Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2 April '21. No. 2284
STAKING IN DE KLEEDING-INDUSTRIE
Teekening voor de Amsterdammer" ^van Jordaan
Wij willen geen onderkruipers zijn!"
iMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii uu
iimimmiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
verwerkt worden, zoolang de theoretische basis
waarvan bewust of onbewust wordt uitgegaan,
nog onaangetast staat.
Hier kan niet in bespreking komen de
vraag: welke hoeveelheid kennis op school
opgedaan, later werkelijk tot haar recht komt,
maar hier kan slechts gewezen worden op de
verwaarloozing van de lichamelijke opvoeding
als noodzakelijk en logisch gevolg van het
stelsel, dat men toepaste.
De gevolgen van de verwaarloozing der
physieke opvoeding waren niet alleen een
gebrekkige, soms stumperige lichamelijke
ontwikkeling met alle aankleven van dien,
maar ook, en dat is niet minder belangrijk,
TJÏasSüT* P. doos M»et p. tube 40 et.
fooi landpasta
Wereldberoemd fabrikaat
een opvoeding, die verzuimde te oefenen die
eigenschappen in het kind, die het maakt tot
een wilskrachtig en daardoor daadkrachtig
mensch.
Dat langzamerhand op de scholen eenige
uren per week aan gymnastiek werden be
steed, is een concessie van het vroegere sy
steem, dat allerminst bevredigen kan. Al
leen de erkenning van de volkomen gelijk
waardigheid van de ontwikkeling der licha
melijke functies met die van de verstandelijke
kan hier voldoen.
De volkomen gelijkwaardige opleiding en
positie van leeraren in de lichamelijke op
voeding met hen, die de verstandsvakken
doceeren, volgt viit bovenstaande als een van
zelfsprekende eisch.
Het verkrijgen van een centraal instituut
voor de lichamelijke opvoeding, waarbij hooge
eisenen gesteld moeten worden aan de
on*wikkeling en opleiding van aanstaande lee
raren, is dan ook een eminent volksbelang.
ÏIUÏT
CUTIS TOEZEIDIM
lil
'VAN DER HOOP1*
MEUBELBEWARINOEN TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
tAH HAAR LAATST /
iKTElDIII
MVNti|4: x ''«OWÖÏTIW / ^ Tnipttnit
TELEF09* \ /" «H ZUW
Op de internationale congressen voor
physische therapie was reeds vór den oorlog
gebleken, dat daar een aantal medici
aanwezig was dat in meer of mindere
mate bovenstaande inzichten deelde en dat
van meening was, dat het plicht was dat
artsen voor de lichamelijke opvoeding daad
werkelijk belangstelling toonden; niet alleen
om de verwaarloozing daarvan zooveel moge
lijk te doen verdwijnen, maar ook om de ont
wikkeling, voor zoover artsen invloed daar
op kunnen uitoefenen in banen te leiden, die
volgens medisch inzicht de meest juiste zijn.
Het is niet vreemd dat artsen, die physische
therapie beoefenen, het sterkst zich interes
seeren voor die lichamelijke opvoeding. Zij
hebben toch geleerd hoeveel met oefening
bij allerlei ziekten 'te bereiken is, veel meer dan
in het stadium, dat achter ons ligt, mogelijk
leek en zij zagen de gevolgen van de verwaar
loozing van de lichamelijke opvoeding het
duidelijkst en het menigvuldigst. De hulp
middelen en methoden, die zij gebruiken bij
den zieken mensch sluiten zich ten nauwste
aan bij de methoden die de lichamelijke op
voeding toepast bij den groeienden en ge
zonden mensch. Zij erkenden het best de
oude spreuk : wat den smid goed bekomt,
dat brengt den snijder om."
Toen in het najaar van 1920 de Olympische
spelen samenvielen met een congres voor
physische therapie werd besloten over te
gaan tot het vormen van een internationale
medische ligue.
Het aanknoopen van banden die na den
oorlog opnieuw internationale congressen met
wetenschappelijken inhoud mogelijk maken,
gaat onherroepelijk langs wegen vol voetangels
en klemmen. Thuis kan men rustig kennis
nemen van dat, wat wetenschappelijke
mannen, die vorig jaar nog officieel vijanden
heetten, schreven, maar op congressen ontmoet
men elkander tevens als menschen. Zoolang
vroegere vijanden elkander de hand niet vrij
willig reiken, zal elk internationaal congres
een mislukking zijn.Men wenschte in Antwerpen
Duitschland niet uit te sluiten voor de
toekomst, maar voorloopig niet toe te laten.
