiiiiliiiiiiiiiiilliiiliii
STEUNFONDSEN VOOR LET
TERKUNDIGEN
Prof. Kernkamp heeft met zijn artikel
Een Bedelbrief" een goed werk gedaan
door nog eens de aandacht te vestigen op de
hoogst onbevredigende financieele voorwaar
den waaronder onze letterkundigen hebben
te werken. De toestand is echter in zooverre
minder hopeloos dan hij in dit artikel wordt
afgeschilderd, daar de door den schrijver
wenschelijk geachte organisatie om tot verbete
ring te komen, al bestaat.
De Vereeniging van Letterkundigen bezit
al van hare oprichting af een steunfonds,
dat intusschen, daar het zijne inkomsten
voor het grootste deel moet vinden uit het
daarvoor bestemde gedeelte van de contributie
der leden van de vereeniging, slechts op be
scheiden voet uitkeeringen kan doen. Men
heeft reeds lang begrepen dat dit niet voldoen
de was en toen de abnormale en voor let
terkundigen in het bijzonder ongunstige
economische verhoudingen tengevolge van
den oorlog het gemis aan eene meer doel
treffende steunverleening nog ernstiger deden
gevoelen, is een plan uitgedacht en tot uit
voering gekomen, waardoor, beter dan tot
dusver, in den nood zou kunnen worden voor
zien. Reeds bijna twee jaar geleden werd n.l.
opgericht het Willem Kloos Fonds", eene
stichting, die zich ten doel stelt den bloei
der Nederlandsche Letterkunde te bevor
deren, speciaal door het verleenen van
financieelen steun aan hare beoefenaren. De
oprichting viel samen met den vijftigsten
verjaardag van Wiliem Kloos, en dit gaf aan
leiding aan den jubileerenden dichter te ver
zoeken zijn naam aan het Fonds te mogen
verbinden, wat goedgunstig werd toegestaan.
De beheerders van het Willem Kloos Fonds"
hebben het niet noodig geacht veel openlijke
reclame voor deze stichting te maken, van
daar dat haar bestaan blijkbaar aan Prof.
Kernkamp onbekend was gebleven. Met vol
doening kan intusschen vermeld worden, dat
de vermogende landgenooten, bij wie werd
aangeklopt, door ruime giften hunne sym
pathie toonden, zoodat het fonds geleidelijk
groeiende blijft en, naar verwacht mag
worden, spoedig het bedrag van ?
100.000.zal zijn bereikt, dat men bij de oprichting
als minimum voor oogen heeft gehad.indien het
fonds op eenigszins beteekenende wijze aan
zijne bestemming wil voldoen, daar natuurlijk
alleen de rente voor uitkeeringen wordt ge
bruikt. Het spreekt echter vanzelf dat, in
dien dit is bereikt, verdere pogingen om het
fonds te vermeerderen niet zullen worden
opgegeven ; integendeel, ook dan zal gestadige
uitbreiding dringend noodig blijven.
Het is misschien goed er op te wijzen, dat
van de beheerders van het Willem Kloos
Fonds" er enkelen tevens beheerders zijn
van het Steunfonds der Vereeniging van
Letterkundigen en ook adviseurs van de
Regeering in zake de verdeeling van de sinds
enkele jaren van Staatswege beschikbaar
gestelde gelden ter financieee ondersteuning
van letterkundigen. Dit waarborgt de, na
tuurlijk zeer gewenschte, samenwerking op
dit gebied.
lumMIIMIIMIIIHIItlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
De tegenrevolutie in Rusland is tot burger
oorlog geworden, een burgeroorlog die met
afwisselend succes voor beide partijen wordt
gevoerd. De indruk uit de, nog immer zeer
weinig betrouwbare, berichten is voor 't
oogenblik deze: de regeering is nog de sterkste
partij, heeft over het geheel het gezag nog
in handen, maar de opstandige beweging is
zoo krachtig, dat plaatselijk de
anti-bolsjewisten aan de winnende hand zijn, en daar
dit het geval schijnt op zeer ver
uiteengelegen en zeer gewichtige plaatsen van het
groote Russische rijk, blijft de toestand voor
Lenin en de zijnen hoogst precair. Het is
alsof het aan alle kanten van hun nieuw en
niet zeer hecht gefundeerd kasteel kraakt en
men voelt zich geneigd te meenen, dat al
weten zij ditmaal den storm te bezweren,
toch dit 't begin van het einde hunner
macht moet zijn.
Wat den toestand in en om Petersburg
betreft, hier schijnen beide partijen in kracht
aan elkaar gewaagd te zijn. De stad is voor
't oogenblik zeker (niet in de macht der
opstandelingen; of zij het geweest is, durven
wij niet zeggen, maar evenmin of ze wél in
de macht der regeering is. Er wordt om
haar bezit, en zeker ook in haar straten,
bloedig gevochten door groote, naar 't schijnt
goed gewapende, legermachten, waarvan de
eene haar basis heeft in Kroonstadt en geleid
wordt door kolonel Koslofski, de andere onder
Trotski's i)oogst persoonlijk bevel staat.
«Trotski heeft vór, dat hem van Moskow uit
versterkingen gezonden kunnen worden, al
s 't dan met de kans, dat de gezonden troepen
onbetrouwbaar zijn, en als 't er op aan komt
overloopen; de opstandelingen echter zijn sterk
op hun vesting-eiland en door hun macht over
de vloot. Het is een titanische strijd, waar
van de uitslag beslissend kan zijn voor
de gansche worsteling, wegens het groote
moreele effect dat de definitieve bevrijding
der eigenlijke Russische hoofdstad van 't
bolsjewistische regime ongetwijfelddoor gansch
het rijk hebben zou. En hier kan immers de
moreele factor beslissend zijn?
Twee vragen zijn bij dit alles boven alles
belangrijk. Ten eerste: is het waar, dat de
tegenrevolutie door het buitenland, d.i. dan
in 't bijzonder door Frankrijk, gesteund
wordt? Ten tweede en voornaamste: wie en
wat zijn de opstandelingen? Dat namelijk
de opstand door de Franschen gesteund
wordt, is herhaalde malen van regeeringszijde
beweerd, een bewering die misschien uitslui
tend dient als moreel propagandamiddel tegen
den opstand, omdat gelijk reeds meer
malen gebleken is steun van 't buitenland
aan anti-bolsjewistische pogingen,de regeering
krachtiger maakt, inplaats van zwakker,
waar die ook juist kan zijn, want er zijn
teekenen genoeg, dat ondanks het geringe
succes dezer pogingen, de Fransche diplomatie
daarvan niet wil afzien. De steun zou dan
natuurlijk hoofdzakelijk bestaan in leverin^
van oorlogstuig en mondvoorraad aan de
matrozen in Kroonstadt, maar 't is zeker niet
onmogelijk, dat vandaag of morgen de vloot
der geallieerden meer directe hulp gaat ver
leenen.
De tweede vraag is nog gewichtiger. Wij
noemden de opstand lingen zooeven
antibolsjewisten, maar et is zeer twijfelachtig
of die benaming juist is. Dat de matrozen
van Kroonstadt geen communisten zouden
zijn blijkt nergens uit van hen ging immers
ook de stoot tot de revolutie zelf uit en
hetzelfde geldt van de vele duizenden die de
regeering ontrouw geworden zijn. Er i-- dan
ook reeds in verscheidene berichten gezegd,
dat de opstandelingen wel om een Consti
tuante roepen, maar dat zij toch zoo mogelijk
het Radenstelsel in stand willen houden,en het
lijkt er dus veel meer op, dat de beweging is
een verzet tegen de dictatuur der zeer enkele
machthebbers in bolsjewistisch Rusland, dus
een verzet tegen autocratie en tyrannie,dan
een tegen communisme als zoodanig, zoodat
een eerlijk communist zich over haar eer zou
moeten verheugen dan bedroeven. Overigens
is er ook over deze dingen zeer weinig positiefs
te zeggen, en is 't ook zeer twijfelachtig of
de beweging, die toch vermoedelijk uitgegaan
is van de slechts negatieve leuze : tegen het
huidig bewind" reeds een positieven grondslag
heeft aangenomen. Bovendien kan het zeer
goed zijn en Lenin c.s. laten niet na te
beweren dat het inderdaad zoo is dat de
reactie zich van haar poogt meester te maken.
