Historisch Archief 1877-1940
19 Maart '21. No. 2282
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
WINTERSPORT IN AROSA
Vrouwenvermaak en Vrouwenkleeding in het hooge sneèuwgebied
Hilliliiiiliiiliiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiii
Wintersporten Arosa
jHet is een pracntige morgen ; scherp
teekenen zich de witgetopte bergen tegen
de helderblauwe lucht af ; daarboven straalt
de zon met volle kracht, zoodat we, flink
aanstappende over de krakende sneeuw, de
felle koude niet voelen. Het gaat naar de
bobsleighrennen, maar eerst moeten we
een eind het dal in; koud is het daar; streng
en somber staan er de dennen in hun donker
groen kleed als trouwe wachters. Bij de start
zijn al veel menschen ; het is er vol, de
menschen krioelen door elkaar op het smalle pad.
De bobsleighs staan al klaar, de eigenaars
kijken na, of alles wel goed in orde is; alle
talen van de wereld zijn daar te hooren.
De menschen zijn gekleed in helgekleurde
truien en mutsen, putti's, skisokken en vooral
de waterdichte sneeuwschoenen niet te vergeten,
want op een tocht naar beneden stuiven witte
wolken sneeuw omhoog, vooral als het vriest
zooals nu. Dan is het tijd. De eerste bob
rijdt voor. Aan het stuur de dame, ze neemt
plaats en probeert of het goed werkt; ja,
alles in orde. Er wordt geteld: ten, nine,
eight dan begint de heer de bob in be
weging te brengen, door hem voor- en achter
uit te trekken. Een zwaar werkje ! Heel lang
zaam komt het gevaarte, dat straks met een
suizende vaart het dal inschiet, in beweging....
three, two, one.... go ! Nog een laatste zetje,
dan pakt de heer de dame bij de schouders,
loopt nog een eindje mee en springt er dan
in volle vaart op.
Oood luck ! Good luck ! wordt hun uit vele
monden achterna geroepen ; zoo lang mogelijk
worden ze met uitgestrekte halzen nagekeken,
tot ze om de hoek verdwijnen. Zullen ze goed
door de groote bocht komen? Gemakkelijk
is dat niet, want door de geringe sneeuwval
dit jaar is de baan bij de bochten niet opge
bouwd, zoodat er aan den binnenkant flink
geremd moet worden, waardoor een paar
kostbare seconden verloren gaan. Ook bij
de Grosze Kurve staan vele toeschouwers.
Daar komt een bob aan in volle vaart, een
eind voor de bocht, de dame vooraan roept
,,brake", de bremser achteraan drukt de
ijzeren rempinnen naar beneden ; ab" klinkt
het weer, en de bob gaat goed door de
bocht. Op het rechte eind, dat dan volg4,
moet er gebobt worden, om meer vaart te
maken, door regelmatig het bovenlijf naar
voren en achteren te brengen op het eentonig
geroep van den bremser, one-two, bob !"
Zonder ongevallen komen allen beneden ; de
Kurdirector komt achteraan op zijn sleetje,
ten teeken dat de baan vrij is. Daarna ver
dringen allen zich in Rütihof om met heete melk
en grocjes de kou te verdrijven, en na de
prijsttitdeeling gaan allen met de bergbaan weer
naar bover.
Op een andere dag zijn erSchweizerschlitten
renne(n vanaf Pratschli, een hopggelegen
hotel ; we gaan staan op een vlak eind, waar
niet gesleed kan worden. De toeschouwers
hebben zelf hun sleetje achter zich aan om
hoog getrokken, om na afloop weer gauw be
neden te zijn. Daar komt de eerste aan, hevig
prikkend met zijn gepunte stokjes, maar alle
inspanning is tevergeefs, de weg is vlak, hij
staat. Wat nu ! Dan maar trekken ; haastig
het touwtje gegrepen en het op een loopen
gezet; al heel gauw ligt het sleetje omver door
een oneffenheid op de weg ; omgekeerd, recht
gezet en weer hollen, telkens rolt de slee om,
totd?t eindelijk de helling bereikt is ; een
tweede verschijnt om de hoek ; het is een
fransch meisje, ze staat stil, springt op en
neemtfzonder beraad het sleetje over haar
schouder, kort en bondig. Dan een heele
dikke heer, die bijna niet meer voortkan, het
is haast om medelijden mee te krijgen. De
vlugste van allen is een klein jongetje, die
achter zijn sleetje loopt en zich er telkens voor
over op gooit, totdat zijn vaart uitgeput is.
De gevaarlijkste, maar de mooiste sport is
hetskiën.Alvroegin de morgen gaan de
sportslui naar boven, klap, klap, gaat het op de
sneeuw; met stokken houden ze zich ^egen,
het is vermoeiend, want aldoor glijden ze
terug. Maar boven gekomen wacht hen de
belooning ; door de hooge rulle sneeuw glijden
ze naar beneden ; zij, die het goed kunnen met
groote sprongen of zigzag. Ze komen op plaat
sen, die voor geen ander bereikbaar zijn, want
hoog ligt de sneeuw en wegen zijn er niet ge
baand.
Op een middag is er wedstrijd in het sprin
gen ; van hout is een staketsel gemaakt
tegen de helling en daarop een laag sneeuw
gelegd. Achter een koehut gaan ze af. Wij
staan op de Tschuggen, een berghelling, en
hebben het uitzicht over de geheele kom van
het dal. Ze komen aanglijden, staan een
ondeelbaar oogenblik stil op de rand, gooien
hun stokken achter zich, zwaaien een paar
maal met hun armen en verdwijnen dan in
de diepte. Een enkele komt maar op zijn
skiën terecht; de meesten echter komen in
een wolk van sneeuw beneden, een ware
chaos van armen, beenen en skis onder
groote hilariteit van het publiek.
Ten slotte nog iets over de dameskleeding.
Het dragen van rokken is onmogelijk in de
hooge sneeuw, de donkere stoffen pantalon
vervangt deze. Die pantalon is echter van
zeer vele dames te wijd en te dik. Dit staat
zeer onaesthetisch. Een Engelsche dame had
een bijzonder net pakje aan. Over de pantalon
werd een lang fluweelen manteltje gedragen,
waaronder het kokette broekje met lintjes
aan de knieën guitig te voorschijn kwam.
W J L L Y Z.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIII
Een Koloniale school voor Meisjes
(Ingezonden)
Het is prettig dat men nu in Holland ein
delijk ook komt tot de meening dat men jonge
vrouwen niet onvoorbereid naar Indië mag
laten gaan, dat men haar van te voren moet
opvoeden voor de nieuwe taak die haar
wacht.
Maar toch heb ik gedacht aan beminnelijk
dilettantisme toen ik de artikelen las door de
voorstandsters dier school geschreven. En
om de groote woorden door haar gebruikt,
heb ik gelachen. Natuurlijk is het waarheid
dat een vrouw in Indië voor gansch andere
toestanden komt te staan, maar dat daardoor
zoovele gezinslevens mislukken is onwaar.
ledereen kan begrijpen dat de Hollandsche
huisvrouw, vooral in het begin, in Indië, met
hulpelooze handen staat, evengoed als de vol
maaktste Indische huisvrouw dat hier in
Holland doet. Nu wil men op de Koloniale
School bedienden uit Indië brengen opdat men
zal kunnen leeren wennen aan de vreemde
omgeving door het kunnen omgaan met de
bedienden. Mag ik dan vragen : welke be
dienden?
Heeft men dan nooit gehoord van over
plaatsingen in Indië, waarbij men vandaag
in een uithoek van Borneo zit en morgen op
Java? Of ergens-op een plaatsje op Sumatra.
Moeten de vrouwen wier echtgenooten nood
zakelijkerwijs overgeplaatst worden (men
moet ieder toch eens een kansje gunnen om
tijdelijk zich weer te verfrisschen op een groote
plaats) moeten die, vraag ik, dan alle
inheemsche talen kennen? Een opgaaf die niet
te vervullen is.
Kan men bovendien werkelijk op een school
al de verschillen in klimaat en leven in
Nederlandsch-Indië onderwijzen? Is daar nu in ernst
een antwoord op noodig? Doch zelfs al was
het mogelijk al de verschillende rassen door
enkele vertegenwoordigers op een school te
brengen, was dan alles in orde?
Het is een ellende dien eersten tijd in Indië.
Je voelt hoe de bedienden speculeeren op je
onmacht zich in hun taal verstaanbaar te
maken, hoe ze probeeren je de onmogelijkste
dingen wijs te maken, zoo brutaal mogelijk
je vleesch stelen om dan met een ijskoud ge
richt je in Hoog-Maleisch te vertellen dat de
kat het weg genomen heeft.
Maar dat duurt niet lang. Want je weet dat
cf voor je zelf [heel veel van afhangt
om spoedig te toonen dat ge te
pienter bent om hun leugens als waarheid aan
te nemen. En al heel gauw ken je voldoende
Maleisch om hun te doen merken, dat ze geen
loopje met je kunnen nemen.
Doch dan komt het andere, het ergste :
willen de leerlingen van de Koloniale School
iets klaarmaken, och dan kunnen ze even om
het noodige telefoneeren, of het desnoods
koopen in een winkel heel dicht bij. Alle
ingrediënten die benoodigd zijn, men kan
ze bekomen. Heerlijk sappig vleesch, lekkere
boter, gist, enfin maak het lijstje zelf maar
langer. Maar zoo gaat het in Indië niet. Wij
moeten een dag te voren ons vleesch bestellen,
zijn we eens een keer niet thuis, dan hebben we
den volgenden dag geen vleesch. Telefonee
ren? Zeker, dat kan men doen, dan komt er
een meesterknecht, aan het toestel, wij noe
men hem mandoer. Hij zegt op al ons bestellen,
saja, en saja en nog eens saja. Dat saja
beteekent Uw onderdanige dienaar." Be
leefd wat? Maar den volgenden dag krijgt u
toch geen vleesch. De ,,onderdanige dienaar"
heeft u niet begrepen zegt hij na uw klacht.
Hij heeft dat natuurlijk wel, maar het is een
heerlijk uit vlucht je voor het laksche vergeten
van uw bestelling op te schrijven. Of er dan
in zulke zaken geen Europeanen zijn? Zeker
mevrouw, maar u is heel knap om die aan de
telefoon te krijgen. Dat is hun stand niet,
begrijpt u? Doch we zijn wél thuis geweest en
we nebben de biefstuk" die we besteld
hebben gekregen. Vooral in het begin staan
we met wanhopige gezichten naar het ge
zonden vleesch te kijken. Is dat haas, biefstuk,
rosbeef? Wat we ook bestellen we krijgen
altijd hetzelfde. In welke slagerij u ook gaat.
En nu moet dat het geheim van elke goede
huisvrouw worden om van dat pezig stuk
iets eetbaars klaar te maken. Een groot geluk
is dan voor ons de nabuurschap van een dame
die in Indië geboren is of die er langen tijd
vertoefd heeft.
Waar, in welk gedeelte van Nederland,
moet men 's morgens het vleesch in soja en
azijn leggen om het na een paar uur te kunnen
zouten en peperen? Waar wikkelt men het
in een blad om het murw te maken? Het is n
kleinigheid uit ons leven daar, ik zou er u o,
zooveel kunnen noemen, indien de ruimte
het toeliet. Kunt ge hier een Indische keuken
importeeren? Indien gij inlandsche menschen
hier naamt dan zouden ze in onze keuken
alles netjes op den aanrecht schoon maken.
In Indië echter zouden ze gemoedelijk hurken,
uw vruchten, groenten, enz. klaar maken ter
wijl ze op den grond zitten. Dat kunt ge ze niet
afleeren. Groenten? Och als we den eersten
tijd die zien dan weten we er geen raad mee.
Met goeden wil echter en luisterende naar den
raad van anderen weer, zijn we ook later
daarmee bekend. Maar het is ongelooflijk
voor de Hollandsche huisvrouw als wij haar
zouden vertellen welke kunstgrepen door ons
daarbij te pas moeten worden gebracht.
Dat kunnen wij in Holland nimmer leeren.
Dat doet alleen de onverbiddelijke nood
zakelijkheid.
Dit alles is nu op het gebied van huishou
ding. Met kinderverzorging is het eveneens.
Mijn kindje heeft maanden in Indië waar ik
op Batavia woonde zonder de minste kleertjes
in haar mandje gelegen, alleen natuurlijk het
luiertje. Maar ik heb ook moeders gekend die
voor haar baby Hollandsche luierbroekjes
Miiiiiii ui iimiiifiiiiiiiiiiiiiiiiitiii in ifiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiii iiiMiiiimiM in iiiiin
BREDERODE
Nu Hofdijk en Van Lennep, Walter Scott
en onze eigen jeugd zoo ver achter ons liggen,
hebben burchten en ruïnen veel van hun pres
tige verloren. Onze romantiek zoekt andere
velden. Wanneer ik veertig jaar terug denk,
dan zie ik de ruïne van Brederode veel grooter
dan thans. Toch heeft men er in dien tijd een
nieuw dak op getimmerd. Maar de omgeving
is er op ingedrongen. Het Provinciaal Zieken
huis, voorheen Meerenberg, kijkt over den
ouden burchttoren heen, die zich verbergt
achter de hoog opgeschoten boomen van den
slotwal. Mettertijd komen er nog meer huizen
en huisjes en als binnenkort de Kennemer
Tuinstad zich gevormd heeft van Vogelen
zang tot Velzen, wordt het oude reliek nog
plat gedrukt tegen den duinkant.
Misschien zou er heelemaal niets meer van
zijn overgebleven, indien het Rijk de ruïne
niet had aangekocht als historisch monument.
Veel historie zit er wel is waar niet aan vast,
maar traditie en schilderachtigheid spraken
hier een woordje mee en de zaak werd be
klonken. Ongelukkig was dat in een tijd toen
Kunst en dergelijke nog maar pas
regeeringszaak waren en zoo gebeurde het dan, dat
Brederode's bezit nu eens niet met breede
roeden" werd uitgemeten, maar beperkt
bleef tot het kleinst mogelijke, juist zooals dat
in Drente gebeurd is met de hunebedden.
Gelukkig echter hebben in den laatsten tijd
de Zaken der Regeering een veel wijder
vlucht genomen, zoodat ik altijd nog durf
hopen,dat bij de uitbreiding van de Kennemer
Tuinstad gelegenheid gevonden zal worden
voor de stichting van het Natuur-Historisch
park Brederode. Van Provinciale Staten van
Noord-Holland koester ik in dit opzicht de
beste verwachtingen.
De ruïne met haar omgeving vormt wer
kelijk een der mooiste en meest onderhoudende
landschappen van Holland. Er is weinig aan
geknoeid, dank zij het groot-grondbezit.
Het hooge duin van de Blauwe Trappen
schijnt een baak te zijn voor de vogels, een
verzamelplaats voor overwinteraars, een weg
wijzer voor de trekkers. De ruïne zelf met zijn
schuilhoeken, boomen, struweel, grachten,
oevervegetatie lijkt soms een voliere en wan
neer ge eens een zonnigen morgen in April
doorbrengt op den torentrans, kunt ge bij goed
weer en met eenig geluk een groot deel van
de vogels van Holland te zien en te hooren
krijgen. Er huizen altijd eenige paren
kerkuilen en steenuiltjes, een partij kauwtjei
behoort tot de vaste bewoners. In de klimop
en in het struweel wonen merel, zanglijster,
roodstaartje, heggemusch, winterkoning, vink,
groenvink, braamsluiper, tuinfluiter tjiftajf,
spotvogel en vliegenvanger. In de gracht nes
telen ieder jaar de waterhoentjes in enkele
paren en ze overwinteren er in troepen. In
't weiland rondom is het altijd druk van
kievitten en grutto's, leeuwerikken, piepers en
kwikstaartjes. Wulpen vliegen heen en weer
van 't duin naar het weiland en van den
binnenduinrand schalt inMei nachtegalenzang
en hooren we nu vooral de boomleeuwerik.
Diezelfde duinrand, de woudrijke oosthelling
van de Blauwe Trappen, is ook een bekend ver
blijf van den nachtzwaluw en in de duindoorns
huizen er kneutjes en grasmusschen die ook
vaak zingend komen overvliegen. Vaak jaagt
de torenvalk %boven het weiland op muizen
of komt de sperwer, die soms in het duin
broedt, zijn slag slaan onder de kleine vo
geltjes.
De glorie van de ruïne is de Muurbloem.
Veertig jaar geleden liep je vrij rond over
alle muren en wallen en menig maal hebben
we toen onzen nek gewaagd, om ze te plukken.
Aan de mogelijkheid van uitroeien dacht toen
niemand en de planten hebben de mishandeling
van de ruwe tijden dan ook nog net overleefd.
Sedert er bewakers op de ruïne zijn, is de
begroeiing weer toegenomen even goed als
de vogelbevolking is vermeerderd. Deze
muurbloem groeit in het wild langs de
Middellandsche zee en is al in de Middeleeuwen in
kloostertuinen en burchttuinen noordwaarts
genoodig hadden, wollen goed. Het
klimaatverschil is in Indië zoo groot. Men kan daarvoor
geen voorschriften geven, dat past zich allea
aan aan de plaats waar men is.
Of er dan niets te leeren zou zijn voor de
vrouw die naar Indiégaat? Hél vél. Laat
K haar kleeren leeren maken, misschien
wordt ze ergens geplaatst waar geen
Europeesche naaisters zijn, laat ze een strik kunnen
leggen om een hoed, leer ze verbandleer,
ziekenverpleging. Een kapotte knie, door uw
jongen gevallen, bij zijn spelen, ziet er in
Indië net eender uit als in Holland, de tandjes
worden precies eender uitgetrokken. En voor
die dingen hebt ge toch geen aparte Koloniale
School noodig? Kunt ge die kennis in Holland
ontberen? Dat moet elk meisje onderwezen
worden op school. Het moest verplichtend
zijn voor het opgroeiende meisje om lessen
in ziekenverpleging, verbandleer bij te wonen
Het is een mooi ding voor lke vrouw, waar
zij zich ook bevindt, om dat te kennen.
En nu kom ik aan de zware beschuldiging
dat zooveel gezinslevens in Indië mislukken.
Men moet f absoluut onwetend f brutaal
zijn om dit te durven zeggen. Ik houd het dus
op het eerste. Mislukken er werkelijk zooveel
gezinnen in Indië? Zou ik hierop niet kunnen
volstaan met de vraag : in Holland geen een?
Dat zou misschien een goedkoope aardigheid
zijn, waarvoor hier het onderwerp echter te
ernstig is. Ja, er mislukken veel gezinnen,
even goed als hier. Maar dit wil ik u wel zeggen
niet door onvoldoende kennis van het huis
houden. Onze bedienden daar zijn meestal
zoo gewillig, vinden het vaak veel prettiger
een mevrouw te hebben die absoluut niets aan
haar huishouding doet dan een die hen den
geheelen dag narijdt. Baboe heeft het veel
makkelijker als ze nonnie of sinjo gedurig zijn
bordje rijst na mag dragen, hem telkens een
hap eten met haar vingers in zijn mondje mag
duwen dan indien ze een meesteres heef^ die
van haar zindelijkheid eischt, die haar dwingt
met haar kind om te gaan op Europeesche
wijze. Kokkie vindt het veel knusser als ze
denhuisjongenof den kebon (tuinman) bij zich
in de keuken kan nemen, hem aardappelen,
vruchten laat schillen, dan indien ze haar
leven niet zeker is, doordat mevrouw's
slofjes zoo verraderlijk telkens aanklepperen,
een wakend oog gehouden wordt op zindelijke
Europeesche bereiding. In het eerste gezin
heeft de huisvrouw geen klachten tegen haat
man als die vermoeid van zijn kantoor thuis
komt. Daar gaat het goed.
Het is niet de huiselijke gang van zaken die
het hunfelijk daar kwaad doet. Het is veelal den
drang naar genot die daar de Europeesche
vrouw aangrijpt en waaraan ze zoo voldoen
kan. Het is het luxeuse leven dat bij de meeste
steeds meer verlangen daarnaar doet ontwaken
Het is het willen bezitten van een auto, van
een mooie japon, van nietsjes, die toch zoo veel
voor vrouwen beteekenen, het kunnen gaan
naar plaatsen waar ze die kan ten
toonstellen, waar ze weet benijd te worden, ook naar
daar waar zij ze kan bekomen. De vrouw die
het zich heusch niet zoo moeilijk in haar huis
houding den gansenen dag gemaakt heeft,
wil er 's avonds uit, verlangt naar dansen,
naar een bioscoop, naar het meedoen aan
liefhebberijcomedies, met onderling dien vrijen
omgang van medespelenden. Het is de vrouw
die vatbaar is voor jalousie als een andere,
een kennis van haar meer luxe heeft, die het
haar man lastig maakt, hem aanzet tot specu
leeren, hem vaak ongelukkig daardoor doet
worden. Die het zoekt en vindt bij den
ongetrouwden man die het wel aardig vindt, als
verandering voor de inlandsche waarmee hij
altijd genoegen moet nemen, een pur sang
Europeesche eens te hebben, te meer daar hij
dan zonder verplichting blijft wijl ze immers
getrouwd is?
Zeker, eerlijk, er mislukken vele huwelijken
in Indië, maar door oorzaken waartegen geen
Koloniale school middelen kan geven. En in
den korten tijd dat ik weer in Holland was
heb ik genoeg gezien om te kunnen zeggen,
dat gebeurt hier ook. Terwijl ze dan hier nog
niet het excuus hebben, dat gezocht is wel is
waar, dat ze niet wisten wat met haar dagen
aan te vangen.
Er mislukken ook andere huwelijken : die,
waarin de vrouw zich maar niet kan aanpassen
aan haar omgeving, die onvruchtbaar blijven,
verlangen naar Holland, die de warmte haten,
die niets goeds willen zien daar in het andere
land, die haar mannen ongedurig maken door
haar voortdurende tobberigheid, waardoor
deze gaan kijken naar lieve vroolijke, gezel
lige fuifvrouvtjes. Maar ook hier bestaat dat.
Of weet gij hier geen mannen van vervelende
zeurvrouwen die den dag omtobben in zorg
voor een paar gemorste kruimels, een tijdig
zetten van koffie en thee, die hun vreugde
uren zoeken bij o zoo weinig degelijke vrou
wen, maar waarbij ze toch een korten tijd
genot en afleiding vinden ? Richten ze voor
zulken hier een school op tot bescherming van
het gezinsleven? Onzin. Maar waarom moet
Indië dat verwijt weer toegevoegd worden.
Geef de vrouw in haar jeugd een opvoeding
waarvan ze later zal kunnen profiteeren, gooi
die onnutte stoplap in een hoek, leer haar
praktisch kousen stoppen, verstellen, een jurk,
een blouse maken, een goed verband leggen,
niet bang zijn voor een bengelend tandje,
waarmee de meeste vrouwen zoo gaarne haar
kind half huilend naar vader zenden.
Dan hebt ge k voor de aanstaande In
dische vrouw gedaan wat ge kon. Wat ge nu
van plan zijt is duur, onnoodig en toch onvol
doende.
GERDA C. VAN DER HORS T-V A N
DOORN
/. S. MEUWSEN, Hofleverancier, A'DAM?R'DAM
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
TRIPLE SEC. GDMBIER"
Importépar SCHMITZ & Co.,Utrecht
CRÈME? BERUTE
DE CHRHBfl
Navigatie en Mooi-Nederlani
DE ELITE-SIGARENMERKEN [
l
Verkrijgbaar bij de voornaamste winkeliers
Fabr.: Firma tlPPiRD i POÏI ? liel
MEN HAAfi
VARMOND
komen,eigenlijk den Rijn afgezakt en zoo von
den wij haar dan ook in Nijmegen, Wijk bij
Duurstede, Utrecht en nog hier en daar. Het
is een rotsplant met een zeer bestendig
worstelstelsel en houtige stengels ; eigenlijk een
echte heester. De kleine, dicht geplaatste
blaadjes zijn uitstekend bestand tegen be
straling en verdroging en de bloei is zoo rijk
als wij dat van de familie der kruisbloemen
gewoon zijn. Zoo is dan onze oude ruïne in
April en Mei prachtig versierd met grijsgroen en
oranje en het lijkt mij altijd passend, wanneer
het mooie oranjetipvlindertje op de geurige
bloemen komt om honig. Ik heb er ai vaak op
geloerd of het wijfje, dat geen oranje
vleugeltoppen heeft, maar zeer veel lijkt op een klein
witje, ook soms haar eitjes afzet op de
bloemsteeltjes, maar ik heb haar nog niet kunnen
betrappen. Wel beneden ,op de lookraket.
Van den slottuin zelf is niets meer te zien,
maar wel vindt ge in de buurt nog planten,
die er waarschijnlijk uit ontsnapt zijn. Het
stukje bosch vlak rechts van de weg, die naar
Velserend leidt, staat vol met berelook, die in
Mei bloeit met helder witte schermen en van
Vogelenzang tot Velsen nog op menige plaats
is te vinden. Ook is de binnenrand van de
Blauwe Trappen nog altijd de voornaamste
groeiplaats van de Pijpbloem, Aristolochia
clematitis, ook een echte kloosterling. Daar
staat het ook vol met lelietjes van dalen en
met een echt, oorspronkelijk boschplantje,
een ongeloofelijk sierlijk dingetje dat wel een
afzonderlijke bespreking verdient, het
Muskuskruid met zijn groene bloempjes, nu nog
een van de meest algemeene planten in
Kennemerland overal waar de boschgrond maar
ongemoeid is gelaten.
Als mijn leerlingen in Amsterdam vragen
naar een plek, waar je op ,ecn voorjaarsdag
eens heel veel moois kunt zien, dan noem ik in
de eerste plaats nog altijd de Ruïne van
Brederodc en haar omgeving. Ik hoop maar, dat
ik dat tot het eind van mijn carrière zal
kunnen blijven doen.
J A c. P. T n i j s s E
l MOERHEIM"geeft adviezen f
l jjlviOLRrltlM maakt begrootingen f
f MOER HE l M "ontwerpt plannen f
i?MOERHEIM"legt tuinen aan f
MOERHEIM" I
i DEDEMSVAARTl
TMIIIIIllllllllllIllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIII»?