Vele Nederlanders zullen dit betreuren ; het
zal misschien zelfs enkelen wellicht een aan
leiding zijn niet tot deze internationale ligue
toe te treden ; voorloopig zal men zich bijden
feitelijken toestand hebben neer ie leggen.
Op het congres in 1922 te Madrid zal elk ge
legenheid hebben om de voorloopigc maatre
gelen, die het comitétrof, in de richting die
hem wenschelijk lijkt, zoo mogelijk te wijzigen.
Eenstemmig waren do aanwezige artsen in
Antwerpen van meening, dat naast sport de
Zweedsche gymnastiek het meest juiste en
doelmatige systeem voor lichamelijke oefe
ning is.
In de Nederlandsche vereeniging van licha
melijke opvoeding die in wording is, zal deze
clausule over de Zweedsche gymnastiek,
gezien de locale toestanden, nader onder de
oogen moeten worden gezien.
Wat kan nu het arbeidsveld worden van
een Nederlandsche vereeniging als bovenge
noemde ? Zij kan een verzamelpunt worden van
die artsen, die reeds hun belangstelling toon
den, hetzij door hun theroretische studie, hetzij
door hun praktisch werken op het gebied van
sport en gymnastiek.
Maar ook zal in hooge mate deze vereeniging
kunnen meewerken tot het opwekken van
meerdere belangstelling bij de medici voor de
lichamelijke opvoeding en het geven van meer
dere kennis, want tot nu toe ontbreken beide,
uitzonderingen daargelaten, maar al te veel in
het medisch corps. De ontwikkeling, die de
medische wetenschap genomen heeft, kon de
universitaire opleiding niet dienstbaar maken
aan belangstelling, noch voor lichamelijke op
voeding noch voor physische therapie. Deze
eenzijdige ontwikkeling is in hooge mate wel aan
de publieke hygiëne ten goede gekomen door
de machtige ontwikkeling van de bacterio
logie, maar niet aan de hygiëne van het in
dividu. Voor het individu, als hygiënisch ob
ject beschouwd, is tot nu toe bitter weinig
gedaan. Steeds moesten zijn belangen wijken
voor vele andere en als de jeugd niet zelf
gezorgd had voor een behoorlijk of soms onbe
hoorlijk tegenwicht dan zou het er nog veel
treuriger uitzien.
Sport en de beoefening daarvan zal in hooge
mate ongetwijfeld een studieveld vormen voor
de op te richten vereeniging, misschien zelfs
nog meer dan gymnastiek. Voor een goede
lichamelijke opvoeding van een volk zal, naast
handvaardigheid te verkrijgen door sloyd
en het uitvoeren van praktische werkzaam
heden in den meest uitgebreiden zin, en naast
beoefening van dans en rhythmische gymna
stiek steeds een combinatie van gymnastiek
en sport beide noodigzijn. Maarsport oefent,
in tegenstelling met gymnastiek, zoo in hooge
mate die geestesqualiteiten, die tot nu toe bij
de opvoeding te veel verwaarloosd worden,
dat zij medisch een zeer bijzonderen aandacht
verdienen.
In de sportwereld wordt zeker te veel
gewedstrijd en te weinig geoefend volgens
medisch inzicht; bovendien krijgen sommige"
takken van sport een ontaardingskarakter,
dat bezorgdheid wekt bij hen die met liefde
en belangstelling de ontwikkeling volgen.
Maar als het de taak zal zijn van een medische
vereeniging hierin zoo mogelijk wijziging te
brengen, dan zal met grooten tact en veel
omzichtigheid moeten worden opgetreden,
want er is tot nu toe van medische zijde te
veel verwaarloosd ; alleen dan als
sportveraenigingen zelf toonen gesteld te zijn op medi
sche voorlichting is van samenwerking iets
te verwachten.
Ook het aanleggen van een bibliotheek van
werken, die op het gebied van lichamelijke
opvoeding medisch van belang zijn zal
tot de taak behoorcn van deze vereeniging.
Nederland blijkt op dit gebied nog zeer weinig
literatuur rijk te zijn.
Politiek noch godsdienst zullen in deze
medische vereeniging een rol kunnen noch mo
gen spelen. Alles wat op doelmatige wijze be
vorderlijk is voor de verbetering van de licha
melijke opvoeding van het volk, zal den steun
der medische vereeniging kunnen verkrijgen.
En evenmin als deze vereeniging dienst
baar gemaakt zal kunnen worden aan
militairistischc plannen zal zij zich bezig
kunnen houden met de vraag,op welke wijze
het volk zijn verkregen lichamelijke ontwikke
ling za! laten gebruiken of misbruiken. Dat
zijn vraagstukken, die volkomen buiten
strikt medisch terrein liggen.
Ook bij het vraagstuk van de lichamelijke
opvoeding van liet volk zal een medische ver
eeniging in deze ,.au dessus de la mêlée"
moeten staan.
KIEZEN
Kiezen, kiezen, jal de riere
Voor den Amsterdamschen raad,
Wie er voor de reuze-lieibei
Naar de poppenkast toe gaat.
Komen er nu ruitentikkers,
Zwijntjesjagers, bedelaars,
Nachtkroeg-dellen, Pijpmadammen,
Souteneurs en zwabberaars ?
Komen er nu linke knokkers
Met den kopstoot en liet mes ?
Gaan we olienootjes pellen,
Komt er de jeneverflesch ?
Krijgen we een klef Karpauije,
Gauw genaturaliseerd,
Dat gedurende de zitting
Markjes aan den raad 'fourneert ?
Wie er komen ?
Laat maar waaien,
Amsterdam gaat toch failliet.
Wie er zitten
Wie er razen,
Raakt den Amsterdammer niet.
Maar wat door die hakkepoffers
Schandelijk ten onder gaat,
Dat is juist hél arme zaakje
Van het proletariaat.
Wie er juist de last moet dragen,
Is die breede werkmansstand:
Is hel volk die goeje lobbes
Die misbruikte figurant.
Wie er juist het hardste lijden
In het Amsterdamsch bankroet :
Zijn de kiezers van die schreeuwers.
Amsterdam begrijpt dit goed!
J. H. S P E E N H n i- F
tMiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiir iiiiHiMiiiiiiniimmmiMilmimii
UNIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland ?
's-GRAVENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, 018 '?ËB WIJK,
UDENHOUT, LOCHEM en BOiJCÜLU.
Agentschappen in lüdië:
B ATA VIA, SOERABAYA,
SEMARANG, BANDOENG, MEDAN en
WELTEVREDEN.
IIIIIIIIIIIIMUHIIlmlMHimll Itllllllllllllllllllllll
uiiiin itiiiiikfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiuni
De oprijlaan (later tusarlaan) naar het buitenverblijf Weltevreden van den
O. O. Van der Parra (1761?75) en opvolgers
Weltevreden
Wat men aan den weg ziet. Inlanders gebruiken
hun ontbijt aan de gaarkeuken
ONS MOOI INDIË*)
De klacht wordt vrij algemeen vernomen,
dat er zoo weinig pogingen in het werk worden
gesteld om dnor middel van geschriften Indië
nader lot Ncdi-i'.mcl te brengen. Deze klacht
kan moeilijk mispla.ast wordt n genoemd. Er
bestaan, en zeker niet alleen bij de mir.st be
schaafden hier te lande, nog aUiju de metst
*) Ons Mooi Indië, Batavia oud m nieuw,
duor J. F. L. de Baibian Venter en M. C.
?? -elen, met photographische
ar natuuropnan.ti! en
IIJMO"irnsterdam, J, M. Meulenriofi.
zonderlinge denkbeelden om
trent Indië en het leven van
den Hollander in onze
overzeesche gewesten. In dezen niet
weinig betreurenswaardigen
toestand begint, nu de dag
bladpers meer belangstelling
voor koloniale zaken aan den
dag legt dan vroeger, eenige
verandering ten goede te ko
men, maar nog herhaaldelijk
hoort men over Indië spre
ken op een wijze die aller
minst bevorderlijk genoemd kan worden
voor de ontwikkeling van ons nationaal
sentiment.
Ieder streven, dat zich tot doel stelt Indië
meer en beter bekend te maken bij de Neder
landers die thuis" gebleven zijn, is loffelijk.
Het zou zeer zeker van weinig inzicht ge
tuigen zulk streven niet te steunen en waar
mogelijk, in het belang van land en volk,
aan te moedigen, te meer daar van
regeeringszijde weinig wordt gedaan om jong Holland
geestdriftig te stemmen voor het leven in
ons heerlijk mooi koloniale rijk. Met deze
overweging in de eerste plaats dient hier
met erkentelijkheid getuigd te worden dat
de heer Meulenlmff als uitgever een daad van
nationale waarde heeft verricht door de
uitgav van dit eerble wcikje in de bc.'io
dnond T den verzameltitei Mooi Indië", naar
wij ''open, nog menig kostbaar deeltje brengen
zal
Het boekje, dat ongetwijfeld Indië nader
brengen zal omdat het vf-felt ,an he( ieven
«n streven ginds o n tic-r de tropische ion op
e i-;; wijze d U' den !e/.er lot
toeschouwerva-,'-'inbij maakt is v ? ' .. \'. m twee
afdeelingen, Oud- en Nieuw-Batavia. Zonder dor
en vervelend-onderrichtend te worden op his
torisch gebied, heeft de heer de Balbian Verster
de geschiedenis van Batavia geschreven,
gedocumenteerd, maar niet zwaarwichtig,
in_ onderhoudender! verhaaltrant. Wel hadden
wij hier en daar wat meer geestdrift gewenscht
voor hetgeen onze voorvaderen daar hebben
gewrocht onder moeilijke omstandigheden,
wat meer vlagvertoon, wij Nederlanders
zien veel te weinig het rood, wit en blauw?,
om te doen beseffen dat een belangrijk deel
van ons groot verleden zijn aanzien dankt
aan voorvaderlijken ondernemingsgeest, maar
de beschrijving, zooals de heer de Balbian
Verster die heeft gegeven, voldoet aan de
eischen die men stellen mag aan een bescheiden
monument-in-woorden voor den groei en de
grootheid van de Koningin van het Oosten.
De reproducties welke dit deel van den tekst
verluchten, zijn even merkwaardig als veel
zeggend. Het spreekt vanzelf dat de groote
figuur van J. P. Coen daarbij een eereplaats
inneemt.
De wijze waarop mevr. Kooy van Zeggelen
zich van haar taak gekweten heeft, valt
niet in elk opzicht te waardeeren. Haar
Nieuw-Batavia" is vaak heel ouderwetscn
en de v.'i/v ..!.';v.p ^:i Vvt rl"»t k»nncn. heeft
alle .ir. ..'.;;:??'?:.;,i>-:-i-u .^.jiujeliikheiku
f:n decepti ? j,,, men in '!en \iviiudi i;e'-V("ii;
is te or'dfi'. in,:, " van '"'n l;ri vi'i'St^ii-
pi-;dai' ?! jie;-i::u. \\ ??> \ i'it't ;;?(.-.i -i il-.ür Ukst
'u o i lüvoor ucijt'p
:n lift ha; i, vv.il "
geweest i?.\ 7'ju b
gymna
gedeelte
rkci niel een out r.-cri
<cii ook wei de bp:lm'iing
ri -'t sc"nelse:i van Mooi
Indië". De Oud-Indi
sche gast hier te lande,
die Batavia tien jaar
geleden verliet, zal na
de lezing van haar
Nieuw Batavia" de
verzuchting slaken, dat
die goede warme stad
maar weinig veranderd
is. Het tegendeel is waar
intusschen.
Afgezien van eenige
onnauwkeurigheden,
Bandoeng, bijvoorbeeld, is geen
sium. rijk (blz. 130), ] geeft dit 0
van den tekst wel een generalen indruk van het
leven in en om de hoofdstad zooals dat vele
jaren van den nieuwen tijd geweest is. Maar
het Batavia van heden is nog iets anders
gekleurd.
Het zal toch niet de bedoeling van den uit
gever zijn geweest Mooi Indië" allén te
schetsen, om het voor toeristen aanlokkelijk
te maken, ofschoon wij hopen dat een deeltje
Zwerftochten door den Archipel" in deze
serie zal worden opgenomen. Mooi in Indië is
k en vooral, dunkt ons, de geest die er leeft,
de arbeid die er wordt verricht om dit land
groot te maken en het volk economisch sterk
vour /.'j'flies!uiir. Hi^i'op h.id meer eewezen
kl!lnl,-c \\\;;.!.i!. ('p -.d 'i '..n'..., iL VieUgüC,
!?!>'?.h!st....-ii ..... ,V(1-.Ti.inLn l t .- i!!.'<-;i-!i yijn,
""..-ü-'in '.\ M 'wik vasi /?.-* iTtiliiueii zielen,
Li.:' r; jii lili^ebu'iJi1 j-rwt" mr, iv.n f^rioter
? 'leeiUii-.-liiK hc"*t :';'. in kol',;::a!i.
stf'itxverken v(".H nrT hinteiiiaiul In velerlei
opschnti een lee.s.hiMi! w-mii Benoemd. ,.MC'ui
Javaansche moeder en haar kroost
Indië" raakt k het ideëele. Heus de be
doeling van den uitgever , vermoeden wij,
de werkjes dezer nieuwe serie te brengen in
zijn kostbare bibliotheek van nationale boe
ken. Maar het nationaal sentiment wordt
niet geprikkeld in het tweed.- tieel van dit
werkje, waarvan de verschijning niettemin
om veel wat het, ook illustratief, wei bezit.
hartelijk welkom is.
J o H A v KONING
110
Krekelzanaen
van onzen dichte
J. H SPEEN
Gecart. f t.2
F
A M S T E R D .'?? M
mc*mm*vm*mmmÈmÊ*mmfm- -? .uri-'^-rvm