De reactie ligt natuurlijk nacht en dag op
de loer en wij hebben reeds met eenigen schrik
den naam van Semenof gelezen, die sinds
twee jaren burgeroorlog voert in Siberië en
in de keuze zijner middelen even weinig kies
keurig schijnt te zijn als.... nu als een over
tuigd bolsjewist.
Maar hoe dit alles zijn moge en wat er uit
den heksenketel ten slotte te voorschijn moge
komen, de macht van Lenin en Trotski wan
kelt en het schijnt toch niet heelemaal ver
zonnen te zijn, dat Lenin in Moskou redevoe
ringen gehouden heeft over groote concessies
welke de bolsjewistische regeering doen zal,
gesteld dat zij de macht behoudt.
Zooals te verwachten was, heeft de toe
passing der sancties" in Frankrijk bevredi
ging gewekt, is men in Duitschland er zeer
verontwaardigd over en zijn in Engeland de
meeningen verdeeld. Trouwens wat Frankrijk
betreft, is men dankbaar, doch nog aller
minst voldaan. Poincaróalthans laat
ganschelijk niet af en zet den strijd met de pen over
mogelijke nieuwe ^"ncties en nieuwe eis&hen
tut nog lioogeie <eiicidel<iosstdi<iig dan die in
Parijs beklonken N, voort. In OuHschland
'/Jet me:' 111 '.ie/.e puütiek oen .-'.revep na.ir
blijvende bezetting van Duitsch gebied en de
Engelsche liberale pers is diezelfde meening
toegedaan. Natuurlijk is Poiricaréniet de
Fransche regeering, maar 't is misschien veel
erger zó, dan indien hij wel de leider der
Fransche politiek was, want nu draagt hij
geen verantwoordelijkheid, moet niet schik
ken en plooien in overleg met Lloyd eorge
e.a., terwijl toch Briand gedwongen is, in
hooge mate naar zijn woorden te luisteren.
Vandaar dan dat de liberalen in Engeland
en in 't bijzonder de Britsche handelswereld,
zich steeds feller $ begint te kanten tegen
Loyd Geovge's deelgenootschap aan deze
Fransche politiek. De uitvoering der sancties
wordt als een groote domheid beschouwd :
de bezetting der Rijnsteden, omdat daardoor
meer kwaad bloed gezet wordt, maar vooral
de vijftig percents" belasting op Duitsche
export-waren, omdat die belasting opgebracht
zal worden door de Britsche koopers en on-dat
ze in vele opzichten een groote benadeeling
zijn van de Britsche handel en nijverheid,
die immers een ijverige koopster is der Duitsche
producten en die dank zij het Londensche
besluit menige reeds gesloten overeenkomst
moest te niet doen. De city" althans was
over die vijftig percent bijzonder slecht te
spreken en dat Lloyd George de wet er in
't lagerhuis zoo makkelijk doorgekregen heeft,
dankt hij slechts aan zijn getrouwe coalitie.
En wat Duitschland betreft daar schijnt
men, nu de Londensche politiek eenmaal
mislukt is en de gevreesde dwangmaatregelen
toegepast zijn, een anderen weg ingeslagen te
zijn. Wel werd von Simons in Berlijn ont
vangen me1: veel rumoer en vertoon van heilige
verontwaardiging, edoch toen de rijksdag bij
eenkwam, wist de minister weerstand te
bieden aan alle pogingen om de regeering tot
een soort van wanhoops-politiek te bewegen
b.v. om de ontwapening te weigeren, of
zich op het standpunt te plaatsen dat de
Entente het verdrag van Versailles geschon
den heeft en dus dit niet meer te erkennen, en
zoo meer zoodat de toestand thans aldus
GRIJZE HAD-JE-ME-MAAR
Waarde broeders dadaïsten
Wel dada" Is uw besluit.
Kameraden anarchisten
Wreed is zeker uw geluid.
Waarom tot een raadslid maken
Zoo een grijzen bedelaar'?
Na een poosje, levenswarsen,
Heet hij: Haddet-gij-me-maar."
Als men hem dan zeer welwillend
In den raad zijn plaatsje geeft,
Zou het wel eens kunnen blijken
Dat men meelij met hem heeft.
Want a! is die brave stumper
Veel vernedering gewoon;
En al zal hij zich niet storen
Aan wat politiek gehoon
?Zeker is het dat zijn praatje
Pijnlijk aandoet en ontroert:
Als hij met zijn zielig > kist je
In den raad obstructie voert.
Waarom dezen man gekozen
Die zich nog beleedigd voelt'1
Waarom niet een tiep" gekozen
Die niet weet wat men bed)ett?
Iemand die maar zoo wat bazelt
Even meer dan idioot,
Iemand die maar dwaze w<-orden
Uit zijn schorre keelgat stwt.
Ongelukkig zal hij wordei,
Als hij heeren-foefjes leert
Als ge, om uw doel te treffen,
Hem tot raadslid degradeert.
Met zijn humor en zijn propje
Is het dan voor goed gedaan ;
Met de lieve levensvreugde
Van zijn bedelaarsbestaan.
J. H. S P E ie N H o F F
i uiimiii IIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIMIMI iiiini«H M11111 E r 111 n
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
VGRAVENH4GE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWIJK,
UDENHOUT, LOCHEM en BORCÜLO.
Agentschappen in Indië:
BATAVIA, SOERABATA,
SEMARANG, BANDOENG, MEDAN en
WELTEYREDEN.
De beheerders van het Willem Kloos
Fonds" zijn :
Dr. P. C. Boutens, Voorzitter, Mr. l i. L
de Beaufort, Secretaris, L. Simons, 42
Prinsevinkenpark, Den Haag, Penning
meester, Jac. van Looy, Frans Mijnssen en
Ary Prins.
Ik heb mij veroorloofd het adres van on
zen penningmeester er bij te vermelden. Daai
dit stukje niet anders beoogt te zijn dan een
Post Scriptum op Prof. Kernkamp's bedel
brief" zal men mij dit, hoop ik, ten goede
willen houden.
H. L. DE BEAU
p i
is : dat Duitschland de Entente l.tat doen wat
zij verkiest en haar zelf de gevolgen wil lat, n
dragen. Blijkbaar is de regeering in Berlijn
overtuigd, dat de sancties de Entente nitt tol
haar doel, dat is het krijgen van geld, zullen
brengen en wil zij kalm afwachten lot dil
blijkt en nieuwe conferenties noodig 7ijn.
Althans dat nu nog de onderhandelingen voort
gezet zouden worden, gelijk sommigen
'erstond na de Londensche mislukking hoopu->;
en verwachtten, blijkt niet.
Nietwaar, dit schijnt een wijze on hc
.i..lilzame staatkunde? Dat zij uitvoei l>.;.:i- is en
dat op de sancties geen uitbarstiut van !mks
of van rechts is gevolgd, is een be\v;.- ,.it de
regeering meer macht bezit d;, men uit
stemmencijfers zou afleiden, en dai Duitsch
land een heel eind verder op den weg naar 't
herstel is dan een jaar geleden.
Na het vertrek der Duitschers is 'ie confe
rentie in Londen niet uiteengegaan, maar heef i
zij het oostersche vraagstuk afgedaan Li.w.z.
afgedaan in schijn, in waarheid is de oplossing
uitgesteld. Er is een zonderlinge regeling van
de quaestie-Smyrna opgesteld en we zullen nu
zien of Turken en Grieken zich daarbij neer
leggen, 't Is onwaarschijnlijk.
Tot slot: de moord op den Suaanschen
staatsman Dato schijnt een uiterlijk teeken
van innerlijke ernstige woelingen in Spanje.
In Dublin zijn, drie dagen geleden, weer zes
menschen opgehangen ! Dit zegt genoeg "ver
de rust in Ierland. J. C. VAN O v t: N
toordt door 21.OOO artsen ef
als het beste versterklngsmiddei
«oor Zjenuwen en Lichaam