Historisch Archief 1877-1940
26 Maart '21. - No. 2283
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
MilTELCOSTIIUMS
naar Maat
vanaf f
145.
J. KUHR
Ontvangen de nieuwe voorjaars- en zomerstoffen
HEERENGRACHT 304-306
T«'- "? BOBO AMSTERDAM
ROTTERDAM
AHSTERCAM
Motor- en Zeiljachten
TE KOOP, in diverse grootten en prijzen.
Lijst van in commissie staande vaar
tuigen gratis en franco toegezonden.
B1MGHAM & LUGT
AFD. JACHT AGENTUUR
Slepersvest 1 Rotterdam
TJUtroht
.
&oseK ^
NV.
7
/H
^EUSILEERINRICH
^ANDERH
t&yytL
STARK'S OXYDOL"
(CHLOMAS KALICUS TANDPASTA)
VMU. STARK t C*. ChtmlwNt Fibrtok 't-NABE",
Poetie kon niet rustig slapen
Als men haar wat liggen liet.
Zoo eens van gezondheid kraaien
Deed het kleine ukkie niet.
Bij het wasschen en verschoonen
In een lauwig, lekker bad
Zag de moeder dat haar Poetie
Stipjes op het rugje had.
Door de veel te stugge kleertjes
Was het huidje aangedaan
En de vindingrijke baker
Raadde ,,Fantasie"-goed aan.
Vlugnaar Dsdems*aart geschreven
Aan de FANTASIEFABRIEK.
Haar gebreide babykleertjes
Maakten Poetie vief en kwiek.
J. H. SPEENIIOFF.
(No. ,3 Speenhoff-Serie)
Heeft U Uw winkelier al eens
naar onze artikelen gevraagd?
BOUGIEJIBY'
VOOR
Automobielen,
en
ILnVIR
Reguliers
dwarsstraat 56
AMSTERDAM
iiiiiiiiiiimiiiiiiiim 'in
lllllllllimmilllliitMtm mniiii'mii uu IUHIIMIIIIMI
AUTOMOBIELEN
in alle modellen
uit voorraad
leverbaar.
De Importeur:
J.LEONARDLANG]
AnSTERDAH.
iliiiiimniiiti IIMIIIMIIIII
SING?SING
Twee aanleidingen brengen mij er toe, op
nieuw het een en ander mede te deelen om
trent bovengenoemde Amerikaansche
gevangcnis(l). De eerste is het bericht, dat on
langs in ^re dagbladen verscheen, meldend,
dat een eind was gemaakt aan verschillende
voorrechten der gevangenen aldaar, zooals het
schrijven en ontvangen van brieven, het dra
gen van gewone" kleeren in plaats van ge
vangenisuniform enz ; door deze voorrechten
n.l. zou het verblijf in de gevangenis zóideaal
geworden zijn, dat te veel animo ontstond,
zich tot gevangenisstraf te laten veroordeelen.
De tweede aanleiding is een artikel in het
Amerikaansche tijdschrift Industrial Mana
gement van 15 Januari 1921 over de
industrieele resultaten, bereikt door de ver
schillende takken van nijverheid, die in de
Sing-Sing worden beoefend.
Na kennisname van hetgeen ik hieronder
aanhaal uit laatstgenoemd artikel en uit mijn
mededeelingen in het Handelsblad van Mei '17,
moge het den lezer duidelijk zijn, wat de ware
beteekenis is van het te Sing-Sing gevolgde
systeem.
Het voornaamste doel van het, door Thomas
Mott Osborne ingevoerde, stelsel, was het
zooveel mogelijk geschikt maken der gevange
nen voor het leven in de vrije maatschappij.
De beide voornaamste middelen daartoe vond
hij in: Ie het aanleeren resp. onderhouden en
verder beoefenen van een" behoorlijk vak; 2e
het aankweeken van saamhorigheidsgevoel.
De resultaten van zijn werkfwaren buiten
gewoon. Ik zou vervallen in herhaling van
een groot deel van wat ik indertijd schreef,
wilde ik de schitterende resultaten van Os
borne's streven ook slechts eenigermate recht
doen wedervaren. Het punt, waarop ik thans
in het bijzonder de aandacht wil vestigen is
de groote ijver, waarmede de inmates" (zoo
worden de gevangenen in Sing-Sing steeds
genoemd) in de verschillende werkplaatsen
hun arbeid verrichten, hoewel het loon niet
afhangt van hun prestaties.
In mijn meergenoemd artikel schreef ik
omtrent de werklust:
Er werd niet geluierd, hoewel de menschen
ook lang niet in het tempo werkten, dat ik
op vele fabrieken, hier en elders, waar het
gewone stuktarief geldt, had waargenomen.
Ze maakten op mij den indruk van goede
consciëntieuse werklui, die een goed, vast
dagloon verdienen ; inderdaad krijgen zij de
vorstelijke belooning van l'A cent (Amerik.)
per dag l (2). Dat er toch met zoo veel animo
werd gewerkt (natuurlijk zijn er op een be
volking van ca. 1500 man uitzonderingen)
lÉiiiiiiimiiimiiMiiiiiit
TRIPLE SEC. MM
Iraportépar SCHMITZ&. Co., Utrecht
moet ten eerste te danken zijn aan het feit, dat
de menschen zelf hun vak kunnen kiezen, en
ten tweede daaraan, dat elkeen er van door
drongen is, dat hij, door zijn best te doen, het
voor zich en zijn medeleden steeds beter
kan maken. Vooral dat gevoel van
saamhoorigheid, juister zelfs altruïsme, is de merk
waardigste ontdekking in het geestesleven
van den gemiddelde gevangene, waardoor
dan ook het nieuwe systeem mogelijk en goed is."
Nu is het wel merkwaardig, dat het artikel
in LM. na de verschillende vrijheden te hebben
opgenoemd, die de inmates genieten op voor
waarde van goed gedrag :
Maar ten slotte zijn dit slechts aanspo
ringen tot een goed gedrag. Geen dezer voor
rechten is er op geficht, de productie te be
vorderen. Indirect heeft de prestatie Van een
man invloed op zijn reputatie bij de Parole
Board" (3). Maar men heeft bemerkt, dat de
sterkste prikkel tot werken gelegen was in
den wensen van elkeen op goeden voet te
staan met de Mutual Welfare League (4).
Het is gebleken, dat de League gevormd
door de inmates invloed op een man heeft,
als alle bedreigingen niets uitwerken. Wanneer
een man in zijn werk achteruit gaat, wordt
er rapport van gemaakt bij de League. Deze
beslist of hij disciplinair gestraft moet worden
of alleen maar gewaarschuwd. En in verreweg
de meeste gevallen kan de League hem de
lust bijbrengen tot flink aanpakken, zonder
dat zij haar toevlucht behoeft te nemen tot
bestraffing.
'Wanneer het verlangen om uit te munten,
de eerzucht om bij zijn kameraden goed te
staan aangeschreven, zoo uitstekend dienst
baar kan worden gemaakt bij lieden achter
de tralies, zou dan deze prikkel niet nog een
breedere, verder gaande toepassing kunnen
vinden bij vrije menschen?
Wanneer men bedenkt, dat de industrieën
in de Sing-Sing een productie bereikten (dit
heeft betrekking op 1920. D.D.) van 60% meer
dan evenzoo ingerichte werkplaatsen daar
buiten, dan vraagt men zich af: Welke pro
ductie zouden zij kunnen halen, als de inmates
stukgeld kregen?"
De laatste zin toont wel, dat de schrijver
in I.M. iemand is met ervaring in de fabrieken
in de vrije maatschappij, waar inderdaad
tot nu toe het (goed geregelde) stukloon het
eenige middel is gebleken tot het verhoogen
der productie. Intusschen staan wij voor
het feit, dat het mogelijk blijkt, onder gunstige
omstandigheden, een zeker even belangrijke
verhooging der productie te bereiken, gebruik
makend van minder laag-bij-de-grondsche
motieven bij de arbeiders. (Ik wijs in dit ver
band op Rathenau's werken, vooral ,,von
kommenden Dingen.")
Zonder echter hier incidenteel op de sociale
kwestie" te willen ingaan, mag ik
concludeeren, dat de eigenschappen, die het sy
steem van Osborne heeft weten aan te kwee
ken bij zijn inmates, die over het algemeen
tot de ,,ergste" misdadigers behoorden, een
niet hoog genoeg te schatten resultaat be
duiden van zijn denkbeelden. Het
ridiculiseeren daarvan, door de gevangenen voor
te stellen als levend in Abraham's schoot,
is volstrekt misplaatst en het ware te wenschen
dat ook in ons land menschen gevonden
werden, in staat en bereid, op Osborne's voor
beeld onze gevangenissen te reörganiseeren.
Als er soms menschen zijn, die meenen,
dat een gevangenis als deze alle afschrikwek
kende werking mist, moeten ze maar eens een
paar uur er in doorbrengen met een inmate
en dan goed opletten met wat voor oogen de
ongelukkige inmate ze nastaart als ze weer
het hek uit gaan." Dit schreef ik in '17 tegen
het meesial geopperde bezwaar van onvol
doende straf". Moge men handelen naar het
opschrift, dat, naar ik mee;), staat boven
het oude Amsterdamsche rasphuis" :
Ik wreek geen kwaad, maar dwing tot goed.
Straf is mijn hand, maar liefd'rijk mijn ge
moed.
D. D R E S D EjN
(1) Na het bezoek, dat ik in het begin van
1917 aan deze inrichting bracht, gaf ik een
uitvoerige beschrijving er van in het Alg.
Handelsblad in Mei '17. Later schreef Mr. N.
Muller er over in de Nieuwe Amsterdammer"
in November '18.
(2). Dit loon is intusschen niet verhoogd.
(3) Deze beslist omtrent het tijdelijk op
eerewoord in vrijheid stellen.
(4) Zie mijn artikel in het Hbld. van Mei '17.
IIIIII1IIIIMIIIIII
HET ROODE LAMPJE II
VAN GOED EN KWAAD
Si grafische Gepeinzen
44). Broeder Tagore is gekoomen. Al
zeven jaar geleeden keek ik verlangend
uit naar zijn komst. En nu ach ! ik heb
weinig dagen in mijn leeven gekend, zoo smart
vol als deeze. Niet dat zijn persoon, zijn weezen
mij leleurslelde. Maar zwarle schimmen
stonden lusschen hem en mij. Drie figuren,
ijl, onvatbaar en toch wreed machtig en
stil geweldig.
Maja, Fama en Mammon.
Maja is de zoete bekooring, de fraaye schijn,
die onze neigingen en begeerten verzamelt
en er ons door tracht te lokken en te mislei
den. Die neigingen zijn ons als schepselen
Gods ingebooren en voeren ons door T2
Maar als ze hun werking gedaan hebben en
wij weer zullen stijgen in T2, dan houdt Mja
ons teegen door die begeerten.
En nu zie ik haar bedrog, door mijn hooger
willen. En ikvoel nu mijn kamp, onder
gruuwelijke pijn. Het is verschrikkelijk en
ik voel, dat de wijsheid van Tagore hier mach
teloos is. Hoewel hij als Hindoe kan weeten
wie Maja is. Hij vertrouwt nog op zijn inner
lijke harmonie, zijn sereniteit. En hij Iaat zich
.nog lokken door Maja. Hij hoopt de waereld
te zullen verooveren door het woord, door zijn
volharding, zijn schoone taal, zijn
dichlermacht.
Ik ken decze illuzie, maar ze is Maja. Ze is
demonisch en moei worden bekampl, met
leed, dat zoeter is dan al ons geluk en onze
vreugde.
(45). Fama, de groote naam, de autori
teit, het gezag- de orenda. Ook die stond
tusschen broeder Tagore en mij.
Wanl Fama Irekt de menschen tol elkander.
Er vormt zich een centrum en daaromheen
groepeeren de menschen zich, en niemand
ontkomt geheel aan die werking.
Als de bijen zwermen, blijven zij altijd onder
den ban van de kooningin, de moeder-bij.
En als het avond wordt en ze hebben geen
goed te huis gevonden dan kruipen ze ooveral
in klompjes op elkaar.
Zoo krioelden de menschen om Tagore, als
bijen die hun moeder-bij verlooren hebben,
en het was onmoogelijk hem te naderen.
En Tagore toonde de weekheid van een
goed en fijngevoelig man, die zijn best doet
zoo goed en liefdevol moegelijk te handelen.
Ik ken eenigszins de situatie en had meelij
met hem en met mijzelven.
Men moet wel uit liefde hard worden.
(46). En de Mammon zat tusschen Tagore
en mij en bood vriendelijk zijn bemiddeling
aan. Hij had zelfs een evangelie-woord tot
zijn beschikking ,waarin ons geraden wordt,
vriendjes mei hem Ie worden, onrechlvaaftig
als hij is.
Ik erken, dal ik mei sommige gelijkenissen
min of meer verleegen zit. Die renimeesler,
die beloond wordl omdat hij sluuwheid toon
de in bedriegelijke praktijken. Moeten wij hem
tol voorbeeld neemen? Wien moeien wij na
volgen? Den heer die den bedrieger beloont
in plaats van hem te bestraffen? of den be
drieger zelf die zijn heer laat besteden?
Is het oneerbiedig te zeggen, dat Jezus met
dit verhaal niet zeer gelukkig is geweest?
O, als hij de macht, de perfide alles
beheerschende en doordringende machtvanMammon
had gezien, zooals wij die nu kunnen zien. Als
hij de schrikkelijke, sloffelijke, zoowel als
geestelijke gevolgen van Mammon's
ooverheersching had waargenoomen, zooals wij die
waarneemen zou hij niel wat strenger
voor den omgang met onrechtvaardige rent
meesters gewaarschuuwd hebben?
Jezus vermeed de rijken niet. Hij toef de graag
bij hen en lag aan bij hun maaltijden. Zijn
vriend Lazarus was rijk. J^zus had geen voor
oordeel en ging daar waar Hij meende te
kunnen helpen.
Maar hebben de eerlijken, oprechten en
goedwillenden van onze dagen geen reeden
om Mammon bij lijds uit den weg te gaan?
Is de scheiding tusschen Mammonisten en
niel-Mammonislen niet eigenlijk de diepst;
noodzakelijkste scheiding in de
menschheid? Veel dieper dan tusschen kapitalisten
en proletariers, lusschen kalholieken en
niel-kalholieken?
De Mammonisten hangen als vleermuizen
aan elkander, ze verloonen alle moegelijke
krislelijke deugden, mildheid,
zachl-zinnigheid, naasten-liefde en ze bederven den
niet-Mammonist met de meest verfijnde
perfiditeit. Want ze wroeten met hun door vuil
geld bezoedelde handen in ons zuiverste
zieleleeven. Ze besmetten ons door hun zelf
bedrog en maken ons meedeplichtig aan hun
kwaad, eer wij 't weeten.
Zag ik het niet reeds bij mijn goede monni
ken, die toch ook leeven bij de genade
Mammons, zonder het te voelen en kwam hel
niel weer aan 't lichl bij den goeden maar
op Mammon's slreeken niel verdachten
Tagore?
De monniken zeggen, dat het niet
verneederend is te beedelen, dat de heilige
Benediklus, hun ordens-slichter, ook niel schroomde
van weldadigheid te leeven, en alle gelde
lijke giften aannam als ze uit liefde gegeeven
werden.
Gij vergeet, lieve monniken, dat Mammon
altijd koopl en handelt. Als hij U uil liefde
en mildheid zijn aalmoezen geeft, dan koopt
hij daarvoor kostbaar onstoffelijk goed, hij
koopt Uw dankbaarheid, Uw geneegenheid,
Uw blijdschap, Uw tevreedenheid ; hij steil
U in slaal, niel alleen om zelf rustig voort te
leeven, bezit-loos, maar niel in armoede
maar ook om anderen bij te staan, het ge
loof te verbreiden, het geestelijk leeven ie
bevorderen. Is hel menschelijk moogelijk voor
die weldaden niet dankbaar te zijn? En als
gij dankbaar zijt voor mildheid, die geen
mildheid is, omdat het geld bij elkaar ge
roofd en gesloolen is zijl ge dan al niel aan
den Mammon verkocht met Uw eedelste be
zittingen? Zoudt ge Uw weldoener als hij
blijkl een misdadiger Ie zijn, kunnen behande
len zooals hij verdient,naar recht en waarheid?
Als Uw zieke moeder geneezen is door de
vrijgeevigheid van een zwendelaar, zult ge
hem hard kunnen vallen?
En Mammon is ook de aesteet. Hij duld geen
leelijkheid, geen onwaardigheid. Tagore, de
eedelewijze,met zijn stalig enwaardig gewaad
in een sjoofel derde rangs pension.... on
denkbaar ! om van Ie rillen!
,Wal zou er van Uw beschaving worden,
wie zou schilderijen koopen, Wagner-opera's
subsideeren, schoone gebouwen oprichten,
zonder mijn hulp?" vraagl Mammon. "Is heel
Amsterdam, mei zijn ongebruikl en onbruik
baar pronk-paleis, zijn beurs en haven, zijn
statige grachten, zijn reusachtige etablisse
menten voor vrouwen-opschik, zijn
weeldehuizen, zijn museums, zijn diamant-slijperijen,
ja met zijn mooye en rijkgekleede vrouwen
zelf?is heel die fraaye stad niet een creatie
van mij, den Mammon? Hoe zouden bevallige
maar onbemiddelde vrouwen aan een man
koomen, en lieftallige kinderen groot-bren
gen, zonder mijn hulp?"
Broeder Tagore heeft niels hierteegen inge
bracht en zich aan Mammon's leiding toever
trouwd. Ik vrees dal hel hem biller heugen zal.
Broeder Soendar Singh(dien ik nooil gezien
of gesprooken heb) zal voorzichliger zijn. Ik
weel hel. Ootmoedig en zijn menschelijke
zwakten indachtig, gaat hij Mammon bij tijds
uit den weg. Zijn waardigheid zal hem niet
verhinderen bij armen zijn intrek te neemen,
hij is thuis bij bolsjewiki zoo goed als bij
bank-directeuren. Hij is veilig, want hij
verIrouwt op Jezus, niet op Mammon. Hij ziet
het Roode Lampje, hij weet : de Meester is
niet ver.
HET CHRISTENDOM IN JAPAN
IIIIIIIIIIIIHIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIimilllllllllltlMMIiMIII
SPAAMSCH, EHGELSOH,
FRANSGH, DUITSCH etc.
B&r litz-School
Hoerengracht 4-51 H. 3286
Pract Onderwijs door buitenl. Leeraren
IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Wij ontvingen een nummer van het tijd
schrift America-Japan", waarin een artikel
voorkomt oover Het Christendom en de
Japansche Cultuur" door Kanzo Uchimura.
In 1878 tut hel Christendom oovcrgegaan,
hoeft Kanzo Uchimura weinig contact gehou
den met de zoogenaamde Christelijke Kerk",
waardoor zijne beschouwingen eenigszins
zullen verschillen van de inzichten der h'
edendaagsche Christelijke Kerk in Japan, zonals
hijzelf zegï.
Hoewel het aantal bekeerden slechts gering
is en hiervan nog veelen afvalligen zijn ge
worden, geeft het aantal dergeenen, die on
danks de veelc vervolgingen trouwe aanhan
gers zijn gebleeven, reeden, de propaganda
van het Christendom in Japan als een succes
te beschouwen.
De invloed van het Christtnoom op -Je
Japansche cultuur is zeer uitgebreid ; niet
slechts in literatuur en sociologie is haar in
vloed merkbaar, ook in de spreektaal hoort
men uitdrukkingen als Het is zaliger te
geeven dan te ontvangen" en dergelijke.
De onderwijsinrichtingen voor Japanscho
meisjes waren oorspronkelijk slechts Chris
telijke instellingen; later zijn Japansche ge
volgd.
Het Christendom is het ook geweest, dal
het liefdadigheidswerk grondig heeft ter hand
genoomen. Het werk op dii gebied van alle
Boeddhisten in Japan, eevenaardt nauwelijks
wat n man, Mr. Yaniamuro van het Leger
des Heils, deed.
Pe invloed van het Christendom in de poli
tiek is slechts onbeduidend geweest. Van
de veele staatslieden behoorden niettemin
degeenen, die zich onderscheiden hebben, tot
het Christendom of hadden er eens toe behoord.
Hoewel de propaganda van het Christendom
in Japan momenteel weinig bereikt, getuigt
de verkoop van de Japansche vertaling van
den Bijbel van belangstelling ervoor. De
Japansche afdeeling van het Amerikaansch
Bijbelgenootschap kan niet aan den navraag
voldoen.
Kanzo Uchimura's eigen on-kerkelijk
evangelisch werk is veelbeloovend. De
preediking van lüiropeesche denkbeelden onderden
naam van Christendom" trekt weinig,
eevenwel heeft de preediking van het werkelijk
Christendom des Bijbels de volle belangstel
ling. De teegenwerkingvaii het (ionvernement,
speciaal van het Dep. van Opvoeding, was
voornamelijk oorzaak, dat de Japanner het
Christendom niet aanvaardde. Maar volgens
Uchimura's oovertuiging zal de Japanner,
al is het dan moeyelük, bekeerd worden Uit
het Evangelie van Christus, en indien hij
bekeerd is, zal Japan de grootste Christelijke
natie der waereld worden en de geheele waereld
leiden.
Hoewel de Zondags-school-Zending een
reeden tot verheuging is, betreurt Kan/o
Uchimura de methoden en middelen, die zij
gebruikt. Het was een ernstige ontheiligitr;
deezer zuiver Christelijke beweeging, hulp
te vragen aan menschen, die niets met het
Christendom te maken hebben. Het is niet
noodig kostbare kerken te bouwen tn een
beleediging voor den Godsdienst,ongcloovigen
om gillen te vragen.
FR n D ER i K VAN LEDEN