De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 7 mei pagina 9

7 mei 1921 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

7]Mci^21. - No. 2289 DE'AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO R NEDERLAND Onuitgegeven teekening van Jacob Smies, op den terugkeer uit' Rusland. Prentenkabinet, Amsterdam BERYD OFPAPA W. Esser De Nagtmerri berijd Napoleon Uit Cornelis Veth: De Politieke Prent in Nederland A. W. Sijthoff's Uitgevers-Maatschappij Leiden ?op de plaat gegrifte composities gansch het arsenaal der populair-pohtieke allegorie uit, overtreft Rorneyn de Hooghe en zijn school {de makers van de prenten tegen Lodewijk XIV) verre in rapheid, fantasie, veelzijdigheid en toont zich ook wat zijn stemming aangaat van ongekende veerkracht. Hij is nu eens genoegelijk, dan weer rauw en woest, of vlijm scherp, of dol, of ijzingwekkend in zijn ver beeldingen, nu eens bar-grotesk dan opeens veel beschaafder in zijn voordracht. Hij laat Napoleon als bakker de versche koninkjes en vorstjes van zijn maak sel uit den oven halen, of als tuinman de dy nastieën uitroeien en nieuwe planten, hij toont zijn hoofd op de hooivork van een Engelschen boer, 48 uur na zijn landing. Hij laat hem met Pitt d wereld verdeelen, geeft hem Fransche prent, voorstellende hoe Napoleon van Talma den tooncelspeler, les krijgt in Keizerlijke houding en manieren Uit: Fransche Caricaturisten, door Cornelis Veth A. W. Sijthoff's Uitgevers-Maatschappij Leiden Zwitsersche caricatuur door Anton Dunker, op Bonaparte's behandelingvan den Paus. 1797-'9S Russische afschuwelijke nachtmerries, of toont hem, als een nieuwen koning Belzasar, bij een schitterend banket een waar schuwend : mene tekel." Wij kunnen bij Gillray niet langer stilstaan. Naast hem teekende Rowlandson, van wiens vele kloeke prenten er een nis een staaltje van grofheid te noemen is, weer andere als voor beeld van grandiose caricatuur. De eerste laat ons den koning van Rome zien, een miniatuurNapoleon, woest trappelend en met een degen zwaaiend op den schoot van de radelooze Maria Louise, die het duivelengebroed /el zou willen smoren. De andere brengt Napoleon, na den slag bij Leipzig, in tegenwoordigheid van den Dood; de twee koningen der verschrikking staren elkaar aan. Van eorge Cruikshank, die het laatste stadium meemaakte, is er o.a. een aardige prent van Napoleon in een door een kozak voortgetrokken kooi, en een andere, waar hij het Congress of Blockheads in 1815 komt verstoren. Deze prenten werden te Londen verkocht en geëtaleerd in de prentenwinkels van Mrs. Huniphrey, Fores en Tegg. «^ Tegenover den zondvloed van anti-Napoleon caricaturcn in Engeland is de oogst in andere landen schraal. Een van de beste Fransche prenten is die, waarop hij les krijgt van den caricatuur van Iwan Terebenef. Een medisch consult. 1812 acteur Talma in houding en manieren. Een werkelijk ignoble Fransche prent is die van Juli 1815, waarop de gevallen keizer bezig is op een monument te schrijven : Napoléon se rend en ne meurt pas." Voila' ce que c'est que d'avoir du coeur" zegt het onderschrift. Ueen wonder dat een ander teekenaar deze en dergelijke schimpscheuten qualificeerde als de trap van den ezel naar den stervenden leeuw. Duitschland en Zwitserland zijn na Enge land het belangrijkst. De vermaarde beeld houwer ottfried Schadow teekende een geHeeft de menfch hei recht zich te dooden'? fa, als zijn dood niemand benadeelt, en het 'leven hem ondragelijk is. Wanneer is het leven hem ondragelijk'? Als het hem niets dan leed en last brengt; maar, daar deze ieder oogenblik veranderen, is er ge?n oogenblik waarop df mensch het recht heeft zich te dooden. Menschen zijn als cijfers ; ze krijgen slechts waarde door de plaats waar ze staan. De gi'ttvtstf redenaar ra n t/e wereld is het succes. Het hart van den staatsman muet in zijn hoofd zitten. Men «e/ooft alleen wat men graag giiuoft. Men ? beheerscht de menschen gemakkelijker door hnn ondeugden dan door hun deugden. Wilt gij dat men n gelooft, maak de waarheid dan nngeloofelijk. N A p o 1.1; o v heele reeks grappige prentjes, gesigneerd Gilrai, met Napoleon en burleske Fransche soldaten. Minder kunst zinnig is Voltz, de teekenaar van een veel verspreiden Napoleonkop, samengesteld lit lijken. De Zwitsersche prenten van David Hess en Anton Dunker behooren tot de mooiste. Die van Dunker zijn vroeg, misschien nog ouder dan Isabey's caricatuur. Zijn inge wikkelde geëtste illustraties voor de Moralisch Politischer Kurier" zijn te gedetail leerd en vol om te beschrijven, maar fraai en rustig. David Hess had in Den Haag gediend bij de Zwitsersche garde, en had de scherp-satirieke serie Hollandia regenerata" gemaakt op de toe standen in de Bataafsche repu bliek, een serie lang aan Gillray toegeschreven, hetgeen zijn werk meteen karakteriseert. De Spaansche caricaturen waren voor het meerendeel onoorspron kelijk, de Russische echter, vooral die van Iwan Terebenef hebben, vooral in de kleuren, iets eigens. Zij hebben meestal betrekking op den terugtocht. Een er van laat een consult van dokters zien, die 'skeizers toestand zorgelijk vinden. Willein Esser, kimstkooper in de Spuistraat No. 31 's Haage is de eerste Hollandsche caricaturist tegen Napoleon. Zijn zwakke en vrij geestelooze prenten toonen den keizer in allerlei pijnlijke situaties. Op een ervan verkoopt hij zelf zijn portret in vele vari aties : het zijn Esser's eigen prenten. Veel aardiger is een reeks van zes kleine etsjes van H. Fock op den tocht naar Rusland, op de conscriptie enz. pittig geteekend en grappig bedacht. Het is minder bekend dat ook de gemoedelijke teekenaar van het volks leven, Jacob Smies een onuitgegeven teekening naliet op den tocht naar Rusland, die met andere in het Prentenkabinet te Amsterdam te vinden is. Ik heb hier slechts een deel van de caricatu ren op Napoleon besproken, ik hadnoggewag kunnen maken van allerlei populaire uitingen als aardewerk met caricaturen, aankleedpoppetjes van papier, waardoor men uit een duivel den keizer kan maken, enz. George Cruikshank. Monument voor Napoleon NAPOLEON ALS VELDHEER door Gen. A. N. J. FABIUS Een eigenzinnige, koppige knaap was die jonge Corsicaan, welke in April 1779 voor 's Rijks rekening op de Koninklijke Mili taire school te Brienne werd geplaatst. Be mind onder zijne kameraden was hij niet; wel studeerde hij flink op dat instituut, waar de wetenschappelijke ontwikkeling der leer aren den leerlingen niet veel beloofde. Door zijn kennis van de wiskunde zal hij een uitstekend zeeman worden", luidde aan het einde van den vijfjarigen cursus het rap port betreffende den jongen Buonaparte, en aldus kreeg hij een plaats op de militaire school te Parijs. Daar ook zag men al spoedig iets bijzonders in hem ; en hij werd benoemd tot luitenant der artillerie, ofschoon hij van kanonnen zoo goed als niets af wist. Als officier stelde hij zich met het beetje schoolkennis niet tevreden ; hij bleef werken, voor zooverre hij althans niet maanden lang met verlof op Corsica vertoefde. En in zijn on tembare eerzucht nu dit, dan dat van de toïkomst verwachtende, wierp hij zich op allerlei vragen van den dag,schreef hij vellenvol, en stelde hij zelfs een Dialogu°siiri'amour op. Het geluk dient hem ; de Fransche revolutie breekt uit; weldra is hij kapitein ; en hij stelt zich in verbinding met allerlei mannen, die een rol zullen spelen in het snel zich ont wikkelend drama uit het laatste decennium der achttiende eeuw. Hij zelf moet te Parijs aanvankelijk op den achtergrond blijven, en het gelukt hem evenmin op Corsica een der leiders te worden. Doch hoe ook, in de Fran sche hoofdstad meer werktuig dan aanvoerder, hij houdt zoo duchtig rekening met de toe komst, dat als hij vór Toulon de algemeene aandacht op zich heeft gevestigd en in Maart 1796 aan het hoofd van het leger regen Italië wordt geplaatst,hij zijn operatieplan reeds een jaar lang gereed heeft. Dan ook toont hij onmiddellijk te zijn een legeraan voerder in de beste beteekenis van het woord. Had Frederik de Groote geschreven : Aimez donc les détails, ils ne sont pas sans gloire, C'est Ie premier pas qui mène a la victoire, de jonge bevelhebber verwaarloost evenmin de détails als dat hij de hoofdlijnen uit het oog verliest. Hij denkt aan alles en doet voor alles zorgen, voor zooverre de middelen dat vergunnen ; en over hoe weinig kreeg hij te beschikken ! Maar hij weet zijn onderbevel hebbers te kiezen, zich noch in hun deugden noch in hunne gebreken vergissende ; en te gelijk gelukt het hem het vertrouwen van zijn soldaten te winnen. Te Brienne moest hij nog fatsoenlijk fransen loeren spreken, bij den aanvang van zijn eersten veldtocht geeft hij een legerorder uit, die voor alle eeuwen een model zal blijven, in korte zinnen, als in steen gehouwen. Soldats, vons tes nns, mal nonrris; Ie Gouvernement vons duit beancoup ; il ne peut rien vons donner Je veux vons condnire dans les plus fertites plaincs dn monde vons v trouvere: honnenr, gloire, et richesse. Het gelijken frasen, maar hij meent, wat hij zegt; hij ziet voor zijn geestesoog reeds gebeuren, al datgene. wat hij belooft, dat neerstrijken in de vrucht bare landouwen van Opper-Italië. Als een kunstenaar fantazeert hij, nu en later, maar in een bijna onverwoestbaar vertrouwen op eigen kracht, waarbij hij nochtans ten volle rekening houdt met de omstandigheden. Hij toont zich van stonde at de nerveuse, haasi onbedwingbare natuur met kolossale wils kracht, schier onvermoeid, en onbeteugeld in zijn zin tot heerschen ; en trots dat alles koel in zijne beslissingen. Geen generaal vór hem had een veldtocht aangedurfd zonder vooraf langs den grooten weg magazijnen in gereed heid te brengen, waaruit de troepen moesten gevoed en het benoodigde aangevuld. Hij breekt met dat zoogenaamde magazijnstelsel hetwelk de vrijheid van beweging zoo vaak belemmerde ; hij waagt het met een etappenstelsel, en hij slaagt. Als bij intuïtie want zijn schoolgeleerdheid kan niet heel groot zijn geweest en van zijn zelfstudie heeft men zich geen overdreven voorstelling te maken als bij intuïtie dan heeft hij begrepen, wat strategie wil en vermag, zoowel in theorie als ook in de praktijk, en hij toont mede onmiddellijk en zonder falen te zijn de krijgskundige, die de kunst verstaat niet alleen een operatieplan te ont werpen, maar ook het te kunnen volvoeren, zoodanig, dat daardoor het doel van den oorlog wordt bereikt. Hij begrijpt daarbij ten volle, hoe de strateeg een goede kennis moet bezitten van het operatieterrein en van de hulpmiddelen, die het biedt, van de geaard heid der bevolking en van het karakter zijner tegenstanders. Het staatkundig doel van den oorlog verliest hij nooit uit het oog en reeds tijdens zijn eersten veldtocht, toen Frankrijk nog aan geen eersten consul of keizer dacht, sluit hij verdragen, weet den Paus tot een wapenstilstand te brengen, dien hij daarna weder verbreekt, en gaat hij gebruik makende van een gelukkig oogenblik geheel eigen machtig een voorloopigen vrede aan met den Keizer van Oostenrijk. En niet alleen is hij strateeg : als de troepen tot den veldslag overgaan, is hij de voorbeeldelooze tacticus. Hij weet, dat de fortuin iseene vrouw, die, als hij haar heden niet in de armen houdt, morgen niet terugkeert. Tot kort voor Waterloo gelooft hij aan zijn ster van yeluk zoo v .st dat hij haar zelfs aan het firmament meent te ontdekken. Nooit heeft hij het in het schaken ver ge tracht ; voor de gebondenheid aan de spel regels, was hij te veel kunstenaar. Wachten op den zet van den tegenstander kon hij niet. Hij moest snel kunnen handelen en den vijand aangrijpen op het beslissende punt, de grootst mogelijke kracht aanwendende daar, waar die vereischt wordt, want leeraart hij later men vecht niet om den slag te winnen, maar om den vijand te vernietigen. Eenvoudiger kan het niet, doch slechts aan een genie als Napoleon is het gegeven, onmiddellijk 's vijands zwakke punt te onderkennen, zijn in drukken snel te verwerken en even snel eene beslissing te nemen. En al van den aanvang af weet hij zijn levend materiaal te bezielen ; zooals hij den dag van Marengo op het slagveld langs de gelederen rijdende, zijn soldaten de overwinning suggereerde ; weet hij uit zijn dienaren te halen wat er in zit. Aan de kunst zijn menschen te kiezen, paart hij een haast onbegrijpelijke gave van te kunnen behagen. Kwam niet zelfs een man als Goethe onder de bekoring van dezen titan ! Hij zelf.wien niets menschelijks vreemd was, -?hij zelf is niet ongevoelig voor vleierij, en als de trouwe dienaren uit de dagen van zijn wassende grootheid hem zijn ontvallen en de vleiers meer en meer de overhand krijgen, zal dat euvel zijn val verhaasten. Napoleon's eerste veldtocht die tegen Italië in 1796 werd bekroond met uit komsten als geen Franschman had kunnen hopen, en vergoedde dubbel wat Moroau en Jourdan in Duitschland hadden verloren. België verviel aan Frankrijk ; de kei zer van Oostenrijk erkende den Rijn als grens van Frankrijk, en Napoleon stichtte, als ware hij reeds sonverein, in Italië de Cisalpijnsche Republiek. Oostenrijk is bedwongen en ieder verwacht, dat het nu op Engeland zal los gaan ; maar nu toont Napoleon zich de man der verrassingen: van uit Toulon scheept hij ''ich niet in voor een Tocht naar Albion, waar Pitt in diens kabinet de groote tegenstander, de man der coalities blijft, maar naar Egypte, met het duel z liulië te vermeesteren. Het Directoire ziet hem gsan, wanende nu van den held?inwien ieder Franscliinan gaat geloovcn verlost te zijn, maar hij is binnen Parijs terug eer iemand het weet. Pitt heeft intusschen bijna geheel Europa gemobiliseerd en Frankrijk heeft in Italië alles verloren, wat het nauwelijks twee jaren geleden heeft gewonnen. Weldra is Napoleon de man in Frankrijk. De eerste consul heeft de handen vol om tut binnenlandsche hervormingen te geraken, en de oorlog duurt voort. Frankrijk is niet afkeerig van den vrede, maar Pitt acht daartoe den tijd nog niet ge kom en. Napoleon heef t nauwe lijks een paar honderd duizend man waaronder zeer slechte te stellen tegenover de troepen der coalitie; nu kan hij ziel', dan ook in zijn groot heid toonen. Binnen enkele weken heeft hij een honderd duizend conscrits en 40.000 paarden op zijn oostelijke grens ; bovendien beschikt hij in het geheim over een reserveleger van zestig duizend man, dat hij vereenigt met het leger van Moroau bij Schaffhausen. Aldus kan hij den Oostenrijkschen generaal Kray (die over 120.000 man beschikt) in den rug en op de linkerflank vallen en tegen den Rijn vernietigen. Kort daarop neemt hij persoonlijk het bevel over een reservearmee, bij Dyon opgesteld, en besluit dan tot dien stouten tocht over de Alpen, door Thiers niet zonder chauvinisme beschouwd als de heldenmanoeuvre van Hanniba! overtreffende. In die snelheid van handelen, gepaard aan allerlei verrassingen, ligt voor een deel het geheim der Napoleontische strategie. Nu eens zien wij hem daarbij een vleugel des vijands omvatten (1800, 1805, 1806, 1807, 1813) dan diens hoofdmacht omtrekken (1796, 1808, 1809, 1815) en steeds weet hij zich met al zijn macht op den tegenstander te werpen. Hij verstaat daarbij de kunst der camou flage in het groot. Het sterkst komt dat uit in 1805, als een groot deel van zijn troepen in het kamp van Boulogne zijn vereenigd en een aanval op Engeland wordt verwacht. De dagbladen in Holland en Hannover nemen met graagte berichten op over 's Keizer's plannen, doch ze zijn door Napoleon zelf gefabriceerd, die door den Senaat in het geheim oudere lichtingen en recruten doet oproepen, waardoor de Oostenrijksche gene raal Mack niet voorziet, zooveel Franschen tegenover zich te krijgen, en zich in Ulm doet opsluiten. Als dan Ney bij Elchingen heeft overwonnen, maar de Rus Kutusow snel opmarcheert, zódat het bezit van Ulm voor Napoleon noodwendig wordt, zendt deze een hoofdofficier naar de vesting, die daar zoo comediet, dat Mack den vorst von Lichtenstein naar het Fransche hoofdkwartier afvaardigt. Het machts-vertoonspel wordt voortgezet en weldra geeft Ulm zich over; 33000 Oostenrijkers, waaronder 18 generaals, en 40 stukken vallen den Franschen in handen. Anderhalve maand later zijn de Russen dupe van de taktiek, den vijand te brengen tot datgene wat Napoleon wenscht, die ?--? schijnbaar achter uitgaande den tegenstander de gevaarlijke hoogten bij Austerlitz doet verlaten, welke hij (Napoleon) ten snelste door Soult laat bezetten. Reeds te l uur is Kutusow volkomen ver slagen. Aldus schijnt niets tegen den grooten Keizer bestand, als van uit Spanje het noodlot zich aankondigt, en Napoleon - ongebreideld in zijn macht als weinig aanvoerders de waarschuwingen van Davoust omtrent de stemmingen in Duitschland veronachtzaamt. De tocht naar Moskou zal dan het begin worden van het einde. Leipzig brengt den ommekeer ; dan volgt de oorlog op Franschen bodem waarbij Napoleon zich als veldheer haast nog grooter toont dan ooit te voren en de geluksster gaat ten onder om ook tijdens de honderddagen niet meer te schitteren. Op Sint Helena zal Engeland zijn geduchtsten tegenstander laten verkwijnen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl