De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1921 4 juni pagina 5

4 juni 1921 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND , rfs l The Women's international League for Peace and Freedom Het derde internationale congres van, de Women's Internationale League for Peace and Freedom", waarvan de Nederlandsche Vereeniging van duurzamen Vrede" een afdeeling is, en nauw met de League samen werkt, zal plaats hebben in Weenen van 10?16 Juli e.k. Jane Addams uit Chicago zal het congres presideeren; de algemeene vergaderingen zullen 'smorgens voor 12 plaats hebben, terwijl de commissies des middags bijeen zullen komen om officieuse persoonlijke en onderlinge belangen te bespreken. In de avonduren zullen openbare vergaderingen worden gehouden, waarin onderwerpen van algemeen belang zullen behandeld worden. Hoewel de agenda nog niet officieel is op gemaakt zullen de volgende onderwerpen ter sprake komen: Opvoeding als middel om den vrede te bevorderen. Maatregelen ter bestrijding van onderlin ge haat en oorlogszucht der volkeren. Vrouwen in internationale acties en be drijven. Streven naar vrede bij economische of sociale overgangen. Algemeene of persoonlijke belofte om steun te weigeren aan den oorlog, zoowel geldelijke, als daadwerkelijke, door deel neming aan, of propaganda te maken voor den oorlog. Herziening der tractaten. Bescherming der minderheden. De volkerenbond. Vrijheid van handel, doorvoer en verbin dingen. De organisatie en het werk der W.l.L.P.F. De gastvrijheid van de Oostenrijksche Afdeeling, wordt, onder de voor dit land zoo droevige omstandigheden, zeer op prijs ge steld, en maatregelen zullen genomen worden, om het herbergen van zooveel vreemde lingen voor de gemeente zoo weinig mogelijk kostbaar te maken. Zoo worden o.a. plannen beraamd om voor meel te zorgen, waardoor gastvrijheid aan de congressisten niet ten koste van de inwonenden zal behoeven gege ven te worden. Secretaresse van het congres is Miss Emily G. Balch 6. Rue du vieux college. Genève. The Women's International League for Peace and Freedom bestaat sedert 1915. Zij heeft sedert dien haar vertakkingen over de geheele wereld, en haar hoofdkwartier in Maison Internationale, Rue du vieuxCollege 6, Oeneve. Het is een oud huis met een mooi begroeiden tuin. Behalve de admi nistratie-lokalen, vindt men er een groote eetzaal met bibliotheek, waarin de vergade ringen gehouden worden, en die ook een cen trum vormen kan voor reizende vrouwen, die elkaar daar willen ontmoeten, ter bespreking van gemeenschappelijke belangen. Enkele ! geerkamers zijn ^disponibel voor doortrek kende reizigsters, die behoefte gevoelen inter nationale banden aan te knoopen of te ver sterken. De gunstige ligging dicht hij het meer en de Jardin Anglais met zijn mooispuitènde fontein zal tot een langer ver blijf zeker aanlokken. Het doel van de League is vrouwen te vormen, die, strijdende voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen, met alle geoor loofde middelen willen helpen bevorderen, dat de internationale verhoudingen berusten op goeden wille, waardoor oorlog op den duur onbestaanbaar worden zal. Zij wil niet door passieve onderwerping aan onjuiste middelen dit doel bereiken, maar integendeel door actief optreden met moed, beslistheid en zuivere motieven, maar zonder geweld. Zij gelooven dat nieuwe methoden, vrij van geweld, moeten worden gezocht en toegepast, om misbruiken te voorkomen, verkeerdheden recht te zetten, en tot positieve conclusies te komen. Zij acht het niet onmogelijk, dat later de vereeniging zal uitgroeien tot een bond voor vrouwen en mannen, maar meent dat naast alle andere vereenigingen een spe cifiek vrouwelijke nu nog op haar plaats is, omdat de moeder, als opvoedster Van het komende geslacht, het meest en het sterkst doordrongen zal zijn van de overtuiging dat JACOBSVLINDER Eigenlijk was ik op die moshelling onder de Oostenrijksche dennen alleen even gaan zitten om te luisteren naar een gewone grasmusch, die daar aan het zingen was en die mij wel eens zou kunnen vergasten op een nieuw geluid. Deze \ riendin heef t in den regel een vasten zangboom. Na een minuut of tien stoorde zij zich niet meer aan mijn presentie en kwam vlak boven mij zingen, zoodat ik al heel spoedig de 'wanhoop kon ervaren van de onmacht om haar zang te noteeren. Mijn waardeering steeg aanzienlijk; vooral haar zing-vliegtoeren bleken lang zoo onbeduidend niet te zijn, als ik wel eens beweerd heb. Je kunt met zulke vogels toch eigenlijk nooit geraken tot een af doende afrekening. Terwijl ik daar zoo zit te luisteren en te mijmeren komt er ergens beweging in het geelgroene slaapmos. Er schemert iets roods, een aardig vlindertje fladdert een paar meter ver dicht langs den grond en gaat dan zitten. Nog eer hij tot rust is gekomen, fladdert er weer een omhoog en nog een en nog een, telkens nieuwe. In een half uur tijds komen er niet minder dan drieenveertig te voorschijn en die zitten ten slotte allemaal stil binnen een radius van een meter of acht om mij heen; somm.ge op het mos, andere aan stengels van duinroosjes of op bladeren van wat planten, die aan het pad groeien, grof en krulierig van blad, Sint Jacobs kruiskruid. En ik besef met groot genoegen, dat ik het net tref, hoe hier de Jacobsvlinders aan het uit komen zijn. Ik houd van zulke gebeurtenissen en geniet er dikwijls van. Er gebeurt zooveel van dien aard in de natuur, dat iemand, die maar vaak aan "jonge menschen niet met zooveel smart e,n opoffering het leven wordt gegeven, en dit in de eerste jaren wordt gekoesterd, om later als oorlogsmateriaal dienst te doen. Zij is het, die in de eerste plaats bij die opvoe ding de juiste begrippen over heldenmoed, vaderlandsliefde, eergevoel, zelfopoffering e.d. zal kunnen en moeten aanbrengen. Het congres zal worden gevolgd door een Zomerschool, in het Mozarteum te Salzburg, van l?15 Augustus. Men zal daar een cursus geven over : Opvoeding tot Internationalisme. De Secretares, Miss K- Royds. 14 Bedfort Row. Londpn W.C.l. geeft hieromtrent na dere inlichtingen. De zomerschool is toegan kelijk voor mannen en vrouwen van alle naties. : S. G. F. MEYBOOM WOON PRINSENGRACHT 7O9-711-713 LEIDSCHE5TR.73 J WOONHUXS- J {INRICHTINGEN; ; SMAAKVOL t ? SOLIDE t GOEDKOOP Huishoudelijke Conflicten Met teekening van Netty Heyligers IV DE LOG Als een aangename verrassing, iets waarvan hij haast zeker wist, dat hij Mary een genoegen zou doen, deelde Karel zijn vrouwtje mede, dat hij een ouden studievriend, die toevallig in de stad was, gesproken had, en hem had uitgenoodigd, om te komen eten en te blijven lo geeren. Hij was daarom heel verwonderd, dat Mary geen ander antwoord gaf, dan het korte, doch zeer veel beteekenende woord: Tjasses. Verder liet ze zich niet uit, maar boog het hoofd over haar bord en maakte ongeduldige bewegingen. Hierover was Karel vooral zeer verbaasd, omdat Mary hield van menschen zien en gas ten hebben. Hij vroeg daarom niet om verdere uitleg en dacht met een onbeduidend nukje te doen te hebben. Mary echter die meende het volste recht te hebben, om ondervraagd te worden naar de diepere beteekenis van haar kort en krachtig antwoord, werd door Karels stilzwijgen nog meer vestoord, vermeerderde hare ontevreden gebaren, weigerde om het botervlootje te vragen, maar rekte bijna haar arm uit het lid, at opvallend weinig en barstte eindelijk uit in een kleine serie verwijten. In de eerste plaats verweet ze Karel, dat hij geen ruggespraak met haar gehouden had. Hij als man kon gemakkelijk uitnoodigen, maar alle werk kwam toch maar op haar als huisvrouw neer, en zij moest toch maar zorgen dat de boel voor elkaar kwam. Karel verwees toen naar Bet, en zeide, dat die misschien wel een gedeelte van al die arbeid op zich nemen zou. Maar ik ben dan toch maar verantwoordelijk er voor, viel Mary nu uit, en ging vervolgens een wat overdreven lijst van werkzaamheden opnoemen, die Bet juist met den Zaterdag had te verrichten. Vervolgens verviel Mary in een uitwijding over de lichtzinnigheid van mannen en hun tyrannïe, en wond zich zoo op, dat ze zelfs eischte, dat Karel zijn vriend zou gaan opzoe ken, en de uitnoodiging afzeggen. Goed, zei Karel daarop, dan gaikmethemin de stad eten. Dit overigens volkomen afdoen de antwoord, viel evenmin in de smaak, ja bracht, hoewel het alle opgesomde bezwaren ophief, Mary nog meer buiten zich zelf. Uit louter woede, en ten einde raad, zei ze toen met betraande oogen, welk wezenlijk bezwaar er tegen de uitnoodiging, die Karel gedaan had, bestond. Je weet dat we geen dekens genoeg op de logeerkamer hebben, zei ze stampvoetend. Dit nu wist Karel eigenlijk niet Hij voelde echter de beteekenis van het bezwaar. Hij zag zelfs de moeilijkheid er van in. Maar vooral was hij dankbaar, dat zijn vrouw hem eindelijk had verteld, wat haar in de invitatie mishaagde. Ook herinnerde hij zich, dat hij bij het koeler worden der nachten, telkens op de meest onwaarschijn lijke uren op bloote voeten het bed was uitgestuurd, om uit de lo geerkamer er een deken bij te halen, maar of er nog overge bleven was voor n persoon, die n nacht logeeren moest, wist hij niet meer. en haalde er uit de logeerkamer een deken bij Dan moeten we zien, dat we er nog een paar dekens bij krijgen, ^ei hij heel lakoniek, en anders moet hij in vredesnaam maar onder iets anders slapen. Hoe bedoel je dat. Onder een winterjas of een reisdeken of zoo. Dat kan je toch niet doen, wat moet hij dan wj;l van ons denken? Dat we gastvrij zijn. Hédoe nu niet zoo flauw. De bui van Mary was nu weer overgedreven. haar huishoudelijke kennis voorzag echter niet in dit moeilijke geval, van tekort aan dekens als er onverwachts loge's kwamen, daar dit op de huishoudschool nooit was onderwe zen. In haar geest ging echter een klein lichtje op. Ze zei niets maar de oplossing werd haar plotseling duidelijk. Eenigszins opgewekt zelfs zei ze: Ik geloof dat ik wel wat weet. Met die troost ging Karel weer aan het werk. Om vijf uur kwam de gast en kreeg een heel aangenaam onthaal, ondanks alle bezwa ren van den Zaterdag. Tegen dat het later werd begon Karel ongerust te worden. Hij vreesde, dat Mary de dekenkwestie volkomen vergeten zou zijn. Eindelijk ging hij zelf informeeren of zijn gast van veel of weinig dek hield. Zegt u het maar, u kunt het krijgen zooals u wilt hoor? viel Mary nu bij, als het u te warm is, legt u er dan maar gerust een paar dekens af. Het geval werd nu nog mysterieuser voor Karel. Het fjwerdjhem pas opgehelderd, toen hij naar-lied ging. Mary had hun eigen bed op gemaakt met alles wat niet deken was en er voor dienst kon doen en het lit-jumeau op de logeerkamer met twee maal zeven dekens ge dekt, gedeeltelijk uit gevoel voor symetrie, en ook, om zich niet aan gebrek aan dekens te laten kennen. A R i E TT E Fröken Henni Forchhammer llllltllliiiititiii Een werk des vredes In Hongarije is Mevrouw Bela von Csitary een beweging begonnen met een artikel in de Budapesti Hirlap," ten