Historisch Archief 1877-1940
BP. 2883
Zaterdag 26 M a i r t
1°. 1921
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL, Dr. G. NOLST TREN1TÉen H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.50 Abonn. loopen per jaar [ | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam | | Advertentiën t O 75 per regel plus 20 cent disposltiekostcn (
Bericht
Door da met 1 April vermeerderde
frankeer kost* n wordt de abonnements
prijs van ons blad met 50 cent per
jaar verhoogd. Over de varhooging over
1921 (40 cent) wordt in Juli tegelijk
met de abonnements-kwitantie beschikt.
De uitgevers,
VAN HOLKEMA & WARENDORF.
iimii.mi mmimiiuim
bi'.'i-jo: 1. Duitschland's schuld aan den
oorlog, door Prof. Dr. O. W. Kernkamp
-Tijdgenooten : Cecil Rhodes, door Dr. W. O.
C. Byvanck. 2. Danse Macabre in 't
oosten, teekening van Jordaan Over
geldboete, door Mr. N. Muller - Krekelzang,
door J. H. Speenhoff Buitenl. Overzicht,
door Prof. Mr. J. C. van Oven. 3.
SingSing, door Prof. Ir. D. Dresden - Het
Roode Lampje ; Het Christendom in Japan,
door Dr. Frederik van Eeden. 5. Voor
Vrouwen (red. Elis. M. Rogge): Florence
Barclay f.- door Louise Snitslaar - Een
vrouwelijk congreslid in de Ver. Staten, door
M. A. v. H. Voor hen die met kinderen
omgaan, door A. H. Loeff?Bokma Uit
de Natuur: Door de weiden, door Jac. P.
Thijsse - 7. Bouwkunst: Berlage's Museum in
den Haag, door H. J. M. Walenkamp Cz.
Schilderkunstkroniek, door A. Plasschaert.
S. Muziek in de Hoofdstad, door H. J. den
Hertog - Finantiën en Economie, door J. D.
Santilhano Dram. Kroniek, door Top Naeff
Paschen,teekening vanOeorgev.Raemdonck
!0. Uit het Kladschrift van Jantje
RuizeRijm ; Charivaria, door Charivarius. 't
Schietgat, door Melis Stoke. Onze Puzzle.
11, De Candidaten voorden Gemeente
raad, teekening van Joh. Braakensiek.
Damrubriek, red. K- C. de Jonge. De
Schipbreukeling, door Elis. Rutgers, met
houtsnede van Daan de Vries. Bijvoegsel:
Bij de oprichting van de vereeniging Neder
land -Dtiitschland, teekening van Joh. Braa
kensiek.
IIIMIIIIIIIIIIIII' Illlllllllllllllllltllllllllllllllllllttlllll
DUITSCHLAND'S SCHULD
AAN DEN OORLOG
II
Bij het stellen van de vraag naar de
.-diuld aan den oorlog kan men tweeër
lei doel nastreven.
Men kan een antwoord zoeken op
de vraag : hoe is de begripswereld ont
staan, die den oorlog heeft gebaard?
hoe is liet mogelijk geweest dat in
onzen tijd,strijd van belangen is beslecht
door geweld in plaats van door recht,
en dat de volkeren dit gedoogd hebben?
Zóopgevat, kan de vraag naar' de
schuld aan den^ oorlog alleen worden
beantwoord door het onderzoek van
het verleden. En niet slechts door het
onderzoek van het allerjongste verleden,
maar van de geschiedenis der laatste
vijftig of honderd jaren.
Het begrip schuld" valt dan al
spoedig weg. Men heeft dan slechts
oog voor oorzaken en gevolgen. De
machthebbers, die in den zomer van
1914 over het lot der wereld schenen te
kunnen heerschen, blijken dan in hunne
beslissingen en handelingen gebonden te
zijn geweest. Gebonden door begrippen
en machtsverhoudingen, die zij zelf
niet hadden geschapen.
Gewoonlijk stelt men zich echter,
bij het spreken over de schuldvraag, op
een standpunt vanwaar men een kleiner
veld overziet.
Men neemt dan de begrippen en de
toestanden van den zomer van 1914
als gegeven aan, en vraagt : welke mo
gendheid is het meest aansprakelijk t?
stellen, niet voor de denkbeelden, die
toen golden-over den oorlog als voort
zetting van het werk der diplomaten,
ook niet. voor de machtsgroepeering,
waarin toen de groote mogendheden
tegenover elkaar stonden en die, bij het
uitbreken van een oorlog waarin n
hunner was betrokken, een algemeenen
oorlog bijna onvermijdelijk maakte,
maar voor het naakte feit, dat die
oorlog flT den zomer van 1919 is uitge
broken?
Buskruit lag er toen in groote hoe
veelheid opgestapeld, zoowel figuurlijk
genomen : in de wereld der ideeën,
als in meer letterlijken zin : de
materieele gereedheid ten oorlog der twee
groepen van Europeesche mogendheden.
Wie wierp de lont in het" kruit? of
wie bracht althans de lont zoo dicht
daarbij, dat -hij, zooal niet uit opzet.
dan toch wegens roekeloosheid aan
sprakelijk moet worden gesteld voor
de ontploffing?
Zoowel over de breeder opgevatte als
Over de enger beperkte vraag heb ik
vroeger reeds mijne meening uitge
sproken. In ,,De tragedie der historie"
en Kaïitsky's boek over liet ontstaan
van den oorlog" (Vragen des Tijds,
April 1919 en Januari 1920). De vorige
week heb ik hier de reden genoemd,
waarom er thans aanleiding bestaat,
de schuldvraag in engeren zin opnieuw
aan de orde te stellen.
Mijne meening daarover is niet ge
wijzigd door de kennisneming van
nieuwe geschriften over dit onderwerp.
Nog altijd houd ik het er voor, dat op
Duitschland de grootste verantwoor
delijkheid rust.
Sedert de openbaarmaking der
oft'icieele Oostenrijksche en Duitsche docu
menten staat het vast, dat Oostenrijk
oorlog heeft gezocht met Servië.
Evenzeer staat het vast, dat Duitsch
land het daarvoor een blanco-vohnacht
heeft gegeven. Ik geloof niet, dat
iemand deze beide feiten thans nog
zal willen ontkennen.
Indien de oorlog tusschen Oostenrijk
en Servië gelocaliseerd" had kunnen
blijven, d.w.z. indien Rusland niet
partij had gekozen voor Servië, zou
Oostenrijk de hulp van zijn bondgenoot
niet noodig hebben gehad. Met Servië
kon het alleen wel afrekenen.
Maar van den beginne af heeft men,
zoowel in Oostenrijk als in Duitschland,
de mogelijkheid verondersteld, dat
Rusland liet op zou nemen voor Servië.
Gehoopt heeft men dit niet. De bedoe
ling was het niet, een Europeeschen
oorlog uit te lokken. Zoowel aan Oos
tenrijk als aan Duitschland zou het
liever zijn geweest, wanneer Rusland
aan Oostenrijk vrij spe! had gelaten.
Maar en hierop moet de nadruk
vallen het was met aan te nemen.
dat Rusland zich buiten de quaestie
zou houden. Er pleitten veel meer
redenen voor, dat Rusland de partij
van Servië zou kiezen, dan er waren om
aante nemen,dat hetonzijdigzoublijven.
Duitschland en Oostenrijk hadden
ook niet het recht, Rusland er een ver
wijt van te maken, zoo het zich
achter Servië stelde. Hunne staats
lieden zouden niet anders gehandeld
hebben, indien zij in de plaats van de
Russische hadden gestaan. Oostenrijk's
belang eischte, dat Servië niet alleen
werd getuchtigd, maar ook verkleind,
en dat de situatie op het Balkan
schiereiland, die na den vrede van
Boekarest (1913) was ontstaan, ten
nadeele van Servië werd gewijzigd.
Rusland's belang eischte, dat dit
streven van Oostenrijk werd tegenge
gaan.
In de oorlogsverklaring van Oosten
rijk aan Servië lag daarom opgesloten :
het uitbreken van een Europeeschen
oorlog. De kans daarop was althans
zógroot, dat alleen het aanvaarden
van die kans de centrale mogendheden
met de grootste schuld aan den oorlog
belast.
De centrale mogendheden want
Oostenrijk vermocht niets zonder
Duitschland.
De gedragslijn van de Oostenrijk
sche staatslieden is misdadig roekeloos
geweest ; er zijn geen woorden fel
genoeg om die te striemen. Maar roe
keloos ais zij waren, de machthebbers
in Oostenrijk zouden bakzeil hebben
moeten halen, indien Duitschland hun
dit had geboden.
Reeds vroeger hadden zij oorlog met
Servië willen zoeken : in November en
December 1912, gedurende den eersten
Balkan-oorlog ; ook in 1913, bij het
sluiten van den vrede van Boekarest.
Beide malen had Duitschland hen ge
noodzaakt om in te binden.
In den zomer van 191-1 liet Duitsch
land vrij spel aan de Oostenrijksche
politiek tegenover Servië ? toen
overllllllllllllllfllln millllliuniii iiiimiimiHiiiiiiiiiiMiilllll
lllllllllltlllllMlllllllMllttllllltlllMMIIIIlmlIIIIIIIIIMIIIImlIIIIIHMIIIIIIHIIIIIIII
CECIL RHODES
(1853?1902)
IV
be Britbche Zuid-Afrikaansche Compagnie,
gevestt'1 onder koninklijk Charter, had een
kapitaal van n millioen pond, verdeeld in
aaudeelen van n pond. De inschrijving
was met enthousiasme geschied.
Men wist toch dat Rhodes zelf en de de
I5eers-compagnie groote posten van
aandeelen bezaten.... Maar ook zonder die kennis,
het onbekende, uit de verte beschreven, land
bezat een groote aantrekkingskracht.
Het veld" op de hoogvlakte van
Mashonaland heette een weidestreek, driemaal zoo
groot als Engeland en door haar klimaat
bijzonder geschikt voor Europeesche kolo
nisten. Riffen doorkruisten het welke de
kostbaarste metalen bevatten; men had
maar even te delven en het goud lachte u
toe.
Selous, de beste kenner van Afrika's bin
nenlanden, zond berichten aan de Times die
de menschen deden watertanden, en de Times
in haar leaders streefde Virgilius op zij in
het schilderen van een bucolisch Eldorado,
waar de oogst van allerlei graansoorten uit
den grond sprong alsof het hun een pleizier
was het licht te zien, terwijl het vee, vreedzaam
grazer.'! Man de oevers \\--e rivieren, van vet
glariiJ:- e<i .,een fatuleuze rijkdom" van edele
mirkra'en <'in horizon van het landschap
vergülJ".
Hi- ,-, iiti- de Bntten die werden opgeroepen
de pioiiioi.s in dat maagdelijk land te zijn.
????.(',> dames namen schuchter een enkel
aani. ?-! om de vergaderingen der Compagnie
te },,'iinen bijwonen, maar de koetsiers van
de omnibussen spraken luid hun goede mee
ning ui(, Hr;.->des' naam was in ieders mond
Rhodes had de verwachtingen van de
menschen goed te maken.
Wat nam hij al niet op zich in het jaar 1890,
toen de expeditie naar Mashonaland in be
weging kwam ! Hij was zoo graag meegegaan,
hij hield van de tochten over het veld, zij
verschaften hem nieuwe ingevingen, maar hij
werd in de Kaapstad teruggehouden. Lid van
het Kaapsche Parlement, had hij eerst de
zittingen verwaarloosd, nu echter was het
noodig geworden dat hij de hand overal goed
bij de zaken hield, want de Kaapkoionie
was de basis van Zuid-Afrika. Hij was, na
een kabinetscrisis, eerste minister van de
kolonie geworden. Zijn bedoeling : den
Afrikaanderbond en het oud-Kaapsche element
van Hollandschen oorsprong met de Engelschen
te doen samenwerken. Dat vatte hij op als
zijn taak voor het werelddeel. Arbeid lag
dus voor hem in de Kaapstad.
Evenals in Londen.
Telkens moest hij daarheen om in aanraking
te blijven met de stemming der hoofdstad
van het wereldrijk. Hij kon zich niet bepalen
tot Mashonaland, ofschoon zijn hart bij de
voortrekkers verkeerde. Toen de tijding tot
hem kwam dat de expeditie de plaats had
bereikt, waar de hoofdstad, Salisbury, zou
worden gevestigd, riep hij uit, hij die anders
waarlijk niet uitbundig mag worden genoemd :
Dit is de gelukkigste dag van mijn leven !"
rootscheeps had Rhodes den tocht naar
het nieuwe gebied niet kunnen inrichten.
Hem werd voorgerekend dat ten minste
2500 man noodig zouden zijn ter bescherming
van de marsch daarheen en van het eerste
verblijf. De kosten nu beliepen een half millioen
pond; dat was de helft van het kapitaal der
Compagnie. Totale verslagenheid van Cecil
Rh.id.es.
25ÜO man !. -- zeide een jong ingenieur
die tegelijk met heir in cbn Kirnbeiley-club
lunchte, ik ken die streken, met een troep
van 250 maak ik een rustige wandeling door
het heeleland.?Meent ge dat??Natuurlijk.
Hoeveel zal het kosten? Geef me vier uur
tijd en ik maak mijn berekening.
Zoo gezegd, zoo gedaan, ik kort het verhaal
af, want ik heb het alleen gedaan om te la
zier, IK..C Rhocies zij;
De jonge ingenieur heeft zijn bende bijeen
gebracht en zijn woord gehouden. Het is
zeker dat de groote man van de (iecharterdte
Maatschappij gelukkige ontmoetingen had.
Maar het ging alles op avontuur.
En het was inderdaad niet alles voorspoed.
Het eerste jaar van de neerzetting in Mas
honaland bracht uitsluitend teleurstelling.
Zware regens deden de rivieren overstroomen
en maakten het land ontoegankelijk. Het was
bijna geheel afgesloten. Met de Oostkust,
door de bezittingen van Portugal heen, be
stond geen verbinding, want met de
Portugeezen lag men omtrent de grenzen overhoop.
Invoer was er slechts uit het Zuiden, uit de
Kaapstad, zij liep over 2000 mijlen en de
spoorlijn strekte zich niet verder uit dan over
1000, de transportkosten klommen daardoor
tot in het reusachtige. Er heerschte gebrek
aan de meest gewone levensmiddelen.
Degenen die hoeven hadden gekregen als
belooning voor hun deelneming aan den tocht
waren ontevreden over het hun toebedeelde,
en die naar goud groeven klaagden over de
belasting hun door de Compagnie opgelegd
op het weinigje goud dat zij vonden. De klach
ten kwamen naar Europa over.
De directeuren van de Cliartered aldaar
wisten geen raad en schreven aan Rhodes
om hun toch weldra bericht te doen toeko
men van de ontdekking van goudmijnen.
Ondertusschen begon men zijn aandeelen
in de compagnie te verkoopen, en evenals
zij vroeger aldoor waren gerezen, zoo onder
gingen zij nu een voortdurende daling....
Cecil Rhodes vond eindelijk in 1891, een
jaar na de vestiging in Salisbury, den tijd
om Mashonaland een bezoek te brengen.
Kr bestaan verschillende beschrijvingen
van tochtgenooten hot de groote man zich
op reis tegenover zijr. omgev'1'" gedroeg;
meestal was hij 'eruggctrokken en onder een
masker van onverschilligheid in elkaar j»ezakt.
oiiuctetKenend ; dan kor- ten klein vet mini
hem tot den hcftigj-ten toorn vervoert-!-,
en .werd hij vriendelijk voor v.-n poos, waunee ?
ck bui was ovcrgcdrev n . n '?'??
het er vc"r hem niet o> aar,,
spreken, of zit"
woog niet meer de bedachtzaamheid ;
toen werd de rem, die Oostenrijk vroe
ger had tegengehouden, niet in werking
gebracht.
Daarin ligt Duitschland's schuld :
dat het Oostenrijk niet heeft ingetoomd,
noch vór het indienen van liet ulti
matum aan Servië, noch na de ont
vangst van Servië's antwoord, waarin
alles werd toegegeven, dat Oostenrijk
redelijkerwijze kon eisenen, noch in
de dagen, toen uit de oorlogsverklaring
van Oostenrijk aan Servië het gevaar
van een Europeeschen oorlog ontstond.
Wel heeft Bethmann Hollweg
maar eerst, toen hij de zekerheid had
verkregen, dat Engeland niet onzijdig
zou blijven pressie willen uitoefenen
op Oostenrijk ; wel heeft hij aan
Berclitold laten zeggen, ,,dat Berlijn zich door
Weenen niet lichtvaardig in een
wereldbraiKi zou laten meesleepen", maar hij
heeft nagelaten het nige woord te
spreken, dat aan Weenen halt zou heb
ben toegeroepen : gij kunt op Duitsch
land's steun niet rekenen, zoo gij elke
bemiddeling van de hand wijst. Hem
persoonlijk mag het uitblijven van
dezen druk, den eenigen die iets had
kunnen uitwerken, vermoedelijk niet
worden geweten ; maar dit kan buiten
het geding blijven ; hij als
rijkskanselier draagt in elk geval de verantwoor
delijkheid er voor.
Men late zich niet van de wijs bren
gen door het geschrijf over de quaestie
der Russische mobilisatie in de betoogen
van hen, die Duitschland van de groot
ste schuld willen vrijpleiten. Dit
is Jiuaar een quaestie van secundair
belang. Zeker, in Rusland was er een
oorlogspartij, die tegen den wensch
vandenTsaar de mobilisatie heeft door
gezet ; maar in de eerste plaats
beteekende mobilisatie nog geen oorlog :
ook na de mobilisatie bleef Rusland
bereid tot onderhandelen : en vervol
gens : wat anders dan Oostenrijk's
houding in deze dagen heeft Rusland's
mobilisatie veroorzaakt?
Niet in de gebeurtenissen van de
allerlaatste dagen vór den oorlog, maar
in de wijze, waarop Oostenrijk tegen
over Servië heeft gehandeld, ligt de
kiem van het verderf, dat de wereld
heeft geteisterd. En alleen de rugge
steun, dien Duitschland aan Oostenrijk
gaf, heeft dit laatste rijk in staat ge
steld te volharden in zijne hardnekkig
heid.
Dit gevoelen ook terdege de mannen,
die in den zomer van 1914 de Duitsche
politiek hebben geleid. Zij weten heel
goed, dat het geven van een
blancovolmacht aan Oostenrijk de zwakke
slee is in Duitschland's houding.
Getuige hun stilzwijgen daarover.
of, zoo zij er over hebben gesproken,
hun verdraaien van de waarheid daar
omtrent.
gezicht werd levend : hij was
staanbaar.
Zijn tegenwoordigheid in het terneerge
slagen gebied streek als een vlaag van op
wekking over het land. Hij voerde den onte
vredenen te gemoet of zij dan hadden gedacht
enkel naar het vreemde werelddeel te hoeven
te gaan om dadelijk als rijke menschen weder
te kunnen keeren. Wat klaagden zij over
slechte wegen ! hadden zij zich verbeeld op het
een/.ame veld" bruggen en spoorlijnen, post
en telegraaf dadelijk voor hun dienst te vin
den? Wat jammerden zij over gebrek aan
voedsel in een streek waar zooveel wild was
en runderen, en waar men zich op allerlei
wijs moest weten te redden!....
Maar tegelijkertijd legde hij er zich op toe
de enkelen te bemoedigen, hen door giften en
raad te ondersteunen ; waar misbruiken
waren ingeslopen, ruimde hij ze weg ; hij voer
de hervormingen en bezuinigingen in, hij
bracht den menschen het besef bij, dat hij,
Rhodes, hun zijn aandacht schonk : zij moes
ten overtuigd zijn dat zij daar in den vreemde
niet alleen werden gelaten. Hij was, hij
kon zijn?een uitstekend leider van menschen.
En hij had een goede keus gedaan van een
administrateur voor Mashonaland.
Een nieuwe dramatis persona treedt hier
naar voren.
Leander Starr Jameson had zijn vader
hem genoemd, toen hij naar een naam zocht
voor zijn tienden en jongsten zoon, maar het
onconventioneele Afrika van de
Kimberleymijnstreek doopte hem Doctor Jim, en Doctor
Jim is hij gebleven, in goede en kwade dagen,
onder storm en zonneschijn, die hij meer
dan menig ander heeft te verduren
?ehad
Hij, Ue M.II- ? ::"-n van een g;;"'le d'sis
van de k"p:-i^: :; A- -.-,, net
doorz-:tt;ngsvnmogen der ^cü. 'on., gesproten uit het vrucht
bare lamison-nest waar iiien >>en zoon min
oi meer, na zo'veei ;ii-<», r- /.HJH.-.S. ,ils hij
m-ia, eenmaal ziiJ 'u"'m ('aU fitklci-"".. riet
-.w-nder Mde, -- h'J- '-^^\cr, hccti
geiecr.J op eigen be, c;-1 <e sta'in' ei"
Ciumact, pitt.a Kcre'i-j" 'net een
""i rt* vercld -llsno,-,i en c
Dezer dagen kon men in de Nieuwe
Rott. Cour. een uittreksel lezen uit liet
geschrift van den gewezen Keizer over
de voorgeschiedenis van den ru£J9g.
Wien is het niet opgevallen, datVaarin
met geen woord wordt gerept van de
voorgeschiedenis van Oostenrijk's ul
timatum aan Servië?
Wanneer Bethmann Hollweg in zijn
,,Betrachtungen zum Weltkriege" en
von Jagow in zijn ,,Ursachen und
Ausbruch des Weltkrieges" over dit
ultimatum schrijven, dan nemen zij den
schijn aan, alsof zij onaangenaam ver
rast waren door den scherpen toon ervan
en alsof zij zich nog wel moeite zouden
hebben gegeven, verzachting daarvan
te verkrijgen, indien de tijd dit slechts
had toegelaten.
Zij moeten, om dezen leugen aanne
melijk te maken, een tweeden leugen
verzinnen en geven voor, dat het ulti
matum reeds den volgenden morgen
zou worden overhandigd ; in werkelijk
heid geschiedde de overhandiging eerst
den volgenden avond te zes uur, en
dit was geen verrassing voor hen, want
zij hadden het zelf bewerkt ! Tijd om
naar Weenen te telegrafeeren, dat Ber
lijn bezwaar had tegen dit ultimatum
was er dus nog voldoende geweest ;
niet de tijd ontbrak, maar de gezindheid
om Weenen tot gematigdheid aan te
sporen.
Het feit, dat de beide staatslieden,
die in den zomer van 1914 leiding had
den te geven aan de buitenlamlsche
politiek van het Duitsche Rijk. m
hunne geschriften den schijn wekken,
dat zij, indien de gelegenheid daartoe
nog open ware geweest, Oostenrijk's
ultimatum aan Servië hadden willen
verzachten, bewijst wel, dat ook naar
hunne mecning Duitschland's verant
woordelijkheid voor dit ultimatum
een zware post op Duitschland's debet is.
Zij liegen alleen als het de moeite waard
is om te liegen.
De quaestie van de schuld aan den
oorlog is er ne met verschillende hand
vatten. Op verschillende wijzen kan
men toegang verkrijgen tot de oplossing
van het vraagstuk.
In sommige geschriften van den
laatsten tijd wordt weder getracht het
bewijs te leveren, dat de
omsingelingspolitiek der Entente niet alleen den
toeleg had, Duitschland in toom te
houden, maar er op gericht was.
Duitschland met een overmacht aan te
vallen. De oorlog van 1914 zou dan de
vrucht dezer politiek zijn.
Laat mij een volgende maal deze be
schuldiging onder de oogen zien. De
brochure van Paul Rohrbacb, die ik
reeds noemde, kan dan als uitgangs
punt dienen.
K r. K N K A .M
idingen aan te kijken, wanneer zij onder hun
vizier kwamen. Oogen die toch opk heel
leukonschuldig konden doen.
Want, au fond, is hij niet kwaad, hij is
eerder goedig. Dr. Jim is een gezellig kameraad,
maar maak zijn drift niet gaande, want zijn
wil is als een gespannen boog.
Op zijn drie en twintigste jaar, in 187(>,
hij was enkele maanden ouder dan Cecil
Rhodes, had hij reeds een aanstelling bij
het Universiteits-ziekenhuis van Londen :
Hij wou zich een naam verwerven als chirurg.
Maar de inspanning bij het werk bedreigde
zijn gezondheid. Hij greep een gelegenheid
aan om naar Zuid-Afrika te gaan, tot herstel.
En hij hoopte daar, in Kimberley, door zijn
praktijk geld genoeg te verdienen om in
Weenen en Parijs verder te kunnen studeerun.
In '78 zette hij zich neer in de mijnstreek
en richtte zich gemakkelijk naar de
mijnmanieren. Lieten ze immers geen vrij spel aan
zijn ongedwongenheid en zijn terughouding.
aan zijn humeur en aan zijn humor?
Hij reed dikwijls paard met Rhodes, een
tijd lang hadden zij samen n woning.
Rhodes leefde toen nog als een bohème. Hun
beider temperament kwam overeen.
Het was in de dagen der voorbereiding V<MI
het groote werk vanMashonaland;slechte tijdin
gen werden Rhodes gebracht over het contract
dathijnoodighadte sluiten met Lobengoeloe, het.
hoofd der Matabeles. Er was niemand ver
trouwd genoeg dien hij op den gevaarlijken
tocht kon uitsturen. Jameson zag hem in de
verandah van hun gezamenlijk huis op en
neergaan, zooals hij gewoonlijk deed, wanneer
hij oogenblikkelijk geen raad wist. Hij
ging op hem toe. Rhodes reikte hem, zonder
een woord, het telegram over, Een enkele
vraag deed Jameson hem en zeide dan: ,,lk
?"l eaan en de zaak in orde brengen." -?
Wanntxi vi?"kt ge te gaan?" Het ant
woord was: ,,Met a< postkar n>,, ? "Tocht.-id
om vier uur."
? Hii