De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 30 april pagina 2

30 april 1921 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 30 April '21. - No. 2288 DE MIJNWERKERS-MISÈRE IN ENGELAND Tetfeeaing voor de Amsterdammer" van Jordaan I.JJ * DE GEESTELIJK VERMINKTEN door dr. GEMIL PERRIN, Chef de dinique d la Facaltéde médecine de Paris De schade door den oorlog aangericht is niet alleen van materieelen, doch ook van geestelijken aard. Niet alleen ons roerend en onroerend goed, niet alleen de lichamen van onze soldaten, rnaar ook hun geest heeft schade geleden. Deze vermindering van het geestelijk kapitaal wordt wel eens niet op hare juiste ig»...-^ T* '? ?08 "! "?'?tulie ** "? fooi'5 tandpasta Grand Prix San Francicco 1915. In.... mineur" ! UMMHimiiiiii i Minuut MIMI i mini IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIII waarde geschat; zij is dan ook moeilijk te schatten. Op de schadevergoedingslijst is de schade, aan 't lichaam toegebracht, volgens een nauw keurige berekening getaxeerd ; maar de schade, geleden aan den geest, is over 't hoofd gezien. Men verlangt blijkbaar alleen schade loosstelling voor groote lichamelijke kwalen door den oorlog ontstaan, maar men houdt niet de minste rekening met de mindergetelde psychopathische verschijnselen, waarvan de weerslag op de maatschappij toch zeer duide lijk merkbaar is. Men kan er zeker van zijn, dat de productievermindering als gevolg van de talrijke, ook geringe geestesstoringen van onze sol daten, en zelfs van de burgers, wier moreel ook niet gespaard is, van grooteren omvang is dan die tengevolge van lichamelijke verminkingen. De vermindering van werkcapaciteiten tengevolge van het verlies van een arm, een been of een oog vermindert zonder eenigen twijfel den rijkdom van een volk; maar het is een te bepalen en te meten schade, waarvan men den weerslag in tijd en ruimte niet al te zeer merkt. Maar zoo is het niet gesteld met den zwaren slag aan het maatschappelijk leven toegebracht door de storingen, zelfs de gering ste, in het brein van zoovelen. In zekeren zin verdienen de ernstige geestelijke ziekten nog minder onze belangstelling dan de lichtere gevallen. Wanneer een individu volslagen krankzinnig wordt, dan is dat een nheid die afgenomen wordt van het geestelijk kapi taal, het is een last te meer voor het volk, dat IMIIIIIIIIIIIIIIIII ?iijiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Dezer dagen schreef de Parijsche ,,Temps", dat de week welke wij thans beleven, be slissend zal zijn voor het lot van Frankrijk, ja van de heeie wereld, voor vele generaties. Dergelijke groote woorden zijn in de laatste jaren meermalen gelaten" uitgesproken. maar wij moeten erkennen, dat het ditmaal juist kan zijn. Indien n.l. de geallieerden de Vereenigde Staten inbegrepen -?- de nieuwe Duitsche voorstellen wegvagen en eensgezind Frankrijk volgen in zijn verlangen tot bezetting van het Roer-district, dan vreezen wij inderdaad, dat voor langen tijd ellendeen depressie bestendigd blijven, terwijl, indien zij de voorstellen in zorgvuldige over weging nemen en er over praten met de Duit sche regeering, er misschien een grondslag gevonden kan worden voor een regeling die in ieders belang is. Natuurlijk bedoelde de , ,Temps" het niet aldus; toen ze over de wereld-historische beteekenis van deze laatste April-week schreef, maar meende zij juist andersom : dat als de geallieerden nu niet eindelijk eens en voorgoed Frankrijk's staat kunde endosseeren en Duitschlard zoo hard aanpakken, dat 't betaalt, wat het betalen moet, de wereld opnieuw overgeleverd zal worden aan Duitsche heerschzucht en het met Frankrijk om zoo te zeggen gedaan is. Helaas wordt men, zoodra men tegenover deze Fransche opvatting de bovenstaande, door ons gehuldigde, stelt, immer terstond van pro-Duitsche gezindheid verdacht, het geen voor ons, neutralen, die zich gelukkig nog de weelde van een onafhankelijke meening kunnen veroorlooven, zoo erg niet is, maar wel voor de velen in Engeland en Amerika en vermoedelijk ook in Frankrijk, die onze meening deelen, maar die er, wegens die verdenking, niet goed voor kunnen uitkomen. Want waarlijk deze zaak heeft met Duit sche of Fransche sympathieën geen tittel of jota uit te staan, omdat het hier geen recht MEUBELBEWARINQ?N TRANSPORT MIJ. AMSTERDAM TELEFOOI HM ZOW ?Illllllllll IIIUIlMllllllllllllllltlllMHIIllllllHlllllmlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII dien krankzinnige in een asyl zal moeten on derhouden, maar dat is ook alles. Een lichtere geestelijke af wijking daarentegen verstoort de individueele werkkracht en is merkbaar in den geheelen invloedskring van den zieke, vindt overal hare terugkaatsing en dreigt, als men niet ingrijpt, zich uit te brei den en te verergeren. De geestelijk verminkten hebben op hunne omgeving een demoraliseerende werking. Een moderne oorlog is moorddadiger voor den geest dan voor het lichaam. De kansen op geestelijke verwondingen zijn vertienvoudigd. Ten tijde van den werkelijk nog frisscher, fröhlicher Krieg" in 't open veld, met zijn lange ritten en het blanke wapen, toen een ge weervuur maar zelden voorkwam, liep het geestelijk evenwicht van den soldaat weinig gevaar. De oorlog was een gevaarlijke, maar gezonde sport. Wat een tegenstelling met den tegenwoordigen oorlog! Nu, een Opeenhooping van menschen in kleine ruimten, in den slechtst rnogelijken toestand om weerstand te bieden aan een reeks van rampen, die veel overeenkomst hebben met branden, aardbevingen of spoorwegongelukken. En al die rampen komen over de manschappen, die vermoeid zijn, uit geput door ontbering, door angst, vrees of verveling. Kogel, granaat en gas treffen de verschil lende menschelijke organen, maar toch is het aantal gewonden nog gering vergeleken met het aantal ongekwetsten. Maar de gees telijke verminking is daarentegen algemeen, treft bijna allen zonder uitzondering, zoowel aan het front als daarachter. lAls men bedenkt, dat de moderne mensen een zooveel broozer stel hersens heeft dan zijn voorouders, wat moet er dan van hem terecht komen, bij die Voorbeschiktheid tot zenuwlij den, onder al die zenuwschokkende rampen ! Zeker, de heel sterke en gezonde koppen,die die kwelling ongedeerd hebben kunnen door staan, komen er gehard en gestaald uit. Maar hoe velen, die zwakker waren en een geringer aanpassingsvermogen hadden, zijn door die beproeving verzwakt en achteruit gegaan. Dat zijn de geestelijk verminkten ! Slacht offers, die volslagen krankzinnig zijn geworden, telt men er maar weinig onder hen. En die weinigen vinden in de krankzinnigenge stichten een onderkomen. Maar de anderen blijven leven in de wereld; geen uiterlijke gebrekkigheid wekt bij den voorbijganger het medelijden op. Hun uiter ? I.IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIII.IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllll Verschenen: Dramatische Kroniek Eerste en tweede bundel door TOP NAEFF ... j Ing. f 2.25 Prijs per bundel: jQeb f 325 Ultg.van VAN HOLKEMA&WARENDORF AMSTERDAM lijk, soms zelfs heel gezond, misleidt dikwijls de commissie van afdanking. Velen, vooral onder de besten, wier hersen werk de kostbaarste restrrtaten gaf, verzwij gen uit een soort eergevoel hun gebrek en bemantelen het. Maar juist doordat zij getroffen zijn in hun productieve vermogens, benadeelen zij de maatschappij. En niet zij alleen lijden onder hun gebrek, maar ook hun gezin en za ken verzorgen zij slecht. Wanorde en moede loosheid verspreiden zij om zich heen. Soms ook leidt hun geestelijke verminking tot een anti-maatschappelijke levensopvatting. Men behoeft niet naar andere oorzaken te zoeken voor de toeneming der criminaliteit, die men tegenwoordig waarneemt. Al zwegen de kanonnen op den dag van den wapenstilstand en al was toen iedereen veilig voor dien storm van ijzer en vuur, de vernie tigende invloed van den oorlog op den geest heeft het einde der vijandelijkheden over leefd. De maatschappelijke grenzen zijn onderste boven geworpen; al hebben gezonde en even wichtige gestellen zich aan den nieuwen staat van zaken weten aan te passen, de anderen lijden er onder, dat zij hun gewone omlijs ting missen. Hun gering aanpassingsvermogen had hen, na het schuchter tasten van vele ge neraties, juist een betrekkelijke evenwichtig heid doen vinden, maar die niet bestand bleek tegen de algemeene verschuiving der dingen. Zij zijn nu gedesoriënteerd, hebben geen houvast, en zijn ontmoedigd, omdat zij niet durven hopen op den terugkeer van d vroegere toestanden. En deze onzekerheid slaat hen met onvruchtbaarheid. De lichamelijk verminkten zijn als 't ware de getuigen en het-vaandel van het roemrijk verleden. De geestelijk verminkten vormen een maatschappelijk gevaar. Voor de eersten doet men veel. Het ver vangen van ledematen door kunstmatige heeft men tot in de grootst mogelijke perfectie geleerd ; men heeft centra van phvsiotherapie gesticht en ateliers voor het aanleeren van beroepen voor de verminkten. Maar moet men voor die anderen ook niet iets doen? Heeft het herstel van de hersenen niet een grooter waarde voor het maatschappelijk kapitaal dan het herstel van de spieren? Laat de sociale medische wetenschap er zich toch voor blijven interesseeren. In Frankrijk begint men zich nu bezig te houden met die geestelijk licht geblesseerden. Men wil voor hen oprichten z.g. consultatiezalen voor geestelijke hygiëne, waar zij een geneeskundige behandeling kunnen ondergaan, die hun geestelijke energie weer hernieuwt. In die consultatie-zalen zullen zij door be kwame specialisten behandeld worden. As sistenten en huisbezoeksters zullen hen blij ven helpen om hen, na hun terugkeer, zoowel voor hun beroep als voor het maatschappelijk leven weer geschikt te maken; zij zullen als 't ware de rol overnemen van de marraine's in oorlogstijd. Maar ook wil men die licirte zenuwlijders in afzonderlijke tehuizen opnemen gedurende den tijd dat het noodig zal zijn hen in obser vatie en isolement te houden en psychothe rapeutisch te behandelen. Tot nu toe bestaat in Frankrijk geen enkel instituut, dat aan dit doel beantwoordt. Doktoren en ziekenverplegers van de ge wone ziekenhuizen zijn niet voor die taak be rekend. Uit wanhoop laten sommigen zich zelfs in krankzinnigengestichten opnemen, alleen maar om onder behandeling van speciahst^n te kunnen komen. Noodzakelijk is het dus ziekenhuizen op te richten, waar zonder lastige formalitei ten en administratieven omslag, deze lichte zenuwlijders zich aan de zorg van een me dicus en verpleger kunnen toevertrouwen, wier speciaal vak het is, zenuwlijders te behandelen. De Lignc de Prupliylaxie et d'Hvgicne mental", die pas is opgericht, heeft aan 't hoofd van haar program de kwestie van hulp voor deze geestelijk lichtverminkten. De Conseil général de la Seine heeft de wenschen, in bovengenoemd program uitge sproken, van harte toegejuicht en weldra zal de sociale medische wetenschap er toe meewerken, het geestelijk kapitaal van het volk te vermeerderen door voor die geestelijk verminkten de maatregelen tot herstel te nemen, die men hun verschuldigd is. vaardigheid:»- of gevoelsquaestie geldt, maar zuiver een van oppurtuniteit en het 't maxi mum van inoppurtuun handelen is, iemands debiteur, klan* en leverancier de keel zoo nauw toe te knijpen dat hem de adem wordt ontnomen. In 't abstracte kon men van Franschen kant dit natuurlijk toegeven, maar als 't op daden aankomt is het altijd Frank rijk dat deze politiek van de téstraffe hand voorstaat en verwonderlijk is dit niet, want gevoelsmotieven werken daar natuurlijk veel sterker dan bi] Britten, Amerikanen en Italianen, in zekeren zin behaalt deze Fran sdie politiek dan ook wel zoo nu en dan een succes en zoo verheft men er zich thans in Parijs op, dat dank zij de Londensche sancties en het dreigement met de bezetting van 't Roer-gebied de Duitschers een ge weldigen stap nader gekomen zijn. Dit schijnt juist, maar in waarheid gaat'het niet aan, de eer daarvan aan de Fransche staatkunde toe te schrijven, want er is niemand onder de geallieerden die niet op de Duitschers sterke pressie wil uitoefenen en ook geen neutraal die Duitschland kent, zal aannemen, dat men van dit land zonder pressie zal los krijgen wat men hebben wil. De vraag is slechts of men ??- onder pressie dan met Duitschland wil onderhandelen over afbetaling en omvang der schadeloosstelling, dan wel of men panden wil nemen", zooals de Franschen het zoo gaarne uitdrukken. En nu heeft sedert twee jaar Frankrijk het eerste tegengehouden, en naar het laatste gestreefd en hier verzet zich het onbevoor oordeelde opportuniteitsgevoel tegen de Fransche mentaliteit en politiek. Dat men nu in deze zaak op een beslissend punt gekomen is, hierin stemmen wij met de ,,Temps" overeen en met niet minder spanning dan zij zien wij de samenkomst van den oorlogsraad aan het einde dezer week tegemoet. Laat ons dadelijk constateeren, dat wat er bekend geworden is over de resultaten der voor-bespreking in Hythe tusschen Briand en Lloyd Oeorge geen enkele aanwijzing geeft omtrent de besluiten van de komende vergadering. Ten eerste waren Briand en Lloyd George Zaterdag j.I. nog niet in het bezit der nieuwe Duitsche voor stellen en ten tweede bestaat het gepubli ceerde over hun onderhoud deels uit de bekende frazes over de volledige eenstemEEN LIEFDES-AVONTUUR Een jonge diender reed per fiets Plichtmatig door de straat, Soms zag hij wat, soms zag hij niets, Maar altijd keek hij kwaad. Hij gluurde links, Hij gluurde rechts, Zooals een diender doet. Een aardig meisje keek hem aan, Dat vond hij minder goed. Ze knipte met haar linkeroog En zoende in de lucht, Ze knipte met haar rechteroog, Daarna kwam er een zucht. Ze tuurde links, Ze tuurde rechts, ,,Agent/e," zei ze toen, ,,Stap even van je fietsje af," ,,Dan geef ik je een zoen." De diender stapte van zijn wiel En bleef beteuterd staan, En daar die grap hem niet beviel, Sprak hij haar grommend aan. Hij gluurde links, Hij gluurde rechts, Zijn gummi-stok gereed, Maar voor hij er verdacht op was. Had hij den zoen al beet. De diender werd van woede raar En riep dat dit niet mocht, ,, Juffrouw, je hebt een ambtenaar" ' ,.In junctie omgekocht." Hij gluurde links, Hij gluurde rechts. En zei: ,,Dat gaat niet zoo," ,,Ko/n m<>e, ik neem je in arrest." ,,/c gaat naar het bureau." De commissaris was al oud, E/i dus een wijze man, Eerst gluurde hij die lieve meid. Daarna den diender an. Hij tuurde links. Hij tuurde rechts, En na een zochten kuch Sprak hij: ,Je bent een eerlijk man" .,0eef haar dien zoen terug." J. H. S P E EN H o F F niminimumiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii << UMIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM en ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-GRAVENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTERWLJK. UDENHOUT, LOCHEM en BORCULO. Agentschappen in Indië: BATAVIA. SOERABAYA, SEMARANG, BANDOENG, MEDAN en WELTEVREDEN. migheid, deels uit de algemeen verwachtte mededeeling, dat Engeland bereid is Frankrijk te steunen indien het Duitschland liard wil aanpakken, voor 'l geval de voorstellen onvoldoende mochten zijn, ja dat het mis schien mee zal doen bij de bezetting van het Roer-gebied, maar dat het niet alle maat regelen goedkeurt, die Frankrijk ten aanzien dier bezetting ontworpen heeft. Derhalve, volgens de/.e gegevens heeft Engeland zich nog tot in 't geheel niets gebonden, heeft het zijn toestemming aan de bezetting afhan kelijk gesteld van zijn meening over de Duitsche voorstellen en zich bovendien voor behouden, op de organisatie der bezetting de aanmerkingen te maken die het noodig zal achten. De Britsche premier staat dus nog vrij, maar natuurlijk, er valt niet aan te twijfelen, hij zal bereid zijn tot mede werking aan Frankrijk's politiek, hoeveel bezwaren en gevaren deze ook zal meebrengen, indien de Duitschers opnieuw onhandelbaar zijn als in Londen. Gelukkig begint men dit blijkbaar ook in Duitschland in te zien, want waarom anders de belangrijke stap van toe nadering tot het Parijsche voorstel? Waarom anders de wanhoopsdaad van het zich aan Amerika's genade en reehtvaardigheidszin overgeven? Ik v.'il de Duitsclie voorstellen, die aan Amerika gedaan zijn en die de regeering in Washington vermoedelijk wel aan de gealli eerden zal overbrengen, niet in bijzonderheden bespreken ze zijn mij nog pas uit een Wolff-telegram bekend maar constateer dat zij eenige gewichtige tegemoetkomingen sinds Londen bevatten. Ten eerste a! dadelijk in het financieele, omdat Duitschland zich thans in waarheid op den grondslag van het Parijsche besluit schijnt te stellen, al liggen hier misschien onder het gras der ingewikkelde financieele berekeningen omtrent de wijze van betaling, adders verborgen.Dan het aan bod tot medewerking in natura aan den opbouw van verwoest Frankrijk, iets waartegen tot dusver van Franschen kant nog altijd scherp verzet is gerezen, maar dat toch objectief bezien een van de meest praktische manie ren is om Frankrijk te herstellen. Eindelijk het aanbod om de geallieerde schulden aan de U.S.A. over te nemen, hetgeen trouwens meer een grootmoedigheid van de Unie zou wezen dan een concessie van Duitschland. Daar tegenover staan 'n paar dingen die in Frankrijk zeker op fel verzet zullen stuiten en waaruit men daarginds opnieuw onoprechtheid zal Ie/en : Duitschland wil op deze wijze het be houd van Opper-Silezië bij voorbaat bedingen en het in beslag genomen Duitsche eigendom in de Entente-landen vrij krijgen. Over 't geheel trouwens vreezen wij, dat de Franschen de voorstellen nier aannemelijk /.uilen achten en zullen blijven aandringen op bezetting van het Roer-gebied, 't Wordt nu echter zijn bondgenooten toch wel moeilijk gemaakt om daarvoor /onder meer toe te stemmen of wil men liever : het wordt hun makkelijk gemaakt zich er tegen 1e verzetten nu Duitschland uitdrukkelijk zegt , hier mee niet het laatste woord te spreken, maar .Amerika vraagt om andere regelingen voor te <tellen indien de onderhavige niet goed zijn. AN de regeering in Washington nu maar eenigszins van oeden wille is om de bemidde laarsrol te spelen, dan zal er nu toch op dezen of op een andereu grondslag gepraat moeten worden en zullen de Fransche troepen het Roer-gebied niet binnenrukken. Intusschen, dit laatste blijft als uiterste middel mogelijk en wij gelooven dat het bij wijze van dreigement inderdaad /eer goed zal kunnen werken. Want, nog eens, alles wijst er op, dat de geallieerden als het werkelijk noodig schijnt om Duitschland handelbaar te maken, er niet voor zullen terugschrikken : ook in Engeland raakt het geduld uitgeput en al heeft president Harding blijkbaar besloten de Vereenigde Staten uit hun isolatie te be vrijden en weer deel te nemen aan de Europeesche verwikkelingen, het is toch heel on waarschijnlijk dat hij daarin zal optreden als een kampvechter voor het verdrukte Duitsch land. Het beste dat dit te hopen heeft is, dat Amerika de bezetting van het Roer-bekken zoo lang mogelijk zal tegenhouden, niet dat het dit met een machtswoord beletten zal, gesteld al dat 't daartoe in staat ware. Komt het waarlijk tot de bezetting, dan zal deze voor alle partijen vermoedelijk ramp spoedig zijn. Wij kennen de détails van het Fransche bezettingsplan niet, maar de bladen hebben er al zooveel van verteld dat men moet aannemen, dat de kolenmijnen daar door de Franschen ten eigen bate geëxploiteerd zullen worden /.onder dat de eigenaars er een cent voor krijgen. De mijnwerkers echter zullen voor hun werk toch wel wat moeten ont vangen, al moge het waar zijn. wat we in een blad lazen, dat zij volgens het Fransche plan geen loon zullen ontvangen maar alleen voedsel-rantüoen dus zoo ongeveer als in Rus land en die rantsoenen moeten dan om te beginnen door Frankrijk betaald wor den, want het plan ook dit lazen wij - om ze te betalen uit plaatselijke belastingen schijnt niet goed uitvoerbaar, wijl deze belastingen opgebracht zouden moeten worden in hoofd zaak door de mijnwerkers die de rantsoenen moeten krijgen. Daartegenover kan Frank rijk dan de kolen verkoopen ; maar aan wie? Wij kunnen geen naties noemen die ze in zulk een mate noodig hebben dat Frankrijk hieruit de enorme bedragen zou kunnen putten wel ke het door dit pand-nemen" hoopt binnen te krijgen. Kortom, wij hebben niet het minste vertrouwen in de deugdelijkheid van dit mid del, ook al komen er geen stakingen, oproer e.d. die Frankrijk nog veel meer zouden kos ten. Toch zal men er zekerlijk toe overgaan als Duitschland onhandelbaar blijft, en moge het dan voor de geallieerden niet tot het doel leiden, voor de Duitschers is het in elk geval nog veel pijnlijker dan voor hen en de ongekroonde koning van Duitschland, Hugo Stinnes, zal er geweldig door benadeeld wor den. Is het misschien reeds zijn werk, dat de Duitsche regeering zooveel verder ging dan in Londen? Zag hij dat 't de Entente ernst werd met de sancties en deed hij toen den wind keeren? De andere gebeurtenissen dezer week zijn onbelangrijk in vergelijking met het allesoverheerschende stakings-probleem. Overi gens duurt de mijnwerkersstaking in Engeland iiog altijd voort en zoo nu en dan dreigt weer gevaar voor eenige uitbreiding, b.v. als de spoorwegarbeiders weigeren besmette kolen" te vervoeren. Toch schijnt aan de beweging haar kracht ontnomen door de desertie" van de bondgenooten en men kan niet an ders denken of vandaag of morgen worden de partijen het wef eens over een tijdelijke rege ling. Zulke uitgebreide stakingen duren zelden heel lang. J. C. v A N OVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl