De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 30 april pagina 8

30 april 1921 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 30 April '21. - No. 2288 Huize J. ZOMERDIJK BOSSINK PaiilioenVondelparüel.Zuid4l90en7595 Restaurant a la carte Lunch, Aflernoontea, Diners OH Soupers Dagelijks muziek door het Huls-orkest lllllllllllllllllllmlllllllllllllllllll IIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIHM Een van de Fokker-toestellen der K- M. Deze toestellen bieden plaats aan vijf passagiers en den piloot, en zijn uitgerust met een 230 P.K. Siddenley-motor en jaar geleden konden vlieg toestellen, voorzien van denzelfden motor, slechts twee passagiers vervoeren, doch dank zij den vooruitgang der bouwtechniek 'is dit aantal op vijf gebracht, terwijl de snelheid slechts weinig heeft ingeboet (10 op de 160 K.M.). Uw beste vriend zou geen hartelijker afscheid van U nemen ! Een goede raad : steek Uw VERKEER PER YLIEGriACHIÏIE DE LUCHTLIJNEN DER KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ (met teekeningen voor ,,de Amsterdammer" van B. van Vlijmen) De aviatiek is door den oorlog met groote sprongen vooruitgegaan ; de Elta heeft de vliegsport in Nederland populair gemaakt en de werkers op dit gebied zijn reeds zoover gekomen, dat, zonder gevaar voor lichaam en goed, geregelde luchtdiensten voor personenen goederenvervoer konden worden ingesteld. Het meerendeel der menschen denkt over dit vervoer tamelijk vreemd, omdat het nog niet tot de gebruiken behoort per vliegmachine te reizen. Het groote publiek ontvangt alles wat nieuw en ongewoon is met een on verschilligheid, dikwijls onwelwillendheid, die weinig kans van slagen belooft. Zij zijn_ tegenover het luchtverkeer gelijk gestemd als' De autobus der K.L.M, brengt U van de stad naar het vliegterrein Schiphol. degenen die in 1839 ,bij de opening van den ijzeren spoorweg van Amsterdam op Haar lem," in Mr Jacob van Lennep hun woord voerder vonden. Deze dichter zong toen den aanleggers en begunstigers van den spoorweg toe : Gewis ,'t is roemrijk ^n verheven, (Reeds 't bloot ontwerp*heeft stoutheid in) In weerwil van haar tegenstreven, Natuur te dwingen naar zijn zin. Maar (laat mijn vraag U niet bevremen) O, zegt mij, hebt ge ook doorgedacht Of na het roemvol ondernemen Een nuttige uitkomst U verwacht? Niettegenstaande het bij velen hecrschend pessimisme heeft de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij, die in October 1019 werd opge richt, het aangedurfd in November d.a.v. proef-vliegdiensten op Londen en Hamburg te openen, waarbij zij gebruik maakte van buitenlandsche toesteilen, die haar in huur waren afgestaan. Nadat gebleken was dat deze diensten zouden voldoen, werd de proef beëindigd, en begon men aan de voorberei dende werkzaamheden voor den definitie ven dienst, met het resultaat dat van Donder dag 7 April j.l. af dagelijks twee toestellen uit Amsterdam vertrekken, n des morgens te 9 uur met bestemming Hamburg en n des middags te 2 uur naar Londen, via Rot terdam ; in de middaguren arriveeren, even eens te Amsterdam, de vliegtuigen uit Ham burg en Londen. De machines zijn van hollandsch fabrikaat: Fokker-eendekkers ; zij bieden plaats aan vijf passagiers, erwijl bovendien voldoende ruimte overblijft ^voor goede ren en poststukken. Onder de bekwame piloten zijn Hollan ders, Engelschen en Duitschers, terwijl binnenkort wanneer de luchtlijnen Am sterdam, Parijs via Rotterdam, Brussel en terug in gebruik zijn ook Franschen en Bel gen zullen dienst doen. In de toekomst zal in dezen tak van dienst de eenige die niet specifiek Hollandsch is zooveel mogelijk met Hol landers worden gewerkt. De onderneming getuigt van voortvarendheid, als men bedenkt, dat buitenlandsche gelijksoortige maatschappijen onder veel gunstiger om standigheden werken. Het exploiteeren van luchtlijnen is zeer kostbaar, daar men de prijzen voor goederen- en passagiersvervoer wil men een druk gebruik bevorderen laag, ver be neden kostprijs, moet stellen. Het tekort van de nederlandsche maatschappij wordt, over twee exploitatiejaren, gedekt voor 2/3, tot een maximum van twee ton, door de Nederlandsche regeering ; het tekort over deze eerste twee jaren zal echter veel en veel hooger zijn. Indien de mannen van de K-L.M. hierdoor waren afgeschrikt, dan hadden bui tenlandsche ondernemingen, die hare tekor ten volledig zien gedekt, in Holland de plaats bezet, waardoor Nederland zou zijn achteraangekomen of geheel zijn achtergebleven. Daarom moeten de handen worden ineen geslagen : de regeering gaf een subsidie, Rotterdam stelde twee millioen voor een vliegveld ter beschikking terwijl van Am sterdam wordt verwacht dat het een goeden verkeersweg van de stad naar het vliegterrein Schiphol ten Westen van Amstelveen aan de Ringvaart zal doen aanleggen. Het reizigersvervoer van Amsterdam, (dat per autobus geschiedt), ondervindt door den lan gen rit, over Sloten en den smallen Ringdijk, veel vertraging. Schiphol, het militaire vliegveld, door de regeering voor de K.L.M, ter be schikking gesteld, zal een van de meest geliefkoosde uitspannings-plaatsen voor Am sterdammers worden. Op het terrein wordt een groot hotel-restaurant gezet; een aanlegsteiger voor de vele pleizierjachtjes, die den Westeinder Plassen, Nieuwe Meer en Ringvaart kleur en leven brengen, is in aanbouw. Indien de gemeente den wensch van de K-L.M. vervult, waardoor velen het dan gemakkelijk te bereiken vlieg terrein zullen bezoeken, is een schoone gelegenhed gemaakt tot vertrouwd raken met het reizigers- en goederenvervoer door de lucht. Voordat iemand een groote luchtreis onderneemt, kan hij een proefvlucht maken van Amsterdam naar Rotterdam of terug, waarvoor een bedrag van F. 25.- (incl. auto vervoer) wordt berekend. 1) De auto-bus brengt U uit Amsterdam naar Schiphol ; gij wordt, tegelijk met Uw medepassagiers, gewogen, opdat de machine niet over belast wordt. De stationschef, een uiterst welwillend en wellevend man in politiek, geleidt U naar het toestel en wenscht U goede reis. ?«??.,???????.?tandenborstel in Uw zak en niet in een kof fertje. Mocht gij aan het medenemen van een taschje niet kunnen ontkomen, dan zult De stationschef geeft liet teeken voor vertrek. gaan de langzaam 0, Overzicht van de luchtlijnen in lüiropa. De lijnen Amsterdam Parijs en Rotterdam?Berlijn ko men binnenkort In gebruik. gij steeds rond om U een heer ontwaren, die begeerige buk ken op Uw bagage werpt. Maak U niet ongerust, ook niet wanneer deze heer het hengsel van uw taschje grijpt en onsamenhangende woorden mompelt, die terug te brengen zijn tot de vraag bagage?" Deze heer is n.l. een douanebe ambte, die op Schip hol rondwaart, met een visitatiebegeerte iedere tasch of kof fer grijpt en zeer teleurgesteld is als gij slechts tot Rotterdam reist, of, erger nog, op het terrein wilt achterblijven. In de gesloten, van onbreekbaar triplexglas voorziene, cabi ne zit gij rustig in den fauteuil en het opstijgen is een ge not. Dan krijgt gij den ruimen" blik. Schuin-links onder U groote Zuid-Hoüandschc plassen voorbij ; meer naar achteren kruipt over het prachtige, vlakke land van Holland de zwarte schaduw van het vliegtuig voort, die straks bij het dalen snel op het toestel zal toeschieten en het als 't ware bespringt. Tusschen Alfen en Leiden vliegt ge over den Ouden Rijn ; volgen links, Gouda, rechts, den Haag en dan ligt Rotterdam voor U. De schaduw springt toe, en, vijf en twintig mi nuten nadat gij Amsterdam hebt verlaten, wordt gij in Rotterdam verwelkomd door den stationschef aldaar; hij informeert naar Uw reis. Reist gij na deze uiterst wel levende behandeling der sta tionschefs en overig perso neel der K.L.M, per trein terug naar Amsterdam, tien tegen een dat gij de roode pet op het Centraal Station onHet w agen der passagiers beleefdheid verwijt en mistroostig, zonder ambtelijk geleide, de trappen van dit gebouw afdaalt met de verzuchting in het vervolg altijd met de koninklijke luchtvaart !" C. F. VAN DAM 1) Voor de verdere prijzen verwijzen wij naar de dienstregeling der K. L. M. 'i (Ir ')""%' '' ? l//, Een biggetje klaar voor de verzending naar Engeland. lll Illllllllll IIIIIMtlllllllIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIU TE KOOP te Amsterdam Direct te aanvaarden Omtrek Overtoom N.V. Bouw- en Exploi tatie Mij. Philomena" Hoofdweg T3 H. Sloten K.-H. MEDI: NOBELPRIJZEN 1919 EN 1920 BORDET EN KROGH B O R D E T Wie weten wil welke de verdiensten zijn van Bordet, aan wien een der nobclprijzcn van 1919 is toegekend, moet eerst eenig begrip hebben van wat men onder bacteriologie, im munologie en serologie verstaat. Want in deze drie vakken, vooral in de laatste twee, heeft Bordet veel en oorspronkelijk werk ver richt. Wat bacteriologie is weten de meesten wel. Dit vak tracht de verwekkers van verschillende infecticzieken te leeren kennen, bestudeert hun eigenschappen, tracht ze te kweeken, tracht ze te onderscheiden van anderen enz. Het is als het ware de botanie van de bacteriën. Wanneer het lichaam door invloed van een bacterie is ziek geworden en daarvan is ge nezen, dan heeft meestal in het lichaam een verandering plaats gegrepen; het is dan.n.l. soms voor zeer langen soms voor een zeer korten tijd resistent geworden tegen die be paalde bacterie. De immunologie is de wetenschap die bestudeert, hoe deze vermeerderde resistentie, deze immuniteit, is tot stand gekomen, hoe ze op andere individuen kan worden over gebracht, hoe ze kan worden beïnvloed enz. Niet alleen na het doorsta'an van een in fectieziekte kan een hoogere resistentie tegen den verwekker zich voordoen; bij sommige diersoorten -- ook wel bij den mensch be staat van huis uit slechts een zeer geringe gevoeligheid voor een bepaalde bacterie; men spreekt dan van aangeboren immuniteit. Ook de studie daarvan behoort tot de immuno logie. De studie van immuniteitsvraagstukken kan niet worden beoefend zonder een v rgaande kennis van de eigenschappen van het blocdserum. In vele (niet in alle) gevallen berust immuniteit tegen een bacterie of ook, zooals straks zal worden uitgelegd, tegen verschillende eiwitten op de aanwezigheid van specifieke antistoffen in het bloed van het immune dier. De aanwezigheid de/er anti stoffen kan niet met de gewone chemische methoden worden aangetoond, daarvoor zijn een zeer bepaalde techniek en zeer bepaalde methoden noodig. De serologie is de wetenschap die het wezen dezer bijzondere eigenschappenvan de immuunsera met behulp van zeer bijzondere methoden bestudeert. Bordet heeft als leerling van Metschikoff bijna de geheele eerste ontwikkeling der sero logie meegemaakt. Toen hij zijn eerste weten schappelijk werk begon, waren enkele hoofd feiten bekend, de serologie als vak bestond slechts kort; hij echter is een dergenen geweest die het meest tot den groei van deze nieuwe richting van onderzoek heeft bijgedragen. Vór Bordet een werkzaam aandeel in de studie der serologie nam, had Pasteur reeds de vac cinatie tegen hondsdolheid en tegen miltvuur ingevoerd. Behring had reeds aangetoond, dat na het inspuiten van diphterietoxinen bij die ren, in het bloed dier'dieren specifieke anti stoffen tegen dat toxine ontstaan, de z.g.n antitoxinen. Tevens was reeds bekend dat door middel van z.g.n. serologische reacties dus door gebruik te maken van de wetenschap, dat antistoffen die door een bepaalde bacterie verwekt worden, specifiek zijn, dus alleen op die ne bepaalde bacterie kunnen inwerken cholera vibrionen van andere naverwante bacteriën kunnen worden onderscheiden, ter wijl dat met geen enkele der bekende chemische of microscopische methoden mogelijk is. Met deze en andere waarnemingen waren dus de immunologie en de serologie als vak ge boren. Een van de eerste belangrijke ontdek kingen, die Bordet deed, was nu deze : niet alleen door het inspuiten van bacteriën of van vergiften kan het dierlijk lichaam ertoe worden gebracht om antistoffen te vormen, dit kan ook geschieden door andere eiwitten in te spuiten, ook dan krijgt men antistoffen die specifiek zijn voor dat bepaalde eiwit, d.w.z. die alleen serologische reacties met dat eiwit en met geen enkel ander geven. De eiwitten die Bordet bij zijn eerste onder zoekingen hier omtrent gebruikte, waren die van de roode bloedcellen. Spuit men roode bloed cellen in, b.v. van een konijn bij een schaap, dan ontstaan in het bloed van het schaap anti stoffen, die alleen inwerken op bloedcellen van het konijn en niet op die van andere dieren. Deze waarneming, die kort na Bordet, maar on afhankelijk van hem ook door Landsteiner en nog weer iets later door van Dungern e.a. werd gedaan, was van groot belang, want hier door werd de sprong gedaan van de bacterio logie naar de algemeene biologie. Toen n.l. vooral ook door onderzoek van Tchistovitch, gebleken was, dat niet alleen door het in spuiten van bloedcellen, maar ook door op lossingen van eiwitten (en /ooals later bleek door bijna alle dierlijke en plantaardige ei witten) aiitilidiamen kunnen ontstaan die specifiek zijn, was daarmee een geheel nieuw veld van onderzoek geopend en was de moge lijkheid geopend, om betere inzichten te krijgen in de fijnere chemische verschillen der eiwitten. Voor dat deze ontdekkingen door Bor det en andere onderzoekers gedaan waren, was het in vele gevallen niet mogelijk geweest verschillende naverwante eiwitten van elkaar te onderscheiden. Geen chemicus kon verschil aantoonen tusschen de eiwitten uit menschenbloed en dierenbloed ; door middel van sero logische reacties kan men dat wel. Wil men weten of een bepaalde hoeveelheid bloed van menschclijken of van dierlijken oorsprong is, dan kan men als volgt te werk gaan. Men im muniseert een dier met menschenbloed, dan ontstaan in het serum van het dier antistoffen tegen menschenbloed. Neemt rnen nu een weinig van dit serum en brengt het in aanraking met het bloed van onbekenden oorsprong, dan kan men uit het al of niet inwerken van het serum op dat bloed uitmaken of het al dan niet van een mensch afkomstig was. Der gelijke onderzoekingen hebben practisch belang, b.v. bij gerechtelijke onderzoekingen van bloedvlekken, enz., analoge onderzoe kingen kunnen dienen om vervalschingen van vleeschwaren met verschillende eiwitten (b.v. niet ongewenscht vleesch) aan te tooncn, enz. Maar veel grooter nog is de waarde van deze serologische methoden voor het theoretisch onderzoek over eiwitchemie, voor onderzoe kingen over erfelijkheid, enz. Een van de stoffen die men door middel van serologische reacties kan bestudceren en dit is trouwens een stof die men eigenlijk al leen op deze wijze bestudeeren kan is het inhet serum voorkomende zg.n.?complement". Het komt herhaaldelijk voor dat een bepaalde imtnuun-reactie dus de inwerking van een antistof op het eiwit dat die antistof heeft doen ontstaan niet tot stand komt zonder dat nog iets anders aanwezig is, dat o.a. in versch serum van een marmot voorkomt, en dat complement" genoemd wordt. De aanwezig heid van dit complement nu, dat zeer labiel is - bij verhitting tot 50 a 60°en trouwens ook reeds na langdurig bewaren bij gewone tem peratuur wordt het onwerkzaam kan alleen door middel van serologische reacties wor den aangetoond. Bordet heeft over dit com plement uitvoerige onderzoekingen gedaan, die leidden tot de ontdekking door hem en zijn zwager Gengou van de zgn. complementbindingsreactie. Deze vondst van Bordet en Gengou heeft een groote praktische conse quentie, omdat daardoor de aanwezigheid van antistoffen kan worden aangetoond in gevallen waarin dit met de tot dusver bekende serologiselie methoden nog niet mogelijk was. Ken toepassing van de eompleiiientsbiiidiiigsreaetie van Bordet enGengou is o.a.de thans ook bij leeken reeds wel bekende reactie van Wassermann. Wat onder complementsbin ding wordt verstaan is een beetje te ingewikkeld om hier te bespreken. Genoeg zij het om mee te deelen, dat men door die reactie soms de aanwezigheid van antistoffen kan op het spoor komen, die te voren aan de waarne ming ontsnapten. Wassermann heeft, tezamen met Neisser en Brucke, aangetoond, dat de reactie van Bor det en Gengou bruikbaar is voor de diagnose van de syphilis. Men kan thans door het ver richten van de complementsbindingsreactie in het bloed van patiënten met vrij groote zekerheid vaststellen of die patiënten al dan niet lijdende zijn aan syphilis. Welke een groote beteekenis deze vondst voor de geneeskunde heeft, behoeft wel niet nader te worden uiteen gezet; wanneer men bedenkt hoe het thans mogelijk is in vele gevallen syphilis te diagnostisecren, waarin dat vroeger bijna of geheel ondoenlijk was; wanneer men bedenkt, hoeveel zekerder nu een behandeling der lues kan worden gecontroleerd; wanneer men dan nog even bedenkt hoeveel gezanik ons artsen bespaard wordt nu we niet meer met groote omzichtigheid naar een vroeger bestaandhebbende infectie behoeven te vragen, maar het in het laboratorium eenvoudig kunnen laten onderzoeken, dan zal men begrijpen dat alleen dit feit reeds voldoende is om Bordet tot de zeer belangrijke serologen te rekenen. Maar Bordet heeft veel meer gedaan. Groot is zijn invloed geweest op de theore tische ontwikkeling van de immuniteitsleer. Een van zijn grootste verdiensten is hier wel, dat hij, als het ware, een tegenhanger heeft ge vormd tegen de school van Ehrlich. Ehrlich was een groot man, die langs vaste rechte we gen naar zijn doel ging zonder links of rechts te kijken en daarom kon men wel met zeker heid verwachten, dat vele zijner opvattingen te eenzijdig zouden zijn en zoo heeft Ehrlich in de immuniteitsleer vooral, de chemische opvatting als de eenige juiste beschouwd, d.w.z. hij heeft zich steeds voorgesteld dat de itnmuunreacties,de binding van toxine en antitoxine, enz. geheel verliepen zooals de reacties die de chemie kent. Dit was voor Ehrlich zelf nog zoo erg niet, want het is hem met die een zijdige opvatting zeer wel gegaan ; maar Ehrlich's volgelingen deden daaraan mee, velen gingen daarin nog veel verder dan hij zelf en dat is altijd een bedenkelijke zaak. Daarom is het zoo'n voordeel geweest dat Bordet van dien invloed van Ehrlich is vrijgcbleven, dat hij hem in tegendeel scherp heeft bestreden, en vooral op de physischchemische momenten, die bij het tot stand komen der iinniuunreacties een rol spelen, steeds weer den nadruk heeft gelegd. Dit zijn enkele van de hoofdzaken die Bor det op imiiiunileits- en serologiscli gebied heeft verricht ; op tal van kleinere onder zoekingen van zijn hand kon hier natuurlijk niet worden ingegaan. Wel mag worden geme moreerd en mag hem als een groote verdienste worden aangerekend, dat hij kort geleden een groot boek over de immuniteitsleer heeft geschreven, dat zeer volledig, zeer aange naam geschreven en volgens het oordeel van vakkundigen het beste boek over dit onderwerp is dat bestaat. Wanneer op deze wijze in groote trekken is aangegeven, wat Bordet voor de immuniteit en de serologie heeft gedaan, dan moet nog met een enkel woord besproken worden het eigenlijke bacteriologische werk dat hij deed. Ongetwijfeld is zijn belangrijkste prestatie op dit gebied de ontdekking van den verwekker van de kinkhoest, waarbij zeer veel, vooral technische moeilijkheden te overwinnen waren. Deze vondst van Bordet is belangrijk, omdat eerst indien de verwekker van een ziekte bekend is, de mogelijkheid geopend wordt om langs serologischen weg een specifiek geneesmiddel te vinden tegen deze ziekte. En het vinden van den verwekker van de kinkhoest is dus een zaak van gewicht, omdat dit een ziekte is die wel is waar door vele leeken als een onschuldige, hoewel onaangename kinderziekte wordt beschouwd, maar die inder daad tal en tal van slachtoffers eischt. Be halve dit deed Bordet nog ander waardevol bacteriologisch onderzoek, o.a. over kippendiphterie, enz. Dit alles zijn zaken waarover thans niet verder kan worden uitgeweid, het meegedeelde moge voldoende zijn om de veelzijdigheid van Bordet's werkzaamheid in het licht te stellen. Bordet's werk heeft vór alles uitgemunt door zeer groote nauwkeurigheid, door groote juistheid in zijn experimenten, door het be nutten van de juiste, zeer dikwijls van nieu we en oorspronkelijke, methoden en vooral en dat is iets, waardoor bij hij velen van zijn vakgenooten gunstig afsteekt -- door de klaar heid van zijn ideeën. Wil men Bordet's werk met enkele woor den karakteriseeren, dan kan men dat het beste doen door het volgende citaat uit zijn boek : l' Immunité, enkele regels door hem geschreven naar aanleiding van een bespre king van een theorie, die opgesteld was door Ehrlich, maar die volgens Bordet volkomen onbewezen was. Mieux vaut ne point anticipcr sur les donnécs que l' avenir nous réserve et nous en tenir a la methode expérimentale, seul guide pnmvéet sincère." S 'i' o R .M v A N L i' i-: u w r N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl