Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
DE ONTVANGST DER ENGELSCHE TROEPEN IN DUITSCHLAND
Teekenlng voor ,4e Amsterdammer" van Joh. Braakensiek
annonce van G meer dan waarschijnlijk;
B biedt daarom drie schoppen, C past en G
past nu ook. B en G staan op 10 in de manche
en A waagt de kans en doubleert, B past,
evenzoo C. G. had nu ook moeten passen,
maar bang voor de doublure, meent hij goed te
doen in een andere kleur over- te gaan;
hij wil de aas en heer van ruiten als bijspel
behouden en annonceert nu vier harten,
waarop A, B en C passen.
Ik stel op den voorgrond, dat ik het niet
eens ben met den gedachtengang van G,
maar gaf door het bovenstaande de m.i.
eenige mogelijke oplossing, hoe G, gezien de
spellen, tot een bod in harten is gekomen.
De opgave werd echter zoo gegeven, doch
hier had of een spel met schoppen als troef,
of een sans atouf het als het ware aangewezen
resultaat moeten zijn van het bieden, al
blijkt uit den loop van het spel, dat harten
troef de beste resultaten oplevert.
En nu het spel.
ARvrouw BS 2, CR3, GRaas
GKboer AK3, BKvrouw CK5
BKaas, CK6 GK2 AK4
BH5 CH4 GH8 AH3
G K 10 A K heer B H boer CK6
BH6 CH9 GH10 AH7
GR 10 ARboer BHvrouw CR5
BS aas CS7 GS vrouw AS 9
BS 10 CS 8 GH2 AS boer
GHaas AS heer BS 6 C H heer
G maakt daarna nog R heer, R 9 en K 9 en
maakt dus alle 13 trekken. De moeilijkheid
zit hem dus, om G telkens aan trek te brengen
en dit kan alleen gebeuren door uit den blinde
(B) troef te spelen. Daardoor slaagt G er in
een ruiten en een klaveren vrij te spelen.
Er zou iets voor te zeggen zijn om te trachten
de schoppen van B vrij te spelen, maar om
de troeven van C te vangen, kan G in zijn
eigen spel maar eens aftroeven en om de
schoppen vrij te krijgen moet hij tweemaal
aftroeven, dus dat kan niet.
B R i D o E R
uut n l""" lliiniiiiimiii in in i i IHIIII
WEET U ? ?
DAT men voor de geheele premie-uitloting
niet meer behoeft te storten dan: voor
1/20 / 5.?, 1/10 ? 10.?, 1/4 / 25.?,
1/2 ?50.?, 1/1 ? 100.??
DAT iiïdieh men geen premie trekt, men
'zijn stortingsbewijs kan inwisselen voor
plaatsbewijzen bij opera- of
tooneelvoorstellingen ?
DAT wanneer men dus ongelukkig" is,
men voor zijn gestorte geld toch gratis
naar den schouwburg kan gaan ?
DAT men tot bijbetaling op zijn stortings
bewijs nooit verplicht is ?
DAT men voor elk gestort bedrag mee trekt
in alle seriën A, B, C, D, en E ?
DAT men voor ?5.?kansheeftop l/20deel der
premien, voor ?10.?op l/10deel, enz.?
DAT de hoofdpremiën zijn ^ millioen gulden,
100.000,50.000,30.000en 25.000gulden ?
DAT er voorts premien zijn van 1000,500 en
250 gulden, tot een gezamenlijk bedrag
aan premien van 562.500 gulden ?
DAT van geld verliezen geen sprake kan zijn
en dat elk stortingsbewijs^zijn waarde
behoudt ?
DAT indien gij gelukkig zijt, gij een kwart
millioen kunt winnen ?
DAT deze PREMIE-LEEN ING U nooit
ARM, maar wél RIJK kan maken?
NEEM HET HU DOE HET HU
EI ZI1H GEEN RIETEN... EK MEI KUN HOOI! IETEI!
N.V. Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
AMSTERDAM.
Kantoor: Heerengracht 455 - Postbox No. 205
Telefoon C. 5152 - Giro 39440.
f|»***MMIMIMI<»IIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII
(De eerste Engelsche troepen voor Opper-Silezië zijn te
Breslau toegejuicht als bevrijders. De Dultschers riepen
.,Hoezee voor Engeland ! Weg met de Polen l Gij zljt
onze bevrijders l" Vrouwen en kinderen boden schuchter
bosjes klaprozen aan de Brltsche soldaten aan. Ar. R. Ct.)
WENKEN VOOR DE PRAKTIJK
Ge r man i a: Schwamm d'rüber"
MIIWIIIIIItinHIHIIIIIHIItllllHllllllllllllllllltlllllltllllllllllllMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIHIIIIIIMIIIHIIIIIin
Ik moet beginnen het probleem van de
vorige maal nog eens op te schrijven.
S aas, 10, 6,5, 4,3, 2
H vrouw, boer, 6,5
R
K aas, vrouw
B
S heer, boer, 9 S 8,7
H 7, 3 A C H heer, 9, 4
R vrouw, boer 8, 2 R 7, 6, 5, 4,3
K heer, 8,4,3 , K 7, 6, 5
G
S vrouw
H aas, 10, 8, 2
R aas, heer, 10, 9.
K boer, 10, 9, 2
Harten is troef, A komt uit met
ruitenvrouw, G maakt alle dertien slagen.
Ik keek nog even de Amsterdammer" van
14 Mei na en zag dat daar de ruiten 9 bij A
staat en de ruiten 2 bij G. Dit moet juist
omgekeerd zijn.
Wanneer wij de spellen bekijken en onder
stellen, dat G heeft gegeven, dan is het spel
van G in drie kleuren gedekt en er zijn iets
meer dan drie slagen in. Het is juist zoo'n
tusschenspel. Eenigen zouden er op passen,
anderen daarentegen zouden daarop n
sansatout bieden; A, die nu aan de beurt komt
heeft een tamelijk spel, vooral omdat hij achter
del sansatout zit, maar kan toch geen kleur
noemen. Hij heeft geen vijf kaart en er zit
ook geen kracht in zijn spel. Wordt de sans
atout gespeeld, dan heeft hij zelf de keus in
welke kleur hij wil uitkomen en voor zijn
partner is het dus niet bepaald noodig om
te weten, in welke kleur hij het sterkste is;
dat blijkt wel door zijn uitkomen.
Intusschen denken lang niet alle spelers er
zoo over. Zij meenen goed te doen, door een
bod van twee slagen in een kleur, de tegen
partij op te jagen, maar van een bod van
twee slagen in een korte kleur van bv. vier
kaarten komt als regel niets te recht en als de
tegenpartij verstandig is, doet zij dikwijls
beter dat tweebod te doubleeren, in plaats
van hooger op te bieden in sansatout. Als
resultaat wordt dan heel dikwijls een belang
rijk aantal strafpunten boven-de lijn geboekt.
Bovendien krijgt de speler C een heel verkeerd
denkbeeld van het spel van zijn partner en
mist zelf daardoor dikwijls de gelegenheid
zijn eigen sterkste kleur te noemen en dit is
voor A, die uit moet komen, juist een belang
rijke aanwijzing, vooral bij sansatout. Een
bod van b.v. twee ruiten op het spel van A,
hetgeen ik meermalen zag, moet dan ook
beslist worden afgekeurd. Nu komt B. aan bod.
Voor wie hooge elschen
stelt aan kwaliteit, construc
tie en afwerking Is de
FONGERS
het aangewezen rijwiel.
De uitstekende naam, die
het FONGERS-RIJWIEL
alom verworven heeft,
dankt het aan zijne goede
hoedanigheden.
in
Het gebeurt soms dat bij het spelen de
ballen in een positie komen te liggen, zooals
weergegeven wordt in bijgaand diagram.
Minder geoefende biljarters trachten dan
gewoonlijk door trekken van 2 op 3 te caram
boleeren, doch of de stootbal daar vór den
langen,of korten en langen band.of in het geheel
geen band aan doet, is een zaak die zij maar
liever aan het toeval plegefi over te laten.
De stootbal wordt getrokken in de richting
van bal 3 en daarmee uit!
Een der eerste voorwaarden echter voor het
spelen van een eenigszins behoorlijke partij
biljart is, dat men bij eiken stoot niet alleen
weet hoe men caramboleeren zal, maar ook
waarom de stoot op een bepaalde en geen
andere wijze genomen moet worden.
Als men het diagram-geval als trekstoot
zonder meer behandelt iets wat zeker 99
van de 100 biljarters doen geschiedt meestal
het volgende. Men caramboleert direct, zonder
band, terwijl bal 3 naar den hoek loopt, bal l
aan den langen band blijft liggen en bal 2 ergens
op ongeveer een derde gedeelte van het bil
jart beneden uitgezworven raakt. Of meri
caramboleert van den korten en langen band
en bal 2 blijft alweer ergens onderaan liggen,
ver verwijderd van de beide andere; of men
caramboleert alleen van den langen band en
dan ontstaat een positie als in het eerste geval.
*d<In al deze gevallenJontstaat een dubieuse
ballenstand door het verwaarloozen van het
theoretisch principe dat bal 2 de gewichtigste
rol speelt in het serie-caramboleer-proces.
Inderdaad moet dit geval dan ook niet als
gewone trekstoot behandeld worden, doch als
wringstoot. Wringen is een combinatie van
trekken en doorschieten en heeft altijd ten
doel om den loop van bal 2 te beïnvloeden.
Om te bereiken dat de tweede bal loopt als
aangegeven is door de stippellijn van het
diagram, moet bal l met vlakke queue slechts
enkele millimeters onder de middellijn en
zonder effect en bal 2 ongeveer l millimeter
naar rechts getroffen worden.
Ook moet men in het bijzonder er op letten
dat bijna de geheele afstootkracht over
gaat op bal 2, daar deze over drie banden
naar den hoek gedirigeerd moet worden, en
dat bal l bijna uitgeloopen is alvorens te
caramboleeren. (Amorti).
Daar het niet mogelijk is om bal 2 in het
geval van de diagram-stelling doelmatig te
rappeleeren van n band en ook een andere
wijze van caramboleeren geen geschikte
serie-positie kan opleveren, blijft er geen
andere oplossing over dan die welke hierboven
is aangegeven.
Door den grooten afstand welke de stoot
bal moet afleggen alvorens bal 3 te treffen,
en door de omstandigheid dat deze laatste in
den hoek bij twee banden ligt, is het niet met
absolute zekerheid te bepalen of men al dan
niet van band zal caramboleeren. Doch dat
doet er in dit geval weinig toe, daar, door het
amortiseeren, de drie ballen toch op het cirkel
gedeelte van het biljart komen te liggen. ?
B.
Hij kan de sansatout van B in drie kleuren
goed steunen, maar de kans is er altijd, dat
G. ook als zwakke kleur de ruitenkleur heeft
en vinden A en C elkaar dan in die zwakke
kleur, dan komt er van het mooie spel in de
drie andere kleuren niets terecht. Het zou
dus aangewezen zijn dat B op zijn spel twee
schoppen aankondigde. C past ook, G heeft
alleen schoppen vrouw en biedt nu twee
sans atout, A past. Nu zou B best kunnen
passen, maar gezien zijn lange kleur schoppen
en zijn renonce ruiten, is het maken van een
mooi spel in de schoppen met de
sansatoutliniilllliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimnmiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiHii iiiiitiiimiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniimuiitiini
niiiiiimiiii iiiniiiiii i iiniiiiiimiiiiii imiiiiml iniiiiiii in imiiiiiii m iiiiiiiiiniimiiimiiiMiiiiiiiiiiimriiiiMiii iim IIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIII
,,DE ONBEKENDE STRIJDER"
DOOR
MAGDA PEETERS.
Eenige dagen geleden was ik voor een ver
velende zaak in de Kempen, bij de
NederJandsche grens. Ik ging weg met het voorgevoel
-dat de stappen die ik aanwendde nutteloos
.zouden zijn, en dat ik, waar ik zijn moest,
niemand thuis vinden zou. Toch ging ik;
?en mijn voorgevoel kwam uit.
Ik was in een lustlooze stemming, en ik
zwierf langs de heide door een zielloozen,
troosteloozen mot-regen.
Ik moest eenige uren wachten tot er weer
een trein kwam die mij naar huis brengen
kon, en ik besloot om maar nergens te gaan
.zitten en mijn nu opgehitst gemoed te laten
koelen door in het nattige winterweer te
loopen.
Na lang het heilandschap te hebben
omzworven en gedoold en gedwaald te hebben,
over de vlakte die zoo wanhopig groot lijkt
is winters onder den eindeloos grijzen hemel,
kwam ik tot bij een wanstaltig huis met veel
torentjes, dat den naam droegjvan Mon Rève."
Het stond op den rand van de eenzaamheid,
langs een prachtigen macadam weg, die wat
verder in het Wilde verloren liep.
Het huis leek nog onbewoond, de hof was
in aanleg, maar voor het oogenblik was er
niemand te zien, daar de tuinlieden, denkelijk
.aangespoord door het weer, hun werk in den
steek hadden gelaten en naar huis waren ge
gaan. De poort van den hof stond open, het
was beginnen te kletsregenen en ik was binnen
het hek geloopen en had een schuilplaats
ge.zocht onder een afdak bij het tuingereedschap.
Het was het eind van een mistroostigen
nanoen. Alles was koud en kil wat men aanraakte
en aan den effen grijzen hemel waren sinds
den morgen alle wolken weg gevlucht; uit de
grenzenlooze leegte boven mij viel de kille
regen aanhoudend en geruischloos, als een
zekere troosteloosheid over mijn wegen en
over mijn hart.
Ik zat in mijn schuilhoek nu, op een hoop
droge dennenappels en luisterde naar het
vallen van het water, maar meer nog naar
mijn ziel die in mij schreide als een klein kind,
dat door het mysterie van de vallende scheme
ring geroerd is, en dat de komende donkerte
verontrust.
Alle pogingen om haar tot vrede te brengen
waren nutteloos, ik had geen vat op haar, want
ook mijn denken was onder den toover ge
komen. Ik voelde mij als een verdoold schaap
dat in een doornbosch is verstrikt geraakt,
dat zich niet bevrijden kan en wanhopig naar
zijn herder verlangt, die hij ver waant, niet
wetende dat deze het zoekende is.
In dezen staat was ik weg gezonken toen er
vanop de hei een zwarte hond kwam aanren
nen. Aan de poort bleef hij even staan met
opgeheven kop, alsof hij iets hoorde; dan
kwam hij binnen, liep snuffelend aan den kant
van de laan, en stak weer den kop op en luis
terde, om daarop dadelijk weer naarstig voort
te gaan met zijn bezigheid. Hij kwam tot
onder hét afdak, besnuffelde mij angstig,
keek mij aan en zocht verder. Zijn oogen
waren als van vuur. Hij was angstig stil, hij
was stom als of het maar de loutere schaduw
was geweest van een hond ; en met het beest
te lang aan te kijken kon ik er heelemaal
geen hond meer in zien maar een bonkend
griezelig wezen waarvan ik op ieder oogenblik
het ergste misschien verwachten kon.
Het verwijderde zich, goddank, van mij,
om zich op de mesthoop te werpen waar het,
zonder het kleinste geluid te geven op eens
als een dol dier te werk ging. Terwijl zijn snuit
snuffelde, wroette hij als een bezetene met
zijn pooten de mest uit elkaar; en terwijl de
vuiligheid aan alle kanten vloog, kwam er
van uit de richting van het huis gelijk een
peil een steen gevlogen, en raakte het beest.
Diep getroffen uitte het een afgrijselijk
gehuil, wankelde, en vluchtte als de bliksem
de heide in.
Langs den pas aangelegden tuinweg kwam nu
een man traag stappend naar mij toe. Van
uit de keuken had hij mij zien zitten en had
van de gelegenheid van den hond gebruikt
gemaakt om buiten te komen en zijn nieuws
gierigheid ten mijnen opzichte te voldoen.
Hij was een oude man waarvan het uiterlijk
liet uitschijnen dat hij niets ander zijn kon
dan een hoveniersbaas; een man die zelf
standig alles schikt en bestiert in den hof, en
die niets verricht waarmee hij 't niet eens is.
De hof, dat is zijn rijk en de boomen en
planten zijn er zijn onderdanen.
Ik wist natuurlijk al heel gauw waar ik
was want wanneer men in de goede gratie van
een ouden tuinman valt, wordt hij spoedig
spraakzaam, en vertelt U reeds bij de eerste
ontmoeting vertrouwelijk het heele leven van
zijn meester en diens heele familie ; in weinige
oogenblikken zijt gij op de hoogte gebracht
van al hun doen en laten en van al hun heb
ben en houden. Op deze manier kwam ik in
een minimum van tijd te weten dat ik op het
grondgebied stond van een man, die groote
oorlogswinsten had gemaakt. Hij had een muni
tiefabriek opgezet, en in enkele jaren talrijke
millioenen verdiend.
Na den wapenstilstand was hij terug in het
land gekomen en had deze groote villa laten
bouwen. Er moesten zooveel torentjes bij
komen, en gaanderijen, en wenteltrappen om
in al die torentjes in te kunnen, dat de bouw
ruim twee jaar had geduurd. Zijn vrouw en hij
waren er over tevreden.
Rechts van de villa waren ze een garage
aan het zetten. Zij had den vorm van een kapel
in gothischen stijl; er zouden gekleurde
glasramen in komen, en boven op zou een wind
wijzer worden geplaast.
Ge kunt het van hier zien" zei de man dat
eed ons Madam uitgevonden ; rijk volk ee
toch meer verstand as nen boere mensch;
ge moet het toch zeggen gelak het is."
En hij vertelde voort.
Moor gisteren, hebben we hier een spel
gehad. Ge ziet dor die mest liggen hè? Gistere
morgend, brengen ze dor nen heele vracht
auto van, van uit den abbatoir van Cureghem,
en gelak ik bezig ben mee afladen haal ik er
mee mijn eerste schupnen bonnet de police"
van ne piot uit en met de tweede, rolt er over
mijn voeten ne kop en een hand.
Ge zie van hier hoe da 'k verschoot. Ik zee
tegen onze kleine, die mee hielp, dat ik mijn
heer ging roepen, maar als ik terug kwam was
het manneke gaan loopen.
't Was tegen een uur of tien, onze mijnheer
zat nog an zene dizené, want "hij was wa laat
Depgestaan, oemdat hem den dag "der veur
nen diner had gehad., bij de Keunink geloof ik,
want daar is hem gere gezien, man, hij is er
gelak het kind uit den huis. Hij ette natuur
lijk teiloor eerst leeg, zette zijn klak oep, en
kwam dan seffens zien. Ik schudde ierst al
de mest tegen den grond en dan met de
rijf haalde ik het uit ien, er stak nen hiele
soldaat in. Een veur ien, had ik de stukken
met men schup en mijn rijf uit de mest gehaald
en ba ien geleed."
Mokt het maar nie te lonk," zee onze
menhier. Wa zee de met die vuiligheid van zin."?
Ik dee het voer Menhier" zee ik omdat ik
dacht dat het wa properder was, veur als het
gerecht er bij moest komen, of hoe dat da hier,
dat die menschen opzoekt."
Tut, tut, tut, tut, zee onze Menhier, ik
heb hier al dien eberras nie noedig, 'k heb al
last genoeg mee mijn eigen en mee mij geld, as
da ik mij da van een ander nog oep de nek zal
gaan halen."
?"
Mokt mor da 'goe spoeit, dat die rottigheid
hier weg komt in mijnen hof, want as Madam
het moest zien, ze zoo er deze nacht misschien
nog van droemen. Stek het mor al gauw in
de grond."
Ja Menhier zee ik ik zal het begraven
achter de garage, tegen den hulstbosch, en ik
zal er een zarkske veur maken mee vergeet
manietjes van de zomer, dan wete we wor da het
stekt."
Mor zei de gij na van oe verstand, van daar
oewen tijd in te steken, ge het er van daag al
lank genoeg oewen tijd mee verspeeld. Mokt
er na alstemblief gienen heiligen dag van, laadt
den boe oep de kruiwagen, en stekt het met
de gauwte de mestput in ; het zal van zijn
eigen wel vergaan."
De regen had geheel opgehouden te vallen
terwijl ik ademloos luisterde naar de geschie
denis van den onbekenden soldaat."
Ik wankelde en voelde mij vreemd als of ik
dronken was gemaakt met giftige wijn. Een
onzichtbare hand neep mijn keel toe. Wanneer
ik weer de hei opging was er niets om mij dan
diepe stilte en diepe duisternis. Ik weet niet hoe
ik er door geraakte, maar ik kwam terecht.
Mijn heele ziel rekte zich naar huis toe, het
instinkt, dat God ons gegeven heeft, en dat
wij haast geheel door beschaving hebben ver
moord, ontwaakte in den nacht van mijn wezen;
en in mijn onbeschrijflijken toestand vond ik
den weg naar huis, gelijk een dier dien vindt.
Dïdonkerte bekommerde mij niet, want
ik was door andere dingen vervuld en geroerd.
In mijn hart luidde en her-luidde wat ik
had gehoord, gelijk de doodsklok voor de zon
derlinge uitvaart van den onbekenden soldaat.'
Ik sloeg een kruis en bad een De profundis."
Voor mijn geest rees het beeld van een wach
tend gezin, van een vrouw en kinderen die
jaren lang zonder nieuws zijn van hun ge
liefde, en die in hun rouw nog iederen dag
wreed gefolterd worden door een ijdele hoop.
Ik zag die onschuldige harten boeten voor de
schandelijke weelde en het gruwelijke egoisme
der schuldigen. Ik voelde het ondoorgrondelijk
mysterie, waardoor ieder lijden de betaling
is van een genot, waardoor ieder vreugd zijn
evenwicht van tranen eischt.
Welk is de ongeweten verwantschap der
zielen die mij aan dezen ongelukkige verbindt,
omdat ik op dezen troosteloozen dag zou worden
uitgestuurd naar deze plek om het tragisch
deel van zijne geschiedenis te vernemen;
om geheel alleen uitgestuurd te worden om
voor zijn ziel te bidden in de volmaakste af
zondering.
In mij ligt het geheim besloten van het
oord waar onze belgische onbekende soldaat"
(symbool aller onbekende soldaten van mijn
land) begraven ligt.
In Frankrijk ligt de soldat inconnu"
te Parijs, onder den Are de Triomph"
In Engeland rust de Unknown soldier"
in Londen, in St. Paul Cathedral.
In België ligt de onbekende soldaat"
in de Kempen te rotten onder een
mesthoop.
Hij zal van zijn eigen wel vergaan."
Antwerpen Januari 1921