De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 28 mei pagina 5

28 mei 1921 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

28 Mei '21, No. 2292 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Nabetrachting De jaarvergaderingen van den Nationalen Vrouwenraad van Nederland, waarvan de 22ste zoo pas werd gehouden te Leiden, plegen zich te kenmerken door oogenblikken van hooge spanning, van wezenlijke dramatiek, ten gevolge van het samentreffen van ver tegenwoordigsters van de meest onderscheiden richtingen, allen even beslist en vurig op komende voor het goed recht der door haar voorgestane beginselen. Het vór en het tegen worden er dan bepleit op eene wijze, die zeer wezenlijk bijdraagt tot een recht begrip van de draagwijdte van het vraagstuk, waar het om gaat. Dat men er elkander overtuigt, mag niet worden beweerd, kan ook niet wor den verwacht. Zij, die er het woord voeren, hebben zich haar standpunt gekozen na ern stig overleg en geven dat niet zoo spoedig .prijs. Het groote voordeel echter is, dat men over en weder zich scherp rekenschap leert geven van wat men wil, dat men zijne eens opgevatte meeningen bewuster blijft aan hangen, dikwijls ook ondervindt, dat men grooter aanhang had, meer geestverwanten telde dan men durfde hopen. Zulk een oogenblik was in de laatste jaar vergadering van den Raad het debat over het voorstel om naar aanleiding van het Wetsont werp ter invoering van verplichte lichaams oefeningen voor jonge mannen, te streven naar uitbreiding daarvan tot onze jonge meis jes, welk debat verliep in een levendig debat over militairismc en anti-militairisme. Want eenerzijds wilde men die uitbreiding niet om de militairistische strekking wefke men in het bedoelde Wetsontwerp meende te onderken nen; en anderzijds begroette men met don derend applaus,"?het praedicaat is ontleend aan het tijdschrift Evolutie, --- het beroep van Dr. Ch. A. van Manen op de vrouwen om zich niet te onttrekken aan haar plicht, waar het geldt de verdediging van haar land, van onze nationale onafhankelijkheid: om waar dit offers eiseht, ook bereid te zijn die te brengen. Het was n dier momenten, waarin men diep gevoelt de groote waarde van het in den Raad gehuldigde beginsel van hooren en wederhooren; en tehuis teruggekeerd, in de eenzaamheid onzer binnenkamer, gevoelen wij ons dan gedrongen die dingen nog eens nader ernstig te overwegen en ons af te vragen,wat wij er nu ten slotte zelven, persoonlijk, van denken. Dit doende, kwam mij weder in de gedachte, dat ik, voor jaren reeds, in het jaar 1904 te Berlijn, het voorrecht heb gehad, het woord te hooren voeren door Bertha von Suttner in de dagen dat deze nog was in hare volle kracht, niet de gebogen oude vrouw, die velen onzer, kort voor haar scheiden, hebben mogen hooren spreken op de Tentoonstelling De Vrouw 1813-1913." De groote RussischJapansche oorlog was destijds in vollen gang en aangrijpend was het protest van haar, die men de Vredes-Bertha heeft genoemd, tegen de daarmede gepaard gaande gruwelen, tegen het daaruit voortgekomen lijden. Maar te treüender was het daarom ook, haar bij diezelfde gelegenheid te hooren verklaren: vrouwen, die om eigen leed, om angst voor het verlies van echtgenoot en zonen vór alle andere dingen den vrede willen, staan zedelijk ongetwijfeld ver beneden de vrouwen, die iii de dagen waarin de oorlog nog als een cultuureisch gold, haren mannen, haren zonen toeriepen: keer niet weder dan ais over winnaar of dood!" Inderdaad was Bertha von Suttner de eerste om een pacifisme, een anti-militairisme enkel voortkomend uit zelfzuchtigen afkeer van eigen leed, uit angst voor liet verlies van echtgenoot of zonen, on voorwaardelijk te verwerpen. Wie den vrede wil, moet dien willen om beweegredenen van hooger orde. Wij, vrouwen van het heden, wij willen den oorlog niet, omdat wij leven in de overtuiging, dat de oorlog van ieder standpunt, van een moreel, van een econo misch, van een religieus, van een filosofisch of van welk standpunt ook is te veroordeelen. Maar tot die overtuiging zal worden ge deeld door allen en tot zal worden ingeleid de gouden eeuw, de Eeuw des Vredes, waarnaar wij allen haken, moeten wij rekening blijven houden met de eischen der werkelijkheid en bedacht blijven op altijd weder nieuwen strijd tusschen macht en recht. Dat is ook altijd zoo geweest. Het Evan gelie kwam wel met een boodschap des vredes, maar in de Evangeliën wordt den krijgsman van zijn ambt als zoodanig toch nimmer een verwijt gemaakt. De weer loosheid door Calvijn gepredikt, bedoelde ook allerminst eene veroordeeling van den militairen dienst als geordend maatschappelijk instituut. Zoo menige bladzijde uit de hel dengeschiedenis der Hugenoten is daar, om het te bewijzen ; en wel eene der meest aan grijpende daarvan is die, waarop staat ver haald, hoe de admiraal Oaspard de Cpligny, voor zich persoonlijk Calvyns oproeping tot lijdzaamheid en onderwerping willende volgen maar toch ook wetende, dat voor zoo menigeen op aarde geene andere bescher ming restte dan die van zijnen sterken arm, zijn helder hoofd, zijn strategisch beleid, het prestige van zijnen rang en van zijnen naam, met profetische helderziendheid aan zijne echtgenoote Charlotte de Laval voor legde de vraag, of zij standvastig zoude kunnen blijven bij vervolging en vlucht, bij ballingschap, bij honger en naaktheid niet alleen voor zich zelve, maar erger nog voor hare kinderen, of zij door beulshanden den dood zoude kunnen sterven na eerst haren echtgenoot te hebben zien verscheuren en verminken door het gemeen : en hoe hij ten slotte toegaf aan den aandrang, waarmede Charlotte de Laval hem bezwoer door zijne onzijdigheid toch niet te worden de doodslager van die allen, die hij niet voor dood slag beveiligde." Deze woorden der heldhaftige Hugenote klinken eigenlijk nog zoo actueel in de ooren van wie terug denkt aan die eerste Augustusdagen van het jaar 1914, toen ieder onzer beefde als een riet in den wind : toen ons economisch leven als met nen slag ont redderd was, handel en industrie stokten, en het geld plotseling zijne waarde verloor : toen de dag van morgen ons dreigde te brengen al de verschrikkingen van den oorlog, den gruwel der verwoesting, de brand stichting en de brandschatting, de gijzeling, de fusilleering en de deportatie van burgers, al die plagen, die voor ons, zorgelooze vredeskinderen als wij waren geworden, alle realiteit hadden verloren, die wij enkel nog maar kenden als den achtergrond van his torische romans. Toen juist terwijl wij nog nagenoten van het beeld van ongekenden nationalen bloei, gelijk de groote tentoon stellingen van het herdenkingsjaar 1913 ons die voor oogen hadden gesteld, de nood, het gevaar over ons kwamen als dieven in den nacht : toen het ons wederom scheen te zullen vergaan als in het rampjaar 1672, waarin het volk redeloos, radeloos en redde loos moest worden geheeten. Maar ook ditmaal zagen wij het wonder baarlijke gebeuren. Ons klein, weerloos, zoo anti-militairistisch, zoo zorgeloos en daardoor zoo slecht voorbereid volk, zoo kwetsbaar tevens door wat ijsbert Karel van Hogendorp reeds bedenkelijk heeft genoemd ons veel te gerekt frontier," werd als over schaduwd, als gedekt door ons veel gesmaad leger, door onze al te min getelde vloot. Nog eerder dan de troepen van eenig ander volk waren de onzen paraat en gereed en waren onze grenzen afgepaald met eenen levenden muur, waartegen geen enkele in dringer zich waagde. In Ekkehardt, den schoonen historischen roman van von Scheffel, wordt verhaald, hoe de heldin Frau Hadwig, hertogin in Zwabenland, op het vernemen der tijding, dat de Hunnen in aantocht zijn, zich hare zwakheid tegenover de aanvallende over macht wel bewust, maar toch ook gedachtig aan de bescherming en de trouw, welke zij haren vazallen en allen die van haar afhan kelijk zijn, verschuldigd is, eenen ver trouwden bode uitzendt om den raad in te winnen van eenen ouden wijze, die haar laat antwoorden : ga naar het bosch en zie wat de egel doet, als men hem dreigt te I1IIIII ullllllllllllllllll l W.S LIKKER OVERTOOM 2.79 A'DAK KUNSTSPELPJAW5 Hofleverancier - Amsterdam uirasTUü? zie ?? mmmimi TEL *?». 2MO-1U1 TEL IU. !7W IM KOUDE EN WARME SCHOTELS Illlltllllllllll na te komen ; hij rolt zich op en zet zijne stekels uit." Dat is het wat ons leger in de verloopen oorlogsjaren voor ons heeft gedaan. Het heeft ons onaantastbaar gemaakt. Daarmede hebben onze strijdbare helden, wien de roemlooze, werklooze strijd van afwachting en verweer nog zoo veel zwaarder moet zijn gevallen dan de actieve strijd van den aanval het voor hen zoude zijn geweest, onzen Minis ters van Buitenlandsche Zaken, onzen diplo maten tijd en gelegenheid geschonken tot onderhandelen zonder dat hunnerzijds be hoefde te worden getreden in vernederende concessies, maar integendeel, door hen fier en trotsch kon worden opgekomen voor de eer van ons volk, voor de integriteit van het Rijk. Want dank aan ons trouw op zijnen moeilijken post volhardend leger behoef den onze mandatarissen niet te spreken als smeekelingen, als bedelaars. Onze vriend schap was immers zoo begeerlijk geworden als onze tegenstand te duchten scheen : en te midden van de oorlogsvlam, die van alle zijden om ons laaide, omvatte onze wel bewaakte grens een plek, waar niet alleen de landzaat veilig was, maar waar ook een heir van vluchtelingen uit alle windstreken een rustig toevluchtsoord kon vinden. Hoe heeft men ook in den vreemde er ons leger voor gedankt! Maar het tragische van dit alles is, dat de preventieve kracht, welke van ons leger uit ging, niet kan worden aangetoond in concreeten vorm, niet kan worden uitgedrukt in cijfers en feiten. Vandaar eene grievende mis kenning van de mannen van ons leger en van onze vloot, die trouw zijn en die blijven volharden ook nu nog, nu het Nederlandsche Volk, in snel vergeten, tekort schiet in waar deering niet alleen, maar onzen leger-autori teiten slechts schriel en schraal toe meet de middelen, welke zij vragen om te kunnen blijven waken voor onze nationale eer, voor ons onafhankelijk volksbestaan, voor ons on geschonden grondbezit in de gevaarlijke staatkundige verwikkelingen van het heden en van de naaste toekomst. Gelukkig heeft het levendig applaus, volgend op de door Dr. Ch. A. van Manen ter vergadering van den Nationalen Vrou wenraad gesproken woorden bewezen, dat Nederland nog vrouwen heeft, die beter we ten en beter voelen. J O H A N N A W. A. N AB E K ,,De kinderwetten in gevaar' Onder bovenstaand opschrift werd in de groote bladen, maar ook in de plaatselijke pers, een bericht uit het Weekblad van het Recht overgenomen, waarin gewezen wordt op het gevaar, gelegen in de Vereeniging van de functies van Kinderrechter en gewone rechter. Naar aanleiding hiervan leek het mij niet onaardig om iets mede te deelen omtrent een rechts-kwestie, die zich bij dit instituut in Amerika voordoet. De kin derrechter. Ben Lindsey van Denver (waar schijnlijk is het dezelfde Ben Lindsey uit Colorado die eenige jaren geleden ons land bezocht en lezingen hield over de kinderrcchtbankcn) is veroordeeld tot het betalen van 500 dollar boete, f hechtenis, omdat hij voor de rechtbank niet openbaar wilde maken wat een twaalfjarige jongen zekere Neal Wright, hem in geheime zitting van de Kinder rechtbank had toevertrouwd' Het voornaamste punt was, dat de recht bank vermoedde, dat Neal Wright bekend had, hoe hij en niet zijn moeder het noodlottige schot had gelost, dat een einde aan het leven ziins vaders had gemaakt, voor welke misdaad démoeder terecht staat. De rechtbank trok uit de weigering van den kinderrechter de conclusie, dat de knaap schuldig was, maar Wat d i mode brengt Tcekening voor de Amsterdammer" van Netty Heyligers DINER-TOILETTEN De japon links is zilverkleurig, enkel gegarneerd met het breede lint, dat geheel met zilverkleurige pailletten is benaaid De middelste japon is zwart. De doorschijnende slepen op zijde zijn ook zwart en versierd met gitjes. De japon rechts is van boven van zwarte voile en de rok van een zware zwarte stof. doorweven met gouden motieven. Onder den gcdrapeerden bovenrok wordt een dun zwart zijden rokje gedragen. rechter Lindsey bleef op het standpunt staan, dat (ie mcdedeelingen hem in vertrouwen en onder geheimhouding waren gedaan en hij daarom weigerde deze aan den kantonrechter of voor de rechtbank te onthullen. .,Ik heb altijd vastgehouden aan het prin cipe -- schrijft de kinderrechter, dat wat de jongens en meisjes mij /eggen, strikt ver trouwelijk is. Indien ik niet langer de verzeke ring omtrent deze geheimhouding kan geven, dan ben ik belemmerd in mijn werken voor de kinderrechtbank. Ik heb honderden geval len opgelost na mijn belofte van niet te open baren, wat mij oiider geheimhouding en in vertrouwen werd verteld. Deze regeling is niet alleen van waarde voor de Kinderrechtbank te Denver, maar voor alle gelijke insti tuten in het heele land. Ik ga liever in gevan genschap voor een jaar of een aantal jaren, 'dan dat ik verraad pleeg aan het vertrouwen dat een jong kind in mij stelt. De kinderrechtbank van Denver werd ont worpen en gesticht als een vcrtrnuwens-instituut, en als dit recht zou worden vernietigd, dan 'wordt zij van nul en geener waarde. Ik ga dus met vollen moed naar de gevangenis en zal de straf niet ontloopen duur het betalen van de boete Tot zoover wat Ben Lindsey ze'.f schnilt, alleen kan er nog aan toegevoegd worden wat zijn antwoord was aan de Amerikaansche Vakverecniging van krantenjongens (we zijn in Amerika lezer !) die een fonds wilden stich ten om de boete voor kinderrechter Lindsey te betalen. Ben Lindsey zegt : ,,ik wil absoluut geen geschenken aannemen noch van rijke vrien den, noch van de krantenjongens om mijn boete te betalen. Het is voor deze jongens en hunne makkers, dat het principe van de goede trouw voor de Kinderrechtbank moet be waard blijven. Ik waardeer hun liefde in de aanbiedingen, die mij voortdurend toestroom den gedurende liet proces, maar ik ben over tuigd dat ik het recht op hun genegenheid, vertrouwen en eerbied zou verliezen, als ik ook maar een stuiver aannam. Indien ik mijn vrijheid moet missen, dan zal liet voor hen zijn en het zal meer nut afwerpen voor de goede zaak van alle jongens en meisjes die met een kinderrechtbaiik in aanraking komen dan wanneer ik mijn straf niet onderging. Bovenstaande belangrijke kwestie werpt wel een eigenaardig licht "op Me'. Amc-rikaaiische instituut, waar v»or zooverre men het uit de courantenbericliten kan opmaken, de Ifimfiffffmirifffiinitmififififfffifltllftffiiiffnii! ?\ 4N, ,/~& "'/ EEREPRIJS Ontroerend mooi, de groote blauwe bloemcnplekken in het hooge gras van Mei. 't Is een blauw, dat in onze Hora zijn wederpart niet heeft. Viooltjes, vergeet-mij-nict, wikke, cichorei hebben alle zeer mooie bloemen. maar geen van hen heeft een blauw, zou sterk en klaar, zou diep en verbazingwekkend. leder jaar zie ik de eereprijs met nieuwe vreugd, ieder jaar begin ik van vuren af aan het bloempje opnieuw te bestudeeren en 't is om de eereprijs dat ik ten slotte den tuin man finaal zijn cunge heb gegeven ofschoon ons gemeentebestuur bij politieverordening er op aandringt, dat ieder zijn tuin behoorlijk in orde houdt. Maar als die man in April reeds het grasperk wil maaien en rullen, hoe zal ik dan in Mei en Juni bij de eereprijsjes kunnen zitten? De groote blauwe plekken in het gras zien er bestendig en rustig uit, maar in waarheid voeren de bloempjes een drukke actie en het loont wel de moeite, om eens een dag lang hun bedrijf te volgen. Ik durf dat gerust te doen, zelfs in dezen belangrijken en onrnstigen tijd. Er valt aan en om die bloemen veel te zien en te genieten den heelen langen zomerdag met al zijn moois en als de aandacht soms ver slapt en gewensehte afwisseling uitblijft, dan geniet ik een seli ie rust ut' krijg goede ge dachten en nog niet e.-MS altijd droeve zooals U'onKwni Ih d:it wil. l ie cci'cpnjs is een van ile bloemen die slapen maar zij gaat later ter rust dan de madcliel jes. De groote margrieten blijven wijd open. den heelen nacht. Waarom de eene bloem wel en de andere niet slaapt, weet nog geen ineiisch. Ons eereprijsje buigt ele bovenlip van zijn A V. m \ U. run , \ i. Il. Eereprijs op drie verschillende tijden van den Rechts boven : een enkel bloempje. dag. vierpuntig bloempje omlaag, de omlerslip omhoog, de zijslippen slechts weinig binnenwaarts. Men zou denken, dat dit gebeurt om de helmknoppeii of stempel legen nachtelijke afkoeling u! dauw t" beschermen maar meestal steken de helmknoppen nug net jiibl buiten het hulsel uit. Zoo slapen die bloempjes dan, meestal twee aan elke tros en dan is in den avond meteen al te zien, dat de twee knop pen hougerop zich den volgenden dag zullen openen. Nu is Met ochtend geworden, de sa mgevuuwen slippen ontplooien zich en weldra zijn de beide bloempjes weer vlak uitgespreid, terwijl ook de volgende knoppen zich gaan openen. Al naar de standplaats en den imlividncelen aarcljvaii dr plan' geschiedt ilit vrueger of later, l >ie ik afgebeeld heb had om negen uur sinorgens zijn slapende bloemen van den vori gen dag wijd open, terwijl de eerstvolgende 'bloem bezig was open te gaan en wel met duidelijk zichtbare snelheid. Sneeuwwitte kinderrecter eenigszins Pro Juventute" werk verricht. Het belangrijkste is misschien voor ons hoe men ook daar zoo sterk het gewicht voelt van den persoonlijken invloed bij het contact met de misdadige jeugd. P. J. W I L I. t K E S M A C U O N A L D R E Y N V A A N Aa vond In avoudstad wat kwijnend licht blijft zweven, De hemel heeft nog bleeke purpergloed, In vreemden glans de schitterlichten beven, Het water stil hun spiegling ritiiplen doet. Ken pijp blaast rook, die blijft daar hangen even In vale slierten spreidt' zich dan het roet, De sneeuw die op de hoornen was gebleven, Dooit neer. De witte winter wijken moet' Als dan de lichte avond is gaan dooven, De stad weer grijnst met grimmend zwarte lach En mcnsclicn opslokt in de nauwe straten, Kijk ik bewondrcnd naar de sterren boven Die zijn geboren uit den dood van dag. En naar de maan. die hoog staat en verlaten. iiiiiiiiiiiiiiiiiiHiimniiiili.iiiiiHiiiMiH""»"»"""" helmknopjes staken reeds naar buiten en de mooie blauwe binnenzijde van de bloem werd ieder oogenblik minier zichtbaar. Aan cie rechtsche tros was ook de tweede bloem al druk bezig. Nu valt liet ook meteen duidelijk in liet oog, dat de bloemen van den vurigen dag lang zou mooi niet meer zijn als de nieuwe' Ze slaan roodachtig aan, haar blauwe kleur verandert onder den invloed van laai ik maar zeggen onderdoms-znrcn. Ze hebbeu nuk hun'langsten tijd gehad, want nu de zun gaat klimmen worden zij al dunner en fletser en eindelijk glijden zij langs het donker blauwe stijltje naar omlaag. In een groute ecreprijs-groep zie je zou in den vuurmiddag onophoudelijk die' uitgebloeide kroontjevallen maar tegelijk ontplooien zich de nieuwe bloempjes, die we nu wel even mogen bezien. Ze zijn niet effen blauw, maar heb ben een spierwit hartje met zwart omgeven en fijne zwarte strepen verloupen straalsgewijze over iedere krounslip. De lielmdradett zijn nog al zonderling van vorm en duur hun smalleii voet licht beweegbaar. Van oiuls is de ^ercprijsbluem beroemd als zweefvliegbioem. bonte zwecfvliegen. die honig komen grijpen met hun poolen beide mcelil drukken de helnikiiuppcn dan tegen liet lij!, raken met de bepocucrde plek op andere bloe men den stempel aan en bewerken zoo kruis bestuiving. Sprcngel, de uiiovertrolten "rundlegger van de bloeiiienbiulogie heeft dat zoo beschreven en 't is hem dikwijls naverteld. Maar nu wij hier in 't eereprijsjcspcrk zitten, zien we wel enkele zweefvliegen opdagen, maar toch oneindig veel meer andere insecten, die zich elk alweer op hun eigen manier gedragen. ge- Het zijn meest kleine graafbijtjcs, slanke diertjes' met bronzen weerschijn uit het is. Kn veel kwam heden nok het achteruit' bijna licelcin.ial ,(je lleel Nih' loclc:'. i en llu!''!l klant, die veel \.>n kleine blaiiliuiult en dan nuk een goede liet vctvioultie l'ingnicnla en van de mooie bleeke l.obelia uit de vennetjes voor een naUntrvrieiid heel wal N A N N Y S P E IJ E R Inlichtingen Reisbureau Lindeman, Vfiravenhage. Kr komen ook kleine vlindertjes, blauwtjes en een grijs niet lirnin spannertje, kortom een bonte bende en die allemaiisvriend van een honigbij ontbreekt ook niet. Het is met die insccte-nbczoekcn heel ongelijk, soms komt er in een uur geen levende ziel, soms dwarrelt liet boven débloempjes, dat je Met niet kunt bijhouden. 'Zon en reuen laten ook hun invloed gelden. Op open plaatsen gaan de bloempjes met de /np mee en als die hoog staat, dan kijkt ook het eerepriisje naar boven. Bewolkte lucht hief! weini<> invloed, een kort regenbuitje blijft ouk onopgemerkt, maar ;<.ls de regen lang aanhoudt', dan gaan de bluemstelen ziclïbuigen en de bloemen vertounen hun blee ke onderzijde; een zeer kennelijke verandering in het hndschap, bewerkt door den regen. Al deze diiu'en zijn bij de eereprijsjes, in het hosch ietwat anders dan bij die- in de open vlakte. No" iets. Alle blauwe bloemen kunnen ook wit voorkomen. .Maai' ik kan mij niet herinne ren, dat ik ooit witte eereprijsjes gezien heb. Wie wel? J \ e l'. T ii i l s s i; iPADOX DEN MAAG i VARMOND Daar zit spanning en blijdschap om zuu'n Spheeo(.k's. St DE/VE.PUANCD INZttR MJRTCN 'MLE-'.. HOUTCONSTRUCTIES - :.--:-??-? .ALS :.-' ??-??? .;<V LANDHUIZEN, -o" V yCHOÖJUCEBOUWEN " ' i aACMTMUÏZEN , ZIEKENHUIZEN _ INLICHTINCEffoP AANVRAAG <

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl