Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
30 April '21. - No. 2288
DE MIJNWERKERS-MISÈRE IN ENGELAND
Tetfeeaing voor de Amsterdammer" van Jordaan
I.JJ
*
DE GEESTELIJK VERMINKTEN
door dr. GEMIL PERRIN,
Chef de dinique d la Facaltéde médecine
de Paris
De schade door den oorlog aangericht is
niet alleen van materieelen, doch ook van
geestelijken aard. Niet alleen ons roerend en
onroerend goed, niet alleen de lichamen van
onze soldaten, rnaar ook hun geest heeft
schade geleden.
Deze vermindering van het geestelijk
kapitaal wordt wel eens niet op hare juiste
ig»...-^ T* '? ?08 "! "?'?tulie ** "?
fooi'5 tandpasta
Grand Prix San Francicco 1915.
In.... mineur" !
UMMHimiiiiii i Minuut MIMI i mini IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIII
waarde geschat; zij is dan ook moeilijk te
schatten.
Op de schadevergoedingslijst is de schade,
aan 't lichaam toegebracht, volgens een nauw
keurige berekening getaxeerd ; maar de
schade, geleden aan den geest, is over 't hoofd
gezien. Men verlangt blijkbaar alleen schade
loosstelling voor groote lichamelijke kwalen
door den oorlog ontstaan, maar men houdt niet
de minste rekening met de mindergetelde
psychopathische verschijnselen, waarvan de
weerslag op de maatschappij toch zeer duide
lijk merkbaar is.
Men kan er zeker van zijn, dat de
productievermindering als gevolg van de talrijke,
ook geringe geestesstoringen van onze sol
daten, en zelfs van de burgers, wier moreel ook
niet gespaard is, van grooteren omvang is dan
die tengevolge van lichamelijke verminkingen.
De vermindering van werkcapaciteiten
tengevolge van het verlies van een arm, een
been of een oog vermindert zonder eenigen
twijfel den rijkdom van een volk; maar het is
een te bepalen en te meten schade, waarvan
men den weerslag in tijd en ruimte niet al te
zeer merkt. Maar zoo is het niet gesteld met
den zwaren slag aan het maatschappelijk leven
toegebracht door de storingen, zelfs de gering
ste, in het brein van zoovelen. In zekeren zin
verdienen de ernstige geestelijke ziekten nog
minder onze belangstelling dan de lichtere
gevallen. Wanneer een individu volslagen
krankzinnig wordt, dan is dat een nheid
die afgenomen wordt van het geestelijk kapi
taal, het is een last te meer voor het volk, dat
IMIIIIIIIIIIIIIIIII
?iijiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Dezer dagen schreef de Parijsche ,,Temps",
dat de week welke wij thans beleven, be
slissend zal zijn voor het lot van Frankrijk,
ja van de heeie wereld, voor vele generaties.
Dergelijke groote woorden zijn in de laatste
jaren meermalen gelaten" uitgesproken.
maar wij moeten erkennen, dat het ditmaal
juist kan zijn. Indien n.l. de geallieerden
de Vereenigde Staten inbegrepen -?- de
nieuwe Duitsche voorstellen wegvagen en
eensgezind Frankrijk volgen in zijn verlangen
tot bezetting van het Roer-district, dan
vreezen wij inderdaad, dat voor langen tijd
ellendeen depressie bestendigd blijven, terwijl,
indien zij de voorstellen in zorgvuldige over
weging nemen en er over praten met de Duit
sche regeering, er misschien een grondslag
gevonden kan worden voor een regeling die
in ieders belang is. Natuurlijk bedoelde de
, ,Temps" het niet aldus; toen ze over de
wereld-historische beteekenis van deze laatste
April-week schreef, maar meende zij juist
andersom : dat als de geallieerden nu niet
eindelijk eens en voorgoed Frankrijk's staat
kunde endosseeren en Duitschlard zoo hard
aanpakken, dat 't betaalt, wat het betalen
moet, de wereld opnieuw overgeleverd zal
worden aan Duitsche heerschzucht en het
met Frankrijk om zoo te zeggen gedaan is.
Helaas wordt men, zoodra men tegenover
deze Fransche opvatting de bovenstaande,
door ons gehuldigde, stelt, immer terstond
van pro-Duitsche gezindheid verdacht, het
geen voor ons, neutralen, die zich gelukkig
nog de weelde van een onafhankelijke meening
kunnen veroorlooven, zoo erg niet is, maar
wel voor de velen in Engeland en Amerika
en vermoedelijk ook in Frankrijk, die onze
meening deelen, maar die er, wegens die
verdenking, niet goed voor kunnen uitkomen.
Want waarlijk deze zaak heeft met Duit
sche of Fransche sympathieën geen tittel of
jota uit te staan, omdat het hier geen
recht
MEUBELBEWARINQ?N TRANSPORT MIJ.
AMSTERDAM
TELEFOOI
HM ZOW
?Illllllllll IIIUIlMllllllllllllllltlllMHIIllllllHlllllmlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
dien krankzinnige in een asyl zal moeten on
derhouden, maar dat is ook alles.
Een lichtere geestelijke af wijking daarentegen
verstoort de individueele werkkracht en is
merkbaar in den geheelen invloedskring van
den zieke, vindt overal hare terugkaatsing en
dreigt, als men niet ingrijpt, zich uit te brei
den en te verergeren.
De geestelijk verminkten hebben op hunne
omgeving een demoraliseerende werking.
Een moderne oorlog is moorddadiger voor
den geest dan voor het lichaam. De kansen
op geestelijke verwondingen zijn
vertienvoudigd. Ten tijde van den werkelijk nog frisscher,
fröhlicher Krieg" in 't open veld, met zijn
lange ritten en het blanke wapen, toen een ge
weervuur maar zelden voorkwam, liep het
geestelijk evenwicht van den soldaat weinig
gevaar. De oorlog was een gevaarlijke, maar
gezonde sport.
Wat een tegenstelling met den
tegenwoordigen oorlog! Nu, een Opeenhooping van
menschen in kleine ruimten, in den slechtst
rnogelijken toestand om weerstand te bieden aan
een reeks van rampen, die veel overeenkomst
hebben met branden, aardbevingen of
spoorwegongelukken. En al die rampen komen
over de manschappen, die vermoeid zijn, uit
geput door ontbering, door angst, vrees of
verveling.
Kogel, granaat en gas treffen de verschil
lende menschelijke organen, maar toch is
het aantal gewonden nog gering vergeleken
met het aantal ongekwetsten. Maar de gees
telijke verminking is daarentegen algemeen,
treft bijna allen zonder uitzondering, zoowel
aan het front als daarachter.
lAls men bedenkt, dat de moderne mensen
een zooveel broozer stel hersens heeft dan zijn
voorouders, wat moet er dan van hem terecht
komen, bij die Voorbeschiktheid tot zenuwlij
den, onder al die zenuwschokkende rampen !
Zeker, de heel sterke en gezonde koppen,die
die kwelling ongedeerd hebben kunnen door
staan, komen er gehard en gestaald uit.
Maar hoe velen, die zwakker waren en een
geringer aanpassingsvermogen hadden, zijn
door die beproeving verzwakt en achteruit
gegaan.
Dat zijn de geestelijk verminkten ! Slacht
offers, die volslagen krankzinnig zijn geworden,
telt men er maar weinig onder hen. En die
weinigen vinden in de krankzinnigenge
stichten een onderkomen.
Maar de anderen blijven leven in de wereld;
geen uiterlijke gebrekkigheid wekt bij den
voorbijganger het medelijden op. Hun
uiter
? I.IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIII.IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllll
Verschenen:
Dramatische Kroniek
Eerste en tweede bundel
door
TOP NAEFF
... j Ing. f 2.25
Prijs per bundel: jQeb f 325
Ultg.van VAN HOLKEMA&WARENDORF
AMSTERDAM
lijk, soms zelfs heel gezond, misleidt dikwijls
de commissie van afdanking.
Velen, vooral onder de besten, wier hersen
werk de kostbaarste restrrtaten gaf, verzwij
gen uit een soort eergevoel hun gebrek en
bemantelen het. Maar juist doordat zij getroffen
zijn in hun productieve vermogens, benadeelen
zij de maatschappij. En niet zij alleen lijden
onder hun gebrek, maar ook hun gezin en za
ken verzorgen zij slecht. Wanorde en moede
loosheid verspreiden zij om zich heen. Soms
ook leidt hun geestelijke verminking tot een
anti-maatschappelijke levensopvatting.
Men behoeft niet naar andere oorzaken te
zoeken voor de toeneming der criminaliteit,
die men tegenwoordig waarneemt.
Al zwegen de kanonnen op den dag van den
wapenstilstand en al was toen iedereen veilig
voor dien storm van ijzer en vuur, de vernie
tigende invloed van den oorlog op den geest
heeft het einde der vijandelijkheden over
leefd.
De maatschappelijke grenzen zijn onderste
boven geworpen; al hebben gezonde en even
wichtige gestellen zich aan den nieuwen staat
van zaken weten aan te passen, de anderen
lijden er onder, dat zij hun gewone omlijs
ting missen. Hun gering aanpassingsvermogen
had hen, na het schuchter tasten van vele ge
neraties, juist een betrekkelijke evenwichtig
heid doen vinden, maar die niet bestand bleek
tegen de algemeene verschuiving der dingen.
Zij zijn nu gedesoriënteerd, hebben geen
houvast, en zijn ontmoedigd, omdat zij
niet durven hopen op den terugkeer van d
vroegere toestanden. En deze onzekerheid
slaat hen met onvruchtbaarheid.
De lichamelijk verminkten zijn als 't ware
de getuigen en het-vaandel van het roemrijk
verleden. De geestelijk verminkten vormen een
maatschappelijk gevaar.
Voor de eersten doet men veel. Het ver
vangen van ledematen door kunstmatige
heeft men tot in de grootst mogelijke perfectie
geleerd ; men heeft centra van phvsiotherapie
gesticht en ateliers voor het aanleeren van
beroepen voor de verminkten.
Maar moet men voor die anderen ook niet
iets doen?
Heeft het herstel van de hersenen niet een
grooter waarde voor het maatschappelijk
kapitaal dan het herstel van de spieren?
Laat de sociale medische wetenschap er zich
toch voor blijven interesseeren.
In Frankrijk begint men zich nu bezig te
houden met die geestelijk licht geblesseerden.
Men wil voor hen oprichten z.g.
consultatiezalen voor geestelijke hygiëne, waar zij een
geneeskundige behandeling kunnen ondergaan,
die hun geestelijke energie weer hernieuwt.
In die consultatie-zalen zullen zij door be
kwame specialisten behandeld worden. As
sistenten en huisbezoeksters zullen hen blij
ven helpen om hen, na hun terugkeer, zoowel
voor hun beroep als voor het maatschappelijk
leven weer geschikt te maken; zij zullen als
't ware de rol overnemen van de marraine's
in oorlogstijd.
Maar ook wil men die licirte zenuwlijders
in afzonderlijke tehuizen opnemen gedurende
den tijd dat het noodig zal zijn hen in obser
vatie en isolement te houden en psychothe
rapeutisch te behandelen.
Tot nu toe bestaat in Frankrijk geen enkel
instituut, dat aan dit doel beantwoordt.
Doktoren en ziekenverplegers van de ge
wone ziekenhuizen zijn niet voor die taak be
rekend. Uit wanhoop laten sommigen zich
zelfs in krankzinnigengestichten opnemen,
alleen maar om onder behandeling van
speciahst^n te kunnen komen.
Noodzakelijk is het dus ziekenhuizen op
te richten, waar zonder lastige formalitei
ten en administratieven omslag, deze lichte
zenuwlijders zich aan de zorg van een me
dicus en verpleger kunnen toevertrouwen,
wier speciaal vak het is, zenuwlijders te
behandelen.
De Lignc de Prupliylaxie et d'Hvgicne
mental", die pas is opgericht, heeft aan 't
hoofd van haar program de kwestie van hulp
voor deze geestelijk lichtverminkten.
De Conseil général de la Seine heeft de
wenschen, in bovengenoemd program uitge
sproken, van harte toegejuicht en weldra zal
de sociale medische wetenschap er toe
meewerken, het geestelijk kapitaal van het
volk te vermeerderen door voor die geestelijk
verminkten de maatregelen tot herstel te
nemen, die men hun verschuldigd is.
vaardigheid:»- of gevoelsquaestie geldt, maar
zuiver een van oppurtuniteit en het 't maxi
mum van inoppurtuun handelen is, iemands
debiteur, klan* en leverancier de keel zoo
nauw toe te knijpen dat hem de adem wordt
ontnomen. In 't abstracte kon men van
Franschen kant dit natuurlijk toegeven, maar
als 't op daden aankomt is het altijd Frank
rijk dat deze politiek van de téstraffe hand
voorstaat en verwonderlijk is dit niet, want
gevoelsmotieven werken daar natuurlijk veel
sterker dan bi] Britten, Amerikanen en
Italianen, in zekeren zin behaalt deze Fran
sdie politiek dan ook wel zoo nu en dan
een succes en zoo verheft men er zich thans
in Parijs op, dat dank zij de Londensche
sancties en het dreigement met de bezetting
van 't Roer-gebied de Duitschers een ge
weldigen stap nader gekomen zijn. Dit schijnt
juist, maar in waarheid gaat'het niet aan,
de eer daarvan aan de Fransche staatkunde
toe te schrijven, want er is niemand onder
de geallieerden die niet op de Duitschers
sterke pressie wil uitoefenen en ook geen
neutraal die Duitschland kent, zal aannemen,
dat men van dit land zonder pressie zal
los krijgen wat men hebben wil. De vraag
is slechts of men ??- onder pressie dan
met Duitschland wil onderhandelen over
afbetaling en omvang der schadeloosstelling,
dan wel of men panden wil nemen", zooals
de Franschen het zoo gaarne uitdrukken.
En nu heeft sedert twee jaar Frankrijk het
eerste tegengehouden, en naar het laatste
gestreefd en hier verzet zich het onbevoor
oordeelde opportuniteitsgevoel tegen de
Fransche mentaliteit en politiek.
Dat men nu in deze zaak op een beslissend
punt gekomen is, hierin stemmen wij met
de ,,Temps" overeen en met niet minder
spanning dan zij zien wij de samenkomst
van den oorlogsraad aan het einde dezer
week tegemoet. Laat ons dadelijk
constateeren, dat wat er bekend geworden is over
de resultaten der voor-bespreking in Hythe
tusschen Briand en Lloyd Oeorge geen enkele
aanwijzing geeft omtrent de besluiten van
de komende vergadering. Ten eerste waren
Briand en Lloyd George Zaterdag j.I. nog
niet in het bezit der nieuwe Duitsche voor
stellen en ten tweede bestaat het gepubli
ceerde over hun onderhoud deels uit de
bekende frazes over de volledige
eenstemEEN LIEFDES-AVONTUUR
Een jonge diender reed per fiets
Plichtmatig door de straat,
Soms zag hij wat, soms zag hij niets,
Maar altijd keek hij kwaad.
Hij gluurde links,
Hij gluurde rechts,
Zooals een diender doet.
Een aardig meisje keek hem aan,
Dat vond hij minder goed.
Ze knipte met haar linkeroog
En zoende in de lucht,
Ze knipte met haar rechteroog,
Daarna kwam er een zucht.
Ze tuurde links,
Ze tuurde rechts,
,,Agent/e," zei ze toen,
,,Stap even van je fietsje af,"
,,Dan geef ik je een zoen."
De diender stapte van zijn wiel
En bleef beteuterd staan,
En daar die grap hem niet beviel,
Sprak hij haar grommend aan.
Hij gluurde links,
Hij gluurde rechts,
Zijn gummi-stok gereed,
Maar voor hij er verdacht op was.
Had hij den zoen al beet.
De diender werd van woede raar
En riep dat dit niet mocht,
,, Juffrouw, je hebt een ambtenaar"
' ,.In junctie omgekocht."
Hij gluurde links,
Hij gluurde rechts.
En zei: ,,Dat gaat niet zoo,"
,,Ko/n m<>e, ik neem je in arrest."
,,/c gaat naar het bureau."
De commissaris was al oud,
E/i dus een wijze man,
Eerst gluurde hij die lieve meid.
Daarna den diender an.
Hij tuurde links.
Hij tuurde rechts,
En na een zochten kuch
Sprak hij: ,Je bent een eerlijk man"
.,0eef haar dien zoen terug."
J. H. S P E EN H o F F
niminimumiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii <<
UMIE BANK
voor NEDERLAND en KOLONIËN
AMSTERDAM
en ROTTERDAM
Agentschappen in Nederland:
's-GRAVENHAGE, TILBURG,
LEEUWARDEN, OISTERWLJK.
UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO.
Agentschappen in Indië:
BATAVIA. SOERABAYA,
SEMARANG, BANDOENG, MEDAN en
WELTEVREDEN.
migheid, deels uit de algemeen verwachtte
mededeeling, dat Engeland bereid is Frankrijk
te steunen indien het Duitschland liard wil
aanpakken, voor 'l geval de voorstellen
onvoldoende mochten zijn, ja dat het mis
schien mee zal doen bij de bezetting van het
Roer-gebied, maar dat het niet alle maat
regelen goedkeurt, die Frankrijk ten aanzien
dier bezetting ontworpen heeft. Derhalve,
volgens de/.e gegevens heeft Engeland zich
nog tot in 't geheel niets gebonden, heeft
het zijn toestemming aan de bezetting afhan
kelijk gesteld van zijn meening over de
Duitsche voorstellen en zich bovendien voor
behouden, op de organisatie der bezetting
de aanmerkingen te maken die het noodig
zal achten. De Britsche premier staat dus
nog vrij, maar natuurlijk, er valt niet aan
te twijfelen, hij zal bereid zijn tot mede
werking aan Frankrijk's politiek, hoeveel
bezwaren en gevaren deze ook zal meebrengen,
indien de Duitschers opnieuw onhandelbaar
zijn als in Londen. Gelukkig begint men dit
blijkbaar ook in Duitschland in te zien, want
waarom anders de belangrijke stap van toe
nadering tot het Parijsche voorstel? Waarom
anders de wanhoopsdaad van het zich aan
Amerika's genade en reehtvaardigheidszin
overgeven?
Ik v.'il de Duitsclie voorstellen, die aan
Amerika gedaan zijn en die de regeering in
Washington vermoedelijk wel aan de gealli
eerden zal overbrengen, niet in bijzonderheden
bespreken ze zijn mij nog pas uit een
Wolff-telegram bekend maar constateer
dat zij eenige gewichtige tegemoetkomingen
sinds Londen bevatten. Ten eerste a! dadelijk
in het financieele, omdat Duitschland zich
thans in waarheid op den grondslag van het
Parijsche besluit schijnt te stellen, al liggen
hier misschien onder het gras der ingewikkelde
financieele berekeningen omtrent de wijze
van betaling, adders verborgen.Dan het aan
bod tot medewerking in natura aan den opbouw
van verwoest Frankrijk, iets waartegen tot
dusver van Franschen kant nog altijd scherp
verzet is gerezen, maar dat toch objectief
bezien een van de meest praktische manie
ren is om Frankrijk te herstellen. Eindelijk het
aanbod om de geallieerde schulden aan de
U.S.A. over te nemen, hetgeen trouwens meer
een grootmoedigheid van de Unie zou wezen
dan een concessie van Duitschland. Daar
tegenover staan 'n paar dingen die in Frankrijk
zeker op fel verzet zullen stuiten en waaruit
men daarginds opnieuw onoprechtheid zal
Ie/en : Duitschland wil op deze wijze het be
houd van Opper-Silezië bij voorbaat bedingen
en het in beslag genomen Duitsche eigendom
in de Entente-landen vrij krijgen.
Over 't geheel trouwens vreezen wij, dat
de Franschen de voorstellen nier aannemelijk
/.uilen achten en zullen blijven aandringen
op bezetting van het Roer-gebied, 't Wordt nu
echter zijn bondgenooten toch wel moeilijk
gemaakt om daarvoor /onder meer toe te
stemmen of wil men liever : het wordt hun
makkelijk gemaakt zich er tegen 1e verzetten
nu Duitschland uitdrukkelijk zegt , hier
mee niet het laatste woord te spreken, maar
.Amerika vraagt om andere regelingen voor
te <tellen indien de onderhavige niet goed zijn.
AN de regeering in Washington nu maar
eenigszins van oeden wille is om de bemidde
laarsrol te spelen, dan zal er nu toch op dezen
of op een andereu grondslag gepraat moeten
worden en zullen de Fransche troepen het
Roer-gebied niet binnenrukken.
Intusschen, dit laatste blijft als uiterste
middel mogelijk en wij gelooven dat het bij
wijze van dreigement inderdaad /eer goed zal
kunnen werken. Want, nog eens, alles wijst er
op, dat de geallieerden als het werkelijk
noodig schijnt om Duitschland handelbaar te
maken, er niet voor zullen terugschrikken :
ook in Engeland raakt het geduld uitgeput en
al heeft president Harding blijkbaar besloten
de Vereenigde Staten uit hun isolatie te be
vrijden en weer deel te nemen aan de
Europeesche verwikkelingen, het is toch heel on
waarschijnlijk dat hij daarin zal optreden als
een kampvechter voor het verdrukte Duitsch
land. Het beste dat dit te hopen heeft is, dat
Amerika de bezetting van het Roer-bekken zoo
lang mogelijk zal tegenhouden, niet dat
het dit met een machtswoord beletten zal,
gesteld al dat 't daartoe in staat ware.
Komt het waarlijk tot de bezetting, dan zal
deze voor alle partijen vermoedelijk ramp
spoedig zijn. Wij kennen de détails van het
Fransche bezettingsplan niet, maar de bladen
hebben er al zooveel van verteld dat men moet
aannemen, dat de kolenmijnen daar door de
Franschen ten eigen bate geëxploiteerd zullen
worden /.onder dat de eigenaars er een cent
voor krijgen. De mijnwerkers echter zullen
voor hun werk toch wel wat moeten ont
vangen, al moge het waar zijn. wat we in een
blad lazen, dat zij volgens het Fransche plan
geen loon zullen ontvangen maar alleen
voedsel-rantüoen dus zoo ongeveer als in Rus
land en die rantsoenen moeten dan
om te beginnen door Frankrijk betaald wor
den, want het plan ook dit lazen wij - om
ze te betalen uit plaatselijke belastingen schijnt
niet goed uitvoerbaar, wijl deze belastingen
opgebracht zouden moeten worden in hoofd
zaak door de mijnwerkers die de rantsoenen
moeten krijgen. Daartegenover kan Frank
rijk dan de kolen verkoopen ; maar aan wie?
Wij kunnen geen naties noemen die ze in zulk
een mate noodig hebben dat Frankrijk hieruit
de enorme bedragen zou kunnen putten wel
ke het door dit pand-nemen" hoopt binnen te
krijgen. Kortom, wij hebben niet het minste
vertrouwen in de deugdelijkheid van dit mid
del, ook al komen er geen stakingen, oproer
e.d. die Frankrijk nog veel meer zouden kos
ten. Toch zal men er zekerlijk toe overgaan
als Duitschland onhandelbaar blijft, en moge
het dan voor de geallieerden niet tot het doel
leiden, voor de Duitschers is het in elk geval
nog veel pijnlijker dan voor hen en de
ongekroonde koning van Duitschland, Hugo
Stinnes, zal er geweldig door benadeeld wor
den. Is het misschien reeds zijn werk, dat de
Duitsche regeering zooveel verder ging dan
in Londen? Zag hij dat 't de Entente ernst
werd met de sancties en deed hij toen den
wind keeren?
De andere gebeurtenissen dezer week zijn
onbelangrijk in vergelijking met het
allesoverheerschende stakings-probleem. Overi
gens duurt de mijnwerkersstaking in Engeland
iiog altijd voort en zoo nu en dan dreigt weer
gevaar voor eenige uitbreiding, b.v. als de
spoorwegarbeiders weigeren besmette kolen"
te vervoeren. Toch schijnt aan de beweging
haar kracht ontnomen door de desertie"
van de bondgenooten en men kan niet an
ders denken of vandaag of morgen worden de
partijen het wef eens over een tijdelijke rege
ling. Zulke uitgebreide stakingen duren zelden
heel lang.
J. C. v A N OVEN