einde voor dit jaar den Nobelprijs voor den vrede toege kend te krijgen aan onze Koningin en in haar aan Holland. Mevrouw von Csitary, die sedert haar jeugd liefde en bewondering heeft gekoesterd voor Nederland en zijn geschiedenis, is voor onge veer 10 jaar begonnen aan een boek over ons land. Haar goede opinie over deze landen bij de zee heeft steun gevonden in wat ons land na den oorlog deed voor Hongarije's lijdende kinderen. Zij ziet in dat werk voor de kinderen van haar arme volk een der meest practische middelen ter bevordering van de goede verstandhouding der volkeren. Zij heeft gehoord hoe de terugkeerende kleinen spraken van hun vader en moeder, van hun broertjes en zusjes in Holland. Zij heeft gezien, hoe de vriendschap bleef, hoe vanuit Holland kleine geschenken en brieven spraken van blijvende, onbreekbare banden, die tijdens het verblijf der Hongaartjes onder het gastvrije Hollandsche dak waren gelegd ; en hoe anderzijds in de kinderharten de dankbaarheid niet verdween. Toen nu de Tsjechen meenden den Nobel prijs voor den president Masaryk meenden te mogen opeischen, heeft zij gemeend, te moeten spreken. In een ingezonden stuk in de Budapesti Hirlap schrijft zij onder meer: Ieder weet wat Holland gedaan heeft. De wijze, waarop het onze kinderen redde, is niet slechts van het standpunt der direkt daarbij betrokken ouders en kinderen be langrijk, maar ze is ook van het standpunt der algemeene humaniteit van de grootste beteekenis. Heele geslachten groeien op in liefde, vereering en begrijpen van elkaar en deze goede verstandhouding onder de naties beteekent voor de bevordering van den zoo innig gewenschten wereldvrede veel meer, dan men ooit zal kunnen bereiken met de spitsvondigste sociale theorieën." Zij eindigt met uit te spreken den wensch, dat de Nobelprijs aan onze Koningin worde toegekend als blijk van waardeering voor al wat Holland deed. De redactie der B. H." acht de zaak be langrijk genoeg, om in haar zelfde nummer van 10 April een hoofdartikel aan deze kwestie te wijden, en voegt er van haar zijde een opwekking aan toe, om deze actie te steunen. Mevrouw von Csitary vroeg mij om raad Zij zou gaarne weten, of er in ons land iets voor wordt gevoeld, dit werk van kinderruil ook in de toekomst door te zetten. Het komt mij voor, dat, wanneer een internationale organisatie kon worden gesticht met het doel, bijvoorbeeld gedurende de vacantie kinderen van de verschillende landen van Europa onderling te ruilen, dit inder daad uit velerlei opzicht van belang kon zijn. Afgezien nog van het nut, een vreemde taal te leeren spreken, althans verstaan, van het genoegen dat de kinderen ervan zouden hebben, moet het inderdaad mogelijk zijn, op deze wijze te bereiken, dat het opgroeiend geslacht waardeering en achting krijgt voor dat van een ander volk. De bezwaren lijken ons gering in vergelijking met het voordeel, en overkomelijk. De kosten kunnen weinig meer bedragen dan die van de reis heen en weer en van de' organisatie. Wij stellen ons voor, dat het goed zou zijn, zoo in ons vaderland eenige Anklang" vernomen werd op het voorstel der Hongaarsche dame betreffende den Nobelprijs. Mocht deze aan onze Koningin worden ter hand gesteld, dan zou Hare Majesteit wel licht bereid gevonden worden, het geld te bestemmen als grondslag van een fonds voor uitwisseling van kinderen en zou stellig in alle opzichten worden voldaan aan de be doeling van Nobel. Wellicht is er een organisatie in ons land te vinden, die voor een Duurzamen Vrede bijvoorbeeld, of Nederland in den Vreemde," die het denkbeeld wil aanvatten en uitwerken. VAN ZUYLEN Fröken' Henni iForchhammer De derde vrouwelijke gedelegeerde die door de Scandinavische landen was afge vaardigd is Mejuffrouw Henni Forchhammer uit Denemarken. Zij heeft het voorrecht gehad bij de behandeling van het onderwerp Handel in Vrouwen en Kinderen" het woord te kun?nen voeren en dat met groot succes. Er was namelijk voorgesteld eene commissie te be noemen van drie leden, waaronder minstens n vrouw, aan welke een onderzoek zou wor den opgedragen, betreffende de wegvoering van vrouwen en kinderen in Armenië en K'ein-Azië. Dit voorstel ging haar niet ver genoeg, en tegen het advies van den rappor teur in, werd haar amendement aangenomdn, om dit onderzoek ook uit te strekken tot andere landen, rondom deze streken ge legen. Mr. Louis Israëls, die als verslaggever van de Telegraaf de zittingen te Genève bijwoonde, vermeldde als een bijzonderheid dat, terwijl de spreektijd tot 10 minuten was gerantsoe neerd en bijna alle sprekers dien grens over schreden, Fröken Forchhammer slechts zes minuten noodig had om de vergadering van de noodzakelijkheid van haar voorstel te overtuigen. Hier volge een korte biographie dezer afge vaardigde : Presidente van den Nationalen Vrouwen raad in Dememarken, tevens van het Comi tévoor Volksgezondheid (onderdeel van dien Raad), Vice-Presidente van den Internatio nalen Vrouwenraad, waarbij zij haar land vertegenwoordigde op de Congr«sen in Londen, den Haag, Genève, Stockholm en Christiania. Beweegt zich veel op het gebied der Vereeniging voor Duurzamen Vrede (Women's International League for Peace and Freedom) en was daarvoor werkzaam op de conferentie der Neutralen in 1916 te Stockholm en op het Congres dier Vereeniging in 1919 te Zürich. Als bekwaam linguist geeft zij les in vreem de talen, houdt voordrachten en schrijft artikelen over verschillende sociale, onder werpen. Heeft een boekje geschreven getiteld: Hoe leer ik Deensch" ten behoeve van Engelsch, Fransch, Duitsch en Hollandsen sprekenden. Door de Nederlandsche Vereeniging van Vrouwen voor Duurzamen Vrede wordt een tournee van Fröken Forchhammer in ons land voorbereid. N. MANSFELD T?D E W i T T H u B E R T s en lang alleen en oplettend buiten is, met wiskunstige juistheid er op rekenen kan, zijn be komst te krijgen. Het gaat met die vlinders als met de bloemen : op verschillende soms zeer dicht bij elkaar gelegen plaatsen ontluiken zij op zeer uiteenloopende tijden. Ik had den 18den Mei al Jacobsvlinders gezien, maar deze hier bij de Oostenrijkers en de duinIIHIIII iiiiiiiiiiiiiniii tiiiiimiiimiiiiiiiiitiiiuiiliiiiiiiiiimititiiiiiimiiuiiiliiiiiiiHiMMiiimi Jacobsvlinder en Zeebrarups. roosjes kwamen pas tien dagen later te voor schijn en op andere plaatsen komen er nog wel later. Eigenlijk was ik wel verwonderd, dat er hier nog zooveel kouden zijn, want de bonte kraaien, de gaaien en de lijsters hadden in het voorjaar dit mosheuveltje onder handen genomen en prakje bij prakje mos losgerukt en omgekeerd om de vlinderpoppen te zoeken. Maar zij vinden ook lang niet alles en waarschijnlijk vinden ze de poppen van de Jacobsvlinder al even wei nig smakelijk als de rupsen of het vlindertje zelf. Deze drieenveertig vlinders za ten dan ook heel rustig te beko men van hun intree in de zonnige wereld. Van belagers geen spoor. Anders weten hagedissen en pad den spoedig genoeg te profiteeren van dergelijke voorvallen uit het insectenleven. Het leek ook wel, alsof de vlindertjes in het geheel geen instinct hadden om zich te verbergen en hun rusthouding was zoo, dat niet alleen de roode streep en roode vlekken op de zijdeachtig glinsterende blauwig grauwzwarte voorvleugels, maar ook een groot gedeelte van de roode ondervleugels zichtbaar was. Alles heel duideijk en mooi. Ook verontrustte het hun niet als ik naderbij kwam en ze lieten zich ongehinderd bekijken door de loupe, die tienmaal vergroot en bij die gelegenheid moesten ze toch nog minder dan vijf centimeter van mijn oog verwijderd zijn. Een dergelijke afwezigheid van vrees zou er op wijzen, dat deze dieren nimmer in gevaar verkceren. Ik weet echter niet, of dit wel waar is. Wel weet ik, dat het niet de loupe bekijken van zoo'n levend dier in zijn na tuurlijk doen en laten oneindig veel meer voldoe ning geeft dan het bezien van opgezette beesten uit een doos. De zwarte beharing van het borst stukwas wondermooi, vooral de beide sierlijke gevormde vlokken in de schouderstreek, het pointillévan de vleugels en hun fluweelig zwarte eindzoom. Je zpudt zeggen, een van onze mooiste vlindertjes, maar er zijn er stellig nog wel een paar honderd, die op zijn minst net zoo mooi zijn en in alle mogelijke stijlen van coloriet en ornamentiek. De Jacobsvlinderb zijn nu ook al drukbezigmet eieren te leggen en dat is een van de din gen, die ge o.a. te zien kunt krijgen langs den beroemden Nieuwen Zeeweg van Bloemendaal. Ge ziet de vlinders rondfladderen, het rood van de ondervleugels zichtbaar als een reclameplaat. Ze vliegen van plant tot plant, zitten nu eens op een duinroosje, dan op een hondstong, maar alleen als ze op een Jacobskruiskruid komen, gaan ze aan het werk. Ze zoeken de onderzijde van het blad en leggen daar in korten tijd een plekje vol gele eitjes. Daar komen met enkele dagen de rupsjes uit te voorschijn en dat zijn de beroemde zwart met oranje zebrarupsen, die ge dit jaar ver moedelijk ook wel bij honderdduizenden te zien kunt krijgen. Brutaal vreten ze de kruiskruiden op, honderd aan n plant. Het duurt niet lang of ze zijn afgeknaagd tot op de stengels en de dikste bladstelen en nu is de grond vol met half volwassen rupsen, die verhuizen naar de planten, die nog onaangetast zijn en in sommige jaren, wellicht dit jaar hier ook, blijft er geen plant meer over om te bloeien en zaden voort te brengen : het tamelijk zeld zame verschijnsel van een catastrofe onder de wilde planten. Het volgend jaar verschijnen dan duizenden vlinders, maar die vinden slechts weinig gelegenheid om hun eieren onder te brengen, al vergenoegen zij zich ook in plaats van Jacobskruiskruid met de andere kuiskruidsoorten. Het resultaat is, dat er nu in het volgend jaar zoo goed als geen vlin ders zijn, en dan kunnen de nieuwe kruiskruidplantjes, die van elders zijn komen aanwaaien zich weer vermenigvuldigen; totdat ze na een paar jaar weer ingehaald worden dcor de vlin ders. Ik heb dit nu al eenige keeren in ons gebied zien gebeuren. Het lijkt dat de zebrarupsen niet door vogels of andere dieren gegeten worden en men meent dat zij haar schelle kleuren ? oranje met zwart dragen als waarschuwing van haar onsmakelijkheid. Er zijn wel proeven genomen, om de juistheid van deze bewering te toetsen met nog al positieve uitkomsten, maar die zijn toch nog wel onderhevig aan critiek. Trouwens de heele historie van de vlinders, de rupsen en hun vrienden en vij anden mag nog gerust eens opnieuw worden overdacht en bekeken. JAC. P. T H ij s s E IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI TUHSPOIT Mij. miW, Weesperzijde 94, AMSTERDAM. HOLLAND ~, .HOLLAND Tel. Zuid 4271. Tel.-Adres Transport". VERHUIZINGEN, ook per gesloten autoverhuiswagens met aanhangwagen. Binnen een rayon van 80 Km. bespaart men Hotelkosten. BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ. Machinale Stofreiniging. Bewaarplaatsen voor Inboedels.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl