Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
4 Juni '21. - No. 2293
TJIT
De Premieleening Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen
Het verweer van den heer Koopman tegen
mijn artikel in het nummer van 21 Mei noopt
mij nogmaals op deze zaak terug te komen. De
verschillende beschuldigingen omtrent on
kunde, oppervlakkigheid enz. laat ik voor
wat zij zijn en behoef ik mij daartegen niet
te verdedigen. Dat ik een volslagen leek op
het gebied van theater-exploitatie ben, erken
ik zelfs volgaarne. Maar ik heb mij dan
ook niet uitgegeven als een deskundige op
dat gebied. Integendeel heb ik in mijn artikel
gezegd, dat ik niet weet, waaraan de onbe
vredigende resultaten van de door mij ge
noemde kunst-instellingen te wijten zijn en
mij bepaald tot het constateeren van het
feit, dat zij nimmer een financieel succes
geworden zijn. Ik meende,, dat deze stelling
van zoo algemeene bekendheid was, dat zij
geene nadere toelichting behoefde. Thans zal
ik echter enige cijfers moeten geven om
mijne stelling te bewijzen. De reeds ter ziele
gegane Parkschouwburg kan ik ter zijde laten.
Het Paleis voor Volksvlijt heeft in de laatste
30 jaren geert cent dividend aan hare aan
deelhouders kunnen betalen en in de daaraan
voorafgaande 30 jaren bijeengenomen 10.45
pCt. of gemiddeld ca. 1/3 pCt. per jaar, en
dat alleen nog, dank zij een paar gunstige
tentoonstellingsjaren. Neemt men daarbij
nog in aanmerking, dat in die zestig jaren
de kas der vennootschap gestijfd is door
enkele buitengewone baten,?nml. enige ton
nen uit de opbrengst der premieleeningen
van 1867 en 1869 en nagenoeg een
halfmilHoen uit eene voordeelige terrein-transactie,
den verkoop van het grootste gedeelte van den
tuin aan de Galerij-maatschappij dan ben
ik alleszins gerechtigd geweest, te beweren,
dat deze yennootschap als kunstinstelling
geen financieel succes geweest is.
Het Concertgebouw heeft' nimmer eenig
dividend uitgekeerd, heeft eveneens door eene
premieleening de middelen moeten vinden
om tekorten te dekken en bovendien de rente
harer 3t pCt. obligatielening tot IJ pCt.
moeten feduceeren. Wel verre van het Be
stuur der onderneming daarvan een grief te
maken, moet er met waardeering op gewezen,
dat zelfs met die krachtmiddelen de zaak
niet in stand had kunnen gehouden worden,
indien niet in de eerste plaats verschillende
bestuursleden en naar ik meen ook
andere kunstlievende stadgenooten zich her
haaldelijk groote geldelijke offers getroost
hadden om het evenwicht te bewaren. Van
financieel succes kan dus ook hier geen
sprake zijn.
En nu wat mijne, door den heer Kooprran
beweerde, oppervlakkige lezing van het pro
spectus betreft. Het is mij eene voldoening,
dat mijn artikel althans deze uitwerking
heeft gehad, dat de directeur der instelling
ip zijn verweer eene verduidelijking geeft
van de alleszins onduidelijke inkleeding van
het prospectus.
Daarin wordt toch eerst gesproken van de
uitgifte van 5 seriën, elk van 10.000
obligatiën, en daarna van premietrekkingen.
Serie A. met een hoofdpremie van f 25.000.
en vervolgens tot serie E. rret eene hoofd
premie van f 250,000.?. Ik merkte daarbij
op dat zooals het daar staat elke
tlflIIIMIIlllllllllIIIIIIIIHIllllllUMIItMMMIIHHIIIIIHtllllllllllllll
TRIPIE SEC. COMBIEI"
Importépar SCHMITZ & Co., Utrecht
Inlichtingen Reisbureau Lindeman, Vfiravenhage.
serie een af gerond geheel schijnt uit te maken,
maar liet daarop onmiddellijk volgen, dat het
mij ongerijmd voorkwam, dat de deelnemers
in de eerste serie niet zouden deelen in de
kans op bet groote lot en dat het daarom
vermoedelijk wel de bedoeling zal zijn, dat,
evenals bij de staatsloterij, de
premie-obligatiën voor de vijf klassen zullen moeten
dienst doen. Alleen voegde ik eraantoe.dat
uit niets blijkt, of in dat geval eene inschrij
ving van f 200.?recht geeft op deelneming
in da premiëntrekkingen van elk der vijf
seriën, dan wel of voor elke opvolgende
serie d l'instar van de vijf klassen der
staatsloterij wederom moet gestort worden.
Wij hebben nu de pertinente verklaring,
en het doet me genoegen die te hebben uit
gelokt van den heer Koopman: dat
de deelnemers in de eerste serie en volgende
met hun nummers kans hebben op alle pre
mies in de vijf seriën en dat er geen sprake
is van eene hernieuwde storting voor een
volgende serie. Op gevaar af van nogmaals
van oppervlakkigheid beschu'digd te worden,
blijf ik er echter bij, dat zulks uit het pro
spectus niet te lezen was. Trouwens heb ik
ook niet beweerd, dat het tegenovergestelde
het geval was en alleen maar verduidelijking
gevraagd, die thans door den heer Koopman
gegeven is. Een ingezonden stuk in een
dagof weekblad is echter geen memorie van toe
lichting of antwoord van een ministerieel
wetsontwerp en kan bezwaarlijk dienst doen
MET N UITRUSTING
UIT DE BIJENKORF"
TE AMSTERDAM
VRAAGT CATALOGUS
als officieele interpretatie. Het blijft daarom
wenschelijk, dat in een herzien prospectus
en bij de *och al zoo groote onkosten zal
het daarop toch wel niet aankomen ten
spoedigste eene duidelijke en niet voor
tweeledige uitlegging vatbare
lezing van dit punt gegeven wordt.
En dat die kosten reeds thans onrust
barend hoog zijn, kan uit het volgende
blijken. Naast de grootere en kleinere annonces
in tal van bladen en de muurylakten-reclames,
waarvan ik de kosten ook niet bij benadering
kan, schatten, maar die stellig in de tien
tallen van duizenden moeten looperr, komen
de provisiën voor colporteurs en derg. en in
de laatste, maar niet de minste, plaats de
zegelkosten. Volgens art. 60 van de Zegelwet
is een gulden van iedere honderd gulden
verschuldigd, dus f 2 per obligatie van f 200
of f 100,000 voor de 50,000 obligatiën. Daarbij
is er dan nog geen rekening mede gehouden,
dat voor de kleinere coupures een in verhou
ding hooger recht zal moeten betaald worden.
Het cardinale bezwaar tegen deze premie
leening is echter m. i. daarin gelegen, dat er
absoluut geene controle is en geene zekerheid
bestaat, dat de vennootschap onder alle om
standigheden aan hare verplichtingen kan vol
doen. Worden alle. 50,000 loten geplaatst en
maar voor de helft volgestort, dan kunnen de
hooge kosten van reclame, colportage, zegel
en het half millioen uitgeloofde premiën er
desnoods nog van af en een saldo overlaten
voor de stichting van het gebouw en de eerste
kosten van exploitatie. Maar welke zekerheid
bestaat daaromtrent ? Is er een syndicaat, dat
de plaatsing garandeert van hetgeen niet door
het publiek genomen is ? Bijaldien de plaat
sing van het geheele, of althans verreweg
het grootste gedeelte van het bedrag niet
verzekerd is, dan Ipopen de deelnemers groot
gevaar, dat aan* ttë. verplichtingen niet kan
worden voldaan.
Ten slotte komt nog de kwestie, in mijn
voorgaand artikel ter loops aangeroerd, of
deze leening vereeriigbaar is met de bepa
lingen van de loterijwet ?
Bij art. l van die wet is o.a. bepaald, dat
in den zin dezer wet niet als loterij begrepen
is de tegen eenen niet hooger dan den
parikoers voor het publiek open gestelde
premieleening, die eene jaarlijksche rente
geeft van ten minste drie ten honderd."
Hadden de ondernemers zich bepaald tot de
eenvoudige uitgifte van eene 3 pets. premie
leening, dan zouden zij niet onder de
loterijwet gevallen zijn. Nu echter den deelnemers
de keuze wordt gelaten, hunne stukken slechts
voor de helft vol te storten en daarvoor
geene rente te ontvangen, maar coupon
boekjes, wil het mij voorkomen, dat hier de
deur geopend wordt voor eene feitelijk geene
rente dragende leening, die wel onder de
bepalingen van de loterijwet valt.
Maar ook, indien de ondernemers zich door
de eene of andere juridische spitsvondigheid
? en de redactie van een zinnetje in het
prospectus geeft me aanleiding zulks te ver
moeden daaraan meenen te kunnen ont
trekken, blijft er nog een ander artikel van
die wet, dat m.i. tegen de uitgifte van de
kleine coupures gericht is. Bedoeld artikel
luidt toch :
Het is verboden certificaten, recht gevende
op den gedeeltelijken eigendom van een oor
spronkelijk aandeel in eene loterij of eene
premieleening of op de aan zoodanig aandeel
Vrije Heerenhuizen.
Riant uitzicht. Direct te aanvaarden,
te koop aangeboden voor
f 30,000,
desgewenscht
MET EERSTE HYPOTHEEK.
Te bevr. bij de Mak. P. J. & J. Timmer,
Jacob van Lennepstraat 8, Amsterdam.
iiiiimiiiimiiilliiiiiiHMiMMiiiiiMiitiii iiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiitMiiin
verbonden winkans bij trekkingen, onder
welke benaming ook, te verkoopen, te koop
aan te bieden, af te leveren enz. enz."
Op grond van een en ander schijnt mij
deze geheele premieleening in strijd met den
geest van de loterijwet.
J, D. SANTILHANO
IIIIIMII iiiiiuiiiiiii
iiiiiitiiiiiiiiiiiiiimi
KOREAANSCHE FABELS *)
Uit den volksmond opgeteekend door
N. OARIN
Uit liet Russisch vertaald door A. SAALBORN
vertelde hem, wat de haas gezegd en gedaan
had.
Oa jij maar vast naar huis, zei de koning.
Ik zal den haas flinker geleide meegeven.
De haas kwam te hooren, dat hij weer ge
zocht werd en dacht:
Nu ik toch sterven moet, word ik een
choenchoes. En de haas werd een choenchoes.
Op een keer ziet hij een schildpad kruipen
over den weg.
Waar wandel jij naar toe? vraagt de haas.
Ik ben op weg naar Uw koning,om hem te
zeggen, dat hij geen moeite meer hoeft te
doen, want dat onze koning al overleden is.
Toen ijlde de haas de schildpad vooruit
naar den koning, ging op zijn hurken zitten
en zei:
Ik heb gehoord, groote koning, dat u mij
noodig hebt. Hier ben ik.
Waar was jij al dien tijd?
Ik was den chineeschen kant opgegaan,
naar mijn broeder-in-den-zeventienden-graad.
En waarom heb je indertijd de schildpad in
den steek gelaten?
Ik heb hem niet in den steek gelaten. Ik
heb hem verlof gevraagd, naar mijn oom te
mogen gaan, die lam is, en hem te vragen, of
hij soms in mijn plaats....
En?
Ik kom juist van mijn oom vandaan,groote
koning. Maar hij wilde niet. Hij zei: ik wil
nog niet dood.
Dan moet jij er maar aan gelooven.
Op dit oogenblik kwam de schildpad aan
gekropen met het bericht, dat de koning der
zeeën gestorven was.
Dood? Dan maar dood! zei de tijger,liet
den haas loopen en gaf hem nog een belooning
voor zijn trouwen dienst.
*) De in dit blad geplaatste en een aantal
nog niet gedrukte Kpreaansche Fabels ver
schijnen binnenkort in boekvorm.
DE HAAS
De koning der zeeën werd ziek en de
visschendokter oordeelde, dat alleen de lever
van een haas hem van den dood kon redden.
Toen werd aan den walvisch opgedragen,
den haas te vangen. De walvisch zwom weg,
maar bij den oever raakte hij in een net ge
vangen.
Men stuurde toen den zalm uit, maar ook
deze kwam in het net terecht.
Nu moest de paling er op uit, maar deze
werd, op het strand aangekomen, door een
wagen op twee wielen overreden en verplet
terd.
Daarna ging de schildpad zijn geluk beproe
ven. Hij zocht den koning der dieren, den tij
ger, op en zei :
Jij bent de koning der dieren van het land,
maar ook wij hebben een koning en die ligt
op sterven en de dokter heeft gezegd, dat hij
niet in leven kan blijven, als hij niet de lever
van een haas te eten krijgt.
De tijger luisterde en beval dat men den
haas voor hem zou brengen.
Ga met de schildpad mee,zei hij, de koning
der zeeën heeft je noodig.
De haas ging met de schildpad mee en
dacht er over na, wat de koning der zeeën
van hem kon verlangen.
De schildpad vertelde het hem.
Maar als ze mijn lever wegnemen, kan ik
toch niet meer leven?
Dat weet ik niet,antwoordde de schildpad.
Ik weetwat, zei de haas. Ik heb een lammen
oom. Die klaagt al jaren,dat hij geen teven heeft
door zijn lamme voet. En jullie koning zal
het toch wel onverschillig zijn, wiens lever
hij te eten krijgt; als het maar een hazenlever
is. Wacht nu een oogenblik. Dan loop ik even
dit bosch in en haal je levend en wel mijn
lammen oom.
Mij goed, zei de schildpad en liet den haas
gaan. De haas holde weg, het woud in, maar
kwam niet terug.
De schildpad wachtte, wachtte en kroop
eindelijk naar den koning der dieren terug,
V RAGENRUBRIEK
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
J. H. S. te A. Kunt U ook mededeelcn
waar de naam Koning der beide Siciliën
vandaan komt? 't Gaat niet om de geschiedenis,
maar alleen om een verklaring van het woord
beide". Moeilijk is aan Ie nemen dat het
zuiden van Itaiië vroeger ook Sicilië heejt
geheeten.
Toch is dit zoo. Van het tijdstip af dat
het zuidelijk deel van Italië en Sicilië door
de Noormannen werd onderworpen, houdt de
geschiedenis van de republiek Napels, welken
naam het zuidelijk deel van het vaste land
van Italië droeg, op, en wordt het het
Koninkrijk Sicilië, somtijds met de toevoe
ging aan deze zijde van de Pharos", ter
onderscheiding van het Koninkrijk Sicilië
aan gene zijde van de Pharos", het eiland
Sicilië. De koning die over deze rijken
heerschte droeg den titel Koning der beide
Siciliën".
B.,v d. S. te R. Kunt U mij ook opgave
verstrekken der algemeen erkende Christelijke
feestdagen in 1922 en 1923?
Deze zijn voor beide jaren:
Nieuwjaarsdag l Januari.
Kerstmis 25 en 20 December
Voor 1922.
Goede Vrijdag 14 April.
Paschen 16 en 17 April.
Hemelvaartsdag 25 Mei.
Pinksteren 4 en 5 Juni.
Voor 1923:
Goede Vrijdag 30 Maart.
Paschen l en 2 April.
Hemelvaartsdag 10 Mei.
Pinksteren 20 en 21 Mei.
M l S S B LT\N C H E
CieeVEfEtTES
IIIIMIIIIIIIMIIIHIIIIIHIMIIMIllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIItllIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIflIIIIIIIII IIHIMMMHIMM «MltliMIII
(Passing Show)
iiiiiiiitiiiiii (iiMimiiiiiMHminimiIIIIIMiMMiiMHiiiiiiimtiiMiiiiiiiiMiiiiiiiniMiiMtniiiii <iiiiiiiiiiiiiii:iiiiMiiiiiiiiiiiiiifMiiiiiiiiiiitiniiiiiiMiiiitiiiiiiifiiiiiJiiiiMiitiiiiiitiiiiiiiiiiiMniiiMii
AANBEVELENSWAARDIG!
JAC. URLUS
Havana 12 cis. sigaar
Uw leverancier heeft dit merk voorradig
Zoo niet, meldt het ons.
Sigarenfabritk FLEVO - UTRECHT
OELOF AITROEN
KALVERSTRAAT 1
Amsterdam
OPGERICHT 185O
TELEFOON 658 N.
. GOEDKOOP WONEN
| gem. HEEMSTEDE, buiten da annexatiaplannan.
jj Bouwt op Leeuw en Hooft" b/d
Haarlemt merhout gemeente Heemstede Lage belasting,
DEN HAAG - PLAATS 23 f billijke prijzen. Watersport; uitstekend onder
firma M. J. GOUDSMIT
PAARLEN, BRILLANTEN
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
(Punch)
(London Opinion)
| wijs; Centrum van 't "land, onder den rook
p van Amsterdatn. Vraagt gelll. brochure, die
jj gratis wordt toegezonden.
Bouwterreinen LEEUW & HOOFT",
Halte Blauwe Brug. Telefoon 6039.
(Punch)
Het slachtoffer: Sta jij
daar toch niet zoo stom te
grinneken, maar gooi me 'n redding
boei toe!"
De Schot: Nee, hoor! Ze
zeggen wel dat de Schotten niet
van gijntjes houden, maar vin' je
dit geen goeie mop : de redding
boei is in de ripperaasie!!"
De optimist: Kom, kerel, niet zoo somber! De dingen
zijn niet zoo beroerd als ze schijnen i"
De pessimist: Nou ja, maar ze schijnen dan toch maar
allerberoerdst."
Het kleine heertje (achter de groote dame): Pardon
mevrouw, is 't gordijn al op?"
De echtgenoote: .,Die twee zijn werkelijk getrouwd, zeg."
De echtgenoot: Non, dan moet ik zeggen die kunnen
tooneelspelen, hoor!"