De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 9 april pagina 7

9 april 1921 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

9 April '21. No. 2285 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND (Toto naar de teekening van Jan Boon door C. R. Goedeljée, Arnhem) PROF M? M.WF. TREUB. PROI'. MR. M. W. F. TREUB BIJ HET PORTRET VAN PROF. MR. M. W. F. TREUB. Dit is een afbeelding van het portret door Jan Boon, dat aan Prof. Mr. M. W. F. Treub wordt aangeboden door het Hoofdbestuur van den Economischen Bond, ter herinnering aan eenige jaren van hartelijke samenwerking in wederzijdsch vertrouwen. Toen het plan, om op deze wijze van den Voorzitter afscheid te nemen, opkwam bij den Bondssccretaris, gaf deze hiervan kennis aan zijn medebestuursleden en uit de wijze waarop zij hem antwoordden, bleek onmis kenbaar hoe sterk Treub op zijn omgeving heeft ingewerkt. In die jaren van samen werking is in die door Treubs enthousiasme uit geheel verschillendemilieu'ssaamgebrachte mannen en vrouwen gegroeid een oprechte be wondering en een zuivere vriendschap, die EEN TROPISCHE AVOND Ten bate van de koloniale school voor Meisjes en Vrouwen te 's Gravenhage. (Met teekening voor de Amsterdammer" van J. D. Ros.) Een school ter huishoudelijke opleiding van meisjes en vrouwen wier huwelijksweg, al of niet reeds aangevangen, haar voeren zal naar onze kolonieën. . .. welk, zelfs het meest door liefdadigheid vereelte, hart springt niet op van bereidwilligheid voor dit doel? Al ware het slechts uit medegevoel voor den jongen landMei. \V. W'essds aN Mama niet meer verstoord kan worden door ver schillen van meening en levenshouding. Er zijn er natuurlijk, die niet mee kunnen gaan in die richting, welke Treub en de meerder heid van de zijnen thans heeft ingeslagen ; zij behielden, met het recht en den wil om hun eigen weg te gaan, hun bewondering voor Treub's groote gaven en voor Treub's boeiende persoonlijkheid, zoo dat ook zij niet wilden achterblijven waar het gold hem van die waardeering een bewijs te geven. Wat vroeg men den jongen schilder? Een beeld te geven van Prof. Treub, waarin men niet slechts diens, overigens marquante, v.iterlijke verschijning, maar ook het karakteristieke van diens wezen zou herkennen. En wij gelooven, dat hij in zijn opdracht wel geslaagd is. Hij gaf in een zeer zuivere, eenvoudige en concientieus teekening. dien eigenaardigen moedwilligen,energieken en toch beminnelijke IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIK, ?IIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII' IMHIIIIM'llllllllil'll genoot dien wij een aangenaam tehuis en behoorlijk toebereid voedsel toewenschen in het verre land, al ware het slechts voor de jonge huisvrouw die eene voorgalerij en bruine dienstboden te bestieren zal hebben, of slechts voor eene generatie die in onze overzeesche gewesten en onder de zon van den Islam geboren worden zal.... wij haasten ons wat los geld in de zak te steken en ons op te maken tot een tropischen avond van weldadigheid. Wij waren weldadig en de avond was tro pisch ondanks het nog jonge voorjaar. De temperatuur in hef Haagsche Verkadezaaltje was tropisch, tropisch was de voorstel ling en tropisch vooral ook het groote publiek, dat zich achter den Prins der Nederlanden tot luisteren en offeren gezet had. Den oningewijde, en vooral den niet-Hagenaar is zulk eene specifiek Indische avond eene openbaring. Ik herinner mij de verbazing van een Scandinavischen vriend, die, niet behoorend tot een koloniale natie als de onze, constateerde hoezeer in ons goed vaderlandje de vriendschappelijke mengeling van blank en bruin, van noordelijke nuchterheid en exotische dingen voltrokken was. Voor hem was de kennismaking met In dische prinsen als eene openbaring uit den 100] nacht. . . . ; daaraan moest ik denken toen een volle Haagsche schouwburg te luisteren zat naar de gamelanmuziek, voortgebracht door drie Raden Mas' en die de plaats van het strijk je hadden ingenomen. Voor hem zou het gezicht der tientallen liefdadige meisjes in Indische dracht een costuumfeest geweest zijn.... voor het publiek van dien avond was het hoofdzakelijk eene reminiscentie. Den Haag, de stad par excel lence voor onze koloniale hasbeen's" onze gepensionneerden en geretireerden en gesi tueerden is voor een groot deel exotisch. Wellicht nergens meer ter wereld is de rasmengeling eene aanvaarde en ternauwer nood meer opgemerkte factor, wij huwen de kleindochters en dochters van lOOI-nacht heldinnen, 'of zelfs de heldinnen zelve, zonder de geheimzinnige romantiek hunner Ooster sche herkomst zoo aan te voelen als mijn Scandinavische vriend het deed. Hoe gaarne had ik hem dezen typisch-llollandschen avond doen bijwonen.... niet om het vertoonde alleen, maar ook om het pu bliek, het specifiek Hollandsche publiek van oud-kolonisten uit ons .Aziatisch gebied. Daar is de gepensioneerde ambtenaar, tanig en oud en bescheiden, en daar is de geretirende handelsman, dik, mud m luidiu'.'htij.1., daal /ijn hunne l lullandsche en Indische vrmnu'ii en kinderen, verwant aan liulii/nuals geen l-'ransehr of Engelsche kolonisten mond, die scherpe schaduwen onder de jukbeenderen, dat lichte fronsen om een feilen doordrin genden blik en het ietwat naar voren nijgende dragen van het hoofd boven den romp. Ook al kent men Treub naar het uiterlijk niet, zoo zal men uit dit portret zich een beeld kunnen vormen van een man wiens durf en bekwaamheid, voor ons land van zoo groote waarde zijn gebleken in een zwaren tijd, het beeld van een nog altijd levenslustig, levenskrachtig en dus nog altijd strijdvaardig mensch. Wij zijn overtuigd, dat niet alleen de politieke medestanders van den oud-minister van finan ciën, maar ook zijn scherpe tegen standers, die hem te schatten en te waardeeren weten, met ge noegen hun vriend of hun vijand in deze nobele teekening herken nen zullen. G H E s n o r F. Veiling Frederik Muller 5 April 1921 MODERNE SCHILDERIJEN EN AQUARELLEN. VERZAMELINGEN HAAS EN ANDEREN Een mooi Perzisch tapijt leidde naar de verhevenheid waarop het levensgroot portret van me vrouw Mann als Francillon troonde, de clou van deze vei ling. Portret is ten onjuiste be naming. De persoon van me vrouw Mann speelde in dit stuk een ondergeschikte rol. Men kon het een figuurstudie noemen, behandeld als een Amsterdamsen stadsgezicht. Breitners kijk was zuiver en uitsluitend coloristisch endezelfde kwaliteiten die een brok be sneeuwd Amsterdam kan bieden, schencnjiem hier, mutatis mutan dis, te'hebbcn geboeid: tegen stellingen van een crème-kleurig kleed, een naakten schouder (bijzonder delicaat van kleur) ce diep-donkeren achtergrond en een felkletirig tapijt. De kop, het portret" was zeker niet het beste deel van dit geheel. Het schilderij scheen mij meer van belang als bijdrage tot de bepaling en begrenzing van Breitners talent, dan als een proeve van zijn aller beste kunnen. Onder de overige stukken was het werkelijk goede te tellen. Verzamelaars mochten den Willem Roelofs uit den supplementairen catalogus (No. 238) een paard in een weide, niet ongemerkt voorbijgaan. Ik heb niets dan voortreffelijks kunnen vinden in dit sombere, in n lan geschilderde doek, met de prachtige blauwe toch dreigende lucht. Een evenknie van Gabriel, maar ruiger en mannelijker, stak in zijn beste oogenblikken in dezen onvervalschten schilder. Otk de kleine aanzet van Mauve, paarden aan het strand (No. 237) toonde dien geboren teekenaar en verfijnden colorist op zijn best. Van Willem Maris was een vroeg fijn landschap van een soort waarin A. M. Gorter zich later op minder gelukkige wijze verstrikt heeft; van Jacob een voor treffelijk stadsgezicht, zoo van-zelf-sprekend eenvoudig, zoo stil en zedig dat het weinigen moeite kostte er voorbij te loopen. Monticelli was met een paar niet te uitbundige en toch zeer gedurfde stalen (No. 51 "en 52) beter WHITE" Vrachtauto mobielen hebben DE wereld-reputatie. Vraagt ons om adressen van Whlte"bezitters. De verstrekte inlichtingen geven U direct aanleiding een WhïtB" aan te schaffen. Kostenberekening wordt gaarne vrij blijvend verstrekt. FirmaGebr.NEFKENS, Amsterdam JAC. OBRECHISTRAAT 26 Tel Z. 3507. tiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiifiiiiiitriiiiiiiiitiitillilliillllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiii vertegenwoordigd dan Fantin, wiens zachte houtskoolteekeningen het ditmaal van zijn schilderijtn schenen te winnen. Een zoo goed maanlandschap als het kleine No. 64 van Jongkind ziet men hier zelden. Van Bauer kon men een levendige rijk gekleurde aquarel (No. 230), van Rochussen een alleraardigst beleg" uit 1847 (No. 162) van Jan Veth een zorgvuldige knappe waterverf-teekening, het poitret van een beeldhouwer (No. 241), bewonderen. Ook van Soest was zeer goed vertegenwoordigd. Prijzen: Breitners portret f5300; de Roelofs No. 238 f290; de Mauve No. 239 f410; de Wiliern Maris No. 47 f 7200; de Jacob Maris No. 40 f 9400; de Jongkind No. 64 f 29CO ; Bauers aquarel No. 230 f 300; de Rochussen No. 162 f 170; het portret door Jan Vet h f 100. H. Nieuwe Boeken van deze Week Aflevering 30 van den tweeden, herzienen en bijgewerkten druk van de Algerneene Ge schiedenis, door prof. dr. H. B r u g m a n s en prof. dr. G. W. K e r n k a m p, verscheen bij A. W. Sijthoff's Uitgevers Mij te Leiden. Bij G. Delwei te Wassenaar zagen het licht de volgende uitgaven op het gebied van boekhouden en handelsrekenen : H. J. van A r k e l, De Balans en eenige hiermede verband houdende vraagstukken. A. E. C. van S a a r I o o s, Examenba lansen, een handleiding voor studeerenden. W. K r e u k n i e t, A. B. A. van Ketel en L. van H o r s s e n, Leerboek van het Handelsrekenen, Ie deel, zesde verbeterde druk. Bij de Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur verscheen in vertaling van Top N a e f f: Een dag vol dwaasheid op de bruiloft van Figaro, door Beaumarchais. De Drijvende Brandkast is de titel van een brochure, uitgegeven door de N. V. Mij. tot Exploitatie van Van Bladeren's drijvende Scheepsbrandkastcn. De schrijver zet het doel IPADOX LtVEKT DE/VtPLANCD INZEEP KORTCN TUD ALLE HOUTCONyTRUCTlEX ALX LANDHUIZEN JACHTHUIZEN ZIEKENHUIZEN INLICHTINGEN OP AANVRAAG, en nut van deze brandkasten aan de hand van verschillende illustraties uiteen. De bedoe ling is in deze waterdichte brandkasten die op het dek van brieven vervoerende sche pen worden aangebracht stukken van waarde te bergen. De kracht, waarmede sikkelvormige metalen armen de kast vasttonden, is zoo geregeld, dat eerst wanneer de kast onder water komt, de armen, als gevolg van den dan door de kast uitgeoefenden opwaartschen druk, automatisch loslaten, zoodat de brandkast op het water blijft drij ven. Daarna treedt een signaal-apparaat in werking, waardoor het terugvinden van de kast wordt vergemakkelijkt. Aan de postkantoren zijn speciale zegels verkrijgbaar gesteld voor hen, die hun post stukken van waarde gedurende hun overtocht in de drijvende brandkasten wenschen te bergen. Van De Ploeger, maandblad voor Letter kunde, Kunsten en Wetenschappen, onder redactie van Antoon Kruysen, mevr. Kruysen-van Berkel en dr. Van der M ij l e te Heeze, verscheen den 15den Maart de eerste aflevering. Het blad ziet er verzorgd uit en dit eerste nummer biedt veel goeds, waaronder een interessant artikel over de voorgeschiedenis van het strijkinstrument en de rebab. Bij de uitgevers H. D. jeenk Willink & Zoon>te Haarlem verscheen in de Bij den Haard Serie" een tweede druk van de wer ken van L. M. M o n t g o m e r y : Anne van Avonlca, Anne van het Groene Huis, Anne ran het Eiland, Het Huis van Anne's druomen. De Ntderlandsche vertaling is van Betsy de Vries. D. M e r c n s, reserve kolonel van den generalen staf, bespreekt in een boek, onder den titel Nieuwe Banen, het vraag stuk van de weerbaarheid van ons volk. M. M. Couvée te 's ravenhage gaf het werk uit. OELOF filTROEN KALVERSTRAAT 1 Amsterdam OPGERICHT 185O TELEFOON 658 N. DEN HAAG - PLAATS 23 firma M. J. GOUDSMIT PAARLEN, BRILLANTEN Goud, Zilver en Horloges Uits uitend eerste kwaliteit beide kanten verloren hebben en een nieuwe middensoort opleverden die wij met eene gewoonte-aanduiding. Indische tncnschen" noemen, maar die toch een zeer bij/onder ver schijnsel is. Het is een droevig verschijnsel. . . . want het valt niet ten voordeele van don westerling uit. Dat trof ons bijzonderlijk in de voorstelling, en in het opvallend karakterverschil Uisschen deJavaausche die wij dansen zagen, en de dramatische kunst van een Hollandsch dilettantcngc/.elschap. R. Soerjo Winoto gaf ons Javaansche dansen : een kleine sierlijke figuur tegen een donker fond; onver stoorbaar het gelaat van den danser, en beheerscht en harmonieus elk van zijn gebaren. ' In' het terngwerpen van een af ceintuurslip, het wenden van het hoofd, en in ieder handgebaar was eene behecrsching en beschaving zooals alleen in oude en diepe cultuur ze als manifestatie opleveren in de beste van haar individuen. Op de eentonige Oostersche mu/.iek bewoog de danser zonder merkbare inspanning, ernstig en bedachtzaam /.onder een enkel overtollig gebaar, als eene uiting van ons onbekend gevoelsleven, maar dat wij instinctief respecteeren omdat liet beheerscht en harmonieus is in deze uiting. . . . Wat daarnaast te denken van een comedieR. Soerjo Winoto. die mcimclinu liet keusclieNendc van Wenckebach als Emüc. stukje dat Mu/iiu" heet, en dat op de meest schrille, want in zijn vaagheid algemeen aan vaarde kleuren de liederlijke toestanden on der een deel on/er kolonisten bloot legt.... De roman van Butterfly.... die er voor ons al "een meer is door de veelvuldigheid waarin we hem in zijn resultaten constateeren. . .. ik meen die van de Indische moeder. Mama is de Inlandsche vrouw van den kolonist, de moeder-huishoudster-dienstbode, die berusten moet wanneer haar Europeesche man en de kinderen van hen beiden naar Europa gaan. Nietwaar? we kunnen ieder zulk een geschie denis van nabij, en het stukje van Mevrotrw Kooy van Zeggelen werd vertoond voor velen die ervan verder of nabij in een betrokken zijn. De indruk die het verwaarloosde en romme lig familietafereel aan de andere zijde van het voetlicht maakte was er over lief algemeen, naar wij constateeren, een van natuurge trouwheid." Trouwens het stukje was als tendenz te /wak en technisch on-af.... Maai' hierom was ik toch eigenlijk blij dat mijn Scandinavische vriend liet niet heeft bijgewoond : omdat het mij bedroeft te voelen hoe na wij nog staan aan Jan Pietersz. Coen en zijn trawanten, en hoeverre van de beschaving der Oostersche cultuur. ... die wij voelden in de Javaansche dansen en de be rusting der verlaten Mama die niet uit hel oude huis wilde.... de beschaving die wij misten in het rauwe tooneelstukje. Het behoeft immers niet zoo te zijn dat een z.g. Indische huwelijk half-barbaarsche kin deren voortluviH'i . . . '?' Meisje-, en \ imiWi n, dir ilc l.oluirialc -.chool be/i'eken /nlt, iraclil uul< te lieren van di' kuliiniale i>ruet/jk. . . . daar ligt een ruim veld vonr u van sludeeren en arbeiden.! 11. S A L U M O N h U N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl