Historisch Archief 1877-1940
14 Mei '21. No. 2290
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE HERDENKING VAN ROME's
GEBOORTEFEEST
21 APRIL 1921
De geschiedenis van Rome is genoemd :
de mooiste vertelling, die men zich denken
kan. Grandioos en onwezenlijk luidt het
verhaal van haar stichting.
Op de vulkanische heuvelen van
MiddenItalië weidden schaapherders hunne kudden.
Zij leefden een angstig bestaan en luisterden
dag en nacht of ze ook in de aardschoot
het onheilspellende gerommel hoorden, dat
de voorbode van een naderend onheil is.
Toen op een dag, pakten zich donkere wolken
samen boven de herders, een fijne aschregen
begon den grond te bedekken; ze begrepen,
dat het oogenblik van gevaar gekomen was,
dreven hunne kudden samen en volgden den
man, die meer geestkracht, meer inzicht
had dan de anderen. Zij lieten zich door hem
leiden, daalden neer in de vlakte en gingen
vele en vele dagen door golvende landen en
bpsschen tot zij kwamen bij een rivier aan
wier boorden zich zeven groene heuvelen
uitstrekten. Eén van deze heuvelen, wiens
breede, ronde top met weelderig gras bedekt
was, kiest de aanvoerder tot weide en woon
plaats voor hem en de zijnen. Zij graven
een gracht er omheen en bouwen er hutten.
Naar Pales, de Godin die de kudde be
schermt, noemen zij den heuvel, de Palatijn,
Rumon de rivier die nu Tiber heet, Rome
het dorpje, dat gaandeweg ontstond en de
man, die de herders hier heenvoerde, kreeg
den naam Romulus; hij is de man van de
rivier, de eerste man van het dorp: koning
noemt hem het kleine troepje, dat vertrouwen
in de intelligentie van dezen krachtmensch
heeft.
Zóbegon Rome, dat binnen 600 jaar
heel de wereld zou gaan veroveren. Het was
op een21sten April, nu meer dan 2400 jaar
geleden, dat de herders aanvingen te graven,
zegt de legende, en daarom wordt tot op
dezen tijd de 21ste April herdacht als de
dag van Rome's stichting.
Naar dien zelfden historischen heuvel nu
kwam op dezen April-dag een groote schare,
voor het meerendeel Faccisten, bijeen om er
patriottische redevoeringen te hooren, die
met de kreet Leve Rome!" Leve Italië!"
eindigden. Tal van corporaties waren met
haar banieren van de omliggende plaatsen
opgekomen; het was een stoet van vele
duizenden die naar het Campodoglio trok
om er een lauwerkrans neer te leggen op
het beeld der Stedenmaagd. Twaalf in het
wit gekleede meisjes legden op het altaar
des Vaderlands" een myrthentak, symbool
van den vrede. Zulk een vertooning past
bijzonder slecht in het hyper-moderne; leelijke
gebouw, brandpunt van het gemoderniseerde
Rome. Het is een herinnering aan de oudheid
met haar zinrijke eerediensten, die hier als
een anachronisme belachelijk wordt. Ook
het enthusiasme van al die manifestanten
ieek ons meer een uitgekookte en opgewarmde
vrucht, dan ene die ons tusschen het loover
krachtig tegen gloeit en zóalleen willen
we de geestdrift plukken en verkwikt ze ons.
Het regende den ochtend van 'iet feest;
in de gangen van het groote paleis der
Caesars op den Palatijn kwamen zij samen,
. bang voor het beetje hemelwater, dat hun
vale, donkere pakken nat zou maken.
Met een medelijdenden glimlach zagen we ze
wegschuilen onder de bouwvallen; even af
gebrokkeld, maar minder eerwaardig en
verweerd zagen ze er uit deze jonge mannen,
die op het oogenblikgeen andere heldendaden
weten te doen dan overal de Kamers van
Arbeid der socialisten in brand te steken en
de socialistische kamerleden op 't lijf te
vallen, met stokken afteranselen en uit louter
moedwil stukken uit hun baard te knippen,
een feit, dat de couranten gisteren weer
wisten mee te deelen! Welk een minachting
zouden de oude Romeinen voor deze hunne
nakomelingen hebben, ciie nu ook van hun
Roma Eterna" spreken en zich verbeelden,
dat ze nog eenig aandeel aan den geest van
die oude wereld hebben. Dat ze hier altijd
op het derde Italië pochen, alsof dat heel
veel in zijn mars heeft, dat zijn we gewend,
maar dat ze vandaag over het derde Rome
schrijven, alsof dat ook al recht van mee
praten heeft met zijn reusachtige Banken
en protserige architektuur, is wel wat al te
kras! Had het jonge Koninkrijk toch maar
zooveel eerbied voor het verleden getoond,
dat ze het industrieele Turijn tot hoofdplaats
gekozen had. Dit werd eerst geopperd, maar
verworpen. Rome moest nieuw geaurioold
en zoo mogelijk in een modern pak gestoken
worden, het Rome van de pausen. moest
genegeerd en verkleind worden. Carducci,
de geestdriftige dichter van het derde Italië,
een heiden en aanbidder van Grieksche
schoonheid roept in een van zijn mooiste
verzen vol verbittering uit:
Rome
Triompheert niet meer omdat een Gallileër
Met rossig haar het Campodoglio opging
Der menschheid in de armen wierp
Zijn kruis, haar zeggend:
Draag dit voortaan en dien!
Neen, het oude Rome triomphecrt niet
meer, de residentie van Victor Emanuel is
in menig opzicht niet meer dan een burger
lijke provinciestad, en wanneer wij bij de
oude schrijvers lezen van de herders die zoo
jong en krachtig bezit namen van den heuvel,
een kindvolk met een daadkracht zóge
weldig, dat ze, tot wasdomjgekomen, tot onge
ëvenaarde dingen in staat is, groot in 't
goede en 't kwade, grandiose scheppingen
in 't leven roepend en een Staat formeerend,
die uit staal gesmeed schijnt?als we lezen van
dit menschènras, dat de edelste heldendaden
volbrengt, de stoutste droomen droomt en
heel de wereld aan zich onderwerpt, en we
zien dan de laf-burgerlijke wijze waarop de
schim van dat Rome nu zijn geboortefeest
herdenkt, dan zouden wij met een kleine
variant willen zeggen:
Ai burgers! laat nu Rome rusten
En wentelt toch de steen niet af!
Gij ambtenaars en kruideniertjes
Laat Rome rusten in haar graf.
ETHA FLES
Rome, 22 April '21.
HET IDEAAL VAN DEN KOLONEL (Zie Ruize-Rijm in het vorige nummer)
Tcckening voor de Amsterdammer" van Qeorge van Raemdonch
NAPOLEON
Diep teleurgesteld ben ik ; dat ligt niet aan
u, niet aan de redacties van andere bladen
ook missch en het zal wel aan mezelf
l ggen. De herdenking van Napoleon's sterfdag
heeft mij diep, bedroevend teleurgesteld.
Slechts n herdenker is er, wien ik met mijn
geheele ziel dankbaar ben voor zijn korte,
doch innig-gloedvolle herdenking : Plasschaert.
Uw andere medewerkers zijn mij als menschen
tegengevallen. Nog eens : het zal wel aan mij
Het Mausoleum
HOE EDUARD BOK AMERI
KAAN WERD
Alles is goed in he.t boek,*) waarvan hier
boven de titel verhollandscht is, behalve
juist die titel. Want hoewel Eduard
kleinzoon van een zeer verdienstelijken
Texelschen burgemeester slechts zes jaren telde,
toen hij met zijne ouders uit den Helder
verhuisde naar de Nieuwe Wereld, van het
oogenblik af dat hij daar voet aan wal zette,
voelde hij zich Amerikaan. Had al de durf,
al den ondernemingsgeest van den Yankee.
Ook al diens idealisme. Ja, lezer, kijk niet
vreemd op: n Bok zelf, n Lord Bryce
de welbekende Engelsche staatsman zien
terecht in die eigenschap van den Amerikaan
het geheim van diens kracht. Dat er over
zijn idealisme een dik laagje materialisme
ligt, maakt er de kwaliteit niet minder van.
Trouwens, de wereldoorlog heeft de kracht
van dat idealisme bewezen. Zonder die drijf
veer waren de Amerikanen thuis gebleven,
en wij thans de laarzenpoetsers van zijne
Duitsche majesteit.
Bok, die zelf zijne geschiedenis verhaalt,
(hél handig schrijft hij steeds in de derde
persoon) had niet alleen van nature al de
goede eigenschappen van den Amerikaan,
maar daarenboven eene roeping. Hij behoefde
waarlijk geen bureau voor beroepskeuze te
*) (Scribner's Sons, New-York. The
canisation of Edward Bok.)
raadplegen! Eduard was een geboren jour
nalist. Begon natuurlijk niet als zoodanig;
was eerst bakkers-loopjongen, daarna klerkje
op een telegraafkantoor, vervolgens steno
graaf, en toen, eindelijk, uitgever. Uitgever
van een dameskrant.
Waarschijnlijk zal de Nederlanösche lezer
dit niet bepaald de kroon op een levenswerk
vinden; doch hij zal eenigszins anders er over
oordeelen, wanneer hij weet dat dit week
blad dank zij Bok's handigheid en inzicht
thans in twee millioen exemplaren ver
schijnt, en dat n enkel nummer adver
tenties bevat ter waarde van twee en een half
millioen Nederlandsche guldens! The Ladies
Home Journal is inderdaad een prachtwerk,
en de annonces zijn fraaier geïllustreerd dan in
menig tijdschrift aan kunst gewijd, de inhoud !
Aangezien de Vereenigde Staten honderd
millioen inwoners tellen, zou naar evenredig
heid een Nederlandsch blad eene oplage van
honderd twintig duizend exemplaren moeten
aanwijzen, om met deze dameskrant" op
gelijken voet te staan. Een dameskrant",
welke trouwens ook mannen mondt. The
Ladies Home Journal was het derde der meest
gevraagde bladen in de
Fransch-Amerikaansche loopgraven!
Wie twee millioen abonnés telt en wie
weet hoeveel meer millioene.i lezers?is een
m cht in een staat. Bok heeft die macht
skcds ten goede gebruikt. Trotsch kunnen
v.ij dan ook zijn op dezen oud-Hollander;
en zoo hij ten onzent minder bekend is, dan
Militaire houding zelfs in den slaap.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiifii tuin
iiiiiiiiiiiiitn IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIII iiiiinini
door een ouden Deventernaar onthouden.
Neérlands geesel menschenmoorder
Armoedzaaier rustverstoorder
Pest der menschheid oorlogkweeker
Ondicr gelddief woordverbreker
Landvcrderver God verzaker
Echtverbreker Oproermaker
O monster, voor de hel bekwaam
Neem de voorste letters, dat is uw naam.
D.
liggen ; ik bedoel dan ook geenerlei critiek,
geenerlei afkeuring. Mair het moet mij toch
van 't hart, wat ik heb gevoeld en ervaren in
eigen ziel.
Ik kan Napoleon (o, de heilige veneratie bij
het uitspreken, het neerschrijven van dien
gebenedijden naam !), ik kan den Grooten
Keizer niet zien van een standpunt", zooals
Prof. Brugmans Hem beschouwt van
Nederlandsch-nationaal standpunt," zooals Caro
line Eitje Hem beschouwt van Joodsch
standpunt", evenmin ah ik de Zon of de
Avondster kan zien van een bepaald
standpunt", niet kan beschouwen van het
plan eens bankiers of timmermans, eens
wagenbestuiirders of generaals. Ik kan slechts
aanbidden, in devotie vereeren, zegenen. Ik
heb de zon lief, omdat zij schoon is en de
wereld beschijnt in hernelschen, verblindenden
luiiter ; en ik kan er geen effect van haat of
afkeuring aan vastknoopen, omdat zij wel
eens zonnesteek veroorzaakt. Ik heb den stonr
lief omdat hij heerlijk, hartstochtelijk wild
is, en met machtig-dreunende schrede over
de wereld dondert ; en ik kan daarbij niet
denken, dat het toch eigenlijk niet goed van
hem is, een bosch te ontwortelen.
Zóheb ik Napoleon Bonaparte lief ; als
een natuurverschijnsel, het grootste wellicht,
dat wij erkennen ; als een groote gave Gods,
een gave van macht en grootheid aan onze
vlakke, eentonige en sinds de Middeleeuwen
zoo armzalig genivelleerde wereld.
Het ontbreken van elk element van hooge
en heilige veneratie op des Grooten Keizer's
sterfdag is het, dat mij zoo diep heeft teleur
gesteld. Ik had verwacht een wereld-emotie
van aanbidding, een wereld-zucht om Ziin
wederkomst, een wereld-dankgebed voor de
onvergankelijke schoonheid van Zijn verschij
ning. Ik had de verrukkelijke en veredelende
emotie verwacht van een Victor Hugo :
Sire, votis reviendrcz dans votre capitale" :
alles trilde in mij hij de gespannen verwachting
om opnieuw te hooren het evangelie van den
weltlichem Heiland, der gelittcn unter
Hudson Lowe, wie es gcschrieben steht in den
Evangeliën Las Cases, O'Meara'und
Antommarcbi"
Het is gebleven bij een opsomming van
geschiedkundige kennis, van anecdotes (o,
walging, een anccdote over de Zon !) En de
heilige emotie, c groote, schreiende veneratie
bleef weg ; het was een grauwe, wetenschap
pelijke herdenking.
Geachte redactie, dit is geen verwijt, het
is slechts een klacht. Een klacht over onze
vlakke, weinig intense, en volslagen on-artis
tieke democratische cultuur, die deze uiting
kon scheppen. Het zij mij vergeven, dat ik
mij erover uitsprak.
AANBEVELENSWAARDIG!
JAC. URLUS
Havana 12 ets. sigaar
Uw leverancier heeft dit merk voorradig
Zoo niet, meldt het ons.
Sigarenfabmk FLEVO - UTRECHT
ii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII 'iiiiiiiiilmiili
W. C. Pos r ii u M u s
i' j L: s
Dat de groote Napoleon niet altijd bemind
werd, moge "u blijken uit onderstaand gedicht
Ik eindigde de vorige maal mijne beschouwing
over Contract Bridge met de opmerking, dat,
indien de spellPn er niet naar uit zien, dat
de manche kan gewonnen worden, dat men
dan het beste doet oiri'zoo laag mogelijk te
blijven bij het bieden, aangezien men dan het
grootste aantal punten boven de lijn kan no
teeren, maar nu ik het spel meer speel, is
dat niet geheel juist.
Wat is toch het geval?
Laten wij maar weer eens aannemen, dat
G met B en A met C speelt, annonceert
n ruiten, A past, B heeft een spel waar
mede hij zelf open annonce kan doen in een
andere hoogere kleur, of in sans atout, maar
hij kan de ruiten goed steunen. Indien hij nu
past en C eveneens, dan speelt G n ruiten.
Indien nu vier aan trek maakt, boekt hij
dus 7 beneden de lijn en 3 x 50 = 150 punten
boven de lijn, maar met die zeven punten be
neden de lijn schiet hij heel weinig op. Om
met een volgend spel de manche te halen,
moet hij of zijn partner minstens drie schop
pen of harten, vier ruiten of klaveren of drie
sansatout bieden en nu worden bij het Auction
Bridge wel dikwijls drie of vier aan trek ge
haald, maar dat is nog wat anders, dan dat
men genoodzaakt is tot een bod van drie of
vier trekken te gaan. Er hangt dikwijls zoo
veel van af, hoe de kaarten over de spellen
verdeeld zijn en of het snijden gelukt. En bij
het Royal Auction Bridge rekent elke slag,
die men toevallig haalt, mede voor het winnen
van de manche, terwijl men bij Contract
Bridge moet zorgen minstens het aantal
slagen te maken, dat men geboden heeft,
het kan wel eens meevallen, dat men meer
slagen maakt, dan geannonceerd zijn maareven
veel malen valt het tegen en dan boekt de
tegenpartij downslagen. Men moet daarmede
bij het bieden rekening houden.
Bij R. A. Bridge moet men ook wel het
geboden aantal slagen maken, maar daarbij
bieden alleen G en B tegen A en C op, terwijl
bij Contract Bridge om tot het gewenschte
aantal slagen te komen ook de partners
elkaar opjagen.
Hoe langer ik Contract Bridge speel, hoe
meer ik tot de overtuiging kom, dat het van
gewicht is om te trachten, een goeden stand
in de manche te krijgen. Het beste is b.v.
twee schoppen of 18 punten. Dan kan men in
een volgend spel zelfs niet twee klaveren uit
zijn ; maar ook 16 (twee harten), 14 (twee
ruiten) of zelfs 12 (twee klaveren) is een vrij
goede stand.
O, 7, 8 of 9 is een ongunstige stand want
om dan de manche te halen zijn zelfs bij sans
atout drie aan trek noodig.
Wordt dus door een der spelers een bod
gedaan van n slag in een der kleuren, dan
moet de partner goed overwegen of hij niet
twee slagen in die kleur kan bieden. Dit
moet dan door den oorspronkelijken bieder
geenszins worden opgevat als een uitnoodiging
om hooger te bieden. Hij moet daartoe alleen
overgaan, wanneer hij werkelijk zulk een spel
heeft, dat hij met eenigen steun waarschijn
lijk de manche zal kunnen halen. Kan hij
dat niet, dan zijn de twee slagen 12, 14, 16 en
18 punten als het ware een brug om met een
volgend spel de manche te winnen.
Haalt hij meer dan twee slagen, welnu dan
boekt hij die boven de lijn ; maar de punten
onder de lijn zijn een aanloop voor het later
winnen van de manche.
Met sans atout is het wel eenigszins anders.
Wordt er een bod gedaan van n sans atout
en biedt de partner twee sans atout, dan moet
men dit altijd als een uitnoodiging beschouwen
tot drie te gaan ; als het bod van n sans
atout een behoorlijken grondslag heeft, kan
de oorspronkelijke bieder dan ook in den regel
wel een bod van drie sans atout doen.
Uit hetgeen ik nu al zoo schreef over het
Contract Bridge is. het zeker wel duidelijk
geworden, dat een annonce gegrond moet zijn
op goede kaarten. Men moet op de annonce
van zijn partner kunnen rekenen en daarom
is het lichtvaardig doen van een annonce nog
veel meer af te keuren dan bij het Royal
Auction Bridge.
Het komt dan ook bij Contract Bridge
dikwijls voor, dat door alle vier de spelers
wordt gepast en dat passen is dan nog vol
strekt geen bewijs van een zwak spel, zoodat
het b. v. voor den speler, die achter zit, heel
gevaarlijk is op een betrekkelijk zwak spel een
annonce te doen. Daardoor toch komt de
tegenpartij ook weer aan bod en bestaat er
dikwijls kans, dat de spelers van de tegen
partij elkaar vinden in een voor hun sterke
kleur.
Ten slottc nog een probleem ter overdenking
S aas, 10, 6, 5, 4, 3, 2
H vrouw, boer, 6, 5
R
K aas, vrouw
B
S heer, boer, 9 S 8, 7
H 7, 3 A C H heer, 9, 4
R vrouw, boer, 9, 8 R 7, 6, 5, 4, 3
K heer, 8, 4, 3 K 7, 6. 5
G
S vrouw
H aas, 10, 8, 2
R aas, heer, 10, 2
K boer, 10, 9, 2
Harten is troef, A komt uit met ruiten vrouw
maakt alle dertien slagen.
B R i D o E K
iiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiimi MUM iiiiiniiiiiiiii iimiiiiiiiiiiu
MIlllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiHii
Huize l, ZHKBU BÜSSINK
Païil|oeoVondelpafUel.Züid4190enl595
Restaurant a la carte
_unch,Aflernoon-tea,Diners en Soupers
Dagelijks muiiek door het Huls-orkest
mum ........ m ........ iiiiiMiiiiiiMiiiiniiiiiiillllllllllllllHlllMlllilHlliiiil
hij verdient, is zulks zijn eigen schuld. Twee
malen heeft de Amerikaansche regeering hem
verzocht haar gezant te worden aan het
Nederlandsche Hof. Jammer genoeg heeft
Bok beide malen geweigerd, omdat hij oor
deelde nuttiger arbeid daar te kunnen ver
richten. Voor de Amerikanen, zeker ; doch
niet voor ons. Zijne ervaring zoude ons zeer
ten goede zijn gekomen, Want leerstoelen
van Nederlanders in Engeland en Amerika,
om ons bekend te maken in den vreemde,
zijn heel wat minder noodig dan leerstoelen
van buitenlanders ten onzent. Immers uit
boeken en door pleizier reisjes wordt het
buitenland onvoldoende gekend ; en van
hoeveel belang is het niet voor een klein
land, goed op de hoogte te zijn van zijne
groote buren en overburen? Menigen mis
greep tijdens den oorlog zouden wij ver
ineden hebben bij een zich beter indenken
in de gevoelens van anderen. Bok nu zoude
een voortreffelijk leermeester geweest zijn,
gelijk zijn boek uitwijst. Trouwens, hij is daar
nog niet te oud voor, en misschien kan men
hem wel overhalen hier lezingen te houden.
In alle geval klopt zijn hart nog Hollandsch
genoeg!
Vijfde half honderd kloeke bladzijden heeft
Bok aan zijne lotgevallen gewijd, en hoewel
mij de vingers jeuken, zal ik niet zelfs
niet ia het kort - verhalen wat Bok, dank zij
zijne dameskrant", voor nuttigs tot stand
bracht. Wie zich een denkbeeld wil vormen
hoe een Hollander in Amerika kan slagen,
schitterend slagen, schaffe zich het boek aan.
Hij zal zich den prijs van $ 5 niet berouwen.
Straks noemde ik Bok een geboren Ame
rikaan. Eigenlijk niet heelemaal te recht.
Want het geheim van Bok was niet, dat hij
zich Amerikaan-voelde, doch een Hollander
was, die zijne voortreffelijke Ilollundsche eigen
schappen kun te pas brengen op een onbeperl;t
arbeidsveld. Dat zoude hem in Holland ont
broken hebben, waar de toch reeds zoo kleine
ruimte door ontelbare slooten en heininkjes
in haast onzichtbare perceeltjes is afgedeeld.
Hoogstens zoude hij het gebracht hebben tot
de Oranje-Nassau-orde. Nu is hij beter ge
slaagd, dan zelfs een geboren Amerikaan
zulks in zijne omstandigheden zou gedaan
hebben. En dat juist door zijne Hollandsche
hoedanigheden: zuinigheid en degelijkheid.
Toewijding aan elke taak, welke hij ondernam,
klein of groot. Uiterste degelijkheid; niet
zooals de Amerikaan - meer lettende op
kwantiteit dan kwaliteit.
Hij pakte aan, wat voor de hand lag,
onverschillig wat, mits hij er slechts eene
opening naar iets beters ii; zag. Niet angst
vallig uitkippende, doch aannemende, wat
hem werd aangeboden, voerde hij de opdracht
zoo goed mogelijk uit; zelfs wanneer die
hem heelemaal niet aanstonc1. Maar deed
dat werk dan ook niet langer dan strikt
noodig was. Had altijd het oog gericht op
den volgenden sport van den
maatschappelijken ladder. Keek nooit naar de klok, maar
ploeterde door tot de arbeid voltooid was;
onverschillig hoeveel tijd zulks vorderde.
Dit eischte natuurlijk groote
krachtsinspanning, and it meant work hard as nails\"
(spijkers, niet nagels, lezer!)
Toch wist hij zijn werk onder den duim
te houden; ging er niet zelf onder door.
Wil dan ook geenszins Amerikaansch in het
harrenas" sterven. Integendeel, nu slechts
zes-en-vijftig jaren oud, trekt hij zich als een
voorzichtig Hollander terug uit zaken. Niet
om enkel te visschen, doch om zich ook
rustiger, en geheel naar eigen keuze, te kunnen
wijden aan de algemeene belangen van zijn
nieuw vaderland.
Moeten wij het betreuren, dat Bok voor
ons voor goed is verloren ? Neen : hoe meer
mannen van Hollandschen stam daarginder,
hoe beter. Ons al te talrijk kroost moet de
wijde wereld in. En hoe onze jongens, juist
door hunne Hollandsche eigenschappen elders
den prijs kunnen behalen, leert ons ook Bok's
leven. En dat is de hoofdzaak.
R. P. J. TUTEIN N O UT H E NI U S.