De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 7 mei pagina 14

7 mei 1921 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

r 14 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 7 Mei 21. - No. 2289 RUIZE-RIJMEN Napoleon-Rijm (De Tel. ontving een afschrift van den volgenden order, dezer dagen ter kennis ge bracht van de cadetten der Kon. Militaire Academie te Breda: Het is mij den laatsten tijd opgevallen, dat meerdere cadetten zich gearmd met jonge dames in het openbaar vertoonen. lo. Als gevolg hiervan is meermalen de aandacht dier cadetten zoozeer in beslag ge nomen, dat zij verzuimen hun meerderen te groeten, blijkbaar omdat zi/ die meerderen niet zien of herkennen. 2o. Ook laat de militaire' houding van ca detten, die gearmd loopen, meestentijds zeer veel te wenschen over, althans is die houding geenszins zooals van aanstaande officieren ver wacht mag worden. 3o. Bovendien acht ik het ongewenscht, dat cadetten, die immers niet in het huwe lijk mogen treden, door met een jonge dame gearmd over straat te loopen, den schijn aannemen, als zouden zij verloofd zijn, en derhalve voornemens zijn binnenkort een huwelijk te sluiten. Het vorenstaande geeft mij aanleiding te bepalen, dat in art. 57 van de consignes, 2e en 3e alinea van boven wordt opgenomen: Hu is aan cadetten verboden zich gearmd in het openbaar te vertoonen." Ik reken op ieders medewerking om aan genoemde misstanden, die aan het uiterlijk aanzien der Koninklijke Militaire Akademie ontegenzeggelijk afbreuk doen, een einde te maken.) De cadetten staan geschaard op het plein van het gebouw der K. M. A. De kolonel spreekt hun toe: Goeden morgen, jongelui, ik heb je wat te zeggen. Ik voel me n.l. verplicht je nog eens duidelijk uit te leggen Wat de beteekenis is van het nieuwe consigne, Waarbij je strafbaar gesteld wordt indien je Je in 't openbaar gearmd rnocht vertoonen. Ik bedoel natuurlijk: met een der Bredasche schoonen. Al staat het er niet bij, de beteekenis is klaar, Want je doet het vanzelf niet alleen, of met mekaar, En je gearmd te vertoonen met je grootje, je zus, je tante, of je Ma, Daar verlangen jullie uit je zelf al niet na. Ik verzoek je nu allen terdege op te letten, En ik verwacht, dat je je niet tegen mijn wil zult verzetten, Want je staat hier even goed onder mijn hoede als onder je eigen petten, En de ondeugd spant, zooals je weet, overal haar netten, Zoowel voor de groote menschen als voor de cadetten, Dus voor je 't weet kan de zonde je besmetten, Maar 't is niet zoozeer dat, wat ik wil beletten, Want tegen de boosheid helpen eigenlijk geen wetten, Als wel, primo, de insubordinatie tegen je superieuren. Immers het kan zeer wel gebeuren, Datje eens een luitenant of zoo zou ontmoeten, En dan zou je hem, als gearmd zijnde, niet eerbiedig kunnen groeten, Want, loop je met een warmbloedig meisje tenminste zoo was 't in mijn tijd Dan raak je haar arm zoo ineens maar niet kwijt. Bovendien heb je haar waarschijnlijk zoovee! leugens over de liefde verteld, En haar zooveel desbetreffende nonsens op de mouw gespeld, Dat je mouw allicht in die spelden blijft haken, En je zoodoende niet gauw een behoorlijk militair saluut kunt maken. Voorts is een gearmd cadet gewoonlijk zoo overmeesterd door zijn gevoel, Dat hij zijn meerdere niet ziet, of niet herkent hm! je weet wat ik bedoel. Secundo loop je gearmd in een houding die ik niet kan gedogen: Schommelig, schokkerig, kronkelig, je nek scheef, en je knie naar 't meisje gebogen. En dit moge nu te dulden zijn bij de straatslijpende horden, 't Is geenszins de houding zooals die van aanstaande officieren verwacht mag worden. Tertio, en dit is misschien het ergste nog, Ik beschouw dit als een soort van anticipatiehuwelijksbedrog. Immers je neemt den schijn aan van een engagement, Terwijl je integendeel, om 200 te zeggen, nog maagdelijk bent. Want je weet, en ik hoop dat je 't goed zult onthouwen: Ik heb je verboden te spelen, te drinken en te trouwen. Ziezoo. Ik meen van jullie te mogen verwachten, Dat je geen van allen op slinksche wijs zult trachten Dit consigne te ontduiken, en toch met meisjes te loopen, Zij 't dan ongearmd, bijv. zoo warmpjes tegen haar aangekropen, Zoo, je weet wel, de schouders tegen mekaar aanwrijvend, En dat wel zonder trouwbedoeling (in den handel heet zoo iets vrij blijvend"). Of hand-in-hand, als kinderen, want dit is 's winters wel prettig, Maar 's zomers niet ; dan voelt 't min of meer vettig. Of je bent allemaal wel eens in de bios koop geweest In bevallige pose met je arm om haar leest, Of je armen om mekaars hals, of, zooals bij 't schaatsenrijden, Kruislings voor 't lijf dat alles zul je, hoop ik, vermijden. Ook verwacht ik, hoewel ik het in 't con signe niet uitdrukkelijk verbood, Je nooit op een bankje aan te treffen met een meisje op je schopt. Ik heb gezegd. Alleen dit nog. Ik eer Bona parte, Omdat hij koelbloedig de grootste gevaren tart te, Maar je moet me toegeven, dat hij nooit zoo'n consigne verzon, En in zoover win ik 't, al zeg ik het zelf, van Napoleon ! (Daverende toejuichingen) 't Is nu, dat Napoleon op de plaat van Braakensiek een beeldje is, en dus niet kan spreken. Anders had hij zeker geantwoord: Had je me maar !" CORRESPONDENTIE v. B. te R. Ik erger nie altijd aan het tegenwoordig zoo gebruikelijke schrijven voor brief. Kunt u dat germanisrre niet eens te lijf gaan ? Het schrijven kan toch niets zijn dan de handeling, bv. het schrijven ver moeit me". Ik ontving een schrijven, een rondschrijven," enz. is toch niet goed ? Antw. Wel zeker is 't goed. 't Is Duitsch, dus welkom. Het is wenschelijk dat alle brieven, berichten, mededeelingen. enz. uit onze taal verwijderd worden. Men verzende en ontvange uitsluitend schrijvens. Zoo heb ik onlangs een schilderen van Maris gekocht, maar spoedig weer verruild voor eenige etsens van Bauer en een boetseeren van KHnkenberg. Gisteren ben ik met mijn vrouw naar het Concertbouwen geweest. Na afloop be stelde ik in American een bakken met slach ten en een glas brouwen. Mijn vrouw nam een roosteren met een glas melken en een zacht gekookt leggen. Ik hoop u met dit drukken bekeerd te hebben. HET RIJKSMUSEUM SU/.ANNA EN DE OUDERLINGEN. Wanneer Na de drinkpartij" van Jan Steen in de maatschappij der toekomst ver boden kost zal zijn voor de musea, wat zal er dan geschieden met Suzanna en de Ouder lingen?" Men schijnt dit voorzien te hebben. Bij de inrichting van het museum en de plaatsgeving der verschillende stukken schijnt een vooruitziende geest besloten te hebben enkele werken, die in de een of anderen tijd tegenstand zouden kunnen ondervinden, in een omgeving te hangen, welke reeds bij voorbaat alle min oirbare commentaren en oordeelvellingen uit zedelijkheidsoogpunt on mogelijk zou maken. Zoo hebben Suzanna en de twee ouderlingen van Hendrick de Clerck een plaatsje gevonden in zaal 229, en de twee oude snoepers trachten Suzanna te verleiden in de onmiddellijke nabijheid van een paar altaarstukken, vleugels van drie luiken, met heilige voorstellingen en, wat misschien nog het meest fnuikend is voor alle verleiding : vlak tegenover de conterfeitsels, die eenige anonytnen der Hollandsche school gemaakt hebben van de heeren Hendrik van Naeldwijck en Wiliem van Naeldwijck, die mtmunten door neuzen, zooals in dezen modernen tijd niet meer gedragen worden. Gij weet toch wel waar het om gaat en gij kent toch die fameuze geschiedenis van Suzanna en de Ouderlingen? De zaak zat zoo : Suzanna's man Joachim was een rechter uit Judea, die rijk was en een groot huis bewoonde waaraan een schoone tuin verbonden was. Dezen tuin had hij voor het publiek open ge steld, daar de stad van zijn inwoning weinig voelde voor parkaanleg. Dagelijks was die groote tuin dus gevuld met wandelaars. Twee, die nooit op het appèl ontbraken, waren de ouderlingen van onze schilderij, die tevens rechters waren. En daar zij niet tegen de bedompte lucht der gerechtszalen konden, spraken zij recht in de vrije natuur. Het geviel, dat zij in hun vrijen tijd terdege om zich heen keken en Suzanna, de vrouw van hun rijke collega, opmerkten. Suzanna was meer dan het aankijken waard. En de beide rechters beloonden de goedheid van den rijken filantroop wel slecht, door verliefd te worden op zijn vrouw. Verliefdheid op hun leeftijd komt meer voor, doch de afmetingen, die zij bij deze twee oude heeren aannam was verbijsterend. Zij begonnen met hun ver liefdheid voor elkaar te verzwijgen, hetgeen een kwaad teeken is. Toen maakte een van hen booze plannen en om zijn handen vrij te hebben stelde hij voor de zitting voor dien dag op te heffen en thuis te gaan eten. Doch een kwartier nadat zij afscheid hadden ge nomen ontdekten zij elkaar, wederom in den tuin, ieder achter een boom de komst van Suzanna afwachtend, die van haar mooien tuin placht te genieten, wanneer hij gesloten was voor het publiek. Toen zagen de twee heeren, dat ze elkaar niets konden diets maken en zij besloten samen te spannen. Op zekeren warmen dag, na sluitingstijd, bevonden zij zich achter in den tuin toen Suzanna daar ook kwam. En zij besloot te gaan baden en stuurde de dienstmeid terug om balsem te halen. Van dat oogenblik maakten de slechtaards gebruik om Suzanna, die juist de laatste hand aan haar négligégelegd had, te overvallen. Stel u haar schrik voor en de schaamte bij hun schandelijke voorstellen! En bij de bedreiging: Wanneer ge niet doet, wat wij willen, zeggen we, dat ge uw dienstmeid hebt weggezonden omdat wij ge zien hebben, dat ge een jongen man in uw hof verborgen hadt"! iiiiiMMUiiiiiiiiiiiiiimimmiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii Uil het KladSihrift van Jantje SS B L R N C H E ClCRRETTES Het kan echter niet dit oogenblik zijn, dat Hendrick de Clerck benut heeft om de groep te nemen". Mij dunkt, wanneer Su zanna wezenlijk de kuische vrouw was, waarvoor zij bekend stond, dan had zij slechts haar nagels te zetten in de gezichten der beide oude heeren en daar eenige krabben te produceeren, om iederen man duidelijk te maken, waarvoor die twee rechters haar overvallen hadden. Niets daarvan bij Hendrick de Clerck. Klaarblijkelijk is er slechts n aan het woord. En wat erger is, Suzanna luistert naar hem ! Dat is een kwaad teeken. In zoo'n pose luistert een vrouw niet naar een man. Of ze krabt hem de oogen uit, f ze doet wat hij wil. Maar luisteren is het begin van toegeven ! Het was over deze zaak, dat ik peinsde, terwijl ik, discretelijk achter een altaarstuk verborgen, de groep gadesloeg. En ik dacht bij mij zelf: zouden we ons eigenlijk niet in deze situatie vergist hebben en zou het Hen drick de Clerck's bedoeling wei geweest zijn Suzanna en de ouderlingen te schilderen ? Want dit is geen houding, die een kuische vrouw betaamt. Die eene man weet haar zoodanig te boeien, dat zij het pijnlijke van de historie vergeet, zoodat zij niet eens dien ander afweert. Wa* kan het toch zijn, dat haar haar kuischheid, haar man, haar naam, haar dienstbode, haar schaamte doet vergeten? Ik wilde het weten. Ik ben plotseling van ach ter mijn altaarstuk te voorschijn getreden, nadat ik me vergewist had, dat de suppoost in iiiiiiiiiiu ..... iiiiiiiiliiiiimillliiiiiiuiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii GOEDKOOP WOMEN gem. HEEMSTEDE, buiten de annexatieplannen. Bouwt op Leeuw en Hooft" b/d Haarlemmerhout gemeente Heemstede Lage belasting, billijke prijzen. Watersport ; uitstekend onder wijs; Centrum van 't land, onder den rook van Amsterdam. Vraagt geïll. brochure, die gratis wordt toegezonden. Bouwterreinen LEEUW & HOOFT", Halte Blauwe Brug. Telefoon 6039. nul ..... iiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiillllliiliii verre was. Ik ben op de groep toegestapt, met mijn perspenning als politielegitimatie in mijn hand en met barsche stem heb ik het drietal toegesnauwd : Hei daar, wat gebeurt hier?" Tot mijn onuitsprekelijke verbazing keek Suzanna niet eens mijn kant uit; schrok niet: dat er nog een man bij kwam; deed niet, verheugd dat er redding was verschenen !" De niet sprekende ouderling lette ook niet op mij. Maar de tweede siste mij, terzijde toe : Stel je niet zoo aan, kerel. Ik heb haar bijna. Ik beloof haar tweemaal zooveel, en dubbel zoo schoone sieraden, als ze hier heeft liggen!" En hij wees op de afgelegde sieraden. Droevig heb ik me omgekeerd en ben weg gegaan. Zou Hendrick de Clerck de vrouw beter kennen, dan het apocryphe bijbelboek, dat ons van Suzanna verhaalt, en dan Nicolas Bertin, een Franschman nog wel, die ons Suzanna en de ouderlingen afbeeldt als een vrouw, die ten doode toe verschrikt is en den hemel om uitkomst aanroept? H. V. iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii iiiiniiiiiiii iiinii i min n iilllin tmiiiiiilitii niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii (Sidnev Bulletin) (Sydney Bulletin) (London Opinion) (Passing Slwn') De dochter: Zullen we de Professor ook vragen?" De moeder: ,,Ja, laten we 't maar doen. Hij is zoo verstrooid, dat hij misschien betaalt, als hij weggaat." Die kat heeft de eerste prijs gehaald op de pluimvee-tentoonstelling." Wat beweer je nou ? Een kat, die de prijs wint op een pluimveetcntoonstelling?" ,,Ik zei niet dat ie 'm heeft ge wonnen. Ik zei gehaald." De eerste volbloed (tot de tweede): Kijk zoo'n ansteller daar's! Hij verbeeldt zich heel wat nou die 's voor de bioskoop heeft mogen loopen!" (Pu n c/i) Onze kinderen Punch) Als hij me vraagt, zal ik hem voorstellen te wachten met ons huwelijk, tot de toestanden weer normaal zijn." Niet doen, zeg. Tegen dien tijd mocht hij zelf eens normaal geworden zijn." (Passing Show) DeTvriendel ij ke oom: ,,Wel, ventje, we zijn al weer in 'n tijd niet met mekaar uit geweest. Hoe zou je 't vinden als je Zondag eens met me naar de Dierentuin ging?" Het neefje: Graag, oom. Maar 'k weet niet zeker, of wel kan. Ik zal u nog wel opbellen." Dr Schilder: ,,1'as op. niet aankomen' De verf is ring nat!" De be /. u e k s t e r : .,(), dat is niets. Ik heli oude hand-'lioeiieii aan.'' Dokter: Hier hebt n 'n oogwatertje. DriemaaUdaag-* in druppelen." Oude juffrouw; Dank u, dokter Vór of na 't eten','"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl